Brief regering : Voortgang Internationale Klimaatstrategie
31 793 Internationale klimaatafspraken
Nr. 281
BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSHULP EN VAN KLIMAAT
EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 mei 2025
In deze brief informeren wij uw Kamer, mede namens de Minister en Staatssecretaris
van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat en de Staatssecretaris van Openbaar Vervoer en Milieu, de Minister van
Economische Zaken, de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Jeugd, Preventie
en Sport, over de voortgang van de uitvoeringsmaatregelen van de Rijksbrede Internationale
Klimaatstrategie, zoals is toegezegd in de Kamerbrief van 23 juni 2023 (Kamerstuk
31 793, nr. 252). Deze voortgangsrapportage volgt de oorspronkelijke indeling van de Internationale
Klimaatstrategie, u kunt deze in de bijlage vinden.
Hiermee is voldaan aan de toezegging om jaarlijks te rapporteren over de uitvoeringsmaatregelen
van het vorige kabinet. Dit kabinet kiest er uit efficiëntie-overwegingen voor om
in het vervolg over zijn inspanningen te rapporteren in de reguliere rapportagecycli
en thematische Kamerbrieven zoals het jaarlijkse verslag van de VN-klimaatconferentie.
Hierbij zal ook worden ingegaan op het effect van de geopolitieke ontwikkelingen op
de voortgang van de uitvoeringsmaatregelen.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.T.M. Hermans
Bijlage – uitvoeringsmaatregelen in 2024
Mitigatie
Innovatie
Innovatiemissies helpen Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen bij het leggen
van internationale contacten en het aangaan van samenwerking met hun buitenlandse
tegenhangers. In 2024 vonden zeven innovatiemissies plaats op het snijvlak van innovatie,
technologie en klimaat. De missies gingen naar de Verenigde Staten, China, Frankrijk,
India, Brazilië en Zuid-Korea. Thematisch waren de missies ingestoken op offshore
wind, duurzame luchtvaart, duurzame chemie, bioraffinage, waterstoftechnologie en
nucleaire technologie.1 Om internationale samenwerking verder te stimuleren maakt Nederland gebruik van instrumenten
als Eurostars en Global Stars, die internationale samenwerking bij R&D en innovatieprojecten
ondersteunen. Onder Eurostars 3 zijn sinds 2021 36 MKB innovatie-samenwerkingsprojecten
goedgekeurd die een bijdrage leveren aan klimaatdoelen. Van deze 36 projecten zijn
er twee met projectpartners buiten Europa, namelijk Canada. Onder Global Stars werden
in 2024 drie projecten met Brazilië met een focus op verduurzaming goedgekeurd.
Caribisch deel van het Koninkrijk
In 2024 is een strategische klimaatagenda van het Koninkrijk vastgesteld. Deze agenda
vormt de basis van de landen om te komen tot een plan van aanpak met betrekking tot
klimaatmitigatie en -adaptatie. Het Rijk ondersteunt op verzoek van de landen deze
opgaven. Verder zet het Rijk zich in om een bijdrage te leveren aan de energietransitie
via Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++) middelen voor
de landen.2 Het Rijk heeft aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een opdracht verstrekt
om de landen hierin te ondersteunen. Met Curaçao is de verkenning gestart van een
groene waterstofketen in het land. Dit betreft een privaat-publieke samenwerking waarin
Nederlandse brancheorganisaties participeren. Het inzetten van waterstof als duurzame
energiedrager zou niet alleen kansen kunnen bieden voor Curaçao, maar ook voor de
eilanden in de regio die de transitie maken naar een duurzame energievoorziening.
Het kabinet ondersteunt bovendien de bestuurscolleges van Bonaire, Sint-Eustatius
en Saba (BES-eilanden) bij de totstandkoming van de klimaatplannen met middelen, capaciteit
en expertise. Ieder eiland werkt aan een eigen klimaatplan over adaptatie en mitigatie
dat past bij de lokale omstandigheden. Op Bonaire is gekozen voor het inrichten van
een klimaattafel, waarin stakeholders onder leiding van een onafhankelijk voorzitter,
de heer Reynolds Oleana, tot een gedragen intentie en plan komen. De voorzitter is
benoemd door het Bestuurscollege Bonaire en is in augustus 2024 van start gegaan.
De voorzitter streeft naar een zo breed mogelijke actieve participatie van de gemeenschap.
Dit vergt tijd, daarom zal het klimaatplan naar verwachting begin 2026 gereed zijn.
De Openbare Lichamen van Saba en Sint-Eustatius werken aan een klimaatplan door het
creëren van een kennisbasis, voeren van stakeholdergesprekken en het identificeren
van prioriteiten. De afronding is nu voorzien rond midden 2025. Ten slotte kan gemeld
worden dat de laatste fase van het ontwikkelen van het zonnepark in Sint-Eustatius
is afgelopen en eind januari 2025 in gebruik is genomen.
Afgelopen najaar heeft het kabinet twee studies met de Kamer gedeeld die relevant
zijn voor het klimaatbeleid in Caribisch Nederland. Het gaat om een overzicht van
de verwachte effecten van klimaatverandering op de BES-eilanden voor tien maatschappelijke
sectoren. Ook zijn er risicoprofielen opgesteld voor overstromingen op de BES-eilanden
aan de hand van de inzichten uit de nieuwste KNMI-klimaatscenario’s.3 Tot slot, worden de BES-eilanden ondersteund bij het uitvoeren van concrete klimaatadaptatiemaatregelen,
zoals het herstellen van dammen op Bonaire en het opzetten van regenwateropvang op
Saba. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met verschillende ministeries in het kader
van het Natuur- en Milieubeleidsplan Caribisch Nederland.
Toegang tot hernieuwbare energie – SDG7
Nederland droeg in meerdere landen, met name in Sub-Sahara Afrika, bij aan de bevordering
van toegang tot hernieuwbare energie, waaronder schoon koken. Dit wordt vaak gedaan
in samenwerking met Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen. Sinds 2015 zijn er
dankzij Nederlandse inzet cumulatief 27,7 miljoen mensen bereikt. In lijn met de beleidsbrief
Ontwikkelingshulp wordt de inzet op kleinschalige hernieuwbare energie vanaf 2025
verminderd, ook financieel.4 Lopende programma’s zullen in de komende paar jaar aflopen.
Nationale Grondstoffenstrategie (NGS)
Voor de realisatie van de energietransitie en onze energieonafhankelijkheid is beschikbaarheid
van materialen voor hernieuwbare energie-toepassingen cruciaal. In dat kader werkt
het kabinet via de Nationale Grondstoffenstrategie (NGS)5 en de Europese Critical Raw Materials Act (CRMA)6 ook aan de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen en materialen. Onderdeel
daarvan is de inzet op diversificatie. Zo zijn samenwerkingsverbanden afgesloten op
het gebied van kritieke grondstoffen met onder andere Quebec. Daarnaast is verkend
welke rol Nederland, inclusief Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen, kan spelen
bij de invulling van de EU-grondstoffenpartnerschappen met onder andere Chili en Australië.
De Speciaal Vertegenwoordiger Grondstoffen is afgelopen jaar aangesteld om het kabinet
hierbij te ondersteunen. Ook zet het kabinet in op verduurzaming van internationale
grondstoffenketens, zoals het tegengaan van kinderarbeid en watervervuiling in mijnbouw.
Duurzame grondstoffenproductie zorgt namelijk voor stabiele(re) toeleveringsketens
met minder disrupties. Nederland verlengde daarom in 2024 de steun aan de Wereldbank
voor lokale ketenontwikkeling en klimaatslimme mijnbouw in producerende ontwikkelingslanden.
Ook publiceerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een studie naar de milieu-impact
van grondstoffenwinning en -verwerking voor de hernieuwbare energiesector, die is
gebruikt om dit onderwerp internationaal te agenderen, zoals tijdens het Intergovernmental Forum on Mining, Minerals,
Metals and Sustainable Development (IGF). Tot slot werkt het kabinet onder de NGS ook aan publiek-private trajecten
voor meer weerbare internationale waardeketens van productgroepen die essentieel zijn
voor de energietransitie, zoals wind op land en zee, elektrolysers en batterijen.
Circulaire economie
Om de klimaatdoelstellingen te kunnen halen, moet ook ingezet worden op de grondstoffentransitie.
Een circulaire economie zorgt voor ongeveer twintig procent minder broeikasgassen.
Mede dankzij Nederlandse diplomatieke inzet hebben de grootste multilaterale ontwikkelingsbanken
in 2024 een gezamenlijke visie gepresenteerd over hoe zij samen verantwoordelijkheid
nemen om de circulaire economie aan te jagen als duurzame economische ontwikkelingsagenda,
om zo ook bestaande klimaatdoelen dichterbij te brengen in hun leen- en investeringspraktijk.
Verder maakt Nederland zich in Europees verband hard voor de transitie naar duurzame
koolstof als grondstof voor de chemische industrie. Op 16 april 2024 is op initiatief
van Nederland een Joint Statement op dit onderwerp aangeboden aan Eurocommissaris Wopke Hoekstra, waarin de Europese
Commissie werd aangespoord om de markt voor duurzame koolstof in deze context te stimuleren.
Dit Joint Statement is inmiddels officieel ondertekend door zeven verschillende landen en er wordt samengewerkt
met de Europese Commissie over de opvolging van de boodschappen. Door de vraag naar
duurzame koolstof op Europees niveau te stimuleren, ontstaat een Europees gelijk speelveld
en wordt een wereldwijde markt gecreëerd. Dit komt de verduurzamingsopgaven van de
Nederlandse industrie ten goede en stimuleert afzet en innovatie voor Nederlandse
producenten van duurzame koolstof. Om daar vroegtijdig op in te spelen, heeft Nederland
op de klimaatconferentie in Bakoe (COP29) zijn visie op duurzame koolstof ook mondiaal
verder kenbaar gemaakt.
In 2024 vond de Circular Economy Strategy Week plaats, dit event was mede georganiseerd door RVO. Door dit event heeft het Nederlandse
bedrijf Harvest Waste in Nigeria een memorandum van overeenstemming (MoU) met Lagos State getekend voor
de ontwikkeling van een waste-to-energy fabriek, met Invest International als medefinancier. Deze fabriek moet stroom leveren
voor meer dan 40.000 huishoudens en als het gerealiseerd is, zal dit de grootste waste-to-energy plant van Afrika zijn.
Mobiliteit
In de Inland Transport Committee (ITC) zijn onder Nederlands voorzitterschap belangrijke stappen gezet richting een
emissievrije landgebonden transportsector. Met de adoptie van ITC-klimaatstrategie
zijn nu de klimaatambities voor de land-, lucht- en zeevaartsectoren op VN-niveau
met elkaar in lijn gebracht. Daarnaast is binnen het ITC, onder aanvoering van Nederland,
het EV Fast & Smart charging cluster in december 2024 opgericht. Het cluster beoogt om de prestaties van elektrische voertuigen
op het gebied van snelladen en slim laden op een uniforme wijze te gaan bepalen en
te communiceren. Zo wordt snelladen en slim laden wereldwijd betrouwbaarder en kunnen
bedrijven en consumenten die voertuigen kopen de laadprestaties op een eerlijke wijze
vergelijken. Verder zijn er stappen gezet om de transitie naar emissievrije logistiek
te stimuleren. Er hebben zich nu in totaal 230 bedrijven en 38 nationale overheden
aangesloten bij de Global MoU on Zero Emission Medium- and Heavy Duty Vehicles, waarin zij zich committeren aan een 100 procent nul-emissie nieuwverkoopambitie
van bussen en trucks in 2040. Op het gebied van de scheepvaart heeft Nederland in
2024 proactief bijgedragen aan intensieve onderhandelingen in de Internationale Maritieme
Organisatie (IMO) over klimaatmaatregelen. In april 2025 is in het milieucomité een
akkoord bereikt over de maatregelen die de doelstellingen uit de IMO-klimaatstrategie
van 2023 moeten realiseren. De Minister van IenW zal de Tweede Kamer hierover nader
informeren. Adoptie van de maatregelen dient in oktober 2025 te gebeuren.
