Brief commissie : Brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake de beëindiging van het parlementair behandelvoorbehoud bij het EU-voorstel: Richtlijn toereikende minimumlonen in de EU COM (2020) 682
35 639 EU-voorstel: Richtlijn toereikende minimumlonen in de EU COM (2020) 682
Nr. 2 BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR EUROPESE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2020
Hierbij meld ik u dat de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft
geadviseerd het parlementair behandelvoorbehoud zoals vastgelegd bij het EU-voorstel:
Richtlijn toereikende minimumlonen in de EU COM (2020) 682 (Kamerstuk 35 639, nr. 1) met de volgende informatieafspraken formeel te beëindigen:
Specifieke informatieafspraken
De Minister zal de Kamer informeren over:
– iedere substantiële wijziging in zeggenschap van de Nederlandse regering over de vaststelling
van het wettelijk minimumloon voortkomend uit de richtlijn ten opzichte van de huidige
situatie;
– iedere substantiële wijziging die moet worden aangebracht aan het huidige kader waarbinnen
in Nederland het wettelijk minimumloon wordt vastgesteld om aan de vereisten van de
richtlijn te voldoen;
– de vermelding van referentiewaarden voor minimumlonen in de richtlijn anders dan die
in het oorspronkelijke voorstel opgenomen;
– de materiële invulling van de verplichting genoemd in artikel 4 dat stelt dat lidstaten
maatregelen moeten nemen ter bevordering van collectieve onderhandelingen over loonvorming,
en hoe dit zich verhoudt tot de autonomie van de sociale partners;
– het acteren van Nederland binnen het Europese krachtenveld, coalitievorming en de
ontwikkelingen binnen dit krachtenveld;
– standpunten en (juridische) opinies die tijdens de Raadsonderhandelingen worden ingebracht
over de passendheid van de keuze voor het wettelijk instrument van een richtlijn voor
dit Commissievoorstel.
Generieke informatieafspraken
De Minister zal de Kamer:
– periodiek, via de geannoteerde agenda van de (informele) Raad Werkgelegenheid en Sociaal
Beleid, informeren over de voortgang van de onderhandelingen. Dit betreft zowel de
voortgang van de onderhandelingen in de Raad alsook daarna de eindonderhandelingen
tussen Raad, Europees parlement en Europese Commissie (trilogen);
– tijdig informeren wanneer hij voorziet in de onderhandelingen te moeten afwijken van
het kabinetsstandpunt zoals weergegeven in het BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 2978) en/of nadien vastgelegd met de Kamer (bijvoorbeeld in toezeggingen en moties);
– tijdig informeren wanneer er substantiële nieuwe elementen aan de oorspronkelijke
voorstellen lijken te worden toegevoegd tijdens de EU-onderhandelingen;
– tijdig informeren (dus de Kamer in staat stellende de inzet nog te bespreken voordat
de onderhandelingen in een beslissende of afrondende fase zijn) over opties die voorliggen
ter besluitvorming in de Raad en onderliggende overlegfora die gevolgen hebben voor
belangrijke elementen van de voorgestelde richtlijn en/of de Nederlandse inzet;
– tijdig informeren zodra een akkoord aanstaande is, zodat dit in concept kan worden
bestudeerd;
– zodra de onderhandelingen in de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid en met het
Europees parlement zijn afgerond een appreciatie sturen van het uiteindelijk behaalde
resultaat in relatie tot de oorspronkelijke Nederlandse onderhandelingsinzet.
De vastgestelde afspraken zijn in bijgaande conceptbrief aan de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid vastgelegd1.
Namens de vaste commissie voor Europese Zaken verzoek ik u dit advies en de bijgaande
conceptbrief ter besluitvorming aan de Tweede Kamer voor te leggen.
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Veldman
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.S. Veldman, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken