Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 093 Wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 inzake de bijdrage voor maatschappelijke ondersteuning en de beoordeling voor de verstrekking van de maatwerkvoorziening
Nr. 5
VERSLAG
Vastgesteld 22 januari 2019
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, belast met het voorbereidend
onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen
van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende
door de regering worden beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
I.
ALGEMEEN DEEL
1
1.
Inleiding
2
2.
Uitwerking abonnementstarief
6
3.
Financiële gevolgen
10
4.
Gevolgen voor regeldruk
11
5.
Consultatie
12
6.
Advies Raad van State
14
II.
ARTIKELSGEWIJZE DEEL
14
I. ALGEMEEN DEEL
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel tot wijziging van de Wet
maatschappelijke ondersteuning 2015 inzake de bijdrage voor maatschappelijke ondersteuning
en de beoordeling voor de verstrekking van de maatwerkvoorziening (hierna: het wetsvoorstel).
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel.
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Genoemde leden hebben
in het verleden meermaals gepleit voor het aanpakken van de stapeling van zorgkosten
van mensen en zien dit wetsvoorstel als een manier waarop dit bereikt kan worden.
Zij voelen zich hierin ook gesteund door de positieve reacties op het wetsvoorstel
door cliënten- en patiëntenorganisaties, zoals de Patiëntenfederatie, PerSaldo (de
landelijke vereniging van mensen een persoonsgebonden budget) en Ieder(in) (netwerk
voor mensen met een beperking of chronische ziekte). Wel hebben deze leden nog enkele
vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Genoemde leden zijn een groot voorstander
van het tegengaan van de stapeling van eigen bijdragen via de verschillende zorgwetten.
Deze leden hebben echter wel grote zorgen over de onbedoelde en ongewenste neveneffecten
van het voorgestelde abonnementstarief. Zij vrezen dat gemeenten niet voldoende worden
gecompenseerd voor de financiële gevolgen van het abonnementstarief, wat uiteindelijk
kan leiden tot verschraling van de voorzieningen binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning
2015 (Wmo 2015). Deze leden hebben dan ook verschillende vragen over voorliggend wetsvoorstel.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel.
De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling het wetsvoorstel gelezen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij willen de regering
hierover enkele vragen en opmerkingen voorleggen.
De 50PLUS-fractie heeft kennisgenomen van het wetsvoorstel en heeft de volgende vragen.
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat mensen het liefst zo lang mogelijk thuis wonen, met mensen om
hen heen die ze kennen en in hun vertrouwde buurt. Soms hebben mensen daar ondersteuning
bij nodig, tijdelijk of hun leven lang. Als het niet lukt die ondersteuning zelf te
organiseren, moet men kunnen rekenen op ondersteuning van de gemeente. De stapeling
van de eigen bijdragen is voor een groep mensen een probleem. De leden van de VVD-fractie
vinden het goed dat de regering stappen zet om de stapeling van eigen betalingen in
de zorg en ondersteuning te verminderen. Dit wetsvoorstel is daar onderdeel van. Dit
wetsvoorstel roept bij genoemde leden nog wel enkele vragen op.
Het abonnementstarief heeft onder andere tot doel de toegankelijkheid tot de ondersteuning
te waarborgen. Juist omdat de eigen bijdrage voor een grote groep nu fors is. De leden
van de VVD-fractie delen deze insteek. Het is daarbij van belang om goed zicht te
hebben op wat op dit moment niet goed gaat. Uit onderzoek van het Centraal Bureau
voor de Statistiek (CBS) blijkt dat voor 94% van de Zorgverzekeringswet (Zvw)-cliënten
en voor 86% van de cliënten in de Wet langdurige zorg (Wlz) geldt dat zij het eigen
risico geheel of gedeeltelijk volmaken. Tegelijkertijd wordt maar een deel van deze
zorggebruikers via de zorgtoeslag gecompenseerd voor het verplichte eigen risico.
Kan de regering de omvang van deze groep kwantificeren? Voorts bleek uit onderzoek
van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dat 9% van de mensen die een eigen bijdrage
betaalt in financiële problemen komt. De leden van de VVD-fractie vragen of informatie
beschikbaar is waaruit wordt bewezen dat mensen afzien van ondersteuning met het oog
op de kosten. Kan de regering deze informatie kwantificeren, of kan de regering aangeven
in welke mate dat voorkomt?
Het abonnementstarief heeft als doel ondersteuning voor iedereen betaalbaar te houden,
door het vaststellen van een vaste maximale bijdrage van 19 euro per maand. Gemeenten
behouden de mogelijkheid om het abonnementstarief naar beneden bij te stellen. De
aanname van de leden van de VVD-fractie is dat het abonnementstarief door gemeenten
niet naar boven mag worden bijgesteld. Genoemde leden vragen de regering of deze aanname
juist is. Zo ja, hoe is dat vastgelegd?
De leden van de VVD-fractie vinden het logisch dat iedereen eerst kijkt wat men zelf
nog kan, of eventueel met behulp van de eigen omgeving. Maar zodra dat niet meer voldoende
is, heeft de gemeente een taak om ondersteuning te bieden, van wie die vraag ook komt.
Genoemde leden vinden het belangrijk te benadrukken dat de Wmo 2015 een wet voor iedereen
is. Deelt de regering die opvatting? Deze leden vinden het verder goed en belangrijk
dat de Wmo 2015 geen uniforme aanpak kent, maar dat gekeken wordt naar wat een individu
nodig heeft. Dat is maatwerk. De zorg en ondersteuning moeten georganiseerd worden
rondom de wensen en behoeften van het individu. De wet bepaalt dat de ondersteuning
moet aansluiten op de specifieke kenmerken van de situatie van de cliënt. Wat wordt
precies verstaan onder «specifieke kenmerken»?
De eigen bijdragen van de Wmo 2015 zijn naast kosten voor de cliënten ook inkomsten
voor de gemeenten, zo lezen de leden van de VVD-fractie. Het is belangrijk om goed
in de gaten te houden wat het abonnementstarief aan effecten te weeg brengt, zowel
in het gebruik van de Wmo 2015, als ook voor de uitgaven en inkomsten van de gemeenten.
Genoemde leden delen de inzet van de regering om die ontwikkeling goed te volgen,
en vinden het belangrijk dat van te voren over de juiste informatie beschikt wordt.
In 2017 waren de totale opbrengsten aan bijdragen van cliënten in de Wmo 2015 ongeveer
200 miljoen euro. Als de trend in het gebruik van de Wmo 2015 van de afgelopen jaren
wordt gecontinueerd, wat zou dan de geschatte opbrengst in 2019 zijn? De regering
geeft aan dat een toestroom in de Wmo-voorzieningen te verwachten is, maar dat de
precieze effecten op voorhand lastig in te schatten zijn. Genoemde leden vinden het
deels logisch dat een toestroom te verwachten is, gezien de doelstelling van deze
wetswijziging. Deelt de regering die opvatting? De regering gaat de effecten van het
abonnementstarief volgen aan de hand van een monitor. Is intussen bekend wie de monitor
komende jaren zal uitvoeren? Tot slot, in sommige gemeenten wordt al langer gewerkt
conform de abonnementstarief-gedachte. Deze leden zouden graag willen weten wat de
ervaringen met de aanzuigende werking in die gemeenten waren.
In het wetsvoorstel staat aangegeven dat algemene voorzieningen waarbij een duurzame
hulpverleningsrelatie wordt aangegaan onder het abonnementstarief komen te vallen.
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat de wet duidelijk is en gemeenten
in de uitvoering voldoende handvatten biedt. Welke handvatten, genoemd in artikel
2.1.4. derde lid, biedt de toelichting om te beoordelen welke voorzieningen aan het
criterium «duurzame hulpverleningsrelatie» voldoen?
De leden van de CDA-fractie zien dit wetsvoorstel als een van de maatregelen die genomen wordt om de stapeling
aan zorgkosten voor middeninkomens en chronisch zieken en gehandicapten tegen te gaan.
De Wmo 2015 is wat genoemde leden betreft geen wet om inkomensbeleid mee te voeren.
De Wmo 2015 dient voor een ieder die zorg en/of ondersteuning nodig heeft toegankelijk
te zijn. Deze leden kunnen echter begrip opbrengen voor gemeenten die zich zorgen
maken om de financiële houdbaarheid en de aanzuigende werking, die deze wetswijziging
mogelijk kan hebben. Daarom zijn genoemde leden ook voorstander van het doorlopende
onderzoek/monitor dat door de regering is voorgesteld.
De Raad van State stelt dat de hoogte van de maximale bijdrage (het abonnementstarief)
zodanig is dat er vanuit gegaan kan worden dat dit geen remmende werking zal hebben
op de ondersteuningsvraag. Wat vindt de regering van de stellingname van de Raad van
State op dit specifieke punt? Deelt zij met deze leden de opvatting dat in de onderzoeksfase
de zorg of ondersteuningsvraag centraal dient te moeten staan?
De leden van de CDA-fractie vragen hoe groot de groep Wmo-gebruikers of -huishoudens
is die baat heeft bij het abonnementstarief. Deze leden vragen of dat ook is uit te
splitsen in verschillende doelgroepen, zoals 65-plussers en 65-minners, en in éénpersoonshuishoudens
en meerpersoonshuishoudens.
De leden van de D66-fractie constateren dat dit wetsvoorstel een goede stap zet in het verminderen van de stapeling
van zorgkosten van mensen vanuit verschillende ondersteunings- en zorgwetten. De regering
wijst hierbij ook op de stelselverantwoordelijkheid en de solidariteit in het Nederlandse
zorgstelsel. Kan de regering hier een nadere toelichting op geven? Daarnaast blijkt
uit CBS-onderzoek dat 94% van de huishoudens die gebruik maken van de Wmo, een eigen
bijdrage betaalt binnen de Wmo 2015 en ook het eigen risico geheel of gedeeltelijk
volmaakt. Graag vernemen deze leden hoeveel mensen gebruik maken van voorzieningen
binnen de Wmo 2015 en hoeveel daarvan een eigen bijdrage betalen. Voorts stelt de
regering in de toelichting dat de invoering van het abonnementstarief de financiële
houdbaarheid van het zorgstelsel in zijn totaliteit ten goede komt. Hierbij wordt
gewezen op het zo lang als verantwoord mogelijk thuis laten wonen van hen die dit
willen. Deze leden vernemen graag een uitgebreidere reflectie over hoe het wetsvoorstel
de financiële houdbaarheid van het zorgstelsel in zijn totaliteit ten goede komt.
De leden van de D66-fractie lezen dat door dit wetsvoorstel de uitvoeringskosten van
het Centraal Administratie Kantoor (CAK) met jaarlijks 15 miljoen euro dalen, een
grote vermindering, wat deze leden als een goede ontwikkeling beschouwen. Dan nog
constateren deze leden dat de uitvoeringskosten bij het CAK ruim 11% vormen van de
totaal te innen bijdragen, wat als hoog overkomt. Graag ontvangen deze leden meer
informatie over deze uitvoeringskosten.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de toelichting dat alternatieven zijn overwogen om de zorgkosten voor mensen
te beperken. Welke mogelijkheden hebben gemeenten op dit moment om de zorgkosten voor
mensen met een middeninkomen te beperken? Zijn andere wijzigingen van de eigen bijdrageregeling
dan het abonnementstarief overwogen? Heeft de Minister bijvoorbeeld nagedacht over
een alternatief abonnementstarief, welke zou gelden voor mensen met een inkomen tot
130% van het minimumloon?
De leden van de SP-fractie lezen dat uit CBS-onderzoek blijkt dat 94% van de huishoudens die een eigen bijdrage
betalen voor de Wmo 2015 het eigen risico in de Zvw geheel of gedeeltelijk vol maken.
Voor de Wlz-cliënten ligt deze samenloop op 86%. Genoemde leden vragen de regering
om een overzicht te verstrekken hoeveel mensen erop vooruitgaan als maatregelen worden
getroffen in de Zvw, de Wmo 2015 en Wlz. Zij vragen dit per wet aan te geven.
De regering geeft aan dat het abonnementstarief kan voorkomen dat mensen met een stapeling
aan (zorg)kosten te maken krijgen, zo lezen de leden van de SP-fractie. Kan de regering
aangeven of het pakket van maatregelen zal voorkomen dat mensen alsnog in financiële
problemen terecht komen vanwege het hoge eigen risico in de Zvw? Kan de regering dit
toelichten en aangeven welke aanvullende maatregelen genomen worden om de stapeling
van zorgkosten tegen te gaan? Genoemde leden vragen voorts of de regering bereid is
het eigen risico te verlagen om te voorkomen dat mensen in de financiële problemen
terechtkomen.
De leden van de SP-fractie vragen hoe de regering op de zorgen van gemeenten reageert
dat zij onvoldoende gecompenseerd worden voor de verwachte extra uitgaven aan Wmo-voorzieningen.
Hoe wordt voorkomen dat álle gebruikers van Wmo-voorzieningen te maken krijgen met
minder zorg en ondersteuning als gemeenten op de totale uitgaven gaan besparen? Genoemde
leden zouden hierover graag een toelichting ontvangen.
De leden van de SP-fractie lezen in het voorliggende wetsvoorstel dat door de invoering
van het abonnementstarief 15 miljoen euro bespaard wordt op de uitvoeringskosten bij
het CAK. Waar gaat de regering de 15 miljoen euro inzetten die hierdoor overblijft?
De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling het wetsvoorstel gelezen dat het invoeren van een abonnementstarief
regelt. Zij betwijfelen of het doel dat de regering met deze wetswijziging heeft,
het toegankelijk houden van de zorg, op deze manier werkelijk
gewaarborgd wordt. Zij zijn met de regering van mening dat stapeling van zorgkosten
voorkomen moet worden, maar vragen of dat op deze manier wel wordt geregeld. Genoemde
leden voegen zich bij de mening van de Raad van State dat het instrument van een gemaximeerd
bedrag als eigen bijdrage, ongeacht iemands inkomens- of vermogenspositie, onvoldoende
is onderbouwd en vragen af te zien van dit willekeurig gekozen abonnementstarief als
hier geen dragende motivering voor kan worden gegeven.
Deze leden vragen waarom ervoor is gekozen het inkomen van een cliënt geen enkele
rol te laten spelen bij het bepalen van de hoogte van de bijdrage voor de Wmo 2015.
Zijn er alternatieven bekeken? Zijn alternatieven mogelijk die enerzijds geen zware
belasting vormen qua administratieve regeldruk, maar anderzijds wel een duidelijk
verschil geven in te betalen bijdrage, afhankelijk van het inkomen van de cliënt,
bijvoorbeeld door een inkomensgrens te stellen?
De regering stelt dat een zeer groot deel van de mensen die ondersteuning op basis
van de Wmo 2015 ontvangt het eigen risico in de Zvw volmaakt en dat het abonnementstarief
daarom de stapeling van zorgkosten beperkt. De leden van de fractie van de PvdA vragen
of eenzelfde effect, namelijk minder stapeling, dan niet ook bereikt zou kunnen worden
door het eigen risico af te schaffen en waarom daar niet voor is gekozen. Genoemde
leden vragen op welke wijze de halvering van de vermogensinkomensbijtelling en een
laag abonnementstarief van 19 euro per maand voor mensen met een hoog inkomen, de
(ervaren) solidariteit ten goede komt, zoals in de inleiding van de toelichting wordt
gesteld. Deze leden vragen of met de voorgestelde maatregelen niet gekozen wordt voor
een verschuiving van een inkomensafhankelijk stelsel naar een inkomensonafhankelijk
stelsel en waarom deze keuze is gemaakt.
De leden van de PvdA-fractie maken zich zorgen over de financiële haalbaarheid van
dit wetsvoorstel. Het CPB heeft de kosten van de maatregel op 190 miljoen euro structureel
geraamd, terwijl er 145 miljoen euro structureel is toegevoegd aan het Gemeentefonds.
Hoe worden volgens de regering de ontbrekende 50 miljoen euro opgevangen? Waarvan
gaan gemeenten dat betalen?
Genoemde leden vragen of ook voor de regering het uitgangspunt is dat mensen met lagere
inkomens direct noch indirect de dupe mogen worden van invoering van het abonnementstarief,
doordat gemeenten zich bijvoorbeeld door de extra toeloop gedwongen voelen elders
in het sociaal domein te bezuinigen.
De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het belangrijk dat de stapeling van zorgkosten wordt tegengegaan en dat mensen
met hoge zorgkosten die hun eigen risico (deels) volmaken op verschillende wijzen
tegemoet worden gekomen door de eigen betalingen in de Wmo 2015 en de Wlz en voor
geneesmiddelen te verlagen. Zij zijn dan ook voorstander van de maatregelen die de
regering neemt om de stapeling van eigen betalingen te verminderen, zorgmijding tegen
te gaan en zo mogelijk de bureaucratie te verminderen.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de regering verwacht dat de introductie
van het abonnementstarief in de Wmo 2015 ertoe zal leiden dat gemeenten minder maatwerkvoorzieningen
zullen aanbieden en mensen meer zullen stimuleren om algemene voorzieningen af te
nemen, omdat de kosten hiervan wellicht beter te beheersen zijn. Hoe wordt bewaakt
dat de ondersteuning passend blijft en aan blijft sluiten op de behoefte en specifieke
kenmerken van de situatie van de cliënt, zo vragen deze leden.
De leden van de 50PLUS-fractie lezen dat de regering een onderzoek zal laten uitvoeren naar verschillende eigen
bijdragen tussen de stelsels en de vraag of en hoe deze beter op elkaar zouden moeten
en kunnen aansluiten. Wanneer kan de Kamer de resultaten van dit onderzoek verwachten?
2. Uitwerking abonnementstarief
De leden van de VVD-fractie lezen dat in het wetsvoorstel staat aangegeven dat algemene voorzieningen waarbij
een duurzame hulpverleningsrelatie wordt aangegaan onder het abonnementstarief komen
te vallen. Genoemde leden vinden het belangrijk dat de wet duidelijk is en gemeenten
in de uitvoering voldoende handvatten biedt. Welke handvatten, genoemd in artikel
2.1.4. derde lid, biedt de toelichting om te beoordelen welke voorzieningen aan het
criterium «duurzame hulpverleningsrelatie» voldoen?
2.1 Reikwijdte abonnementstarief
De leden van de CDA-fractie willen graag een nadere uitleg over waarom de regering gekozen heeft voor het bedrag
van 19 euro per maand of 17,50 euro per vier weken. Waar is dit bedrag precies op
gebaseerd en hoe verhoudt zich dit tot het wettelijke minimumloon (WML)?
De leden van de SP-fractie lezen in het voorliggende wetsvoorstel de volgende passage: «Gemeenten dienen bij
verordening lokaal duidelijkheid te creëren welke algemene voorzieningen onder het
abonnementstarief komen te vallen. Het gaat hierbij in ieder geval om algemene voorzieningen
ter compensatie van beperkingen waarbij een duurzame hulpverleningsrelatie wordt aangegaan
tussen degenen aan wie een voorziening wordt verstrekt en de betrokken hulpverlener(s),
bijvoorbeeld bij huishoudelijke hulp en begeleiding». Genoemde leden hebben een aantal
vragen over deze passage. Waarom is gekozen om gemeenten zelf te laten kiezen welke
algemene voorzieningen onder het abonnementstarief komen te vallen? De regering spreekt
van een duurzame hulpverleningsrelatie. Betekent dit dat in die gevallen waarin iemand
tijdelijke huishoudelijke verzorging of begeleiding nodig heeft – bijvoorbeeld voor
zeven maanden – niet het abonnementstarief geldt? Kunnen gemeenten dit zelf beslissen?
Voorts vragen deze leden of de regering ingrijpt als gemeenten hier gemakkelijk mee
omgaan en besluiten om mensen geen abonnementstarief toe te kennen bij een tijdelijke
situatie. Kan de regering dit verduidelijken?
De leden van de fractie van de PvdA vragen een overzicht van de verschillen die kunnen optreden ten aanzien van de mate
waarin mensen ondersteuning vanuit de Wmo 2015 krijgen, bijvoorbeeld ten aanzien van
start en stop, tijdelijk niet verschuldigde bijdrage, welke voorzieningen wel of niet
onder het abonnementstarief vallen en welke mate van variatie mogelijk is bij algemene
voorzieningen. Genoemde leden willen graag een goed beeld krijgen van de verschillen
die mensen kunnen ervaren in verschillende gemeenten. Welke marge vindt de regering
daarbij nog acceptabel? Op welke manier wordt geborgd dat mensen die ondersteuning
nodig hebben die ook daadwerkelijk in voldoende mate krijgen?
De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het belangrijk dat cliënten zo snel mogelijk duidelijkheid hebben over de
kosten na 1 januari 2020 van de Wmo-voorzieningen die zij afnemen. Genoemde leden
vragen wanneer gemeenten uiterlijk duidelijkheid moeten bieden (bij verordening) over
welke algemene voorzieningen onder het abonnementstarief vallen.
2.2 Uitzonderingen op het abonnementstarief
De leden van de CDA-fractie begrijpen dat collectief vervoer via de algemene maatregel van bestuur (AMvB) wordt
uitgezonderd van het abonnementstarief, kan de regering toelichten waarom deze uitzondering
niet is gemaakt voor de woonaanpassingen?
Genoemde leden begrijpen dat tevens beoogd wordt een onvolkomenheid te repareren.
Voor de maatwerkvoorzieningen en beschermd wonen zorg in natura en opvang blijft de
huidige intramurale bijdragesystematiek met een hogere bijdrage van toepassing. Daarnaast
wordt de mogelijkheid gecreëerd het pgb beschermd wonen per AMvB onder de intramurale
bijdragesystematiek te laten vallen. Wat betekent dit voor de huidige gebruikers van
deze voorziening? Gaat de eigen bijdrage stijgen, dalen of blijft deze ongeveer gelijk?
Kan de regering dit met een voorbeeld verduidelijken? Voorts vragen deze leden hoe
zich dit verhoudt tot de zogenaamde zorgvalproblematiek waarbij het verschil tussen
de extramurale eigen bijdragen en de intramurale eigen bijdrage voor een «zorgval»
kan zorgen?
De leden van de SP-fractie vinden het begrijpelijk dat uitzonderingen worden gemaakt voor bepaalde voorzieningen
die logischerwijs niet onder het abonnementstarief passen. Wel hebben genoemde leden
nog een vraag over het pgb beschermd wonen. Dit zal per AMvB onder de intramurale
bijdragesystematiek komen te vallen. In hoeverre is dit een verbetering ten opzichte
van de huidige situatie? Voorts vragen deze leden welke gevolgen dit heeft voor budgethouders
en zorgverleners. Deze leden vragen om een toelichting op dit punt. Verder wordt per
2019 de groep niet-AOW-gerechtigde meerpersoonshuishoudens uitgezonderd van de bijdrage.
Betekent dit dat zij helemaal geen bijdrage hoeven te betalen voor voorzieningen die
vallen onder het abonnementstarief?
De leden van de ChristenUnie-fractie begrijpen dat het pgb beschermd wonen met deze wetswijziging als geheel onder de
intramurale systematiek komt te vallen. Genoemde leden vragen of de regering kan aangeven
of en zo ja, hoeveel mensen hierdoor een hogere eigen bijdrage pgb gaan betalen. Hoe
wordt deze groep geïnformeerd over deze wijziging, zo vragen deze leden.
De leden van de 50PLUS-fractie vragen of de intramurale bijdrage systematiek ook bedoeld is voor wooninitiatieven
die gefinancierd worden door een pgb.
2.3 Controle of de bijdrage de kostprijs niet te boven gaat
De leden van de SP-fractie zijn van mening dat het terecht is dat de eigen bijdrage niet hoger wordt dan de
kostprijs. Kan de regering toelichten hoe hierop wordt toegezien? Indien gemeenten
dit niet naleven, welke maatregelen neemt de regering dan precies?
Voorts vragen genoemde leden hoe het abonnementstarief geldt als mensen tijdelijk
geen zorg nodig hebben. In het voorliggende wetsvoorstel is opgenomen dat wanneer
een cliënt voor een bepaalde periode geen gebruik maakt van de voorziening, aan het
college gevraagd kan worden om een tijdelijke opschorting. Deze leden vragen hoe situaties
voorkomen worden, vooral in de zomermaanden, dat mensen wel hun bijdrage betalen,
maar geen zorg krijgen. Hoe gaat de regering dit ondervangen met het voorliggende
wetsvoorstel?
De leden van de PvdA-fractie vinden het met de regering logisch dat cliënten niet meer betalen dan de kostprijs
die de gemeente betaalt. Zij vragen of dit in alle gevallen gewaarborgd is en hoe
dat gecontroleerd wordt.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben begrepen dat woningaanpassingen ook onder het abonnementstarief vallen. Zij
vragen de regering aan te geven hoe in het volgende geval de eigen bijdrage wordt
bepaald. Een cliënt heeft vanuit de Wmo 2015 recht op een traplift, maar kan verdere
hulp en ondersteuning binnen het eigen netwerk regelen. Bij deze traplift is sprake
van een eenmalige investering. Krijgt deze cliënt dan te maken met een maandelijkse
bijdrage van 19 euro totdat de kostprijs van de installatie van de traplift is bereikt,
zo vragen deze leden.
2.4 Mogelijkheden lokale bijdragebeleid gemeenten
De leden van de CDA-fractie lezen dat in de toelichting wordt gesteld dat gemeenten ook de bestaande mogelijkheden
voor het vaststellen van de bijdrage voor een algemene voorziening en de bijbehorende
kortingsregeling ongewijzigd laten. Genoemde leden vragen wat de regering hier precies
mee bedoelt.
Artikel 2.1.4a, derde lid
De leden van de SP-fractie constateren dat niet-AOW-gerechtigde meerpersoonshuishoudens vanaf 2019 geen eigen
bijdrage betalen. Genoemde leden ontvingen echter een melding dat mensen hierover
nu al geïnformeerd zijn door het CAK en dat zij iedere periode een brief van het CAK
ontvangen waarin is opgenomen dat de eigen bijdrage nul euro bedraagt. Vindt de regering
deze bureaucratie wenselijk en is de regering bereid dit te stoppen?
De leden van de fractie van de PvdA vragen in hoeverre het wegvallen van de inkomsten uit de hogere eigen bijdragen het
nog mogelijk maakt voor gemeenten om het abonnementstarief voor categorieën van personen
op nul te zetten. Zij vragen een nauwkeurig overzicht van gemeenten die in het huidige
systeem al een aparte regeling voor specifieke categorieën hebben. Het lijkt genoemde
leden een goed idee om te zijner tijd te bekijken in hoeverre gemeenten minima nog
tegemoet kunnen komen na invoeren van het abonnementstarief. Aangezien de regering
deze mogelijkheid wel biedt in het wetsvoorstel gaan deze leden ervan uit dat het
nut van een dergelijk overzicht ook door de regering wordt gezien.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering hoeveel cliënten nu reeds 19 euro per maand of minder betalen,
al dan niet als gevolg van lokaal bijdragebeleid van gemeenten. Kan de regering een
inschatting geven van het aantal mensen dat door de introductie van het abonnementstarief
juist meer gaat betalen, zo vragen genoemde leden. Mogen deze leden ervan uitgaan
dat Wmo-voorzieningen die nu gratis zijn, ook gratis blijven en niet onder het abonnementstarief
gaan vallen?
2.5 Anticumulatie
De leden van de D66-fractie ontvangen graag meer informatie over de anticumulatieregeling. Hoeveel mensen maken
gebruik van deze regeling en gebeurt dit automatisch? Verder vragen genoemde leden
hoeveel geld deze mensen besparen als gevolg van het gebruik van de anticumulatieregeling.
2.6 Maatregelen om de aanzuigende werking te beperken
Zoals eerder gesteld kunnen de leden van de CDA-fractie zich voorstellen dat deze maatregel in de praktijk via een monitor wordt gevolgd.
Genoemde leden vragen hoe de ongewenste effecten in kaart worden gebracht. Wordt bijvoorbeeld
rekening gehouden met de stijging van het aantal ouderen in de samenleving? Zeker
die ouderen die thuis wonen, waardoor de vraag naar Wmo-ondersteuning toe zal nemen?
Daarbij speelt ook dat gemeenten beleidsvrijheid hebben om de Wmo 2015 lokaal anders
in te richten of uit te voeren dan de buurgemeente. Bemoeilijkt dit het «monitoren»
niet, zo vragen deze leden. Graag ontvangen deze leden een uitgebreide toelichting
van de regering hierop.
Daarbij is een ander probleem het geheel van eigen betalingen bij de zogenaamde «zorgval»
tussen extra- en intramurale betalingen. Zowel gemeenten als cliëntorganisaties merken
tijdens de consultatieronde op dat door het abonnementstarief het verschil groeit
tussen eigen bijdragen Wmo 2015 en Wlz. De regering heeft dit eerder ook herkend en
erkend en daarom vragen de leden van de CDA-fractie of de regering een stand van zaken
kan geven over hoe ver het staat met de uitvoering van de motie Slootweg-Dik Faber?
Vervolgens vragen de leden van de CDA-fractie hoe zij de termen «aanzuigende werking»
moeten begrijpen. Het is toch immers zo dat gemeenten zelf verantwoordelijk zijn voor
hun onderzoek? De toegang tot de Wmo 2015 blijft toch ook in stand met deze wetswijziging,
zo vragen genoemde leden. De vraag of iemand in aanmerking komt voor een algemene
dan wel maatwerkvoorziening is nog steeds aan de desbetreffende gemeente en niet afhankelijk
van «iemands» portemonnee. Dat is toch het uitgangspunt van de wet? Wat vindt de regering
ervan dat gemeenten eigen kracht bezien in het al dan niet kunnen betalen van de maximale
eigen bijdrage? Vindt de regering dat – ook gezien de wetsgeschiedenis – passend bij
de Wmo 2015, zo vragen deze leden.
De leden van de D66-fractie achten de monitor van de effecten van dit wetsvoorstel van groot belang. Door middel
van een dergelijke monitor kunnen uitspraken gedaan worden over het wetsvoorstel aan
de hand van eenduidige cijfers zodat de discussie op basis van feiten gevoerd wordt.
Deze leden vernemen graag of al een partij gevonden is die deze monitor uit gaat voeren,
nu alle betrokken partijen akkoord zijn met de opzet gemaakt door Significant. Daarnaast
vragen deze leden hoe het proces eruit zal zien, indien een van de betrokken partijen
aan de hand van de monitor meent dat wijzigingen in het wetsvoorstel noodzakelijk
zijn.
De leden van de SP-fractie constateren dat de gevolgen van het abonnementstarief worden gemonitord. Eventuele
ongewenste effecten die optreden kunnen door middel van een AMvB bestreden worden.
Indien dit het geval is, stuurt de regering de AMvB dan eerst naar de Kamer, zo vragen
genoemde leden. Hoe zorgt de regering ervoor dat gemeenten die te maken hebben met
(ernstige) tekorten gecompenseerd worden? Kan de regering dit uitgebreid toelichten?
Erkent de regering dat de verwachte tekorten op dit moment voor veel gemeenten een
reden is om tegen het abonnementstarief te zijn?
De leden van de fractie van de PvdA zijn verbaasd over het feit dat de regering een aanzuigende werking en grotere toestroom
op Wmo-voorzieningen verwacht, maar daar in de uitwerking van het wetsvoorstel en
in de praktijk geen rekening mee houdt. Het argument dat de exacte toename van de
toestroom lastig is in te schatten vinden genoemde leden geen rechtvaardiging voor
de afwachtende houding van de regering.
Genoemde leden lezen dat de regering stelt dat er «mogelijkheden moeten zijn om de
ongewenste effecten terug te dringen». Kan precies aangegeven worden welke ongewenste
effecten zich theoretisch zouden kunnen voordoen? Kan precies worden aangegeven welke
mogelijkheden er dan zijn om elk ongewenst effect terug te draaien? Tenslotte vragen
deze leden of voorbeelden gegeven kunnen worden van regels die gesteld kunnen worden
bij AMvB met betrekking tot de beoordeling van het college voor het verstrekken van
een maatwerkvoorziening.
De leden van de PvdA-fractie vragen de regering te garanderen dat de AMvB, die ingezet
wordt als er bijvoorbeeld extra toestroom is om de toegang tot de Wmo 2015 te reguleren,
niet leidt tot inperking respectievelijk verslechtering voor cliënten.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering om aan te geven tot hoever de gemeenten nu mogen en kunnen gaan
met de «eigenkrachttoets». Kan de regering aangeven aan welke mogelijke aanvullende
regels zij denkt om de aanzuigende werking te beperken, bovenop de maatregelen die
nu reeds mogelijk zijn?
2.7 Monitor effecten abonnementstarief
De leden van de SP-fractie zijn benieuwd wie de monitor gaan uitvoeren en op welke wijze dit gaat gebeuren.
Kan de regering dit verduidelijken? Welke startdatum wordt voor de monitor als uitgangspunt
genomen, zo vragen genoemde leden.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de regering bereid is om als onderdeel van de monitoring van de effecten
van het abonnementstarief het CPB of een extern onderzoeksbureau te vragen om regelmatig
een nieuwe raming van de kosten te maken, waarbij ook nieuwe en te verwachten ontwikkelingen,
zoals de schaarste van mantelzorg, worden meegenomen.
3. Financiële gevolgen
De leden van de VVD-fractie lezen dat om de financiële gevolgen voor gemeenten te compenseren onder het kopje
Wmo 2015 structureel wordt toegevoegd aan het Gemeentefonds. De toevoegingen aan het
fonds verschillen per jaar met een aantal miljoen. Genoemde leden vragen waarop deze
verschillen zijn gebaseerd. Ook voor cliënten zal het abonnementstarief financiële
gevolgen hebben, waarbij de meeste mensen erop vooruit zullen gaan. De regering verwacht
dat maar weinig mensen een negatief inkomenseffect zullen ervaren. Deze leden vragen
waarop deze verwachting is gebaseerd.
De leden van de CDA-fractie lezen dat de regering stelt dat cliënten, die een algemene voorziening afnemen bij
hun gemeente en onder het abonnementstarief gaan vallen, ook een inkomenseffect zullen
ervaren. In veel gevallen zullen deze mensen erop vooruit gaan. Kan de regering voorbeelden
benoemen wanneer het niet het geval zal zijn?
De leden de D66-fractie zien een grote meerwaarde in dit wetsvoorstel als het gaat om het voorkomen van de
stapeling aan zorgkosten voor mensen die gebruik maken van voorzieningen binnen de
Wmo 2015. De hoogte van deze positieve effecten zullen uiteraard wisselen per gemeente.
Toch ontvangen genoemde leden graag een overzicht van de positieve inkomenseffecten
voor mensen als gevolg van het abonnementstarief. Zou de regering deze inkomenseffecten
kunnen geven voor een gemeente met een gemiddeld eigen bijdrage tarief en een gemeente
met het hoogste eigen bijdrage tarief kunnen geven? Hierbij zouden deze leden in ieder
geval deze inkomenseffecten willen zien voor een alleenstaande met een modaal inkomen,
een alleenstaande met een anderhalf keer het modaal inkomen, een alleenstaande die
AOW ontvangt met een modaal aanvullend pensioen, een alleenstaande die AOW ontvangt
met anderhalf keer een modaal aanvullende pensioen, iemand met een modaal inkomen
waarvan de partner hetzelfde inkomen heeft, iemand met een anderhalf keer modaal inkomen
waarvan de partner hetzelfde inkomen heeft, iemand die AOW ontvangt met een modaal
aanvullend pensioen waarvan de partner hetzelfde inkomen heeft en iemand die AOW ontvangt
met anderhalf keer een modaal aanvullend pensioen waarvan de partner hetzelfde inkomen
heeft.
Daarnaast hebben de leden van de D66-fractie begrepen dat er nu al gemeenten zijn
die een abonnementstarief hebben ingevoerd voor de Wmo 2015. Graag ontvangen deze
leden hier meer informatie over. Sinds wanneer hebben deze gemeenten hiervoor gekozen,
hoe zijn hun ervaringen hiermee en kan de regering nader ingaan op het feit dat deze
gemeenten hier geen problemen mee ondervinden?
De leden van de SP-fractie hebben veel signalen van wethouders en gemeenten binnengekregen over het feit dat
de regering niet genoeg compenseert. Men vreest een stevige toename van het aantal
mensen dat gebruik zal gaan maken van de Wmo 2015. Waarom kiest de regering ervoor
om al vooraf minder te compenseren dat dat aan hogere uitgaven verwacht wordt? Zou
het niet van goed bestuur getuigen om in eerste instantie ruimhartig te compenseren,
zodat gemeenten niet de rekening krijgen van het beleid dat de regering maakt? Genoemde
leden vragen hoe de verwachte hogere uitgaven aan de Wmo 2015 zich verhouden tot de
overige tekorten in het sociaal domein. Kan de regering dit toelichten?
De leden van de SP-fractie zijn benieuwd of de regering inzichtelijk heeft hoeveel
mensen nu een lagere of geen eigen bijdrage hoeven te betalen dan het abonnementstarief.
Hoeveel mensen gaan er als gevolg van deze wetswijziging op achteruit?
4. Gevolgen voor regeldruk
De leden van de VVD-fractie constateren dat een ander belangrijk doel van de invoering van het abonnementstarief
is om de uitvoerbaarheid van de Wmo 2015 te vergroten. Op dit moment zijn allerlei
gegevens en berekeningen nodig om de eigen bijdragen te berekenen en bij te stellen,
indien nodig. Het tarief moet hieraan een einde maken. De uitvoering van het tarief
blijft bij het CAK. Voor genoemde leden is dat een begrijpelijke keuze, het CAK heeft
hiermee immers ervaring. Uit de uitvoeringstoets van het CAK blijkt dat het abonnementstarief
uitvoerbaar is met ingang van 1 januari 2020. De regering schrijft dat bij het CAK
een implementatietijd van 18 maanden wordt gehanteerd en dat gestart wordt met de
bouw van een nieuw ICT-landschap. Dit roept bij genoemde leden enkele vragen op. Wat
wordt verstaan onder een ICT-landschap? Deze leden vragen of de 18 maanden hier realistisch
zijn. De datum van 1 januari 2020 valt een half jaar voor het einde van de implementatietijd,
kan de regering aangeven hoe dit werkt? Wat gebeurt er als het ICT-landschap onverhoopt
nog niet op orde is voor 1 januari 2020?
De leden van de D66-fractie zijn blij om te lezen dat dit voorstel leidt tot lagere administratieve lasten voor
alle betrokkenen. Dit geldt dus voor gemeenten, aanbieders maar vooral ook voor cliënten
zelf. Genoemde leden horen graag welke andere zaken, in het kader van (Ont)Regel de
zorg, zijn ingezet om te leiden tot minder administratieve lasten voor cliënten, aanbieders
en gemeenten binnen de Wmo 2015.
De leden van de fractie van de PvdA verbazen zich over de berekening van de opbrengst van het terugdringen van de regeldruk
door dit wetsvoorstel. De structurele afname van regeldruk voor cliënten wordt geraamd
op maar liefst 2.5 miljoen euro. Er wordt uitgegaan van een uurloon van 15 euro, maar
Wmo-cliënten hebben toch helemaal geen uurloon dat zij uitsparen? Deze leden menen
dat een dergelijke berekening de zaken wel erg rooskleurig voorstelt en zij vragen
waarom de regering dat nodig acht.
5. Consultatie
De leden van de D66-fractie lezen dat een groot aantal partijen heeft gereageerd op het wetsvoorstel in de consultatie
en dat de regering als gevolg hiervan op een aantal punten goede aanpassingen heeft
gedaan. Diverse partijen hebben gesproken over het verschil in de eigen bijdragen
voor verschillende wetten. Genoemde leden zijn blij dat deze regering in alle zorgwetten
stappen heeft genomen. Want, bijvoorbeeld kijkend naar de (dubbele) zorgval in het
geval van de Wlz, kunnen deze verschillen tussen eigen bijdragen groot zijn. Het mogelijke
gevolg is dat mensen «te lang» in de verkeerde «zorgwet» zitten. Hoe kijkt de regering
hier tegenaan? De regering verwijst hierbij in de toelichting naar het onderzoek dat
op dit moment wordt verricht. Graag vernemen deze leden wanneer dit onderzoek gereed
is, wat de onderzoeksvraag is en hoe dit onderzoek wordt uitgevoerd. Tot slot vragen
de leden van de D66-fractie wat verstaan moet worden onder het woord «woningaanpassing».
Vallen aanpassingen aan bijvoorbeeld het toilet hier ook onder? Of wordt dit straks
door elke gemeenten anders geïnterpreteerd, zo vragen deze leden.
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat in de consultatie wordt aangegeven dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
(VNG) en gemeenten zorgen hebben over de effecten van het abonnementstarief op de
benutting van Wmo-voorzieningen, vooral bij de huishoudelijke hulp en woningaanpassingen.
Genoemde leden delen deze zorgen. Hoewel de regering een monitor heeft toegezegd waarin
de effecten van de maatregel zullen worden gevolgd, is het voor deze leden nog onduidelijk
wat zal gebeuren als blijkt dat de Wmo-voorzieningen meer worden benut dan nu wordt
begroot. Op welke wijze gaat de regering de aanzuigende werking monitoren? Welke informatie
wordt in deze monitor meegenomen? Kan de regering deze leden toezeggen dat als blijkt
dat het abonnementstarief een ongewenste aanzuigende werking heeft, de uitgaven van
gemeenten aan het abonnementstarief boven de gecompenseerde 145 miljoen euro ook volledig
gedekt zullen worden? Zo nee, waarom niet?
De leden van de GroenLinks-fractie vrezen dat met voorliggend wetsvoorstel de overgang
naar de Wlz, waar veel hogere eigen bijdragen gelden, zeer onaantrekkelijk wordt.
Een gevolg hiervan zou kunnen zijn dat 24-uurs zorg te laat wordt ingezet, wat kan
leiden tot meer crisisopnames. Onderschrijft de Minister dat het verschil tussen de
eigen bijdrage in de Wlz en in de Wmo 2015 mogelijk negatieve consequenties kan hebben
en is hij bereid om op korte termijn met maatregelen te komen met betrekking tot de
eigen bijdrage in de Wlz? Zo nee, waarom niet?
De leden van de fractie van de PvdA hebben zoals gezegd grote zorgen over de gevolgen voor de minima. Zij vragen in hoeverre
de regering de signalen van de VNG en gemeenten serieus neemt. Een monitor en een
vinger aan de pols lijken onvoldoende recht te doen aan de ernst van de signalen.
Voor het abonnementstarief geldt dat vooral de hoge inkomens hiervan profiteren. Met
het hoge tarief betaalden mensen met een hoger inkomen immers meer. Hoge inkomens
die voorheen zelf iemand in dienst namen voor zorg of een hoge bijdrage betaalden
kunnen nu voor 19 euro per maand zorg krijgen. De prikkel om zelf zorg te regelen
valt dus weg. Hoeveel ruimte hebben gemeenten straks nog om lagere eigen bijdragen
vast te stellen, als de hogere bijdragen niet meer betaald worden en er ook geen prikkel
meer is voor mensen die dat kunnen betalen om zelf hulp in te kopen?
Genoemde leden vragen in hoeverre interpretatieverschillen ten aanzien van «een duurzame
hulpverleningsrelatie« tot problemen kunnen leiden. Wat betekent de beleidsruimte
van gemeenten in deze en welke gevolgen kan dat hebben voor cliënten?
De leden van de fractie van de PvdA vragen welke gevolgen het grotere verschil tussen
bijdragen voor Wmo 2015 en Wlz kan hebben. Hoe wordt uitgesloten dat mensen om verkeerde
redenen gebruik maken van Wmo-voorzieningen?
Genoemde leden vragen ook welk effect het abonnementstarief zal hebben op de overgang
naar de Wlz, zeker voor mensen met een hoger inkomen zal het verschil in eigen bijdrage
groter worden. Kan een overzicht gegeven worden van het verschil tussen bijdragen
Wmo 2015 en Wlz per inkomensgroep?
Eigen bijdragen Wlz voor mensen die in een instelling verblijven, gaan omlaag door
het halveren van de vermogensinkomensbijtelling, maar mensen gaan wel na vier in plaats
van zes maanden al de (veel) hogere eigen bijdrage betalen. Het is aannemelijk dat
mensen daarom langer thuis zullen blijven, als ze naar een verpleeghuis gaan moeten
ze immers ineens een veel hogere bijdrage betalen en al na vier maanden een nog hogere
bijdrage. Mensen zullen de opname in een Wlz-instelling uitstellen, met alle gevolgen
van dien. Wat betekent dit voor de lagere inkomens, zo vragen de leden van de PvdA-fractie.
Wat betekent dit voor de kosten van de Wmo 2015, als mensen om die reden langer thuis
blijven? Voorts vragen genoemde leden wat het betekent voor de druk op de thuiszorg.
Wat betekent het voor de druk op de Spoedeisende Hulp en op de eerstelijnsvoorzieningen?
Tenslotte vragen deze leden wat het betekent voor de zorgzwaarte waarmee mensen uiteindelijk
opgenomen worden in een instelling.
In de toelichting wordt genoemd dat onderzoek wordt uitgevoerd naar de verschillende
eigen bijdragen tussen stelsels en de vraag of en hoe dit beter op elkaar zou moeten
en kunnen aansluiten. De leden van de PvdA-fractie vragen welk onderzoek wordt bedoeld.
Wie voert dit onderzoek uit en wanneer worden de resultaten verwacht?
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat door de introductie van het abonnementstarief de «zorgval» als gevolg
van een overgang van de Wmo- naar Wlz-zorg in de thuissituatie mogelijk groter wordt,
waardoor mensen mogelijk niet de zorg afnemen die ze eigenlijk nodig hebben. Is de
regering bereid, in het kader van het onderzoek naar de verschillende eigen bijdragen
tussen de stelsels en de vraag of en hoe deze beter op elkaar zouden moeten en kunnen
aansluiten, ook specifiek te kijken naar de intramurale en extramurale bijdragesystematiek
in de Wlz? Deze leden wijzen er hierbij op dat met deze wetswijziging ook voor de
Wmo 2015 het onderscheid tussen intramuraal en extramuraal wordt verhelderd. Kan de
regering aangeven wanneer het genoemde onderzoek gereed zal zijn?
6. Advies Raad van State
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat in het advies van de Raad van State wordt gewaarschuwd voor verschraling
van het voorzieningenaanbod. Genoemde leden delen deze zorg. Wat gaat de Minister
doen om zeker te stellen dat de invoering van het abonnementstarief niet tot verschraling
van het zorgaanbod leidt? Welke middelen kan hij hiervoor inzetten?
De leden van de fractie van de PvdA zijn verbaasd over de vaststelling van de hoogte van het abonnementstarief en het
feit dat deze voor iedereen hetzelfde is, ongeacht inkomens- of vermogenspositie.
Zij vragen om meer inzicht te verschaffen met betrekking tot de vaststelling van de
hoogte van dit bedrag en de redenering deze voor iedereen gelijk te maken. Genoemde
leden zijn van mening dat de financiële gevolgen van het abonnementstarief tot bezuinigingen
in andere delen van het sociale domein zullen leiden, waar personen met lagere inkomens
uiteindelijk de dupe van zullen worden. Deze leden vragen een uitgebreide reactie
van de regering op het advies van de Raad van State om het abonnementstarief niet
in te voeren, tenzij hier een dragende motivering wordt gegeven.
De leden van de 50PLUS-fractie lezen dat verschillende betrokken organisaties bang zijn voor de verschraling van
het zorgaanbod. Welke maatregelen gaat de Minister nemen om die verschraling te voorkomen?
De Raad van State stelt in haar advies dat duidelijk gemaakt moet worden hoe met dit
voorstel recht wordt gedaan aan de interbestuurlijke verhoudingen in het gedecentraliseerde
stelsel en met daarbij de betrokkenheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties. Kande regering toelichten waarom aan dit bezwaar van de Raad
van State niet tegemoet is gekomen?
II. ARTIKELSGEWIJZE DEEL
Artikel I, onderdeel C, tweede lid
De leden van de SP-fractie lezen dat de regering stelt dat per AMvB aanvullende regels kunnen worden gesteld
over de beoordeling van het college bij de beslissing tot het verstrekken van een
maatwerkvoorziening. Een voorziening zou niet hoeven te worden verstrekt wanneer iemand
zelf al adequaat en sinds geruime de dienstverlening heeft georganiseerd. Genoemde
leden vragen of dit ertoe kan leiden dat gelijke gevallen op een verschillende aanpak
van de gemeente kunnen rekenen? Dreigt hier geen rechtsongelijkheid?
De voorzitter van de commissie, Lodders
Adjunct-griffier van de commissie, Krijger
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
H.W. Krijger, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.