Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 238 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het via een centraal elektronisch systeem geautomatiseerd ontsluiten van identificerende gegevens alsmede enkele andere gegevens door banken en andere betaaldienstverleners (Wet verwijzingsportaal bankgegevens)
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om regels te stellen over
het via een centraal systeem geautomatiseerd verstrekken van identificerende gegevens
alsmede gegevens over de uiteindelijk belanghebbende en de begin- en einddatum van
een rekening of kluis door banken en andere betaaldienstverleners, zodat deze verstrekking
efficiënter verloopt en dat het stellen van regels daarnaast noodzakelijk is ter implementatie
van Richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018
tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van
het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, en tot
wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU (PbEU 2018, L 156);
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1:1 wordt in de alfabetische volgorde de volgende definitie ingevoegd:
SEPA-verordening:
Verordening (EU) nr. 260/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012
tot vaststelling van technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische
afschrijvingen in euro en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 (PbEU 2012,
L94);
B
Na artikel 1:49 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1:49a
De Nederlandsche Bank en Onze Minister van Justitie en Veiligheid werken samen met
het oog op de vervulling van de aan de Nederlandsche Bank in deze wet opgedragen taak
met betrekking tot de in artikel 3:267i opgenomen verplichtingen voor banken en andere
betaaldienstverleners.
C
Na artikel 1:93g wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1:93h
1. De Nederlandsche Bank kan, in afwijking van artikel 1:89, eerste lid, vertrouwelijke
gegevens of inlichtingen, met uitzondering van persoonsgegevens, verkregen bij de
vervulling van de haar in deze wet opgedragen taak met betrekking tot de in artikel
3:267i opgenomen verplichtingen voor banken en andere betaaldienstverleners, verstrekken
aan Onze Minister van Justitie en Veiligheid, voor zover de gegevens of inlichtingen
naar het oordeel van de Nederlandsche Bank noodzakelijk zijn voor de vervulling van
die taak en dienstig zijn voor de samenwerking op grond van artikel 1:49a.
2. Onze Minister van Justitie en Veiligheid is verplicht tot geheimhouding van de op
grond van het eerste lid ontvangen vertrouwelijke gegevens of inlichtingen.
3. Artikel 1:93, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
D
Na afdeling 3.5.9 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
AFDELING 3.5.10. VERWIJZINGSPORTAAL BANKGEGEVENS
Artikel 3:267i
1. Banken en andere betaaldienstverleners die rekeningen aanbieden met een IBAN identificatienummer
als bedoeld in de SEPA-verordening dat de landcode NL bevat, en banken die in Nederland
kluizen aanbieden, zijn ter voldoening van vorderingen en verzoeken van aangewezen
instanties en functionarissen, aangesloten op een door Onze Minister van Justitie
en Veiligheid beheerd centraal elektronisch systeem voor het geautomatiseerd ontsluiten
van identificerende gegevens betreffende hun cliënten.
2. In dit artikel en de daarop gebaseerde bepalingen wordt onder cliënten verstaan:
personen die financiële producten of kluizen afnemen van de banken en betaaldienstverleners,
bedoeld in het eerste lid, en personen die namens hen zeggenschap kunnen uitoefenen
over deze financiële producten of kluizen.
3. Banken en andere betaaldienstverleners verstrekken gegevens door middel van het centraal
elektronisch systeem, bedoeld in het eerste lid, ter voldoening aan vorderingen of
verzoeken om identificerende gegevens bij of krachtens:
a. de artikelen 126a, 126nc, 126uc, 126zk, 126ii of 577bb van het Wetboek van Strafvordering;
b. artikel 19 van de Wet op de economische delicten;
c. artikel 17 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;
d. artikel 53, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;
e. de artikelen 62 of 62bis van de Invorderingswet 1990;
f. artikel 38 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het beheer
van het centraal elektronisch systeem, de instanties en functionarissen die het systeem
gebruiken, de gegevens die door middel van het systeem worden ontsloten en de technische
eisen waaraan het systeem en de aansluiting daarop moeten voldoen. Ook kunnen bij
of krachtens die maatregel van bestuur regels worden gesteld over de wijze waarop
vorderingen of verzoeken als bedoeld in het eerste lid worden gedaan en de wijze waarop
de gevorderde of verzochte gegevens worden aangeboden.
5. Voor het opvragen van gegevens uit de eigen administratie ten behoeve van de verstrekking
van gegevens als bedoeld in het eerste lid maken banken en andere betaaldienstverleners
gebruik van het burgerservicenummer voor zover zij daarover beschikken.
E
In de bijlagen behorende bij de artikelen 1:79 en 1:80 wordt in de opsomming van de
artikelen in het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen in de numerieke
volgorde telkens ingevoegd: artikel 3:267i, eerste lid.
ARTIKEL II
Artikel 3:267i van de Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt toegevoegd «alsmede gegevens over de uiteindelijk belanghebbende
en gegevens over de openings- en sluitingsdatum van bedoelde rekeningen of kluizen».
2. In de aanhef van het derde lid wordt na «vorderingen en verzoeken om identificerende
gegevens» ingevoegd «en gegevens over de uiteindelijk belanghebbende en de openings-
en sluitingsdatum van een rekening of kluis als bedoeld in het eerste lid,».
3. Het derde lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. de artikelen 126a, 126nc, 126nd, 126uc, 126ud, 126zk, 126zl, 126hh, 126ii, 577bb of
577bd van het Wetboek van Strafvordering;.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat
voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
ARTIKEL IV
Deze wet wordt aangehaald als: Wet verwijzingsportaal bankgegevens.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Financiën,
De Minister van Justitie en Veiligheid,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.