Brief regering : Halfjaarverslag milieu en externe veiligheid Schiphol
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 516
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 augustus 2024
Hierbij ontvangt u het halfjaarlijkse overzicht van de resultaten van het toezicht
van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) op de naleving van de (vigerende)
normen en regels voor milieu en externe veiligheid voor Amsterdam Airport Schiphol.
In het overzicht wordt u daarnaast geïnformeerd over zaken die van belang zijn voor
de handhaving van de regels voor preferentieel baangebruik in het nieuwe Normen- en
Handhavingstelsel Schiphol (NNHS), zoals die zijn opgenomen in de ontwerpwijziging
Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB).
In deze brief wordt verslag uitgebracht over de eerste helft van het gebruiksjaar
2024, de periode van 1 november 2023 tot en met 30 april 2024.
De halfjaarresultaten van het toezicht en de acties vanuit de ILT luiden als volgt:
• De gerealiseerde aantallen vliegbewegingen blijven achter bij de gebruiksprognose:
voor het etmaal is 47% en voor de nacht is 30% van de geprognotiseerde vliegtuigbewegingen
gerealiseerd. Ten opzichte van de eerste 6 maanden van het voorgaande gebruiksjaar
is het aantal vluchten in het hele etmaal met 14% en het aantal nachtvluchten met
6% toegenomen.
• Volgens de wettelijke handhavingspunten is de geluidruimte halverwege het gebruiksjaar
voor minder dan 50% verbruikt, met uitzondering van de handhavingspunten 19, 20, 24
en 25. De geluidruimte in deze vier handhavingspunten is halverwege het gebruiksjaar
voor meer dan 50% verbruikt. De verbruikte geluidsruimte is gebaseerd op de vervangende
grenswaarden die voor gebruiksjaar 2024 zijn vastgesteld vanwege groot onderhoud aan
de Kaagbaan. Deze zijn op 14 februari 2024 van kracht geworden. Aan het einde van
het gebruiksjaar zal de ILT beoordelen of er een overschrijding van de grenswaarden
op de handhavingspunten heeft plaatsgevonden.
• De verwachting is dat de grenswaarden voor de uitstoot van stoffen (emissies) en voor
de externe veiligheid aan het einde van gebruiksjaar 2024 onder de geldende grenswaarden
zullen blijven.
• In de eerste helft van gebruiksjaar 2024 hebben er 9.595 nachtvluchten met handelsverkeer
plaatsgevonden. Het maximumaantal toegestane nachtvluchten handelsverkeer bedraagt
32.000 per gebruiksjaar. Het totaal aantal vliegtuigbewegingen bedroeg het eerste
half jaar 228.138 vliegtuigbewegingen.
• De ILT heeft een waarschuwingsbrief en een voornemen tot last onder dwangsom aan een
luchtvaartmaatschappij gestuurd in verband met het zonder geldige reden afwijken van
vertrekroutes voor de nacht.
• De Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) heeft de regels voor het routegebruik die
voor hen gelden niet overtreden.
• Vanwege het groot baanonderhoud was de Kaagbaan vanaf 19 februari 2024 tot en met
25 april 2024 niet beschikbaar voor starts en landingen. De ILT heeft 51 vluchten
geconstateerd die vielen onder een vrijstellingsbepaling van de Tijdelijke Regeling
groot onderhoud banenstelsel Schiphol 2024. Daarvan vielen 40 starts onder de vrijstellingsbepalingen
voor het groot onderhoud aan de Kaagbaan. De overige 11 starts vielen onder de vrijstellingsbepalingen
voor het groot onderhoud aan andere banen. De ILT heeft buiten de genoemde periode
geen onrechtmatige starts of landingen op andere banen geconstateerd.
• Het gebruik van de APU (auxiliary power unit, hulpmotor van een vliegtuig) leidt tot
ongewenste emissies op de luchthaven. Vermindering is in het belang van gezonde werkomstandigheden.
In het LVB Schiphol staan regels voor het gebruik van de APU. De ILT constateerde
in 2022 op basis van onderzoek dat de APU te veel gebruikt wordt. In opdracht van
de ILT heeft Schiphol samen met andere sectorpartijen een actieplan opgesteld om het
APU-gebruik te verminderen. In de eerste helft van gebruiksjaar 2024 zijn een aantal
acties uit dat actieplan gerealiseerd en een aantal nog niet. Vanaf 1 juli 2023 is
de ILT gestart met controles op het APU gebruik op de vliegtuigopstelplaatsen (VOP).
De ILT constateert dat haar controles hebben geleid tot een verbetering in de naleving
van de regels voor het APU-gebruik. Ook werkt Schiphol eraan om op meer platforms
schonere alternatieven beschikbaar te stellen. Niettemin is in de eerste helft van
het gebruiksjaar een eerder opgelegde dwangsom tegen KLM ingevorderd en is aan Turkish
Airlines een brief verstuurd waarin de ILT aankondigt dat zij voornemens is een last
onder dwangsom op te leggen vanwege ongeoorloofd APU-gebruik.
Anticiperend handhaven Nieuwe Normen en Handhavingstelsel (NNHS)
• De ILT handhaaft anticiperend op het NNHS. Dit houdt in dat de ILT geen maatregelen
aan de sector oplegt bij overschrijdingen van de grenswaarden in handhavingspunten,
als de overschrijdingen het gevolg zijn van het vliegen volgens de regels van het
NNHS, zoals vastgelegd in de ontwerpwijziging van het LVB. Het gaat om 4 regels voor
strikt preferentieel baangebruik. Uit de ontvangen rapportage bleek dat op 30 april
2024, de eerste helft van het gebruiksjaar, de verklaarbaarheidspercentages van alle
vier de baanregels boven het vereiste minimum liggen.
Opleggen van maatregelen
• Over gebruiksjaar 2023 had de ILT een overschrijding geconstateerd in handhavingspunt
25. Tegelijkertijd constateerde de ILT een onvoldoende score op baanregel 2b van het
NNHS. De ILT heeft dit gemeld in de handhavingsrapportage over gebruiksjaar 2023.
De maanden daarna heeft de ILT onderzoek gedaan naar feiten en omstandigheden die
een rol speelden bij deze twee constateringen. Het onderzoek is begin juli 2024 afgerond.
Hieruit is gebleken dat de overschrijding van handhavingspunt 25 voor het overgrote
deel verklaard kon worden uit vliegen volgens het NNHS. In het kader van het anticiperend
handhaven is de ILT dan genoodzaakt niet handhavend op te treden. Dit illustreert
dat het huidige stelsel geen individuele (rechts)bescherming en lokale bescherming
biedt voor omwonenden tegen geluidhinder en slaapverstoring.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Halfjaarverslag milieu en externe veiligheid Schiphol
Deze halfjaarrapportage is opgesteld door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
en is een wettelijke verplichting (art. 8.29 Wet luchtvaart). De rapportage beslaat
de periode 1 november 2023 tot en met 30 april 2024.
Voor Schiphol gelden normen voor geluid, het maximum aantal nachtvluchten, de uitstoot
van luchtverontreinigende stoffen (emissies) en de veiligheid voor de omgeving (externe
veiligheid). Daarnaast gelden er regels voor het baan- en routegebruik en voor de
uitstoot van luchtverontreinigende stoffen op het luchtvaartterrein. Deze normen en
regels staan in het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB). De ILT ziet erop toe
dat Schiphol, Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en de luchtvaartmaatschappijen
die gebruik maken van Schiphol deze normen en regels naleven.
Bij overschrijding van een grenswaarde uit het LVB heeft de ILT de beginselplicht
om aan de sector in het volgende gebruiksjaar een maatregel op te leggen. Het doel
daarvan is om te voorkomen dat de overschrijding zich opnieuw voordoet. De ILT stelt
volgens de regelgeving de overschrijdingen van normen pas vast na afloop van een gebruiksjaar.
Dit betekent dat de ILT in deze halfjaarrapportage over het gebruiksjaar 2024 nog
geen uitspraak kan doen over eventuele maatregelen in het daaropvolgende gebruiksjaar.
Tegen overtredingen van regels (bijvoorbeeld baan- en routeafwijkingen) kan de ILT
wel direct optreden. De resultaten hiervan worden in deze halfjaarrapportage vermeld.
Geluid
Voor het vliegverkeer van en naar Schiphol gelden grenswaarden voor het totaal volume
geluid (TVG) en voor de lokale hoeveelheid geluid in een aantal vaste handhavingspunten
rondom Schiphol. Deze grenswaarden mogen aan het einde van het gebruiksjaar (31 oktober
2024) niet overschreden zijn. Uit de toegezonden rapportages blijkt dat de gebruikte
geluidsruimte in 4 handhavingspunten halverwege het gebruiksjaar meer dan 50% bedraagt
(handhavingspunten 19, 20, 24 en 25). Halverwege het gebruiksjaar zijn er ruim 227.000
vliegtuigbewegingen geweest. Dit is ongeveer 14% meer dan in het eerste halfjaar van
gebruiksjaar 2023 en ongeveer 47% van de geprognotiseerde vliegbewegingen ten opzichte
van de capaciteitsdeclaratie 2024.
Nachtvluchten
Op Schiphol mogen ieder gebruiksjaar niet meer dan 32.000 nachtvluchten handelsverkeer
plaatsvinden. Het aantal vluchten handelsverkeer over de eerste helft van het gebruiksjaar
2024 bedraagt 9.595. Dit is ongeveer 6% meer dan over dezelfde periode in het gebruiksjaar
2023. Aan het eind van het gebruiksjaar beoordeelt de ILT of het aantal uitgevoerde
nachtvluchten handelsverkeer beneden het toegestane maximum is gebleven.
Emissies
Voor Schiphol gelden grenswaarden voor de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen
door vliegtuigen (emissies). Het gaat hierbij om relatieve normen voor koolmonoxide
(CO), stikstofoxiden (NOx), vluchtige organische stoffen (VOS), zwaveldioxide (SO2) en fijnstof (PM10).
Op basis van de berekende emissiewaarden in de eerste helft van gebruiksjaar 2024
is de verwachting dat deze stoffen in 2023, net als in vorig gebruiksjaar, onder de
norm zullen blijven.
Externe veiligheid
De externe veiligheid gaat over het risico voor omwonenden van Schiphol om te overlijden
door een vliegtuigongeval. Als maat voor externe veiligheid geldt een norm voor het
totale risicogewicht (TRG). Het berekende TRG over de eerste helft van het gebruiksjaar
2024 bedraagt 36% van de norm. Naar verwachting zal Schiphol de norm voor de externe
veiligheid in het gebruiksjaar 2024 daarom niet overschrijden.
Routegebruik gezagvoerders
Gezagvoerders van straalvliegtuigen moeten ervoor zorgen dat het vliegtuig binnen
een vertrek- of naderingsroute, of boven een minimale vlieghoogte blijft. Gezagvoerders
mogen hier alleen van afwijken om reden van veiligheid of op basis van een instructie
van LVNL. De ILT heeft alle afwijkingen in de nacht gecontroleerd en vastgesteld dat
in de eerste helft van het gebruiksjaar in twee gevallen zonder geldige reden van
een vertrekroute voor de nacht is afgeweken. In verband hiermee verstuurde de ILT
aan de betreffende luchtvaartmaatschappij een waarschuwingsbrief en een voornemen
tot last onder dwangsom. Daarnaast heeft de ILT controles uitgevoerd op afwijkingen
overdag en naar aanleiding van meldingen die rechtstreeks of via het klachtenbureau
van het Bewoners Aanspreekpunt Schiphol (BAS) bij de ILT zijn binnengekomen. Naar
aanleiding hiervan heeft de ILT geen overtredingen vastgesteld.
Routegebruik LVNL
Ook LVNL moet – naast de gezagvoerders – ervoor zorgen dat straalvliegtuigen binnen
een vertrek- of naderingsroute en boven een minimale vlieghoogte blijven. LVNL mag
hier vanwege veiligheidsredenen van afwijken. Ook mag LVNL op grond van de regelgeving
hier tot een bepaald percentage van afwijken als dat nodig is voor een vlotte afhandeling
van het vliegverkeer. De ILT heeft op basis van de geregistreerde gegevens vastgesteld
dat LVNL in de eerste helft van het gebruiksjaar geen regels voor het routegebruik
overtreden heeft.
Baangebruik
Zowel gezagvoerders als LVNL moeten zich houden aan de beperkingen die gelden voor
het baangebruik. Van deze beperkingen mag worden afgeweken om reden van veiligheid.
Daarnaast mag van de beperkingen worden afgeweken als de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat daarvoor bij Ministeriële Regeling vrijstelling verleend heeft, bijvoorbeeld
in het geval van groot baanonderhoud. Dat laatste is in de eerste helft van het gebruiksjaar
2024 aan de orde geweest. Vanaf 19 februari 2024 tot en met 25 april 2024 is de Kaagbaan
niet in gebruik geweest vanwege het groot onderhoud. De ILT heeft 51 vluchten geconstateerd
die vielen onder een vrijstellingsbepaling van de Tijdelijke Regeling groot onderhoud
banenstelsel Schiphol 2024. Daarvan vielen 40 starts onder de vrijstellingsbepalingen
voor het groot onderhoud aan de Kaagbaan. De overige 11 starts vielen onder de vrijstellingsbepalingen
voor het groot onderhoud aan andere banen. De ILT heeft ook buiten de genoemde periode
geen onrechtmatige starts of landingen op andere banen geconstateerd.
Uitstoot luchtverontreinigende stoffen luchtvaartterrein
Schiphol is op grond van het LVB verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van
minimaal 61 vliegtuigopstelplaatsen (VOP’s) voorzieningen die van voldoende kwaliteit
zijn om het gebruik van de auxiliary power unit (APU) terug te dringen. Gezagvoerders
moeten ervoor zorgen dat bij de afhandeling van het vliegtuig op de VOP de vaste stroomaansluiting
en de elektrisch aangedreven preconditioned air (PCA) unit worden gebruikt en de APU
tijdig wordt uitgezet. Dit ten behoeve van de lokale luchtkwaliteit en het voorkomen
van geluidsoverlast. De ILT constateerde in 2022 dat de APU te veel gebruikt wordt
op Schiphol. Naar aanleiding van het onderzoek van de ILT heeft Schiphol in 2023 met
de betrokken sectorpartijen een actieplan opgesteld. Inmiddels zijn de volgende acties
van het actieplan uitgevoerd:
• Schiphol heeft de elektrische PCA’s (e-PCA) overgenomen van de grondafhandelaren en
is een e-PCA-pool gestart.
• Er zijn ervaringen opgedaan met 2 widebody e-PCA’s die onder de brug zijn opgehangen.
• Schiphol heeft 25 e-PCA’s aangeschaft voor widebody connected posities en is bezig
met voorbereidingswerk om de PCA’s operationeel te maken.
• KLM Equipment Services heeft 29 mobiele elektrische ground power units (e-GPU) voor
narrow-body toestellen gekocht. Deze e-GPU’s worden sinds augustus 2023 in batches
geleverd. Schiphol heeft vakken en oplaadvoorzieningen gerealiseerd.
• Twee e-GPU’s voor widebody-vliegtuigen worden gedurende 6 maanden getest.
• Relevante werkinstructies en procedures zijn geactualiseerd.
• De APU-regels in de Aeronautical Information Publication (AIP) zijn geactualiseerd
en aangescherpt.
• Schiphol heeft informatiebladen voor luchtvaartmaatschappijen en afhandelaren gemaakt.
Er is een training voor de afhandelaren georganiseerd en er is een enquête opgesteld
om gebruikerservaringen met e-PCA’s op te halen. KLM heeft een roadshow gehouden bij
sleepdienst om te voorkomen dat de APU te lang aanstaat.
In de tweede helft van gebruiksjaar 2024 zal de ILT het verder uitvoeren van het actieplan
door Schiphol monitoren en waar nodig stimuleren.
In de eerste helft van het gebruiksjaar 2024 heeft de ILT ook inspecties op de naleving
van de APU regels uitgevoerd. De ILT constateert dat haar controles hebben geleid
tot een verbetering in de naleving van de regels voor het APU-gebruik op Schiphol.
Niettemin hebben de inspecties geleid tot het invorderen van een eerder opgelegde
dwangsom tegen KLM en tot het versturen van een brief aan Turkish Airlines waarin
ILT aankondigt dat zij voornemens is een last onder dwangsom op te leggen.
Taxiën met één uitgeschakelde motor
Gezagvoerders van drie- en viermotorige straalvliegtuigen moeten ervoor zorgen dat
het vliegtuig na de landing met één uitgeschakelde motor van de landingsbaan naar
het platform taxiet. Het LVB verbindt hier geen verdere verplichtingen aan.
Schiphol heeft in de rapportageperiode geen concrete acties ondernomen om de bewustwording
te vergoten bij de luchtvaartmaatschappijen over het effect van taxiën met een motor
minder. Maar uit de gevoerde gesprekken met Schiphol is gebleken dat Schiphol constateert
dat dit onderwerp meer aandacht heeft gekregen bij de luchtvaartmaatschappijen en
dat dit onderwerp meer aandacht krijgt.
Zorgplicht sector
Schiphol, LVNL en de luchtvaartmaatschappijen moeten er gezamenlijk voor zorgen dat
de grenswaarden voor geluid, emissies en de externe veiligheid niet overschreden worden.
De berekende waarden voor de externe veiligheid en emissies zijn halverwege het gebruiksjaar
onder de wettelijke grenswaarden gebleven. Hierdoor wordt vooralsnog voldoende invulling
gegeven aan de gezamenlijke zorgplicht. Aan het eind van het gebruiksjaar zal de ILT
hier een eindoordeel over geven.
Voor geluid geldt een aparte regeling die te maken heeft met de komst van het Nieuwe
Normen- en Handhavingstelsel Schiphol (NNHS). Deze regeling vloeit voort uit afspraken
die een aantal jaren geleden aan de toenmalige Alderstafel en Omgevingsraad Schiphol
(ORS) zijn gemaakt. Daarin hebben overheden, sectorpartijen, belangenorganisaties
en bewonersvertegenwoordigers met elkaar afgesproken dat zolang het NNHS nog niet
van kracht is, wel al gevlogen wordt volgens de regels van het NNHS. Dit houdt in
dat zoveel mogelijk die banen worden gebruikt die voor de omgeving de minste geluidhinder
geven (strikt preferent baangebruik).
Op basis van deze afspraken heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
op 25 september 2015 een brief aan de Tweede Kamer gestuurd1. In deze brief heeft de Staatssecretaris aangegeven dat de ILT, tot het van kracht
worden van het NNHS, geen maatregelen aan de sector zal opleggen als blijkt dat de
overschrijdingen van de geluidsnormen het gevolg zijn van het vliegen volgens de regels
van het NNHS, ook wel anticiperend handhaven genoemd. Dit standpunt is op 6 december
2023 herbevestigd door middel van een aanwijzing tot het continueren van het anticiperend
handhaven van de Minister aan de inspecteur-generaal. Om die reden is de zorgplicht
van de sector om overschrijdingen van de geluidsnormen in handhavingspunten te voorkomen
feitelijk niet meer van toepassing, zolang er gevlogen wordt volgens de regels van
het NNHS.
Maatregelen ILT
In gebruiksjaar 2023 heeft de ILT een overschrijding geconstateerd in handhavingspunt
25 en het niet naleven van de 2e baanregel van het NNHS. Op grond hiervan heeft de ILT een onderzoek gestart naar
de oorzaken van deze overschrijding en naar het niet halen van het minimaal vereiste
verantwoordingspercentage. Dit onderzoek is afgerond in juli 2024. Hieruit is gebleken
dat de overschrijding van handhavingspunt 25 voor het overgrote deel (19% van de 19,1%
overschrijding) verklaard kon worden uit vliegen volgens het NNHS. In het kader van
het anticiperend handhaven is de ILT dan genoodzaakt niet handhavend op te treden.
Dit illustreert dat het huidige stelsel geen individuele (rechts)bescherming en lokale
bescherming biedt voor omwonenden tegen geluidhinder en slaapverstoring.
Indieners
-
Indiener
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat