Nota van wijziging : Nota van wijziging
35 910 Regels voor het in rekening brengen van een vrachtwagenheffing voor het rijden met een vrachtwagen op aangewezen wegvakken (Wet vrachtwagenheffing)
Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 3 februari 2022
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2, vierde lid, wordt «In afwijking van het derde lid is de Staat tolheffer»
vervangen door «Onze Minister is namens de Staat tolheffer».
B
In artikel 3, eerste lid, onderdeel a, onder 1° wordt «gebruikt door Defensie» vervangen
door «gebruikt door het Ministerie van Defensie».
C
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. De toezichthouder is bevoegd op of aan de weg met behulp van een technisch hulpmiddel
de gegevens van een motorrijtuig, vast te leggen en te verwerken. De volgende gegevens
worden vastgelegd: het kenteken, de locatie, de datum en het tijdstip van vastlegging,
de beeldopname van het motorrijtuig en de benodigde informatie uit de boordapparatuur.
De toezichthouder verwerkt deze gegevens ten behoeve van het toezicht op de naleving
en de handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
2. In het vijfde lid wordt «regels gesteld over de inzet van een technisch hulpmiddel»
vervangen door «regels gesteld over de inzet en het kenbaar maken van het gebruik
van een technisch hulpmiddel».
D
In artikel 24, vijfde lid, wordt «van het register,» vervangen door «van het register
en».
E
Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. In artikel 16 van de Wegenwet wordt na «tol wordt geheven» ingevoegd «met uitzondering
van de gemeentelijke wegen, genoemd in de bijlage bij de Wet vrachtwagenheffing».
Toelichting
De voorgestelde wijzigingen zijn nodig om enkele onvolkomenheden te herstellen. Het
betreft onder meer onvolkomenheden die naar voren kwamen tijdens de voorbereiding
van in de memorie van toelichting al aangekondigde lagere regelgeving.
Onderdeel A
Het vierde lid van het voorgestelde artikel 2 wordt gewijzigd in verband met de onduidelijkheid
die zou kunnen ontstaan in relatie tot het derde lid. De tolheffer is in het geval
van de vrachtwagenheffing enerzijds de Minister van Infrastructuur en Waterstaat die
als bestuursorgaan de heffing int. Anderzijds is de tolheffer de Staat die als rechtspersoon
de desbetreffende in de Wet implementatie EETS-richtlijn opgenomen privaatrechtelijke
rechtshandelingen verricht. Het gaat dan bijvoorbeeld om het sluiten van een overeenkomst
met een dienstaanbieder. Door de voorgestelde wijziging is duidelijk dat in het geval
van deze privaatrechtelijke rechtshandelingen de Minister namens de Staat optreedt.
Onderdeel B
Met deze wijziging wordt het eerste lid van het voorgestelde artikel 3 verduidelijkt.
De term «Defensie» is weliswaar een gangbare term in het normale taalgebruik, maar
het gebrek aan afbakening van deze term kan voor onduidelijkheid in de uitvoering
zorgen. Door de definitie aan te scherpen wordt duidelijk dat het – waar het gaat
om vrijstelling van de vrachtwagenheffing -vrachtwagens betreft die door het Ministerie
van Defensie worden gebruikt.
Onderdeel C, eerste lid
Het tweede lid van het voorgestelde artikel 14 wordt op een aantal punten gewijzigd.
Het betreft het herstellen van technische onvolkomenheden, maar ook enkele aanscherpingen
die nodig zijn met het oog op een goede regeling van de gegevensbescherming. Zo wordt
voorgesteld om het begrip «foto-opname» te vervangen door «beeldopname». Na overleg
met RDW – beoogd uitvoeringsinstantie – is gebleken dat de beelden die ten behoeve
van het toezicht met een technisch hulpmiddel worden gemaakt in eerste instantie bewegend
zijn. Hier worden vervolgens frames uitgeknipt. Het gaat dus om foto-opnames die zijn
verkregen uit bewegende beelden. Het begrip beeldopname past daar beter bij.
Onderdeel C, tweede lid
Aan het vijfde lid van het voorgestelde artikel 14 wordt een delegatiegrondslag toegevoegd.
Tijdens de voorbereiding van in de memorie van toelichting al aangekondigde lagere
regelgeving kwam naar voren dat een delegatiegrondslag nodig is voor het stellen van
regels over het kenbaar maken van het gebruik van een technisch hulpmiddel.
Onderdeel D
Met deze wijziging wordt een taalkundige omissie hersteld.
Onderdeel E
Op grond van artikel 16 van de Wegenwet moet de gemeente ervoor zorgen dat wegen die
binnen haar grondgebied liggen in een goede staat verkeren. Hiervan zijn uitgezonderd
de wegen waarop door een ander tol wordt geheven. Fysiek wijzigt er met de invoering
van de vrachtwagenheffing echter niets aan de weg. Ook blijven de wegen openbaar.
Daarom wordt voorgesteld om artikel 16 van de Wegenwet aan te passen zodat de zorgplicht
voor de betreffende wegen bij de gemeente blijft, zoals de gemeente de zorgplicht
voor die wegen op dit moment ook heeft.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.