Lijst van vragen : Lijst van vragen inzake het rapport Bekedam 'Zoönosen in het vizier" (Kamerstuk 25295-1357)
2021D38896 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft een aantal
vragen voorgelegd aan de Minister van LNV over de brief van 6 juli 2021 inzake het
Rapport Bekedam «Zoönosen in het vizier» (Kamerstuk 25 295, nr. 1357).
De fungerend voorzitter van de commissie, Kuiken
De adjunct-griffier van de commissie, Nouse
Nr
Vraag
1
Kunt u toelichten hoe u om zult gaan met levende slachtoffers (vogels) die vogelgriepverschijnselen
vertonen? Is inmiddels verduidelijkt welke taak ligt bij de lokale overheden en de
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)? Is er een officieel protocol?
2
Welke zoönosen zijn de afgelopen jaren aangetroffen in Nederland (van 2015 tot en
met 2021)? Hoeveel van deze zoönosen zijn te herleiden naar de veehouderij? Hoeveel
van deze zoönosen zijn terug te herleiden naar de handel in wilde dieren?
3
Hoe vaak heeft de NVWA in 2018, 2019, 2020 en 2021 gecontroleerd of wilde (beschermde)
dieren worden gebruikt in traditionele medicijnen die in Nederland worden verkocht?
4
Wat is de status van de positieflijst?
5
Hoeveel geiten zijn er in 2020 en 2021 bijgekomen in Nederland? Kunt u uiteenzetten
hoeveel dit er zijn per provincie?
6
Heeft u nagedacht over de mogelijkheid van een door de mens gecreëerde zoönose die
doelbewust de wereld in wordt gebracht, aangezien dit ontbreekt in het rapport?
7
Welke rol ziet u voor plaagdierbestrijding, aangezien in het rapport daar weinig aandacht
aan wordt besteed?
8
Hoe verhoudt de kans op een pandemie die in Nederland ontstaat, vanuit een Nederlandse
bron, zich tot pandemieën die ontstaan vanuit het buitenland en/of contact van mens
op mens?
9
Wat is de rol van de hobbydierhouderij?
10
Is de veronderstelling juist dat op basis van de jarenlange historie waarin landbouwhuisdieren
onderdeel uitmaken van onze samenleving, op basis van de analyse van pandemieën in
de afgelopen decennia en op basis van de hoogwaardige zoönosestructuur, de veedichtheid
een ondergeschikte rol speelt als het gaat om de verspreiding van zoönosen?
11
Hoe vaak is een zoönose ontstaan door de Nederlandse landbouwhuisdieren?
12
Hoeveel besmettingen met zoönosen zijn de afgelopen tien jaar vastgesteld bij wilde
dieren en hobbymatig gehouden landbouwhuisdieren?
13
Hoe is de monitoring bij hobbymatig gehouden landbouwhuisdieren geregeld?
14
Kan in beeld worden gebracht wat de risico's zijn van vernatting van natuur en het
ontstaan van zoönosen, daar vernatting bijvoorbeeld aan muggen meer nestelmogelijkheden
geeft?
15
Welke initiatieven heeft u genomen of bent u voornemens te nemen met betrekking tot
de zoönosestructuur en het beleid om de risico's van zoönose introductie door «rewilding»
te voorkomen dan wel te beperken?
16
Bent u bekend met de beweringen van hoogleraren virologie zoals Marion Koopmans, Ron
Fouchier en Peter Rottier dat de Nederlandse vee-industrie een risicofactor is als
het gaat om zoönosen?
17
Deelt u de mening dat de huidige omvang van de Nederlandse bio-industrie een risico
vormt als het gaat om zoönosen?
18
Welke rol ziet u in de omvang van de vee-industrie en het risico op een zoönose-uitbraak
in Nederland?
19
Deelt u de mening dat markten met dieren in elke vorm een risico vormen als het gaat
om zoönosen?
20
Deelt u de mening dat actieve preventie de voorkeur heeft in beleidskeuzes?
21
Waarom zijn er geen aanbevelingen op het onderwerp van internationale reizen als risicofactor
voor overbrenging van zoönose?
22
Kunt u uiteenzetten welke beleidsinstrumenten u precies gaat inzetten om de zoönosegeletterdheid
in de maatschappij te vergroten?
23
Wat is de cijfermatige onderbouwing bij het feit dat in sommige regio’s in Nederland
het zoönoserisico kan worden teruggedrongen door de dichtheid van bedrijven en het
aantal aanwezige dieren te verlagen, waardoor de kans op verspreiding tussen bedrijven
wordt gereduceerd?
24
Is er, als het gaat om het advies om de dichtheid van verspreiding van bedrijven tegen
te gaan, gekeken naar aantallen gesloten bedrijven of bedrijven met een hoog niveau
van biosecurity?
25
Wat is de achterliggende reden van de dichtheid van verspreiding van bedrijven als
risicofactor? Is dit bezoek van mens tot mens tussen de bedrijven? Is dit transport
van dieren? Of bijvoorbeeld ratten die tussen bedrijven lopen? Kortom: hoe wordt dit
veroorzaakt?
26
Klopt het dat er verschillende gevallen bekend zijn van een besmetting (met soms een
dodelijke afloop) van papegaaienziekte na het bezoeken van Nederlandse vogelmarkten?
Zo ja, hoeveel gevallen zijn hiervan bekend over de afgelopen tien jaar?
27
Waarom wordt papegaaienziekte in de meeste gevallen niet gedetecteerd?
28
Kunt u de weging waarover wordt gesproken op pagina 9 aan de Kamer verstrekken, aangezien
deze weging niet zichtbaar is in het rapport?
29
Is de definitie van efficiënte overdracht zoals genoemd op pagina 10 een bestaand
criterium?
30
Is de reproductiefactor die wordt genoemd toepasbaar op elke zoönose?
31
Hoe vaak is er in Nederland een zoönose binnengebracht via transport van landbouwhuisdieren
en wanneer was dat?
32
Waar is de weging die in de opdracht aan de expertgroep nadrukkelijk is gevraagd?
33
Wat is het verwachte effect van de maatregel om dichtheid van boerderijen te verminderen,
gekwantificeerd naar minder risico’s voor de mens om met nieuwe zoönose besmet te
raken?
34
Wat is het verwachte effect van het doorontwikkelen van een early warning system zoöonose?
35
Welke rol gaat dit rapport krijgen bij de totstandkoming van de positieflijst?
36
Welke rol speelt de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij de totstandkoming
van de positieflijst? Kijkt en denkt die Minister als eindverantwoordelijke voor het
zoönosebeleid mee?
37
Wordt op basis van dit onderzoek een snelle totstandkoming van een positieflijst voor
amfibieën, vogels en reptielen aanbevolen?
38
Is het mogelijk dat vogelgriep via gezelschapsdieren bij mensen geïntroduceerd wordt,
waarbij gedacht kan worden aan een kat of hond die besmet raakt door een vogel en
de ziekte weer doorgeeft aan mensen? Zo ja, welke maatregelen worden er getroffen
om te zorgen dat dieren die buiten lopen niet in aanmerking komen met een besmet vogelkarkas?
39
Welke vaccinaties, naast de verplichte vaccinatie tegen rabiës, zouden in het kader
van zoönosebestrijding verplicht moeten worden bij de import, export of doorvoer van
levende dieren? En welke vaccinaties zouden raadzaam zijn?
40
Welke risico’s zijn er bij kwekers/fokkers van wilde en exotische dieren in het licht
van het ontbreken van registratie van de gekweekte/gefokte dieren?
41
Hoeveel (exotische) wilde dieren worden er jaarlijks in Nederland verkocht?
42
Kunt u aangeven hoeveel geregistreerde gevallen er zijn van zoönosen en van uitbraken
in relatie tot het houden van exotische huisdieren?
43
Hoeveel personen die beroepshalve zijn blootgesteld aan (wilde) dieren, zoals jagers,
laboratoriummedewerkers, dierenartsen, onderzoekers, natuurbeheerders, dierentuin-
en wildopvangpersoneel zijn afgelopen jaar in Nederland ziek geworden door een ziekte
met zoönotische oorsprong (COVID-19 uitgezonderd)? Kunt u dit uitsplitsen naar de
hier genoemde beroepsgroepen?
44
Zijn er meldingen van transmissie van ziekte tussen dieren en mensen in het Dolfinarium?
Wordt hier actief op gemonitord?
45
Bestaat er een cijfermatige onderbouwing van de stelling dat veehouderijen vaak dichtbij
woonkernen zijn gevestigd? Zo ja, kan deze worden opgesplitst naar diersoort en zoönoserisico
ervan?
46
Kunt u via een analyse van uitbraken van dierziekten uit de afgelopen tien jaar duidelijk
maken of er een causaal verband is tussen bedrijfsgrootte en het feit dat bedrijven
besmet zijn geraakt?
47
Is er een cijfermatige onderbouwing beschikbaar van hoe vaak een besmetting tussen
veehouderijen heeft plaatsgevonden in Nederland?
48
Hoeveel soja werd in 2020, 2019, 2018 en 2017 geïmporteerd in Nederland, en uit welke
landen?
49
Kunt u inzicht geven in de rol die dichtheid van bedrijven de afgelopen 30 jaar zou
hebben gespeeld bij verspreiding van zoönosen, waarbij niet duidelijk is hoe die besmetting
plaatsvond en ook niet duidelijk is of die situatie nog gelijk is, gezien de grote
afname van veehouderijen in de afgelopen 30 jaar?
50
Welke stappen worden er nu ondernomen om de handel in wilde dieren terug te dringen?
51
Hoeveel wildmarkten zijn er in Nederland? En bij hoeveel worden er exoten verkocht
of tentoongesteld?
52
Is er bij markten met levende dieren te allen tijde een onafhankelijke dierenarts
aanwezig? Zo niet, wat is de redenatie dat dit niet nodig zou zijn?
53
Hoe vaak is het afgelopen jaar voorgekomen dat handelaren hebben geprobeerd zieke
dieren aan te bieden op markten?
54
Welke risico’s gaan gepaard met de verkoop van wilde en exotische dieren op markten
in Nederland, mede in het licht van de ruim 83 miljoen levende wilde en exotische
dieren die in de afgelopen jaren naar Nederland zijn getransporteerd, zonder enige
vorm van screening op pathogenen en zoönoserisico?
55
Hoe worden Nederlandse wilde dierenmarkten gecontroleerd en hoe verloopt de registratie
van dierziekten bij Nederlandse wildmarkten?
56
Wat zijn de risico’s van reizigers die in het buitenland op excursie gaan en daarbij
in nauwe interactie komen met wilde en exotische dieren?
57
Hoe beoordeelt u de voorlichting over de risico’s van interactie met wilde en exotische
dieren aan reizigers die in het buitenland deelnemen aan excursies met wilde en exotische
dieren?
58
Hoeveel speurhonden heeft Schiphol om illegale wilde dieren en planten op te sporen?
59
Hoeveel levende runderen heeft Nederland per jaar geëxporteerd in de periode 2017–2021,
naar welke landen en met welk doel (fok, slacht of anders)?
60
Hoeveel levende kalveren heeft Nederland per jaar geëxporteerd in de periode 2017–2021,
naar welke landen en met welk doel (fok, slacht of anders)?
61
Hoeveel levende varkens heeft Nederland per jaar geëxporteerd in de periode 2017–2021,
naar welke landen en met welk doel (fok, slacht of anders)?
62
Hoeveel levende kippen heeft Nederland per jaar geëxporteerd in de periode 2017–2021,
naar welke landen en met welk doel (fok, slacht of anders)?
63
Hoeveel levende eendagskuikens heeft Nederland per jaar geëxporteerd in de periode
2017–2021, naar welke landen en met welk doel (fok, slacht of anders)?
64
Hoeveel levende geiten heeft Nederland per jaar geëxporteerd in de periode 2017–2021,
naar welke landen en met welk doel (fok, slacht of anders)?
65
Hoeveel levende schapen heeft Nederland per jaar geëxporteerd in de periode 2017–2021,
naar welke landen en met welk doel (fok, slacht of anders)?
66
Hoeveel levende runderen heeft Nederland per jaar geïmporteerd in de periode 2017–2021,
vanuit welke landen en met welk doel (fok, slacht of anders)?
67
Hoeveel levende kalveren heeft Nederland per jaar geïmporteerd in de periode 2017–2021,
vanuit welke landen en met welk doel (fok, slacht of anders)?
68
Hoeveel levende varkens heeft Nederland per jaar geïmporteerd in de periode 2017–2021,
vanuit welke landen en met welk doel (fok, slacht of anders)?
69
Hoeveel levende kippen heeft Nederland per jaar geïmporteerd in de periode 2017–2021,
vanuit welke landen en met welk doel (fok, slacht of anders)?
70
Hoeveel levende eendagskuikens heeft Nederland per jaar geïmporteerd in de periode
2017–2021, vanuit welke landen en met welk doel (fok, slacht of anders)?
71
Hoeveel levende geiten heeft Nederland per jaar geïmporteerd in de periode 2017–2021,
vanuit welke landen en met welk doel (fok, slacht of anders)?
72
Hoeveel levende schapen heeft Nederland per jaar geïmporteerd in de periode 2017–2021,
vanuit welke landen en met welk doel (fok, slacht of anders)?
73
Heeft Nederland of hebben Nederlandse bedrijven op enige manier een rol gespeeld in
het opnieuw opbouwen van de varkenshouderij in China in de afgelopen jaren? Zo ja,
op welke wijze (bijvoorbeeld door middel van financiële ondersteuning, leveren van
huisvestingssystemen, leveren van kennis, leveren van varkens of uitgangsmaterialen)?
74
Hoe houdt u rekening met zoönotische ziekterisico's in de internationale handel in
wilde dieren, gezien diergezondheid niet is opgenomen in de Convention on International
Trade in Endangered Species of wild flora and fauna (CITES)? Bestaat er een overzicht
van de zoönotische ziekterisico’s?
75
Hoe vaak is in 2020 en 2021 bushmeat aangetroffen in Nederland?
76
Hoeveel en welke dier(-soorten) worden er jaarlijks onderschept in de haven van Rotterdam?
Wat is, zover dit bekend is, het land van herkomst?
77
Worden dieren die (illegaal) het land inkomen via de haven van Rotterdam gecontroleerd
op mogelijke zoönosen of dierziektes? Wat gebeurt er met de dieren als zij hier positief
op testen?
78
Hoe vindt het toezicht plaats op wilde dieren die via Schiphol Nederland binnen komen?
79
Hoe vindt het toezicht plaats op zoönosen bij dieren die via Schiphol Nederland binnen
komen?
80
Bij hoeveel dieren die zijn binnengekomen via Nederlandse luchthavens zijn zoönosen
geconstateerd? Kunt u dit uitsplitsen per luchthaven in de afgelopen vijf jaar?
81
Hoeveel dieren die via luchthavens Nederland zijn binnengekomen zijn er de afgelopen
vijf jaar gedood? En hoeveel hiervan vanwege een bewezen, of vermeende zoönotische
dreiging?
82
Hoeveel dieren die in de afgelopen vijf jaar via luchthavens Nederland zijn binnengekomen,
zijn hier dood aangekomen? Kunt u dit uitsplitsen per diersoort?
83
Hoeveel Nederlandse bedrijven, die een actieve rol spelen bij projecten die rechtstreeks
bijdragen aan ontbossing, worden gesteund door de Nederlandse overheid? Op welke manier
worden deze bedrijven gesteund en waarvoor? Hoeveel euro wordt door de Nederlandse
overheid verstrekt per jaar? En hoeveel was dat in de afgelopen vijf jaar?
84
Hoeveel palmolie (ruwe palmolie, palmoliefracties en palmpitolie) werd in 2020, 2019,
2018 en 2017 geïmporteerd in Nederland en uit welke landen?
85
Hoeveel hout uit tropische bossen werd in 2020, 2019, 2018 en 2017 geïmporteerd in
Nederland en uit welke landen?
86
Welke concrete, meetbare en afrekenbare doelstellingen heeft u geformuleerd ten aanzien
van het minimaliseren van de import van producten die schadelijke invloed hebben op
bossen wereldwijd en welke maatregelen zijn hiervoor genomen in de afgelopen vijf
jaar?
87
Welke concrete, meetbare en afrekenbare doelstellingen heeft u geformuleerd ten aanzien
van het verkleinen van de ecologische voetafdruk van Nederland en welke maatregelen
zijn hiervoor genomen in de afgelopen vijf jaar?
88
Moeten de onderwerpen, respectievelijk «traditionele medicijnen» en «bushmeat» onderdeel
worden in de zoönosegeletterdheid in het kader van preventie van zoönosen? En hoe
kan dit met betrekking tot traditionele medicijnen vorm worden gegeven?
89
Hoe worden de risico’s van medicijnen met ingrediënten afkomstig van wilde dieren
(traditionele medicijnen) beoordeeld, mede in het licht van de illegale handel en
het gebrek aan transparantie in deze keten?
90
Hoe leidend moet de rol van zoönosegeletterdheid zijn in de preventie van een volgende
pandemie?
91
Wat kan de rol van niet-gouvernementele organisaties in zoönosegeletterdheid en community
management zijn?
92
Wat kan de rol van gemeenten in zoönosegeletterdheid en community management zijn?
93
Hoeveel pluimveebedrijven bevinden zich in gebieden waar ook watervogels leven en
hoeveel dieren worden daar gehouden?
94
Hoeveel varkensbedrijven bevinden zich in gebieden waar ook wilde zwijnen leven en
hoeveel dieren worden daar gehouden?
95
Hoe hoog is het percentage van veehouderijbedrijven in Nederland dat op minder dan
250 meter van een burgerwoning ligt op dit moment, gezien het feit dat uit onderzoek
van Alterra Wageningen University & Research blijkt dat dit in 2016 87% was?
96
Op welke manier wordt zoönosepreventie op dit moment meegewogen in beslissingen rond
ruimtelijke ordening en het verlenen van vergunningen? Gaat het hierbij om vrijblijvende
richtlijnen of bindende toetsingscriteria?
97
Wat is er gedaan met het advies van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM) om minimaal 1 tot 2 kilometer afstand te houden tussen pluimveebedrijven en
varkensbedrijven om overdracht van verschillende typen influenza te voorkomen? In
hoeverre wordt dit meegewogen in beslissingen rond ruimtelijke ordening en het verlenen
van vergunningen? Gaat het hierbij om vrijblijvende richtlijnen of bindende toetsingscriteria?
98
Hoeveel locaties zijn er nog waarbij varkens- en pluimveebedrijven zich op minder
dan 2 kilometer afstand van elkaar bevinden?
99
Wanneer zullen de door u aangekondigde epidemiologische modellen om de mate van transmissie
van zoönosen te berekenen bij verschillende bedrijfsdichtheden en groottes van bedrijven
zijn ontwikkeld en naar de Kamer worden gestuurd?
100
Wanneer wordt de evaluatie van de aanpak van de uitbraken van SARS-Cov-2 op nertsenbedrijven
naar de Kamer gestuurd?
101
Hoeveel subsidies verstrekt Nederland voor de export van industriële lineaire landbouwsystemen?
102
Welke risico’s gaan gepaard met de legale handel van wilde en exotische dieren, mede
in het licht van het gebrek aan transparantie in deze keten?
103
Hoeveel euro gaat er jaarlijks via de Nederlandse overheid naar investeringen, subsidies
of verzekeringen bedoeld om internationale activiteiten van Nederlandse bedrijven
te stimuleren? Hoeveel is er de afgelopen vijf jaar uitgegeven?
104
Welke concrete maatregelen zullen genomen worden om de import van producten die schadelijke
invloed hebben op bossen wereldwijd te minimaliseren? Welke concrete maatregelen zijn
er in de afgelopen tien jaar genomen?
105
Worden op dit moment nertsen gehouden in Nederland?
106
Hoeveel gevallen van vogelgriep zijn er in het afgelopen vogelgriepseizoen (2020/2021)
geconstateerd in Europa en hoeveel waren dit er in de voorgaande drie seizoenen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. Kuiken, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
L.L. Nouse, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.