Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 752 Raming der voor de Tweede Kamer in 2022 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
Nr. 4 VERSLAG
Vastgesteld 30 maart 2021
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van de Raming van de Tweede Kamer voor het jaar 2022 (Kamerstuk 35 752, nrs. 1 t/m 3), heeft de eer als volgt Verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat het Presidium de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal
hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over de Raming voldoende
voorbereid.
Inhoudsopgave
blz.
1.
Inleiding
1
2.
Impact van het coronavirus (Covid-19)
2
3.
Werkwijze van de Tweede Kamer; transparantie en betrokkenheid
3
4.
Informatiepositie Kamer
5
5.
Interne organisatie
6
6.
Fysieke en digitale veiligheid en betrouwbaarheid
6
7.
Renovatie en verbouwing
7
8.
Wachtgeld
7
9.
Staat van de Kamer 2020
7
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de Raming van de Tweede Kamer.
De leden hebben daar nog enkele vragen en opmerking bij.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming
voor het jaar 2022. Naar aanleiding daarvan hebben deze leden de volgende vragen aan
het Presidium.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Raming voor
de Tweede Kamer in 2022. De leden van de D66-fractie constateren dat sprake is van
een uitzonderlijk jaar. De coronacrisis heeft tot ingrijpende aanpassingen in het
parlementaire werk geleid, die voorlopig nog voortduren. Tegelijkertijd is 2021 een
verkiezingsjaar, en hebben de Tweede Kamerverkiezingen tot (een prognose van) een
verdere fragmentatie van het parlement geleid, met maar liefst zeventien verschillende
partijen. Ook dat geeft grond tot bezinning over de wijze waarop de Kamer haar verschillende
taken goed kan vervullen. Deze leden hebben in dit kader nog verschillende vragen.
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming voor
het jaar 2022. Ze hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.
2. Impact van het coronavirus (Covid-19)
De leden van de VVD-fractie merken op dat de Tweede Kamer eerder dit jaar met algemene
stemmen een motie van de leden Van Gent, Van der Molen en Van Meenen heeft aangenomen
betreffende de instelling van een werkgroep voor onderzoek naar effectief opereren
in tijden van crisissituaties (Kamerstuk 35 322, nr. 43). De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat de Tweede Kamer adequaat voorbereid
moet worden op mogelijk nieuwe crisissituaties die zich in de toekomst kunnen gaan
voordoen. Zij vragen het Presidium aan te geven op welke wijze nu invulling gaat worden
gegeven aan deze motie. Wanneer is bijvoorbeeld de start van de werkgroep voorzien,
zo vragen zij het Presidium.
Met het Presidium constateren de leden van de CDA-fractie dat veel medewerkers van
de Tweede Kamer en fracties al sinds maart 2020 (grotendeels) thuis werken. Het Presidium
vermeldt dat maatregelen zijn en worden getroffen om medewerkers te ondersteunen,
zodat zij beter in staat zijn om Kamerleden en het Kamerwerk te ondersteunen. Deze
leden vragen het Presidium nader uiteen te zetten welke maatregelen hiermee bedoeld
worden.
De leden van de D66-fractie lezen dat het Presidium het belangrijk vindt te constateren
dat de Tweede Kamer sinds de corona-uitbraak in maart 2020 steeds invulling heeft
kunnen geven aan haar controlerende en (mede)-wetgevende taak. Het parlementaire proces
is nooit stil komen te liggen, zo lezen de leden. Deze leden zien zelf niettemin ingrijpende
gevolgen, die zij ook hebben ervaren. Zo daalde het aantal algemeen overleggen van
Kamercommissies van 366 in 2019 naar 192 in 2020. Deze leden ontvangen graag een reflectie
van het Presidium op de doorgang van het parlementair proces afgelopen jaar. Wat had
achteraf anders, beter of sneller kunnen dan wel moeten worden geregeld? Welke verbeteringen
wil het Presidium de komende periode nog doorvoeren om te zorgen dat het parlementaire
werk optimaal doorgang kan vinden? Hoe staat het met de voortgang van het onderzoek
naar digitale commissievergaderingen? Deze leden vragen dit tevens in het licht van
de verhuizing naar B67 aankomende zomer. Hoeveel vergaderlocaties zijn tegelijkertijd
«coronaproof» voor commissiedebatten op B67? Hoeveel debatten kunnen in B67 worden
gehouden? En welke fysieke bezetting in het gebouw is mogelijk? De genoemde leden
begrijpen uit de Staat van de Tweede Kamer dat er plenair in 2020 bijna evenveel is
vergaderd als in 2019. Kan daarbij worden uiteengezet hoeveel van de vergaderingen
wel en (expliciet) niet op de aanpak van de coronacrisis zagen, zowel in aantal vergaderingen
als in vergaderuren?
3. Werkwijze van de Tweede Kamer; transparantie en betrokkenheid
De leden van de VVD-fractie lezen dat het Presidium de commissies en fracties gevraagd
heeft kritisch te kijken naar de openstaande debataanvragen, alsmede dat het Presidium
de effecten van de wijziging van het Reglement van Orde nauwlettend blijft volgen.
Zij vinden het goed dat er voortdurend aandacht blijft voor de hoge werkdruk die het
parlement zichzelf oplegt. Wel vragen zij zich af hoe het geschrevene er concreet
uit komt te zien. De afgelopen jaren is gebleken dat het bijvoorbeeld in speeches
en bij de Regeling van Werkzaamheden benoemen van het hoge aantal debataanvragen en
moties niet heeft geleid tot een daling hiervan. Welke stappen zal het Presidium hierin
nemen, rekening houdend met de mogelijkheden die het nieuwe Reglement van Orde biedt,
zo vragen zij het Presidium.
De leden de VVD-fractie constateren dat de nieuwe Tweede Kamer maar liefst 17 fracties
kent. Dit zal ongetwijfeld tot meer debataanvragen en langere debatten leiden, maar
ook elders gevolgen hebben voor een efficiënte werkwijze van de Tweede Kamer. Bestaan
er ideeën hoe om te gaan met deze nieuwe realiteit?
In de memorie van toelichting bij de verschillende begrotingshoofdstukken informeren
de ministeries de Kamer over de uitvoering van moties. De leden van de CDA-fractie
constateren dat een vergelijkbaar overzicht ontbreekt van moties die zijn gericht
aan het Presidium. Deze leden vragen het Presidium aan de nota naar aanleiding van
het verslag een overzicht toe te voegen van moties die nog in uitvoering zijn. Deze
leden vragen het Presidium een dergelijk overzicht voortaan op te nemen in de toelichting
bij de Raming.
De leden van de CDA-fractie lezen, dat er al voor de coronacrisis is begonnen met
de ontwikkeling van een parlementaire kennisbank, die bestaat uit korte verhalen over
de Kamer en het Kamerwerk, in woord en beeld (teksten, foto’s, video’s). Deze leden
vragen waar deze kennisbank te vinden is en wie voor de inhoud verantwoordelijk is.
Met het oog op de transparantie van het Kamerwerk herinneren de leden van de CDA-fractie
aan de motie-Van der Molen (Kamerstuk 35 322, nr. 42) die is aangenomen bij de behandeling van de algehele herziening van het Reglement
van Orde. Deze leden zijn van mening dat kennis over concrete toepassing van het Reglement
van Orde van belang is voor het goed functioneren van de Kamer. De werkgroep-Van der
Staaij verwees terecht naar het standaardwerk van J.G. Pippel, Het Reglement van Orde
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, zijn geschiedenis en toepassing. Er verschenen
drie drukken (in 1925, 1938 en 1950) en nog een vervolg op de derde druk in 1954.
Deze leden pleiten daarom voor een eigentijdse Pippel, waarin de toepassing van het
Reglement van Orde digitaal en publiek toegankelijk wordt vastgelegd. Welke stappen
heeft het Presidium intussen gezet in de uitvoering van deze motie?
De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat het zichtbaar en inzichtelijk maken
van het Kamerwerk ook betrekking heeft op het Kamerwerk in het verleden. Bij de behandeling
van de Raming voor 2021 (Kamerstuk 35 405, nr. 12) hebben deze leden daarom aandacht gevraagd voor Staten-Generaal Digitaal (SGD),
de collectie gedigitaliseerde Kamerstukken uit de periode 1814–1994. In 2019 is het
beheer van de collectie van SGD verplaatst van de Koninklijke Bibliotheek naar het
Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP) en onderdeel geworden
van www.officielebekendmakingen.nl, In de nota naar aanleiding van het verslag over de Raming voor 2021 (Kamerstuk 35 405, nr. 5) stelde het Presidium dat met deze omzetting een duurzame voorziening voor de SGD-collectie
is gecreëerd, waarbij technisch, functioneel en inhoudelijk beheer gewaarborgd is.
Vanuit deze situatie is doorontwikkeling van functionaliteit en kwaliteitsverbeteringen
beter mogelijk, zo voegde het Presidium daaraan toe. De leden van de CDA-fractie vragen
wat er inmiddels is bereikt op het punt van doorontwikkeling van functionaliteit en
welke kwaliteitsverbeteringen inmiddels zijn gerealiseerd. Ook vragen deze leden welke
verbeteringen nog in het verschiet liggen.
Beschikt de Dienst Informatie en Archief van de Tweede Kamer (DIA) inmiddels over
een beheertool waarmee metadata-correcties en ad hoc foutherstel gedaan kunnen worden?
Wordt er inmiddels gebruik gemaakt van de mogelijk-heid om, met medewerking van KOOP,
analyses uit te voeren op de collectie, om zo de kwaliteit te kunnen beoordelen, fouten
op te sporen en herstelacties uit te voeren?
In de nota naar aanleiding van het verslag over de Raming voor 2021 meldde het Presidium
dat de Dienst Informatie en Archief werkte aan interactieve datadashboards. Zodra
deze beschikbaar kunnen worden gesteld hebben Kamerleden en hun medewerkers de mogelijkheid
naar eigen wens en inzicht over alle jaren heen cijfermatige overzichten te maken
op zowel Kamerniveau als fractieniveau, aldus het Presidium. De leden van de CDA-fractie
vragen naar de actuele stand van zaken.
De leden van de D66-fractie ondersteunen ten volle het streven om – juist in deze
tijd – het werk in de Tweede Kamer ook daarbuiten meer over het voetlicht te krijgen.
Zij lezen dat hiertoe onder meer is ingezet op het maken van korte video’s, waarin
werd ingegaan op het Kamerwerk in coronatijd. Wat waren de kijkcijfers van deze video’s
gemiddeld genomen, en op welke wijzen zijn deze onder de aandacht gebracht? Deze leden
wijzen in dit kader ook graag op het belang van een goed functionerende Tweede Kamer
website, inclusief Debat Direct. Het aantal bezoekers op de Tweede Kamer website toont
een sterke groei, in één jaar tijd zijn er miljoenen bezoekers bijgekomen. Hoe wil
het Presidium deze lijn voort blijven zetten – ook na corona? Ook de Debat Direct-functie
op de website wordt steeds beter bekeken, van ruim drie miljoen kijkers naar ruim
vijf miljoen in een jaar tijd. Deze leden zien bij de Debat Direct-app daarentegen
stagnatie optreden, terwijl juist een dergelijke applicatie de Kamerdebatten op een
laagdrempelige wijze voor mensen toegankelijk maakt. Heeft het Presidium enige verklaring
voor het verschil in de ontwikkeling van de cijfers van de app ten opzichte van de
andere communicatiekanalen? Hoe gaat het ervoor zorgen dat ook de Debat Direct-app
meer bekendheid en populariteit vergaart?
De leden van de D66-fractie merken tot slot op dat het nieuwe Reglement van Orde van
de Tweede Kamer op 31 maart 2021 in werking treedt. Kan worden toegelicht of alle
daarin opgenomen wijzigingen ook vanaf dag één daadwerkelijk worden doorgevoerd? Kan
voorts worden aangegeven of en welke implicaties dit voor de Raming heeft?
De leden van de SP-fractie constateren dat er budget wordt uitgetrokken voor een Kamercommissie
Digitale Zaken. De vraag is echter of niet álle commissies te maken hebben met digitalisering
en een risico op kennisachterstand, zou het daarom niet een goed idee zijn om vooral
bij de staf en ambtelijke ondersteuning van alle commissies te investeren in de aanwezigheid
van digitale kennis en expertise?
De leden van de SP-fractie vragen aandacht voor de implementatie van het nieuwe Reglement
van Orde. Hoe gaat dit in zijn werk? Heeft dit nog budgettaire consequenties of andere
belangrijke gevolgen voor de uitvoering?
De leden van de SP-fractie hopen dat de bezoeken van onder andere school-klassen snel
weer kunnen worden hervat. Zo lang dat niet kan, maar wellicht ook als aanvulling
op fysieke bezoeken in de toekomst, zou het niet veel vaker mogelijk moeten zijn om
schoolklassen «digitaal» te ontvangen? In de Coronatijd zijn daar natuurlijk goede
ervaringen mee opgedaan. Kan in overleg met Pro-Demos verkend worden welke mogelijkheden
er zijn om dit wellicht uit te breiden in de toekomst, vanuit de gedachte dat schoolklassen
idealiter allemaal eens in aanraking komen met de Tweede Kamer?
4. Informatiepositie Kamer
De leden van de CDA-fractie constateren dat de Dienst Informatie en Archief (DIA)
voor het ontsluiten van artikelen in kranten en tijdschriften gebruik maakt van LexisNexis.
Steeds vaker stuiten gebruikers daarbij op betaalmuren. Deze leden vragen in hoeverre
de Kamer nog beschikt over eigen informatiesystemen. Ook vragen deze leden welke risico’s
eraan verbonden zijn als documentatie ten behoeve van het parlementaire werk wordt
uitbesteed.
De leden van de D66-fractie hechten eraan opnieuw het punt naar voren te brengen dat
vorig jaar ook al bovenaan hun lijstje stond: het parlement dient voldoende ondersteuning
te hebben om haar controlerende en volksvertegenwoordigster taken adequaat uit te
oefenen. Het is zaak om meer aandacht te besteden aan de voorkant van het beleid:
meer aandacht voor deugdelijke onderbouwing van beleid, het doordenken van consequenties
voor de uitvoerbaarheid van het beleid, meer wetenschapstoetsen. Vorig jaar bracht
de D66-fractie de motie Jetten c.s. (Kamerstuk 35 300, nr. 19) en het opvolgende amendement Sneller c.s. in (Kamerstuk 35 300 IIA, nr. 5), wat tot een verhoogd budget voor een beter ondersteuning van parlementariërs heeft
geleid. Een eerste stap in de goede richting. Niettemin constateren deze leden dat
afgelopen zittingsperiode – ook zeer recent – enkele rapporten en adviezen zijn uitgebracht
waarin verdere versterking van de inhoudelijke ondersteuning van het parlement wordt
aanbevolen. Het gaat dan om het rapport «Klem tussen balie en beleid» van de Tijdelijke
commissie Uitvoeringsorganisaties (TCU) (Kamerstuk 35 387, nrs. 2 en 3), het advies «Rijk aan kennis – Naar een herwaardering van kennis en expertise in
beleid en politiek» van de Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie (AWTI)
en het advies «Een sterkere rechtsstaat. Verbinden en beschermen in een pluriforme
samenleving» van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). Eerder, in 2018, kwam ook
de Staatscommissie parlementair stelsel tot de conclusie dat het parlement versterkte
ondersteuning behoeft (Kamerstuk 34 430, nr. 19). De AWTI schrijft in haar rapport dat de Kamer niet voldoende wordt ondersteund
in de verwerving en toepassing van kennis. In het rapport «Klem tussen balie en beleid»
constateert de TCU dat het voor Kamerleden moeilijk is om specialistische kennis op
te bouwen over de uitvoering, doordat hun gemiddelde zittingsduur is afgenomen en
de fracties steeds kleiner zijn. Ook is de ambtelijke ondersteuning – in vergelijking
met die in het buitenland – gering, zo constateert de commissie. Zou het Presidium
willen reflecteren op de op handen zijnde fragmentatie van de Tweede Kamer? Welke
impact heeft dit volgens het Presidium op de mate waarin de Kamer haar taken kan vervullen?
En deelt het Presidium met de leden van de D66-fractie dat mede in dit licht zeer
serieus moet worden gekeken naar uitbreiding van de ambtelijke en politieke ondersteuning
van de Tweede Kamer? Kan het Presidium daarbij een vergelijking maken met de ambtelijke
en politieke ondersteuning in verwante representatieve democratieën, zowel in financiële
verhouding als qua menskracht?
De leden van de D66-fractie zijn voorts benieuwd hoe het Presidium de aanbeveling
van de AWTI beoordeelt om de Dienst Analyse en Onderzoek (DAO) uit te bouwen tot een
expertisecentrum? Wat zou daar volgens het Presidium voor nodig zijn? Kan het Presidium
nader toelichten wie nu reeds bij de DAO werken en welke functies en taken zij precies
vervullen? Deze leden constateren dat er ook nieuwe taken op de Kamer afkomen, of
voornemens bestaan om bestaande taken intensiever in te vullen. Het kabinet heeft
in reactie op de POK de «invoeringstoets na een jaar» voorgesteld. De TCU heeft een
«reflectietoets» voorgesteld. Als beide toetsen praktijk worden, dan vergt dat extra
werk voor de Dienst Analyse en Onderzoek. Onderschrijft het Presidium deze constatering?
Zo ja, welk gevolg zou daaraan moeten worden gegeven?
De leden van de SP-fractie constateren tot hun tevredenheid dat in de Raming en de
bijbehorende stukken veel belangrijke zaken een nadrukkelijke plaats hebben gekregen,
waarvan enkelen ook steeds op belangstelling en vragen vanuit de SP kunnen rekenen.
Zoals de informatiepositie van de Kamer, het belang van informatiebeveiliging, het
belang van zichtbaarheid en toegankelijkheid van de Kamer (ook in Coronatijd en na
de verhuizing). Kan allereerst worden toegelicht hoe in roerige tijden (Corona en
de verhuizing) met veel persoonlijke wisselingen (door de verkiezingen) de continuïteit
van dit alles gewaarborgd wordt?
De leden van de SP-fractie hechten heel veel belang aan de informatiepositie van de
Kamer. Juiste, tijdige en volledige informatie is cruciaal voor het functioneren van
ons parlement en de democratie. De leden verwijzen hierbij ook nadrukkelijk naar de
conclusies van de POK en de TCU. De informatiehuishouding moet op orde. Er moet tijdig,
volledig, maar ook weer zo kernachtig en doelgericht mogelijk geïnformeerd worden.
Ook moet altijd eerst de Kamer, dan pas de media geïnformeerd worden. Welke concrete
acties zien het Presidium en de Kamervoorzitter voor zichzelf op deze belangrijke
punten? Wat kan er concreet ondernomen worden richting een bewindspersoon die de afspraken
(structureel) niet naleeft?
5. Interne organisatie
De leden van de VVD-fractie willen het Presidium herinneren aan de met algemene stemmen
aangenomen motie van de leden Ziengs en Van Gent over een herdenkingenregister (Kamerstuk
35 405, nr. 10) en de met algemene stemmen aangenomen motie van de leden Ziengs, Van Gent en Van
der Molen over uitvoering geven aan de motie-Ziengs/Van der Molen over de aanwezigheid
van Kamerleden bij officiële herdenkingen (Kamerstuk 35 405, nr.11). De leden van de VVD-fractie constateren tot hun verbazing dat hierover niet gesproken
wordt in de toelichting op de Raming. Zij vragen het Presidium in te gaan op deze
moties en concreet aan te geven op welke wijze zij hier invulling aan gaat geven.
Voor de voorgenoemde leden is zowel de aanwezigheid van Kamerleden bij officiële herdenkingen
namens de Kamer, alsmede het hiermee samenhangende herdenkingenregister belangrijk
om een rol voor de volksvertegenwoordiging in dezen ook in de toekomst te waarborgen.
6. Fysieke en digitale veiligheid en betrouwbaarheid
De leden van de CDA-fractie constateren dat met de toenemende digitalisering van het
werk van de Tweede Kamer ook steeds hogere eisen worden gesteld aan de betrouwbaarheid
en de beschikbaarheid van de systemen. In dit verband herinneren deze leden aan de
begrotingsbehandeling van het Ministerie van BZK op donderdagavond 15 oktober 2020
(Handelingen II 2020/21, nr. 15, item 13). De Staatssecretaris sprak met passie over de digitale overheid en op hetzelfde
moment was er een storing in de systemen van de Tweede Kamer, waardoor thuiswerken
niet meer mogelijk was en de externe mail niet meer werkte. Pas na afloop van de begrotingsbehandeling
was de storing verholpen. Deze leden vragen wat de oorzaak was van deze storing en
welke maatregelen zijn getroffen om herhaling te voorkomen.
De leden van de D66-fractie constateren dat het Presidium er vertrouwen in heeft dat
de organisatie goed is toegerust op coronagerelateerde vraagstukken en Kamerleden
kan voorzien van de juiste (digitale) hulpmiddelen om het parlementaire proces voort
te zetten. Zij plaatsen daar graag een kanttekening bij. Hoe vindt het Presidium dat
de digitale mogelijkheden en digitale Kamerverbinding functioneert? Kan het Presidium
daarbij specifiek ingaan op de vergadermogelijkheden via Pexip? Op welke gronden is
er voor dit programma gekozen, dat verder tamelijk onbekend is? Welke andere opties
zijn overwogen? En ligt de optie om over te stappen op een ander systeem nog op tafel?
Zo ja, welke kosten zou dit met zich meebrengen? Zo nee, waarom niet? Het valt deze
leden op dat de Pexip-applicatie relatief onstabiel is en menigmaal tot het uitvallen
van deelnemers leidt, daar waar dit bij gebruikelijkere alternatieven als Webex, Teams
en Zoom niet het geval is. Daarnaast is het aantal functionaliteiten van Pexip beperkt,
zo niet gemankeerd te noemen. Daar waar dit gaat om het kunnen zien van de overige
deelnemers bijvoorbeeld, de (afwezige) optie om tijdens een vergadering in verschillende
«ruimtes» op te kunnen splitsen en de mogelijkheden om bestanden te delen. Het argument
dat deze leden eerder hebben vernomen, is dat Pexip een hoge mate van beveiliging
zou kennen. Maar is dat niet ook bij het door de rijksoverheid gebruikte Webex het
geval? Deze leden plaatsen hier ook vraagtekens bij. Zo vraagt Pexip – anders dan
alternatieven – niet om een wachtwoord, maar slechts het bezit van de url-link. Biedt
dit niet juist relatief eenvoudig toegang voor ongenodigde deelnemers? De genoemde
leden ontvangen graag een heldere vergelijking op dit punt.
7. Renovatie en verbouwing
De leden van de VVD-fractie verlangen een goed verlopende verbouwing. Deze zomer verhuist
de Tweede Kamer naar B67 voor 5,5 jaar. Welke garanties kunnen worden gegeven over
daadwerkelijke terugkeer binnen die periode? Bestaan hierover afspraken met het RVB?
Verder is er een audiovisueel systeem aangeschaft waarvoor de Raming in 2019 opgehoogd
is. Voor beheer en onderhoud is er nu 2½ miljoen extra nodig. Was dit niet te voorzien
bij de aanschaf van dit systeem? Zijn bij de verplaatsing van dit systeem naar de
nieuwe locatie B67 kosten gemoeid en zijn deze kosten meegenomen in de begroting?
8. Wachtgeld
De leden van de VVD-fractie constateren dat voor 2021 een bedrag is begroot voor wachtgelden
en pensioenen vertrekkende TK leden. Is hier gezien het aantal vertrekkende leden
voldoende voor begroot?
De leden van de SP-fractie vragen tot slot aandacht voor de vergoedingen aan Kamerleden
en de bijbehorende schadeloosstellingen. Voor het vertrouwen en het draagvlak in de
politiek is het van belang dat de regels duidelijk zijn en er geen al te riante vergoedingen
worden uitgekeerd. Daarover kunnen de meningen verschillen. Wanneer zou het een goed
moment zijn om hier een inhoudelijke discussie over te voeren? Is deze voorzien? Zo
niet, waarom niet?
9. Staat van de Kamer 2020
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Staat van
de Kamer 2020. Het Presidium stelt dat de Staat van de Kamer is bedoeld om, op basis
van de weergegeven kengetallen, met elkaar te reflecteren op (ontwikkelingen in) het
eigen handelen. In dit verband wijzen deze leden op de recente publicatie van platform
voor onderzoeksjournalistiek Investico in samenwerking met radioprogramma Argos van
een onderzoek naar de effectiviteit van het Kamerwerk in de afgelopen kabinetsperiode.1
De leden van de CDA-fractie vragen op welke wijze het bedoelde onderzoek behulpzaam
kan zijn bij het reflecteren op (ontwikkelingen in) het eigen handelen. Deze leden
vragen of het Presidium de conclusie deelt die in de kop boven het artikel wordt geformuleerd:
«Tweede Kamer had nog nooit zo weinig tijd en aandacht voor wetgeving». Zo nee, waarom
niet? Zo ja, op welke wijze denkt het Presidium de effectiviteit van het Kamerwerk
in de komende kabinetsperiode te bevorderen?
De leden van de CDA-fractie stellen het op prijs dat de Staat van de Kamer steeds
een selectie bevat van verschenen boeken en publicaties in tijdschriften over de Tweede
Kamer. Deze leden waarderen het dat dat overzicht is voorzien van een duiding van
de inhoud. Deze leden zouden het op prijs stellen als ook een korte duiding wordt
toegevoegd aan de wetenschappelijke publicaties.
De voorzitter van de commissie, Ziengs
De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Ondertekenaars
-
, -
, -
Eerste ondertekenaar
E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.