Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over dilemma’s bonus 2021 (Kamerstukken 29282/25295-436)
29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector
25 295
Infectieziektenbestrijding
Nr. 439
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 20 mei 2021
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen
voorgelegd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van
14 april 2021 inzake dilemma’s bonus 2021 (Kamerstukken 29 282 en 25 295, nr. 436).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 19 mei 2021. Vragen en antwoorden
zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Agema
Adjunct-griffier van de commissie, Krijger
1. Kunt u een overzicht geven hoeveel medewerkers een bonus hebben ontvangen, uitgesplitst
in eigen medewerkers, zzp’ers en uitzendkrachten?
In de COVID stand van zaken brief van 23 maart 2021 (Kamerstuk 25 295, nr. 1063) heb ik uw Kamer een eindanalyse van de bonusregeling aangeboden.
In deze analyse is opgenomen dat onder de bonusregeling 2020 in totaal 10.012 aanvragen
door zorgaanbieders zijn ingediend. Op basis van deze aanvragen is subsidie verleend
voor het toekennen van een bonus voor ruim 1,06 miljoen werknemers en bijna 84 duizend
derden. Tezamen is daarmee voor 1,144 miljoen zorgprofessionals subsidie voor het
toekennen van een bonus uitgekeerd.
In het kader van de bonusregeling wordt onder derden verstaan: uitzendkrachten, zzp’ers
en ingehuurde schoonmakers. De zorgaanbieder hoefde bij de aanvraag voor derden geen
onderscheid te maken naar subcategorie. Een onderverdeling naar zzp’ers kan in deze
cijfers daarom niet worden gemaakt.
2. Hoeveel aanvragen heeft u afgekeurd bij de eerste zorgbonus? Wat waren de meest
voorkomende redenen om de aanvragen af te keuren? Kregen zorgaanbieders een tweede
kans om een hernieuwde aanvraag in te dienen en was daar voldoende tijd voor?
Bij de bonusregeling 2021 zijn 1.164 aanvragen afgewezen wegens het niet voldoen aan
de subsidievoorwaarden. Voornaamste redenen om de aanvragen af te wijzen is dat de
activiteiten van de zorgaanbieder buiten de regeling vielen of dat er bij de zorgaanbieder
niet ten minste 2 werkzame personen ingeschreven stonden bij de Kamer van Koophandel.
Zorgaanbieders die een incomplete aanvraag hebben ingediend, hebben de gelegenheid
gehad deze binnen een redelijke termijn aan te vullen.
3. Welke acties zijn vorig jaar ondernomen of zouden dit jaar nog kunnen worden ondernomen
om samen met werkgevers tot afspraken te komen waardoor wordt gezorgd dat binnen zorgsectoren
de bonus alleen wordt aangevraagd voor werknemers die een extra inspanning hebben
verleend door de coronacrisis, waardoor de bonus niet verlaagd hoeft te worden?
Het uitgangspunt van de motie van het lid Van Kooten-Arissen was dat de bonus van
2020 uitgekeerd zou worden aan de zorgverleners van wie extra inzet is gevraagd in
de bestrijding van het coronavirus (Kamerstuk 25 295, nr. 171). Omdat alleen werkgevers van de zorgprofessionals zicht hebben op de feitelijke
inzet was het oordeel van de werkgever nodig is om een bonus voor extra inspanning
te kunnen uitkeren. De zorgaanbieders zijn opgeroepen om bij de aanvraag van de bonus
ook nadrukkelijk met dit uitgangspunt rekening te houden. Om hen hierbij te ondersteunen
heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een handreiking opgesteld.
Deze handreiking is besproken met werkgeversorganisaties in Zorg en Welzijn1. Daarbij hebben werkgevers bij het indienen van hun aanvraag moeten verklaren dat
zij enkel de bonus uitkeren aan zorgprofessionals die daadwerkelijk extra inspanning
hebben gepleegd.
Voor de bonus 2021 wordt wederom een handreiking aan zorgaanbieders en pgb-budgethouders
ter beschikking gesteld ter ondersteuning bij de door hen te maken beoordeling van
de vraag of en zo ja welke voor hen werkzame zorgprofessionals en pgb-zorgverleners
een uitzonderlijke prestatie hebben verricht door in COVID tijd onder uitzonderlijke
omstandigheden zorg te (blijven) bieden. Op uw verzoek zal ik met werkgeversorganisaties
bekijken hoe een goede selectie bij de bonus 2021 kan worden bevorderd, zodat de bonus
zo gericht mogelijk kan worden aangevraagd en daarmee een hoger bedrag per persoon
zal bedragen. Ook bij de opening van het loket zal ik het belang van een goede selectie
onder de aandacht brengen van zorgaanbieders.
4. Is tevens onderzocht of de zorgbonus kon worden uitgekeerd in de vorm van een tijdelijke
verhoging van de onregelmatigheidstoeslag? Zo ja, waarom is hier niet voor gekozen?
Zo nee, waarom is dit niet onderzocht?
Voor de uitwerking van de zorgbonus is ook gekeken naar arbeidsvoorwaardelijke mogelijkheden
zoals een – tijdelijke – verhoging van de onregelmatigheidstoeslag. Deze zijn echter
niet haalbaar gebleken. Afspraken over onregelmatigheidstoeslagen worden vastgelegd
in cao’s. Binnen de zorg bestaan een groot aantal verschillende cao’s, ieder met eigen,
van elkaar verschillende, afspraken over de onregelmatigheidstoeslag. Voor elk van
deze cao’s is overeenstemming nodig tussen werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers.
Een bijkomend probleem is dat onregelmatigheidstoeslagen veelal een opslagpercentage
op het uurloon inhouden waardoor zorgprofessionals in lagere schalen een lagere vergoeding
krijgen dan die in hogere schalen. Aangezien het gaat om de geleverde inspanning zal
met terugwerkende kracht salaris aangepast moeten worden. Dit zou tot een grote administratieve
last leiden. Daarnaast is een algemeen punt bij arbeidsvoorwaardenmiddelen dat extra
arbeidsvoorwaardenmiddelen niet rechtstreeks maar getrapt bij de zorgprofessionals
terecht komen.
De lonen worden door zorgaanbieders betaald conform de in de sector van toepassing
zijnde cao. Deze wordt afgesloten tussen de werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers.
Voor de financiering van deze cao’s zijn zij in belangrijke mate afhankelijk van de
inkoopafspraken die ze met zorginkopers maken. Om ervoor te zorgen dat extra middelen
bij de zorgprofessionals terecht komen is dus een set aan afspraken noodzakelijk.
Lopende een jaar zijn de financiële kaders, inkoopafspraken en prijzen al vastgelegd
en zijn nadere afspraken over eventuele additionele budgetten niet meer mogelijk.
5. Waarom kwam u alsnog met criteria voor het toekennen van de zorgbonus terwijl bij
de aankondiging van de regeling werd gesteld dat de invulling aan zorgaanbieders zou
worden gelaten?
Op verzoek van de zorgaanbieders is een handreiking opgesteld ter ondersteuning van
de zorgaanbieders bij het maken van de keuze van welke zorgprofessionals voor een
bonus in aanmerking komen. Deze handreiking is met zorgaanbieders besproken en is
tegelijkertijd met de regeling gepubliceerd. De handreiking is zo vormgegeven dat
zorgaanbieders die tot de doelgroep behoren te allen tijde de ruimte hielden om zelf
de afweging te maken wie van de zorgprofessionals extra inspanning had geleverd en
dus voor een bonus in aanmerking zou komen.
6. Welke ontwikkelingen hebben sinds het versturen van onderhavige brief plaatsgevonden
ten aanzien van de bonus over 2021?
Zoals ik u in COVID brief van 11 mei jongstleden (Kamerstuk 25 295, nr. 1179) heb bericht ben ik gestart met de uitwerking van de bonus 2021 conform variant 2:
zorgverleners die een bijzondere prestatie hebben geleverd in de periode 1 oktober
2020 – 15 juni 2021 in alle branches binnen de sector Zorg en Welzijn die maximaal
2x modaal verdienen, kunnen in aanmerking komen voor een bonus; afhankelijk van het
aantal aanvragen zal het bonusbedrag netto zo’n € 200 tot € 240 bedragen.
In die brief ben ik ook ingegaan op de beoogde tijdpad voor deze uitwerking. De precieze
subsidievoorwaarden en -vereisten worden uitgewerkt in een wijziging van de Subsidieregeling
bonus zorgprofessionals COVID-19. Deze wijzigingsregeling verwacht ik uiterlijk 15 juni
as. te publiceren, zodat op die datum het aanvraagloket voor zorgaanbieders en budgethouders
kan openen. Dat betekent dat zorgaanbieders de bonus nog dit jaar aan de betreffende
medewerkers kunnen uitbetalen en pgb-zorgverleners de bonus nog voor het einde van
jaar door SVB uitbetaald kunnen krijgen.
7. Waar slaat de berekening op dat iedere volwassen Nederlander € 200 meebetaalt aan
de bonus in 2020 en 2021? U kunt deze berekening toch maken voor alle Rijksuitgaven
zoals een nieuwe weg of een windturbinepark? Waarom bent u zo’n geldwolf als het om
zorg gaat?
De overheid kan elke euro maar een keer uitgeven. De (netto) overheidsuitgaven aan
zorg bedragen op basis van de begroting 2021 in 2021 circa € 75 miljard, of bijna
een kwart van de collectieve uitgaven of ruim € 5.000 per volwassen Nederlander. Dat
geld kan daarmee niet worden besteed aan andere nuttige collectieve voorzieningen.
In de eindanalyse van de bonus 2020 in de COVID stand van zaken brief van 23 maart
2021 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat er voor circa € 2,06 miljard aan subsidie is
verleend onder de bonusregeling 2020. Voor de bonus 2021 is € 0,72 miljard beschikbaar,
samen is dat bijna € 3 miljard. Omdat er ruim 14 miljoen volwassenen in Nederland
zijn, kost de bonus ongeveer € 200 per volwassene. Dat bedrag wordt genoemd om aan
te geven hoeveel de bonus al kost en hoeveel er dus niet aan andere voorzieningen
kan worden uitgeven. Ter vergelijking. In 2021 zijn de geraamde uitgaven voor hoger
beroepsonderwijs € 3,5 miljard en de uitgaven voor politie ruim 6 miljard. Aan de
bonus wordt dus bijna evenveel uitgegeven als de jaarlijks uitgaven voor hoger beroepsonderwijs
en bijna helft van de jaarlijkse kosten aan politie.
8. Waarom is er niet voor gekozen om extra financiële middelen in te zetten?
Door de brede aanvraag in 2020 is destijds het beschikbare budget fors overschreden.
Het kabinet heeft daarom reeds in 2020 extra financiële middelen ingezet: om alle
bonusaanvragen te honoreren is het oorspronkelijke budget van € 1,44 mld toen met
€ 800 mln opgehoogd. Het kabinet heeft daarbij ook de keuze gemaakt het beschikbare
budget voor de bonus 2021 niet te verhogen. Bij de uitwerking van de mogelijkheden
voor de bonus 2021 heeft het inmiddels demissionaire kabinet ervoor gekozen deze keuze
aan te houden en daarmee de bonus 2021 binnen het kader van de VWS-begroting voor
2021 invulling te geven. In deze begroting is voor de bonus 2021 een budget van € 720
mln beschikbaar. Daarmee is voor de zorgbonus een totaalbudget van ongeveer € 3 mld
beschikbaar.
9. Welke groepen krijgen nu wel een bonus die in de eerste ronde waren uitgesloten?
De bonusregeling voor 2021 wordt opengesteld voor alle branches binnen de sector Zorg
en Welzijn. SBI-codes binnen zorg en welzijn die in 2020 niet opgenomen waren in de
regeling, worden in 2021 toegevoegd. Voorbeelden hiervan zijn de fysiotherapie en
verloskundigen.
10. Klopt het dat medewerkers van verpleeghuizen waar zorg wordt geboden aan niet
met Covid-19 besmette bewoners geen aanspraak kunnen maken op de bonus?
Nee. Zoals in mijn antwoord op vraag 9 vermeld wordt de bonusregeling voor 2021 opengesteld
voor alle branches binnen de sector Zorg en Welzijn, waaronder de branche Verzorging
en Verpleging. Indien voldaan aan de subsidievoorwaarden heeft een zorgaanbieder uit
deze branche ook toegang tot de bonusregeling 2021.
11. Welke periode geldt er voor de medewerkers voor verpleging en verzorging waar
zorg wordt geboden aan met Covid-19 besmette bewoners van verpleeghuizen?
In mijn brief van 14 april jongstleden (Kamerstukken 29 282 en 25 295, nr. 436) waarin ik de mogelijkheden rondom de bonus 2021 heb geschetst, heb ik ook de beoogde
referteperiode benoemd waarin de werkzaamheden moeten zijn verricht om in aanmerking
te kunnen komen voor de bonus 2021: van 1 oktober 2020 en loopt tot 15 juni 2021.
Deze referteperiode geldt voor iedere zorgaanbieder die een beroep op de bonus 2021
wenst te doen, dus ook voor zorgaanbieders binnen de branche Verpleging en Verzorging.
12. Waarom worden instellingen voor gehandicaptenzorg uitgesloten van de bonus?
Zoals in mijn antwoord op vraag 9 vermeld wordt de bonusregeling voor 2021 opengesteld
voor alle branches binnen de sector Zorg en Welzijn, waaronder de branche Gehandicaptenzorg.
Indien voldaan aan de subsidievoorwaarden heeft een zorgaanbieder uit deze branche
ook toegang tot de bonusregeling 2021.
13. Heeft toetsing plaatsgevonden of de bonus over 2020 is uitgekeerd aan zorgmedewerkers
waar de bonus voor bedoeld is? Zo ja, kunt u aangeven hoe deze toetsing er precies
uitzag en kunt u de resultaten van de toetsing naar de Kamer sturen?
De voorwaarden om in aanmerking te komen voor subsidie voor het toekennen van een
bonus zijn opgenomen in de Subsidieregeling. Dit betreft de randvoorwaarden die VWS
stelt aan het uitkeren van de bonus. Binnen deze randvoorwaarden was het aan de zorgaanbieder
om te beoordelen of door de zorgprofessional een uitzonderlijke prestatie was verricht
in de strijd tegen COVID-19 en daarmee in aanmerking kwam voor de bonus. Deze beoordeling
behoort tot de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder. Deze heeft immers het beste
zicht op de werkzaamheden van de zorgprofessional. Om de zorgaanbieder hierin te ondersteunen
heeft het Ministerie van VWS een handreiking opgesteld. Deze handreiking is ook besproken
met de werkgeversorganisatie uit de sector zorg en welzijn. Bij de verantwoording
door de werkgever wordt niet getoetst op het criterium uitzonderlijke prestatie.
14. Hoeveel zorgmedewerkers hebben in 2020 naar schatting een zorgbonus ontvangen
terwijl zij geen directe betrokkenheid hebben gehad bij werkzaamheden met betrekking
tot het coronavirus?
In de COVID stand van zaken brief van 23 maart 2021 heb ik uw Kamer een eindanalyse
van de bonusregeling aangeboden. In deze analyse is opgenomen dat onder de bonusregeling
2020 in totaal 10.012 aanvragen door zorgaanbieders zijn ingediend. Op basis van deze
aanvragen is subsidie verleend voor het toekennen van een bonus voor ruim 1,06 miljoen
werknemers en bijna 84 duizend derden (zzp’ers, uitzendkrachten en ingehuurde schoonmakers).
Tezamen is daarmee voor 1,144 miljoen zorgprofessionals subsidie voor het toekennen
van een bonus uitgekeerd.
Zoals ik u in deze analyse heb gemeld was de bonus bedoeld voor zorgprofessionals
die direct dan wel indirect hebben bijgedragen aan de strijd tegen COVID-19. Het uitgangspunt
van de regeling was dat zorgaanbieders alleen voor degenen zouden aanvragen waarop
de regeling was gericht, te weten zorgprofessionals die zich hebben ingezet voor patiënten
en cliënten met COVID-19 (dit betreft de directe inzet door bijvoorbeeld te verzorgen,
verplegen, behandelen, begeleiden of triage te verlenen), dan wel zorgprofessionals
die hebben bijgedragen aan de strijd tegen COVID-19 (dit betreft de indirecte inzet
door bijvoorbeeld extra uren te werken, collega’s te vervangen of preventieve taken
uit te voeren om het risico op verspreiding te verkleinen). Om de zorgaanbieder bij
deze keuze te ondersteunen heeft het Ministerie van VWS op verzoek van de sector een
handreiking opgesteld. Ondanks deze handreiking is gebleken dat zorgaanbieders het
ingewikkeld vonden om onderscheid te maken tussen medewerkers. Deelsectoren die een
hoog aanvraagpercentage kennen, geven aan de strijd tegen Covid-19 als teamprestatie
te zien en om die reden geen onderscheid te hebben gemaakt. Er zijn ook deelsectoren
die wel keuzes hebben gemaakt bij de toekenning van de bonus en daarmee een lager
aanvraagpercentage kennen. Maar in het algemeen kan worden gesteld dat de subsidie
voor de bonus zo breed is aangevraagd dat voor het overgrote deel van de zorgprofessionals
binnen zorg en welzijn subsidie voor een bonus is aangevraagd.
15. Is onderzocht om in plaats van een monetaire beloning een beloning in natura (bijvoorbeeld
een vakantie of een ander cadeau) te geven aan zorgmedewerkers? Zo ja, welke opties
zijn onderzocht en waarom is daar niet voor gekozen?
Ja, hierbij is bijvoorbeeld gekeken naar waardebonnen. Ook voor deze variant zou de
medewerking van werkgevers noodzakelijk zijn om te bepalen welke zorgprofessionals
extra inspanning hebben verricht ten tijde van corona. Een aanvullend nadeel van waardebonnen
is dat deze via een Europese aanbesteding ingekocht moeten worden. Gezien de wens
van de Kamer om de bonus zo spoedig mogelijk uit te keren was deze variant onhaalbaar
en onwenselijk.
16. Kunt u een overzicht geven van alle andere maatregelen die in 2020 of 2021 zijn
genomen om zorgmedewerkers te ondersteunen of te ontlasten als gevolg van de ontwikkelingen
rondom het coronavirus, zoals bijvoorbeeld mentale zorg, hulp bij studievertraging
of schuldenproblematiek?
In de meeste gevallen kunnen zorgmedewerkers een beroep doen op de voorzieningen rond
mentale ondersteuning binnen hun eigen organisatie. Voor medewerkers die in mindere
mate een beroep kunnen of willen doen op deze voorzieningen, ondersteunt VWS sinds
de eerste golf verschillende initiatieven voor mentale zorg:
• Het contactpunt «Psychosociale ondersteuning voor zorgprofessionals» van ARQ IVP.
Het contactpunt bestaat uit een telefoonlijn die bemenst wordt door gespecialiseerde
psychologen die allen kennis en ervaring hebben om (medische) zorgprofessionals en
hun leidinggevenden zo goed mogelijk te ondersteunen tijdens deze Coronaperiode. Daarnaast
zijn er informatiebladen, screeningsinstrumenten en adviesmogelijkheden op aanvraag
voor verschillende groepen medewerkers en werkgevers.
• «Extra coaching voor de zorg» vanuit het project «Sterk in je werk» van werkgeversorganisatie
Regioplus en vakbond CNV Zorg & Welzijn. Een grote groep beschikbare coaches die op
vrijwillige basis willen helpen worden gematcht met zorgmedewerkers die op zoek zijn
naar een luisterend oor en mentale coaching. Per 4 januari 2021 is dit initiatief
in zijn geheel ondergebracht bij CNV onder de nieuwe naam «Samen sta je sterker».
De werkwijze is hetzelfde gebleven en de ondersteuning is nog steeds beschikbaar voor
alle medewerkers in zorg en welzijn, ongeacht lidmaatschap van de vakbond.
• Er is speciale aandacht voor mensen die in de zorg werken bij het «Steunpunt Coronazorgen».
Bij dit digitale informatie- en verwijscentrum kunnen zorgmedewerkers en hun leidinggevenden
terecht voor informatie en tips over zelfzorg, omgaan met agressie, stress, angst
en eenzaamheid. Het steunpunt is opgezet door ARQ in opdracht van VWS in samenwerking
met het RIVM, GGD GHOR en Nivel. Het blijft de komende twee jaar bestaan en worden
ingevuld op basis van actuele behoeften en vragen.
Als het gaat om hulp bij studievertraging of schuldenproblematiek worden er geen specifieke
maatregelen genomen voor de doelgroep zorgmedewerkers. Vanzelfsprekend kunnen zij
gebruik maken van de maatregelen en voorzieningen die hier breed voor worden ingezet
vanuit de overheid.
17. Heeft het aantal uur in het arbeidscontract van een zorgverlener invloed op de
hoogte van de bonus?
Nee, het bonusbedrag is voor iedere medewerker die de bonus ontvangt hetzelfde
18. Hoe zit het met zorgverleners die zich een gedeelte van de tijd niet in konden
zetten omdat zij door hun werk besmet zijn geraakt met het coronavirus? Heeft dit
invloed op de vraag of zij een bonus krijgen of op de hoogte van de bonus die zij
ontvangen?
De werkgever beoordeelt welke medewerkers een uitzonderlijke prestatie hebben geleverd.
Een voorwaarde om in aanmerking te kunnen komen voor de bonus is dat door de medewerker
werkzaamheden zijn verricht voor de zorgaanbieder in de periode 1 maart tot 1 september
2020. De kans dat een zorgprofessional al op 1 maart corona had en in de gehele referteperiode
niet gewerkt heeft is uiterst klein. Ik heb er geen zicht op in hoeverre werkgevers
dit soort aspecten hebben meegewogen bij het bepalen of medewerkers al dan niet een
zorgbonus ontvangen.
19. Bent u voornemens de toetsing van de rechtmatigheid van de aanvraag voor komend
jaar anders vorm te geven? Zo ja, hoe?
Zoals ik in mijn brief van 13 april jl. (Kamerstuk 25 295, nr. 1105) heb toegelicht ben ik voornemens om bij de uitwerking van de bonus 2021 de verantwoordingsverplichting
te hanteren als aan de orde voor de bonus 2020.
20. Waarop was de raming voor de bonus 2020 gebaseerd? Kunt u een onderbouwing geven
hiervan en tevens aangeven wat de aannames dan wel de uitgangspunten hierbij waren?
Hoe is deze anders ingevuld door de werkgevers, ofwel waar zaten de afwijkingen?
Voor de bonusregeling 2020 was een bedrag gereserveerd van € 1,44 miljard. Deze raming
is gebaseerd op een netto bonus bedrag van € 1.000. Bij de raming is ervan uitgegaan
dat tweederde (67%) van de circa 1,25 miljoen medewerkers zich heeft ingezet voor
patiënten en cliënten met COVID-19, en/of hebben bijgedragen aan de strijd tegen COVID-19
en daarmee een uitzonderlijke prestatie heeft geleverd tijdens de COVID-uitbraak.
Deze inschatting was gebaseerd op het feit dat de druk op personeel tijdens de eerste
golf niet zorgbreed was en niet in alle instellingen optrad, aangezien er ook zorg
werd afgeschaald dan wel in een andere vorm is aangeboden. Deze andere vorm van zorgverlening
is niet aan te merken als een uitzonderlijke prestatie die bijdraagt aan de strijd
tegen Covid-19. Het percentage van 67% levert een netto benodigd bedrag voor de bonus
op van 67% x € 1.000 netto = ca. € 800 miljoen netto. Dit betrof een globale schatting2.
Het bedrag van € 800 miljoen netto aan kosten voor de bonus is door het Kabinet aangevuld
met een bedrag eindheffing bij de zorgaanbieder. Met deze aanvulling kon de zorgaanbieder
de bonus belastingvrij uitkeren aan werknemers in loondienst en aan de door hem ingehuurde
derden (waaronder zzp’ers, ingehuurde schoonmakers en uitzendkrachten). De benodigde
€ 0,8 miljard is hierdoor opgehoogd met een opslag van 80%, oftewel € 0,64 miljard,
tot een brutobedrag van € 1,44 miljard.
Na beoordeling van de onder de bonus 2020 ingediende aanvragen is gebleken dat door
zorgaanbieders breed subsidie is aangevraagd. Er is gemiddeld voor ca. 82% van alle
zorgprofessionals in Zorg en Welzijn die minder dan 2x modaal verdienen (een subsidievoorwaarde)
subsidie verleend om een bonus toe te kennen. Dit aandeel ligt ruim boven het vooraf
ingeschatte aanvraagpercentage van 67% van het aantal zorgprofessionals in de sector
zorg en welzijn dat naar verwachting een uitzonderlijke prestatie zou hebben geleverd
in de strijd tegen COVID-19.
Zoals ik u eerder heb bericht, heeft deze brede aanvraag erin geresulteerd dat het
voor de bonusregeling 2020 gereserveerde bedrag van € 1,44 miljard niet toereikend
was en een aanvulling van ca. € 800 miljoen uit algemene middelen benodigd was.
21. Waarop was de raming voor de bonus 2021 gebaseerd? Kunt u een onderbouwing geven
hiervan en tevens aangeven wat de aannames dan wel de uitgangspunten hierbij waren?
Op Prinsjesdag 2020 is door het kabinet, vooruitlopend op de opening van het aanvraagloket
voor de bonus 2020, aangekondigd dat een netto bonus van 500 euro beschikbaar wordt
gesteld voor 2021. Een bonus van € 500 is de helft van € 1.000. Het geraamde bedrag
bedraagt dan ook de helft van € 1,44 miljard, namelijk € 720 mln.
22. Hoeveel aanvragen van de zorgbonus van € 1.000 waren vorig jaar (2020) door u
geraamd? Hoeveel aanvragen zijn er uiteindelijk gedaan? Kunt u dit uitsplitsen naar
beroep en sector?
In mijn antwoord op vraag 20 heb ik u geïnformeerd over de raming van de bonusregeling
2020.
Onder de bonusregeling 2020 zijn in totaal 10.012 aanvragen door zorgaanbieders ingediend.
Op basis van deze aanvragen is subsidie verleend voor het toekennen van een bonus
voor 1,144 miljoen zorgprofessionals. Bij de subsidieaanvraag is de zorgaanbieders
niet gevraagd in welke functie of beroep de zorgprofessionals voor wie zij een bonus
aanvragen werkzaam zijn. Een uitsplitsing naar beroep is dan ook niet mogelijk. De
verdeling over de branches is als volgt:
Tabel 1. Aantallen werknemers en derden waarvoor een bonus is aangevraagd en toegekend.
AZW branches
aantal werknemers waarvoor is toegekend (x 1.000)
% werknemers waarvoor is aangevraagd1
aantal derden waarvoor is toegekend (x 1.000)
Verpleging, verzorging en thuiszorg
444,2
91%
44,8
Ziekenhuizen en overige med. spec. zorg
194,6
91%
10,7
Gehandicaptenzorg
156,7
91%
8,1
Geestelijke gezondheidszorg
76,9
90%
7,3
Universitair medische centra
60,6
72%
3,9
Huisartsen en gezondheidscentra
28,7
79%
3,3
Sociaal werk
24,2
85%
0,8
Overige zorg en welzijn
23,2
67%
2,3
Jeugdzorg
20,3
79%
1,8
Apotheken
18,3
81%
0,2
SBI-code niet uit lijst regeling2
16,8
80%
0,7
Totaal
1.064,4
88%
83,8
X Noot
1
Hierin wordt het aantal werknemers waarvoor subsidie voor een bonus is aangevraagd
afgezet tegen het totaal aantal werknemers conform opgave van de aanvragers
X Noot
2
Aan zorgaanbieders die op 1 september in het handelsregister stonden ingeschreven
onder een SBI-code die niet in de regeling is opgenomen, kon een subsidie worden verstrekt
indien de aanduiding aansloot bij de hoofd- of nevenactiviteiten die zijn opgenomen
in de regeling. Voor deze aanvragen is niet geregistreerd onder welke SBI-code deze
hoofd- of nevenactiviteiten vallen.
23. Hoeveel werkgevers hebben de bonus van € 1.000 aangevraagd voor hun medewerkers?
Kunt u dit uitsplitsen naar sector?
Er zijn in 2020 in totaal 10.012 aanvragen door zorgaanbieders ingediend. Aan 8.600
zorgaanbieders is de subsidie toegekend. De verdeling naar branches is als volgt:
Tabel 2. Aantallen aanvragen en toegekende aanvragen per branche.
AZW branches
Aanvragen
Waarvan toegekend
Verpleging, verzorging en thuiszorg
1.872
1.519
Ziekenhuizen en overige med. spec. zorg
229
199
Gehandicaptenzorg
977
868
Geestelijke gezondheidszorg
176
157
Universitair medische centra1
9
8
Huisartsen en gezondheidscentra
4.165
3.906
Sociaal werk
461
360
Overige zorg en welzijn
127
110
Jeugdzorg
348
270
Apotheken
1.034
945
SBI-code niet uit lijst regeling2
614
258
Totaal
10.012
8.600
X Noot
1
Aan alle Umc’s is subsidie verleend. Door 1 UMC is een dubbele aanvraag ingediend,
hetgeen leidt tot een verschil in aantallen aanvragen en aantallen toekenningen.
X Noot
2
Aan zorgaanbieders die op 1 september in het handelsregister stonden ingeschreven
onder een SBI-code die niet in de regeling is opgenomen, kon een subsidie worden verstrekt
indien de aanduiding aansloot bij de hoofd- of nevenactiviteiten die zijn opgenomen
in de regeling. Voor deze aanvragen is niet geregistreerd onder welke SBI-code deze
hoofd- of nevenactiviteiten vallen.
24. Voor hoeveel mensen met een persoonsgebonden budget (pgb) en voor hoeveel zzp’ers
is de bonus van € 1.000 aangevraagd? Kunt u dit uitsplitsen naar beroep en sector?
Zoals uit de door mij aan uw Kamer verstrekte eindanalyse van de bonusregeling 2020
blijkt, is door zorgaanbieders onder de bonusregeling 2020 voor bijna 84 duizend derden
subsidie aangevraagd voor het uitbetalen van een bonus. Opgemerkt dient hierbij te
worden dat onder derden in het kader van de bonusregeling wordt verstaan uitzendkrachten,
zzp’ers en ingehuurde schoonmakers. De zorgaanbieder is bij de aanvraag niet gevraagd
een onderscheid naar subcategorie in deze aan te geven. Een onderverdeling naar zzp’ers
kan in deze cijfers daarom niet worden gemaakt.
Voor de Pgb-zorgverleners die Pgb-zorg hebben geleverd vanuit een instelling (zorgaanbieder)
was het mogelijk om op grond van de bonusregeling 2020 bij DUS-I een bonus aan te
vragen in de periode 1 oktober tot en met 10 november 2020. Deze aanvragen maken onderdeel
uit van de aantallen aanvragen als weergegeven in tabel 2 bij vraag 23. Een specifieke
onderverdeling naar Pgb-zorginstellingen is hierbij niet te maken, omdat deze zorg
onder verschillende branches valt.
Voor Pgb-zorgverleners met directe overeenkomsten met budgethouders kon een verzoek
voor het toekennen van een bonus worden ingediend bij de SVB in de periode 1 maart
2021 t/m 12 april 2021. Gedurende de opening van het aanvraagloket bij de SVB is door
19.704 budgethouders een aanvraag ingediend voor het toekennen van een bonus aan de
voor hun werkzame pgb-zorgverlener(s). Het aanvraagloket is inmiddels gesloten en
de ingediende aanvragen worden momenteel beoordeeld. Indien wordt voldaan aan de voorwaarden
zoals opgenomen in de pgb-zorgbonusregeling, wordt de netto zorgbonus door de SVB
rechtstreeks aan de zorgverlener, waarvoor de pgb-zorgbonus is aangevraagd – dus zonder
nadere tussenkomst van de budgethouder – uitbetaald. De uitbetaling van de toegekende
pgb-zorgbonus aan de zorgverlener staat gepland voor de periode eind mei tot medio
juni.
25. Wanneer komt u terug op de bonusregeling voor pgb-Zvw (Zorgverzekeringswet) zorgverleners?
In mijn brief van 13 april jongstleden heb ik u bericht dat onderzocht wordt of in
lijn met de criteria voor de Pgb-zorgbonusregeling Wmo 2015, Jeugdwet, Wlz op een
verantwoorde manier ook voor pgb-Zvw zorgverleners voor het jaar 2020 een bonus beschikbaar
kan worden. Daarbij is het uitgangspunt verantwoorde uitvoering binnen de budgettaire
randvoorwaarden. Bij dit onderzoek wordt de belangenorganisatie Per Saldo betrokken.
Het onderzoek vergt enige tijd, omdat van deze groep niet voldoende gegevens beschikbaar
zijn om een aanvraag te kunnen beoordelen. Ik verwacht u binnenkort over de uitkomsten
hiervan te informeren.
26. Hoe groot zou het bedrag moeten zijn, indien de bonus in 2021 aan alle zorgverleners
zou worden gegeven die in 2020 een bonus hebben gehad?
In 2020 is aan 1,144 miljoen zorgprofessionals een bonus uitgekeerd. 1,144 miljoen
personen x € 500 netto = 572 miljoen netto. Om ervoor te zorgen dat de zorgaanbieder
de bonus belastingvrij kan uitkeren aan werknemers in loondienst en de door hem ingehuurde
derden dient dit bedrag te worden opgehoogd met een opslag van 80% tot een bruto bedrag
van € 1,03 miljard.
In 2020 hebben niet alle zorgaanbieders een subsidieaanvraag ingediend. Door de gebleken
werking zullen in 2021 naar verwachting meer zorgaanbieders een subsidieaanvraag indienen,
waardoor het aantal aanvragen verder stijgt. Daarnaast wordt de doelgroep van de bonusregeling
2021 uitgebreid met de branches die onder de bonusregeling 2020 waren uitgesloten,
zoals de fysiotherapie en verloskundigen. Hierdoor is voor een bonus van € 500 een
bruto bedrag van € 1,485 miljard benodigd.
27. Waarom is bij optie 2 gekozen voor maximaal twee keer modaal? Wat voor functies
vallen daar allemaal onder?
De inkomensgrens van 2x modaal zorgt ervoor dat de bonus echt ten goede komt aan de
medewerkers op de werkvloer. Daarnaast biedt het behoud van dezelfde inkomstengrens
het voordeel dat zorgaanbieders minder uitvoeringslasten hebben, dan wanneer deze
inkomstengrens zou worden aangepast ten opzichte van de bonus 2020.
Bij een inkomensgrens van 2x modaal komen zorgprofessionals tot en met salarisschaal
FWG 70 in aanmerking voor de bonus. Het betreft in ieder geval de verpleegkundig specialisten
die werkzaam zijn op het snijvlak tussen verpleegkundige en artsen (FWG 60 en 65),
de gespecialiseerd verpleegkundigen zoals werkzaam op de IC en de ambulance (FWG 55
en 60), verpleegkundigen (FWG 40–50) en verzorgenden (FWG 35).
28. In hoeverre zouden hier bij 1,5 keer modaal bijvoorbeeld nog steeds alle IC[1]verpleegkundigen
en ambulance verpleegkundigen onder vallen, ook als ze aan het eind van hun schaal
zitten? Hoeveel stijgt de bonus in euro’s per zorgverlener indien bij optie 2 gekozen
wordt voor 1,5 keer modaal in plaats van twee keer modaal?
Bij een inkomensgrens van 1,5x modaal komen zorgprofessionals tot en met salarisschaal
FWG 65 in aanmerking voor de bonus. De afbakening gebeurt namelijk enkel op basis
van de laagste trede van de schaal. Gespecialiseerd verpleegkundige werkzaam op de
IC en ambulance zijn ingeschaald in FWG 55 en 60 en blijven dus in aanmerking komen
voor de bonus. Bij een verlaging van de inkomensgrens bij optie 2 van 2x modaal naar
1,5x modaal zal de bonus tussen de € 230 en € 270 bedragen, afhankelijk van het aanvraagpercentage.
In de COVID stand van zaken brief van 11 mei jongstleden (Kamerstuk 25 295, nr. 1179) heb ik uw Kamer geïnformeerd dat ik de regeling inmiddels uitwerk in lijn met optie
2, waarbij zorgprofessionals die maximaal 2x modaal verdienen voor een bonus in aanmerking
komen.
29. Kunt u een cijfermatige onderbouwing geven van alle onderliggende factoren bij
de verhoging van het budget voor de zorgbonus in 2020 met € 0,8 miljard ten opzichte
van de eerdere raming à € 1,44 miljard?
Zie mijn antwoordt op vraag 20.
30. Kunt u een cijfermatige onderbouwing geven van alle onderliggende factoren van
de verhoging van de raming van het budget voor de zorgbonus in 2020 met € 0,6 miljard
ten opzichte van de eerste raming à € 0,8 miljard?
Zie mijn antwoordt op vraag 20.
31. Waarom wordt bij dit dilemma gewezen op de demissionaire status van het kabinet
terwijl dit bij alle andere corona gerelateerde uitgaven niet gebeurt?
Deze uitgaven betreffen een blijk van waardering voor de inzet van zorgprofessionals
bovenop de reguliere vergoedingen die ze daarvoor ontvangen. Het betreft dus geen
inkomensderving, kostenvergoeding of compensatie voor geleden schade zoals bij de
andere coronagerelateerde uitgaven aan professionals. Daarbij komt dat er een duidelijke
samenhang is met arbeidsvoorwaarden in zorg en welzijn waarover een nieuw kabinet
mede naar aanleiding van het komende SER-advies over werken in de zorg een besluit
zal nemen.
32. Welke knelpunten bestaan er om ook een bonus beschikbaar te stellen voor zorgverleners
via een pgb in de Zvw?
Zie mijn antwoord op vraag 25.
33. Op welke termijn komt er duidelijkheid over de mogelijkheid om ook een bonus beschikbaar
te stellen voor zorgverleners via een pgb in de Zvw?
Zie mijn antwoord op vraag 25.
34. Waarom kiest u ervoor om het totaalbudget voor de zorgbonus 2020 en 2021 uit te
drukken in een bedrag per volwassen Nederlander?
Zie het antwoord op vraag 7.
35. Wanneer verwacht u het onderzoek voor de zorgbonus voor pgb-Zvw zorgverleners
te hebben afgerond?
Zie mijn antwoord op vraag 25.
36. Betrekt u bij het onderzoek voor de zorgbonus voor pgb-Zvw zorgverleners de belangenorganisatie
Per Saldo om tot een werkbare oplossing te komen of bent u bereid dit te doen?
Zie mijn antwoord op vraag 25.
37. Wat is een acceptabele uitkomst voor u als het gaat om de zorgbonus voor pgb Zvw
zorgverleners?
Zie mijn antwoord op vraag 25.
38. Hoeveel zou het kosten om alle zorgverleners die maximaal twee keer modaal verdienen
een bonus van € 500 te geven?
Om alle zorgprofessionals binnen de sector Zorg en Welzijn een netto bonus van € 500
beschikbaar te stellen is een budget van € 1,485 miljard benodigd. Dit is € 765 miljoen
meer dan het voor 2021 beschikbare budget van € 720 miljoen.
39. Hoeveel zou het kosten om alle zorgverleners die maximaal twee keer modaal verdienen
een bonus van € 1.000 te geven?
Om alle zorgprofessionals binnen de sector Zorg en Welzijn een netto bonus van € 1.000
beschikbaar te stellen is een budget van circa € 2,97 miljard benodigd.
40. Hoeveel betaalt elke volwassen Nederlander in 2020 en 2021 omgerekend mee aan
winsten in de zorg?
In de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg vallen intramurale instellingen
en delen van de extramurale zorg, zoals de medisch specialistische zorg, onder het
verbod op winstoogmerk en mogen geen winst uitkeren. Positieve bedrijfsresultaten
kunnen worden aangewend om buffers aan te leggen of kan worden geherinvesteerd in
de zorg. Hoeveel het bedrijfsresultaat in de zorg in 2020 en 2021 is, is nog niet
bekend. Blijkens antwoord 4 op de schriftelijke Kamervragen over de Begroting 2021
was het bedrijfsresultaat van zorgaanbieders, instellingen met minimaal tien werknemers,
in verschillende zorgsectoren3 in 2018 € 1,8 miljard, ofwel ongeveer € 130 per volwassene. Hoewel het wettelijk
is toegestaan voor zorgverzekeraars om winst na te streven en uit te keren, hebben
zorgverzekeraars nooit winst uitgekeerd en hebben zorgverzekeraars (met één uitzondering4) statutair vastgelegd geen winstoogmerk te hebben. Zorgverzekeraars zijn volgens
Solvency II richtlijnen verplicht om reserves aan te houden. De winsten die zij behalen
worden ingezet om aan deze richtlijnen te voldoen of om de premie te dempen van komende
jaren. Zo is bijvoorbeeld voor de premie in 2021 door verzekeraars gezamenlijk ca.
500 mln. euro ingezet vanuit de reserves om een premiestijging te dempen, ofwel ongeveer
€ 35 per volwassene.
41. Hoeveel betaalt elke volwassen Nederlander in 2020 en 2021 omgerekend mee aan
de salarissen en bonussen voor topbestuurders van zorginstellingen en zorgverzekeraars?
Deze vraag is niet te beantwoorden, omdat er geen overzicht is van het aantal zorginstellingen
en bestuurders in Nederland.
42. Hoeveel betaalt elke volwassen Nederlander in 2020 en 2021 omgerekend mee aan
de marketing van zorgverzekeraars en farmaceuten?
De reclamekosten van verzekeraars voor 2021 zijn nog niet bekend. De reclamekosten
van zorgverzekeraars in 2020 bedroegen ongeveer € 1,50 per volwassene (o.b.v. jaarcijfers
2020 van 95% van de markt). In 2019 was dit 1,73 euro per premiebetaler per jaar.
Ik heb geen integraal overzicht van de uitgaven die farmaceutische bedrijven in Nederland
aan marketing doen.
43. Hoeveel geld zou het opleveren voor de gemiddelde zorgverlener als alle onbetaalde
gewerkte overuren van zorgverleners in 2020 en 2021 uit zouden worden betaald?
Er is geen zicht op het aantal onbetaalde overuren in 2020 en 2021. Daarom is ook
niet te bepalen hoeveel geld het voor de gemiddelde zorgverlener op zou opleveren
als deze uren zouden worden uitbetaald. Het is aan de werkgevers om een besluit te
nemen over het uitbetalen van deze overuren.
44. Voor hoeveel zorgverleners is vorig jaar de bonus van € 1.000 aangevraagd? Kunt
u dit uitsplitsen naar beroep en sector?
Zie mijn antwoord op vraag 22.
45. Hoeveel zorgverleners hebben inmiddels de bonus van € 1.000 ontvangen? Kunt u
dit uitsplitsen naar beroep en sector?
In mijn antwoord op vraag 14 heb ik u geïnformeerd over het aantal zorgprofessionals
waarvoor door zorgaanbieders onder de bonusregeling 2020 subsidie is aangevraagd voor
het verstrekken van een bonus.
De zorgaanbieder heeft op basis van de bonusregeling de verplichting om de bonus uiterlijk
5 maanden na ontvangst van de subsidie uit te betalen aan de zorgprofessional. Wanneer
de zorgaanbieder de bonus exact uitbetaald is mij niet bekend. De zorgaanbieder dient
achteraf te verantwoorden dat voldaan is aan de subsidieverplichtingen uit de subsidieregeling.
Dan is ook bekend aan hoeveel medewerkers de bonus daadwerkelijk is uitgekeerd.
46. Voor hoeveel werkgevers is de aanvraag van de bonus van € 1.000 voor hun medewerkers
goedgekeurd? Kunt u dit uitsplitsen naar sector?
Zie mijn antwoord op vraag 23.
47. Hoeveel werkgevers hebben inmiddels de bonus van € 1.000 voor hun medewerkers
ontvangen? Kunt u dit uitsplitsen naar sector?
Zie mijn antwoord op vraag 23.
48. Hoeveel werkgevers hebben de bonus van € 1.000 ontvangen, maar nog niet uitgekeerd
aan hun medewerkers uit angst dat zij deze bonus weer zullen moeten terugbetalen?
Kunt u dit uitsplitsen naar sector?
Bij verlening is het bij voorschot uitgekeerde subsidiebedrag uitbetaald aan de zorgaanbieder.
Het is aan de zorgaanbieder om met het ontvangen subsidiebedrag vervolgens de bonus
uit te betalen aan die zorgprofessionals waarvoor hij de subsidie heeft aangevraagd.
Bij de aanvraag heeft de aanvrager verklaard aan de voorwaarden uit de bonusregeling
te voldoen. Tenzij de aanvrager weet (of had moeten weten) dat de ingediende aanvraag
niet correct is ingevuld, is er geen reden om na ontvangst van een positieve beschikking
te wachten met uitbetaling van de bonus aan de medewerkers. Bij twijfel kan de zorgaanbieder
contact opnemen met DUS-I om te checken. Ik weet niet in hoe veel gevallen nog niet
tot uitkering van de bonus is overgegaan
49. Voor hoeveel pgb’ers en zzp’ers is de aanvraag van de bonus van € 1.000 goedgekeurd?
Kunt u dit uitsplitsen naar beroep en sector?
Zie mijn antwoord op vraag 24.
50. Hoeveel pgb’ers en zzp’ers hebben de bonus van € 1.000 inmiddels ontvangen? Kunt
u dit uitsplitsen naar beroep en sector?
Zie mijn antwoord op vraag 24.
51. Hebben alle zorgverleners voor wie de bonus van € 1.000 is aangevraagd deze inmiddels
ontvangen? Zo nee, wat is hiervoor de reden?
Zie mijn antwoord op vraag 45 en 50.
52. Zijn er ten aanzien van de bonus over 2020 ook zorgmedewerkers geweest die weliswaar
meer dan twee keer modaal verdienden, maar die toch een bonus hebben ontvangen omdat
het begin van de schaal wel onder die grens viel? Zo ja, hoeveel mensen en welk budgettair
beslag betrof deze groep?
Hierover is geen informatie beschikbaar.
53. Kan er een uitputtende lijst gegeven worden van functies die geen zorgbonus meer
ontvangen als de inkomensgrens verlaagd wordt van twee keer modaal naar 1,5 keer modaal?
Tussen 1,5 modaal en 2 keer modaal zit de groep die is ingeschaald in FWG 70. Er is
geen uitputtende lijst beschikbaar met functies in deze schaal. Het is een diverse
groep, maar het gaat vaak om universitair geschoolde zorgprofessionals en leidinggevende
functies.
54. Op basis van welke gegevens is een scheiding gemaakt tussen verschillende sectoren
bij optie 1?
Als uitgangspunt voor de afbakening heb ik gekeken in welke mate er in de branches
zorg is verleend aan Covid-patienten èn naar het oververzuim in de branches. Oververzuim
is het extra verzuim ten opzichte van een jaar eerder. Uit de CBS verzuimcijfers blijkt
dat het oververzuim in de verpleging en verzorging in het 4e kwartaal van 2020 op
1,6 procentpunt ligt. Dit is fors hoger dan in andere branches.
55. Welke functies per branche hebben recht op de zorgbonus bij optie 2?
Bij een inkomensgrens van 2x modaal komen zorgprofessionals tot en met FWG 70 in aanmerking
voor de bonus. Het betreft in ieder geval de verpleegkundig specialisten die werkzaam
zijn op het snijvlak tussen verpleegkundige en artsen (FWG 60 en 65), de gespecialiseerd
verpleegkundigen zoals werkzaam op de ic en de ambulance (FWG 55 en 60), verpleegkundigen
(FWG 40–50) en verzorgenden (FWG 35). Daarnaast vallen hieronder ook sommige universitair
geschoolde zorgprofessionals en zorgprofessionals in leidinggevende functies.
56. Welke functies per branche hebben recht op de zorgbonus bij optie 2 als uit wordt
gegaan van 1,5 keer modaal?
Bij een inkomensgrens van 1,5x modaal komen zorgprofessionals tot en met FWG 65 in
aanmerking voor de bonus. Het betreft in ieder geval de verpleegkundig specialisten
die werkzaam zijn op het snijvlak tussen verpleegkundige en artsen (FWG 60 en 65),
de gespecialiseerd verpleegkundigen zoals werkzaam op de ic en de ambulance (FWG 55
en 60), verpleegkundigen (FWG 40–50) en verzorgenden (FWG 35).
57. Hoe hoog wordt de zorgbonus naar schatting als bij optie 2 de grens van 1,5 keer
modaal wordt aangehouden?
Zie mijn antwoord op vraag 28.
58. Hoeveel zorgverleners komen in aanmerking voor de bonus wanneer wordt gekozen
voor optie 1? In welke sectoren komen zorgverleners in dat geval in aanmerking voor
de bonus?
Indien wordt vastgehouden aan een bonus van € 500,– netto is het budget toereikend
om aan ca. 800.000 zorgverleners een bonus toe te kennen. Onder optie 1 zijn dit de
branches huisartsen en gezondheidscentra, UMC’s en ziekenhuizen, ambulancediensten
en centrale posten, verpleging, verzorging en thuiszorg.
59. Hoeveel zorgverleners komen in aanmerking voor de bonus wanneer wordt gekozen
voor optie 2? In welke sectoren komen zorgverleners in dat geval in aanmerking voor
de bonus
De bonus voor 2021 wordt onder optie 2 opengesteld voor alle branches binnen de sector
Zorg en Welzijn. Het betreft naar schatting 1,65 miljoen zorgprofessionals die in
aanmerking kunnen komen voor de bonus. Deze bonus is bedoeld voor zorgprofessionals
en pgb-zorgverleners die een uitzonderlijke prestatie hebben verricht door in COVID-tijd
onder uitzonderlijke omstandigheden zorg te (blijven) bieden.
60. Is de uitwerking van de regeling voor de bonus over 2021 nu gestart?
Zoals ik u in de COVID brief van 11 mei 2021 heb bericht ben ik inmiddels gestart
met de uitwerking van de regeling om zo een openstelling van het aanvraagloket voor
de zomer te realiseren en daarmee zorgaanbieders nog dit jaar in de gelegenheid te
stellen de bonus uit te betalen aan zorgprofessionals. In het geval van later starten
of uitstel schuift het uitbetalingsmoment aan zorgaanbieders immers op naar het einde
van het kalenderjaar of naar begin 2022, waarna zorgaanbieders nog moeten overgaan
tot uitbetaling aan de zorgprofessionals. Gezien de enorme inzet van zorgprofessionals
wil ik hen niet onnodig lang op hun bonus laten wachten.
De regeling werk ik nu in lijn met variant 2 uit: zorgverleners in alle branches binnen
de sector Zorg en Welzijn die max. 2x modaal verdienen, kunnen in aanmerking komen
voor een bonus; afhankelijk van het aantal aanvragen zal het bonusbedrag netto zo’n
€ 200 tot € 240 bedragen.
De precieze subsidievoorwaarden en -vereisten worden uitgewerkt in een wijziging van
de Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19. Deze wijzigingsregeling verwacht
ik uiterlijk 15 juni as. te publiceren, zodat op die datum het aanvraagloket voor
de duur van zes weken voor zorgaanbieders kan worden geopend. Dat betekent dat zorgaanbieders
nog dit jaar de bonus aan de betreffende medewerkers kunnen uitbetalen.
61 Is het nog mogelijk in het tweede kwartaal van 2021 alle zorgmedewerkers die het
betreft de mogelijkheid te bieden een aanvraag in te dienen?
Zie mijn antwoord op vraag 60.
62 Heeft u naar aanleiding van het meest recente plenaire debat over de ontwikkelingen
rondom het coronavirus d.d. 22 april 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 72, Debat over
de ontwikkelingen rondom het coronavirus) voldoende van gedachten gewisseld met de
Kamer om te komen tot een besluit over de zorgbonus voor 2021? Zo nee, wat is daarvoor
nog meer nodig?
Zie mijn antwoord op vraag 60.
63 Uiterlijk half april 2021 moest een besluit genomen worden; welk besluit heeft
u inmiddels genomen na het genoemde plenaire debat in de Kamer?
Zie mijn antwoord op vraag 60.
64 Heeft u signalen ontvangen dat bonussen niet tijdig zijn uitgekeerd aan personeel?
Zie mijn antwoord op vraag 45.
65 Hoeveel aanvragen zijn bij de eerste aanvraagperiode te laat ingediend? Hoe bent
u omgegaan met te laat ingediende aanvragen van zorgaanbieders bij de eerste zorgbonus?
Aanvragen voor bonusregeling die zijn ingediend na sluiting van het aanvraagloket
d.d. 10 november 2020 zijn niet in behandeling genomen, tenzij het niet in behandeling
nemen van de aanvraag leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Hiervan is
naar mijn mening sprake in twee situaties:
Bij zorgaanbieders die een moreel appèl doen op VWS tot het alsnog in behandeling
nemen van de aanvraag, doordat 1 of meerdere bij hun werkzame zorgprofessionals tijdens
de openingsduur van het aanvraagloket ziek waren. In deze situatie is met een kleinere
bezetting doorgewerkt en is de aanvraag van de subsidie op de achtergrond gekomen.
Van een kleine zorgaanbieder is sprake indien het een aanvraag in het kader van de
bonusregeling betreft tot € 25.000. Dit betreft een zorgaanbieder met weinig tot geen
ondersteunende staf om de aanvraag in te dienen.
Bij zorgaanbieders die zorg- en dienstverlening bieden op grond van een Pgb conform
de criteria van de hoofdregeling, maar in verwarring waren over het juiste aanvraagloket
en de aanvraag abusievelijk bij de SVB hebben ingediend (zijnde het aanvraagloket
voor Pgb-budgethouders).
Er zijn 205 aanvragen (waarvan 4 dubbel) ingediend na sluitingsdatum van het aanvraagloket
d.d. 10 november 2020. Van deze aanvragen zijn 40 aanvragen op basis van de hierboven
benoemde situaties alsnog in behandeling genomen.
66 Hoelang wil u het aanvraagloket openhouden bij deze tweede aanvraagronde?
Zie mijn antwoord op vraag 60.
67 Waarom is er in de vereisten opgenomen dat de bonus binnen vijf maanden moet worden
uitbetaald aan de zorgverlener? Waar is deze periode op gebaseerd? Waarom is niet
gekozen voor een kortere periode?
De zorgaanbieder dient een redelijke termijn ter beschikking te hebben om tot uitbetaling
van de bonus en de afdracht van de hierover verschuldigde eindheffing te kunnen overgaan.
Een termijn van vijf maanden wordt als redelijk gezien.
68 Wat is de gemiddelde tijd tussen het moment dat de bonus van € 1.000 door een werkgever
werd ontvangen en het moment dat deze vervolgens aan de zorgverleners werd uitbetaald?
Zie mijn antwoord op vraag 45.
69 Welke werkgever kan een bonus aanvragen voor een zorgverlener die als zzp’er werkt,
indien deze zzp’er voor meerdere werkgevers werkt?
Net als bij de bonus 2020 is het de zorgaanbieder die beoordeelt wie van zijn medewerkers
of de voor hem werkzame uitzendkrachten of zzp’ers in aanmerking komt voor een bonus.
Bij een vermoeden op het risico van een dubbele uitkering van een bonus aan een zorgprofessional
ligt het in de rede dat de zorgaanbieder hierover navraag doet bij de andere werkgever/opdrachtgever
en/of de zorgprofessional. Zo kan worden voorkomen dat de zorgprofessional meerdere
keren de bonus ontvangt. Daarbij wil ik opmerken dat het niet in de rede ligt om een
bonus aan te vragen voor de zorgprofessional die slechts enkele uren of dagen voor
een zorgaanbieder heeft gewerkt.
70 Komen stagiair(e)s die werkzaam zijn in de zorg ook in aanmerking voor de bonus?
Kunt u dit toelichten?
De bonus is bedoeld voor zorgprofessionals met een arbeidsovereenkomst of werkzaam
op basis van een overeenkomst van opdracht die een uitzonderlijke prestatie hebben
verricht door in COVID tijd onder uitzonderlijke omstandigheden zorg te blijven bieden.
De stage heeft als doel het leren en verbeteren van vaardigheden in het kader van
een opleiding. Erkenning van de inzet van stagiairs gebeurt via het behalen van onderdelen
van de opleiding, na positieve beoordeling van de stage. De bonus is niet bedoeld
als vergoeding voor de werkzaamheden, maar als blijk van waardering van de uitzonderlijke
prestatie die zorgprofessionals hebben geleverd bij de strijd tegen COVID-19. Stagiairs
die onder een arbeidsovereenkomst in de zorg werkzaamheden hebben verricht konden
overigens wel een bonus ontvangen, mits zij bij hun werkzaamheden de bedoelde uitzonderlijke
prestatie hadden geleverd.
71 Komen stagiair(e)s die werkzaam zijn in de zorg die in de gekozen periode een uitzonderlijke
prestatie hebben geleverd inzake Covid-19 zorg ook in aanmerking voor de bonus? Kunt
u dit toelichten?
Zie mijn antwoord op vraag 70.
72 Komen vrijwilligers die actief zijn in de zorg ook in aanmerking voor de bonus?
Kunt u dit toelichten?
Zie mijn antwoord op vraag 70. Vrijwilligers zijn niet werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst
of overeenkomst van opdracht en komen derhalve niet in aanmerking voor de bonus.
73 Komen vrijwilligers die actief zijn in de zorg die in de gekozen periode een uitzonderlijke
prestatie hebben geleverd inzake Covid-19 zorg ook in aanmerking voor de bonus? Kunt
u dit toelichten?
Zie mijn antwoord op vraag 72.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H.W. Krijger, adjunct-griffier