Voedselsystemen, bossen en biodiversiteit
Om het Nederlandse bedrijfsleven zo goed mogelijk voor te bereiden op aanstaande EU-ontbossingswetgeving
(EUDR), werkt Nederland in de implementatie samen met sectororganisaties en partnerlanden
via het LVVN Attaché Netwerk (LAN). Zo organiseerde Nederland afgelopen jaar dry-runs voor overheden en bedrijven, hierin wordt ervaren wat er verwacht wordt van bedrijven
onder de EUDR. De geleerde lessen kunnen gebruikt worden bij de voorbereiding op de
wetgeving. In Brazilië heeft de Nederlandse ambassade bij een dry-run voor soja experts vanuit het bedrijfsleven en de overheid in zowel Brazilië als Nederland
gezamenlijk laten kijken naar de kansen en uitdagingen van de EUDR. Deze experts hebben
aanbevelingen voor een efficiënte implementatie gedaan die verder worden gedeeld met
andere belanghebbenden waaronder de Europese Commissie om er gezamenlijk opvolging
aan te geven.
Een belangrijk onderdeel van de inzet op volhoudbare voedselsystemen en het aanpakken
van klimaatverandering is het tegengaan van voedselverspilling en voedselverliezen.
In 2024 heeft het kabinet zich internationaal ingezet om voedselverlies te verminderen
en voedselzekerheid te vergroten, waarbij ook het Nederlandse bedrijfsleven, kennis
– en financieringsinstellingen zijn betrokken. Zo ondersteunde Nederland een haalbaarheidsstudie
in Ethiopië voor koelopslaginfrastructuur, werd Cool Port Addis in Ethiopië ontwikkeld om tuinbouwexport te verbeteren, en startte een pilot
in Oost-Afrika gericht op duurzame koeloplossingen met bijdragen van Wageningen University
& Research, het Netherlands Food Partnership en andere Nederlandse partners. Daarnaast organiseerde Nederland een internationale
conferentie over voedselverspilling, waar 350 deelnemers uit 33 landen nieuwe samenwerkingen
en oplossingen verkenden.
Tevens ontwikkelt de Taskforce on Nature-related Financial Disclosures (TNFD), mede opgericht door het Ministerie van LVVN, met een subsidie van het Ministerie
van LVVN, een leidraad voor bedrijven en financiële instellingen om transitieplannen
voor natuur op te stellen. Deze plannen helpen organisaties hun bijdrage aan de natuur
gestructureerd en coherent te beheren en de aan natuur gerelateerde financiële risico’s
in kaart te brengen en te beheersen. De werkbaarheid van de leidraad wordt vergroot
doordat ze aansluit op bestaande marktpraktijken voor klimaattransitieplanning. De
definitieve richtlijnen worden dit jaar verwacht, mogelijk na een testperiode met
marktdeelnemers.
Adaptatie
Voedselsystemen, bossen en biodiversiteit
Nederland organiseert agro-innovatiemissies voor het Nederlands bedrijfsleven en Nederlandse
kennisinstellingen om de doorontwikkeling naar volhoudbare voedselsystemen te stimuleren
en het Nederlands verdienvermogen te versterken. In 2024 vonden er onder andere missies
plaats op het terrein van verduurzaming van de veehouderij naar Kenia, precisielandbouw
en digitalisering naar de VS en Nieuw-Zeeland en gewasbescherming en bioinputs naar
Brazilië.
Het Nederlands bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijk organisaties, de
ministeries BZ en LVVN, werken via SeedNL samen om met Nederlandse kennis en expertise
de zaadsector in midden en lage inkomenslanden te versterken. In 2024 heeft SeedNL
nieuwe samenwerkingen opgezet met Bangladesh en India. Dit draagt bij aan het Nederlands
verdienvermogen, voedselzekerheid en de weerbaarheid van Bangladesh en India tegen
klimaatverandering.
Water
Het kabinet blijft zich inzetten om water en adaptatie hoog op de internationale klimaatagenda
te houden. Hiermee geeft Nederland, als voormalig gastheer, opvolging aan de resultaten
van de VN 2023 Waterconferentie bij verschillende internationale fora, zoals de Wereldbank
en IMF-jaarvergaderingen, de G20 in Brazilië en COP29. Tijdens COP29 lanceerde het
voorzitterschap de eerste UNFCCC-waterverklaring waarover uw Kamer op 10 december
jl. is geïnformeerd.7 Daarnaast is het rapport van de door Nederland geïnitieerde Global Commission on the Economics of Water gepresenteerd. In dit rapport worden aanbevelingen gedaan voor duurzaam watergebruik
en over de rol van water in het hart van klimaatactie. In het kader van het International Panel for Deltas and Coastal Areas, één van de Nederlandse initiatieven in de Water Actie Agenda8, is een start gemaakt aan de ontwikkeling van adaptatiestrategieën voor zes Caribische
eilanden. Ook worden Nederlandse bedrijven ingezet om klimaatadaptieve oplossingen
en planvorming te ontwikkelen voor steden zoals in bijvoorbeeld Colombia, India en
Vietnam. Klimaatadaptatie- en wateruitdagingen worden vaak als beginpunt gebruikt
voor samenwerking en handel. Daarnaast hebben Nederlandse kennisinstellingen via de
Coalition for Disaster Resilient Infrastructure modules ontwikkeld om met klimaatrisico’s, klimaatweerbare infrastructuur en op de
natuur gebaseerde innovaties om te gaan.
Volksgezondheid
Nederland heeft samen met Peru een nieuwe resolutie over klimaatverandering en gezondheid
geïnitieerd. Deze resolutie is in mei 2024 unaniem aangenomen tijdens de World Health Assembly. Voor de implementatie van deze resolutie heeft Nederland vervolgens input geleverd
om tot een ambitieus Global Plan of Action van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) met concrete en integrale maatregelen op
het gebied van klimaatverandering en gezondheid wereldwijd. Daarnaast heeft Nederland
samen met de kleine eilandstaat Palau een UNFCCC Group of Friends of
Climate and Health opgericht om gezamenlijk met andere landen te onderzoeken hoe gezondheid beter kan
worden meegenomen in nationale klimaatplannen, bijvoorbeeld met betrekking tot verspreiding
van infectieziekten, hittestress en luchtkwaliteit, en hoe de gezondheidssector effectief
kan bijdragen aan het behalen van de doelstellingen uit de Overeenkomst van Parijs.
Met China is in 2024, in het kader van het Global Health Partnerships Programme, een tweejarig bilaterale samenwerking op green hospital development gestart. Hierbij levert Nederland kennis en expertise, die zich onder andere richt
op verlaging van de emissies van ziekenhuizen, circulaire Intensieve Care afdelingen
en groene inkoop van medische apparatuur en apparaten. In Kenia is Nederland eenzelfde
samenwerkingsverband overeengekomen met het Keniaanse Ministerie van gezondheid, om
te werken aan kwetsbaarheid-analyses als input voor nationale adaptatieplannen. In
dat kader heeft TNO, vanuit de Global Health Hub Nederland, een prototype met Keniaanse data ontwikkeld voor de beoordeling van het
risico op hitte- en luchtverontreiniging. Dit is vervolgens door de WHO op COP29 gepresenteerd
als succesvol voorbeeld van stappen die kunnen worden genomen richting klimaatbestendige
en duurzame gezondheidssystemen. In India wordt klimaatverandering opgenomen in het
vernieuwde MoU Health met het Indiase Ministerie van gezondheid, als een van de thema’s waarop de komende
jaren nauwer zal worden samengewerkt, zoals het bevorderen van circulariteit in het
medische domein.
Financiering
Uitfaseren fossiele voordelen
Voor het bevorderen van de energietransitie, zowel binnen Europa als daarbuiten, zet
het kabinet er op in dat dit in internationaal verband gebeurt. Het kabinet hecht
immers aan duidelijke en stabiele marktprikkels die bedrijven stimuleren om duurzame
energieoplossingen te ontwikkelen en toe te passen, en zo onafhankelijker te worden
van het importeren van fossiele energie. Als voorzitter van Coalition on Phasing Out Fossil Fuel Incentives Including Subsidies (COFFIS), de internationale coalitie voor het uitfaseren van fossiele subsidies en
voordelen, heeft Nederland het afgelopen jaar de coalitie steviger kunnen neerzetten.
Dit, onder andere, door het International Institute for Sustainable Development (IISD) als zelfstandig secretariaat aan te nemen en door vier nieuwe leden, namelijk
het Verenigd Koninkrijk, Nieuw-Zeeland, Colombia en Zwitserland te verwelkomen, wat
het totaal aantal lidstaten brengt naar zestien. COFFIS heeft het afgelopen jaar gewerkt
aan verschillende doelen die gesteld zijn in het werkplan, zoals het vergroten van
transparantie betreffende fossiele subsidies, wat is gedaan door nationale inventarissen
te publiceren. Daarnaast heeft COFFIS vijf bijeenkomsten georganiseerd, waaronder
een publiek event over het adresseren van internationale barrières bij het uitfaseren
van fossiele voordelen met de focus op luchtvaart en scheepvaart. COFFIS hoopt hiermee
niet alleen de eigen lidstaten te motiveren, maar ook andere landen aan te sporen
om stappen te zetten op dit onderwerp om zo een gelijk speelveld te creëren.
Innovatieve financiering
Het kabinet continueerde in 2024 de inzet gericht op het mobiliseren van private financiering
voor de klimaat- en ontwikkelingsdoelen in ontwikkelingslanden. Internationaal heeft
het kabinet innovatieve financieringsoplossingen onder de aandacht gebracht, onder
andere tijdens COP29. Het in Nederland gevestigde Impact Loan Exchange Fund (ILX), dat in de opstartfase door het kabinet is gesteund, en dat private financiering
mobiliseert via co-investeringen in projecten van ontwikkelingsbanken voor de klimaat-
en ontwikkelingsdoelen, heeft in 2024 bekend gemaakt verder op te schalen naar USD
1,7 miljard aan investeringen van institutionele partijen.
Bijdrage aan IMF Resilience and Sustainability Trust
Nederland heeft in 2024 nog eens ruim EUR 2 miljard aan Special Drawing Rights (SDR’s) doorgeleend aan het Resilience and Sustainability Trust (RST) van het IMF, boven op een eerdere lening in SDR’s aan de RST van ongeveer EUR
1,5 miljard. Deze lening van ruim EUR 2 miljard in 2024 ging gepaard met een donatie
van ongeveer EUR 34 miljoen aan de reserveaccount van de RST. De RST ondersteunt het
weerbaar maken van economieën van lage- en middeninkomenslanden tegen mogelijke toekomstige
betalingsbalansproblemen als gevolg van externe schokken door bijvoorbeeld klimaatverandering.
De landen die hiervoor in aanmerking komen kunnen een (concessionele) lening aanvragen
in ruil voor economische hervormingen, bijvoorbeeld op het gebied van de overheidsfinanciën,
belastingen, en de regulering van de financiële sector. Deze hervormingen kunnen vervolgens
bijdragen aan het mobiliseren van aanvullende publieke en private (klimaat)financiering.
Bijdragen aan Wereldbank
Ook binnen de Wereldbank zet Nederland zich in voor het verhogen van klimaatfinanciering.
Zo heeft Nederland een hybride kapitaalinleg van EUR 68 miljoen gedaan bij de International Bank for Reconstruction and Development (IBRD), waarmee EUR 550 miljoen aan nieuwe leningen voor globale uitdagingen zoals
klimaat wordt mogelijk gemaakt.9
Coalition of Finance Ministers for Climate Action
Nederland is co-voorzitter van de Coalition of Finance Ministers for Climate Action (CFMCA). De CFMCA heeft in 2024 drie ministeriële meetings georganiseerd: tijdens
de WB/IMF voorjaarsvergadering, tijdens de jaarvergadering en tijdens COP29 in Bakoe.
In 2024 is ook het tweede Climate Action Statement (CAS) gelanceerd. Dit is een inventaris van klimaatmaatregelen die leden het afgelopen
jaar genomen of opgeschaald hebben of het komende jaar zullen nemen. Het CAS draagt
bij aan verdere kennisdeling onder leden. Ten opzichte van 2023 is de input van landen
gegroeid naar bijna 500 acties door ruim 60 leden. Leden tonen met name een sterke
toename van activiteit op het gebied van coördinatie en strategie, groene financiering,
koolstofbeprijzing en het uitfaseren van subsidies.
Nederlandse bijdrage aan USD 100 miljard klimaatfinancieringsdoelstelling
De klimaatrelevantie van nieuwe programma’s binnen de sectoren water, voedselzekerheid
en humanitaire hulp neemt verder toe en daarmee de Nederlandse bijdrage aan de internationaal
overeengekomen verplichting USD 100 miljard te mobiliseren voor klimaatactie in ontwikkelingslanden.
In het HGIS-verslag 2024 ontvangt uw Kamer een bijlage met een overzicht van de gerealiseerde
klimaatfinanciering.
Uitvoeringsinstrumentarium
Economische diplomatie
Met economische diplomatie werden kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven en kennisinstellingen
verzilverd. Zo werd in 2024 een economische missie georganiseerd naar Vietnam op de
thema’s agrofood, water, en logistiek. Klimaatadaptatie, kustbescherming en een duurzame
logistieke keten zijn grote uitdagingen in de Vietnamese Mekongdelta en bieden kansen
voor innovatieve en duurzame oplossingen vanuit Nederlandse kennisinstellingen en
het bedrijfsleven.
Klimaatdiplomatie G20
Het kabinet verwacht tevens ambitie van de grootste uitstoters, met name de G20-landen
die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor ongeveer 80 procent van de wereldwijde
uitstoot. Zo is bijvoorbeeld China hard op weg om de grootste historische uitstoter
van de wereld te worden.10 Om nauw contact te blijven hebben, organiseerde Nederland een werkbezoek van klimaatgezanten
uit enkele EU-lidstaten aan China om te spreken over de wereldwijde opgave om opwarming
te beperken tot 1,5 graad Celsius. Nederland zette daarbij in op uitvoering van gemaakte
mitigatieafspraken, die bijdragen aan een gelijk speelveld.11
Dwarsdoorsnijdende thema’s
Ook heeft het kabinet zich in 2024 ingezet voor de dwarsdoorsnijdende thema’s van
de strategie, zo is de samenwerking voortgezet met de VN-jongerenvertegenwoordigers,
het We Are Tomorrow Global Partnership (WAT-GP), Arab Youth Green Voices (AYGV) en World Youth for Climate Justice (WYCJ) voor het waarborgen van betekenisvolle en structurele participatie van jongeren
in klimaatbeleid in Nederland en wereldwijd. Via deze organisaties droeg Nederland
bij aan vertegenwoordiging van Nederlandse en internationale jongeren op COP29. Ook
is er speciale aandacht geweest voor vrouwen en meisjes binnen klimaatprogramma’s
en in het uitdragen van het klimaatbeleid, want inzet hierop leidt tot effectiever
beleid. Zo droeg Nederland via het multi-donor partnerschap Energising Development
(EnDev) bij aan toegang tot financiering en technische training binnen bedrijven voor
vrouwen.
Indieners
-
Indiener
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Medeindiener
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei