Brief regering : Appreciatie evaluatierapport College Deskundigheid Financiële Dienstverlening
29 507 Regels voor de financiële dienstverlening (Wet financiële dienstverlening)
Nr. 163
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 mei 2024
Op 1 maart 2024 heeft onderzoeksbureau KWINK Groep B.V. («KWINK») in mijn opdracht
haar evaluatie van het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening («CDFD») afgerond
met een evaluatierapport (zie bijlage 1). Het CDFD adviseert en ondersteunt de Minister
op het gebied van vakbekwaamheid van financieel adviseurs, de daarbij behorende verplichte
examens over relevante wetgeving en houdt toezicht op exameninstituten waar (toekomstige)
financieel adviseurs examens afleggen. Met het Wft-vakbewaamheidsstelsel wordt geborgd
dat financieel adviseurs over kennis en kunde beschikken om te adviseren over financiële
producten en diensten. Met deze brief bied ik u het evaluatierapport aan en geef ik
u mijn reactie daarop.
Hierna volgt eerst enige achtergrond bij het CDFD, haar takenpakket en de onderzoeksvragen.
Vervolgens ga ik in op de belangrijkste bevindingen uit de evaluatie. Ik rond mijn
reactie af met de stappen die zowel het CDFD als ik gaan zetten als vervolg op de
uitkomsten van deze evaluatie.
Aanleiding evaluatie
Het CDFD bestaat sinds 2005 en is definitief ingesteld in 2006.1 Sindsdien adviseert en ondersteunt de organisatie de Minister op het gebied van Wft-vakbekwaamheid
en houdt het toezicht op exameninstituten. Sinds 2014 is het CDFD tevens verantwoordelijk
voor het inhoudelijk beheer van de Centrale Examenbank. In datzelfde jaar trad een
nieuw systeem van examinering van vakbekwaamheidseisen voor financiële dienstverleners
in werking. Sindsdien dienen financieel dienstverleners over relevante diploma’s te
beschikken en de bijbehorende adviesbevoegdheid actueel te houden. Zij verkrijgen
die diploma’s door middel van met goed gevolg afgelegde initiële examens en onderhouden
de adviesbevoegdheid door het behalen van periodieke examens. Het is mijn taak om
dit bestaande stelsel van examinering van financieel adviseurs te borgen en daarvoor
de nodige voorzieningen te treffen.
In de loop der jaren is ruime ervaring opgedaan met de huidige wijze van examinering
van financieel adviseurs en de rol van het CDFD daarin. Het is daarom passend om het
CDFD nu te evalueren en te bezien welke verbeteringen nodig en mogelijk zijn om het
CDFD in staat te stellen haar taken ook in de toekomst doelmatig en doeltreffend uit
te voeren.
Op 24 juni 2023 is de opdracht tot evaluatie van het CDFD gegund aan KWINK. Haar eindrapport
«Evaluatie College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD)» geeft een onderbouwd
oordeel over de mate waarin het CDFD doelmatig en doeltreffend functioneert. Daarnaast
heeft KWINK de huidige organisatievorm van het CDFD afgewogen tegen alternatieven.
Het rapport bevat aanbevelingen tot het doorvoeren van verbeteringen. Deze evaluatie
biedt daarmee een goede basis voor vervolgacties.
Uitkomsten evaluatie
Taken CDFD en onderzoeksvragen evaluatie
Het CDFD voert een drietal hoofdtaken uit die volgen uit het Instellings- en mandaatbesluit
College Deskundigheid Financiële Dienstverlening Wft. Deze betreffen:
– de jaarlijkse advisering over de aanpassing van eindtermen en toetstermen voor de
examinering van vakbekwaamheid en adviesbevoegdheid van financieel adviseurs2;
– het inhoudelijk beheer van de centrale examenbank; en
– de erkenning van en het toezicht op exameninstituten waar financieel adviseurs examens
afleggen.
De evaluatie van het CDFD ziet zowel op de doelmatigheid en doeltreffendheid van de
uitoefening van deze drie taken als op haar organisatievorm. Hierna volgen de belangrijkste
conclusies uit de evaluatie en mijn reactie hierop.
Het CDFD voert haar taken doeltreffend uit
KWINK concludeert dat het CDFD een gedegen en zorgvuldig proces heeft ingericht voor
de advisering over de eind- en toetstermen. Externe itemauteurs en -controleurs, het
ministerie en exameninstituten zijn overwegend positief over dat proces. Daarnaast
concludeert KWINK dat het CDFD de wijze van het ophalen van inzichten en suggesties
goed heeft georganiseerd. Het CDFD stelt marktpartijen in de gelegenheid om te reageren.
KWINK constateert voorts dat het CDFD inhoudelijk transparant is over wat wel en niet
is opgenomen in de adviezen over de aanpassing van de eind- en toetstermen.
KWINK concludeert verder dat het CDFD het proces van het inhoudelijk beheer van de
centrale examenbank zorgvuldig en gedegen heeft ingericht. De kwaliteit van de examenvragen
en samenstelling van examens is hoog.
KWINK concludeert op basis van stakeholdergesprekken dat het CDFD de kwaliteit van
de afname van examens op orde heeft. Zo constateert het CDFD als toezichthouder relatief
weinig afwijkingen en legt het alleen incidenteel een sanctie op. In de gevallen dat
het CDFD heeft gesanctioneerd volstond de lichtste vorm, namelijk het afgeven van
een waarschuwing.
Ik ben verheugd over en herken deze positieve evaluatie van de doelmatigheid en doeltreffendheid
van de taakuitoefening door het CDFD.
KWINK ziet op een aantal specifieke onderdelen ruimte voor verbetering. Het gaat met
name om de volgende verbeterpunten voor het CDFD en het ministerie:
• CDFD en het ministerie zouden afspraken kunnen maken over de jaarlijkse aanpassing
van de Regeling eindtermen en toetstermen examens financiële dienstverlening Wft indien
er (te) weinig ontwikkelingen zijn die aanpassing nodig maken;
• CDFD kan haar pogingen intensiveren om een grotere groep betrokkenen te motiveren
om relevante ontwikkelingen aan te leveren en te reageren op de consultatie van de
jaarlijkse wijziging van de Regeling eindtermen en toetstermen examens financiële
dienstverlening Wft;
• Het ministerie zou moeten vastleggen dat het CDFD, naast het mandaat voor het inhoudelijk
beheer, ook het mandaat heeft voor het functioneel beheer van de centrale examenbank.
Dit mandaat ligt formeel bij DUO, maar de uitvoering van het functioneel beheer is
in de praktijk naar het CDFD verschoven omdat het niet praktisch en efficiënt bleek
om DUO hiermee te belasten;
• CDFD zou de volume-eis van 650 examens die geldt voor de erkenning van exameninstituten
beter moeten onderbouwen;
• CDFD kan haar toezichtstrategie inzake het toezicht bij exameninstituten verder uitwerken
en de kwaliteit van de toezichtrapportages verbeteren;
• CDFD kan verdere consistentie aanbrengen tussen het toezicht van de Stichting Examenkamer3 en die van het CDFD en de rolverdeling nader omschrijven.
Voor een deel kan het CDFD verbeterpunten zelf doorvoeren. Voor een deel liggen die
punten (ook) bij mij. Een aantal van deze verbeterpunten zullen door het CDFD en mij
gezamenlijk direct worden opgepakt. Enkele verbeterpunten nopen mogelijk tot aanpassing
van regelgeving. Hier kom ik op terug in de paragraaf over de verbeterpunten in de
organisatievorm van het CDFD.
Het CDFD heeft haar interne organisatie doelmatig ingericht
KWINK is ook positief over de wijze waarop het CDFD met beperkte middelen haar belangrijke
taken uitvoert. Zo concludeert KWINK dat het CDFD de taakuitvoering op een slimme
manier heeft georganiseerd. Het CDFD zet mensen en middelen gericht in. Ook voert
het CDFD een gedegen en sober financieel beleid. KWINK geeft aan geen signalen te
hebben ontvangen dat het CDFD inefficiënt werkt. In het College is expertise van en
ervaring met financiële markten en de onderwijs- en examineringsector breed vertegenwoordigd.
Een college van deze omvang, expertise en ervaring is passend bij de taken van het
CDFD. Ook draagt de omvang bij aan de borging van continuïteit bij vertrek of uitval.
Ik begrijp uit de conclusies van KWINK dat het CDFD haar bezetting en middelen doelmatig
en doeltreffend inzet voor haar taken. Ik wil hier daarom mijn complimenten uitspreken
aan de mensen van het CDFD. Zij zetten zich hier immers voor in, met goed resultaat.
Er zijn verbeterpunten in de formalisering van de samenwerking van het CDFD met haar
partners
KWINK is positief over de samenwerking met de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), de
technisch beheerder van de centrale examenbank. Dat is zij ook over de samenwerking
met mijn ministerie. Toch signaleert KWINK dat ook hier verbeterpunten zijn. KWINK
vraagt in dat kader aandacht voor de governancerelatie tussen het CDFD en het ministerie.
Die verloopt zonder noemenswaardige problemen maar is niet beschreven en overeengekomen.
Er is ook geen zogeheten toezichtsarrangement.4
Ik ben het met KWINK eens dat het verstandig is om afspraken te maken over de wijze
van samenwerking tussen het CDFD en mijzelf als systeemverantwoordelijke en tevens
mandaatgever. Ik zal die afspraken ook vastleggen. Onderdeel van die te maken afspraken
moeten ook de verantwoordelijkheden, overlegstructuren en rapportage en verantwoording
van het CDFD aan het ministerie zijn. Ik neem deze aanbevelingen over en ga hiermee
aan de slag.
De huidige organisatievorm van het CDFD is passend bij haar taken, maar er zijn enkele
verbeterpunten
Met het oog op een toekomstbestendig, doelmatig en doeltreffend CDFD, als schakel
in de keten van examinering van vakbekwaamheid van financieel adviseurs, is de vraag
voorgelegd aan KWINK of de huidige organisatievorm van het CDFD passend is.
KWINK signaleert dat er juridische vraagstukken zijn, die in de kern voortkomen uit
de wijze waarop de taken en bevoegdheden nu zijn vormgegeven in het Instellings- en
mandaatbesluit College Deskundigheid Financiële Dienstverlening Wft. Het punt bij
de huidige organisatievorm is namelijk dat het CDFD in de eerste plaats uitvoerende
taken heeft en advisering daarvan een afgeleide is, hetgeen onvoldoende duidelijk
volgt uit het Instellings- en mandaatbesluit.
Dat het CDFD uitvoerende en handhavende taken heeft in het stelsel vind ik zeer wenselijk,
gezien de bestaande kennis van markt en materie bij het CDFD. Voor die taken ga ik,
in overleg met het CDFD, onderzoeken of de huidige juridische grondslagen aanpassing
of verduidelijking vergen en zo ja, welke wijzigingen van financiële toezichtswet-
en regelgeving of van het Instellings- en mandaatbesluit College Deskundigheid Financiële
Dienstverlening Wft daarvoor nodig zijn. Daarbij neem ik als uitgangspunt dat KWINK
het mogelijk acht de huidige organisatievorm te behouden, mits de grondslagen van
het CDFD waar nodig worden aangevuld. Deze conclusie is mijns inziens voor het vervolg
dan ook leidend. Ik tracht bij eventuele aanpassing van wet- en regelgeving zoveel
mogelijk aan te sluiten bij de huidige werkwijze van het CDFD en betrokken ketenpartners,
met inachtneming van de door KWINK opgesomde verbeterpunten.
Reactie CDFD
Het CDFD heeft mij een reactie op de evaluatie gestuurd (zie bijlage 2). Het CDFD
is verheugd met de hoofdconclusies van de evaluatie die zien op de doeltreffend- en
doelmatigheid van de wijze waarop het CDFD haar taken uitvoert. Ik lees in de reactie
van het CDFD dat zij de verbeterpunten, die op haar terrein liggen, gaat oppakken
in samenwerking met ketenpartners en mij. Met de uitvoering van een aantal aanbevelingen
is het CDFD al gestart. Ik lees verder dat het CDFD een zorgvuldige aanpak in verbeteringen
in de juridische grondslag onderschrijft. Daarbij benadrukt zij ook het belang van
snelle besluitvorming daartoe.
Tot slot
Zoals gezegd ga ik zelf de komende periode onderzoek doen naar de nodige aanpassing
of verduidelijking van relevante regelgeving. Het doorvoeren van eventuele verbeteringen
in de juridische grondslag verwacht ik in 2025 te kunnen doen. Over de verbeterpunten
die het CDFD zelf kan en wil doorvoeren ga ik in gesprek met het CDFD.
De Minister van Financiën,
S.P.R.A. van Weyenberg
Indieners
-
Indiener
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën