Brief regering : Voornaamste budgettaire mutaties van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat sinds de tweede suppletoire begroting 2024
36 600 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2025
36 600
A
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2025
36 600 J Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2025
Nr. 81
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den haag, 13 december 2024
Met deze brief wordt de Kamer, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat, geïnformeerd over de voornaamste budgettaire mutaties van de begroting
van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII), het Mobiliteitsfonds (A)
en het Deltafonds (J) sinds de tweede suppletoire begroting 20241.
HXII – Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor
Hogere kasuitgaven Transitievergoeding Openbaar Vervoer
Bij de Najaarsnota is voor deze regeling het budget op basis van de prognose vastgesteld
op € 9 miljoen. Deze prognose blijkt nu voor € 3,9 miljoen te laag. Het budget hiervoor
wordt deels gevonden door meevallers op artikel 16 (€ 2,9 miljoen) en deels op artikel
17 (€ 1 miljoen). Het kasbudget van artikel 16 wordt met € 1 miljoen verhoogd.
HXII – Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport
Risico op overschrijding uitgavenkader
Als gevolg van onvoorziene ontwikkelingen, zoals onder andere prijsstijgingen op het
gebied van ICT, een overdracht van taken van KIWA naar de ILT en aanvullende controles
op de bruine vloot, verwacht de ILT mogelijk niet binnen het beschikbaar budgettair
kader te kunnen blijven. Het risico van overschrijding van het kader betreft maximaal
€ 3 miljoen.
HXII – Artikel 25 Brede Doeluitkering
Aangaan verplichtingen Brede Doeluitkering (BDU) voor 2025
Volgens de BDU-systematiek worden de verplichtingen voorafgaand aan het jaar van betaling
aangegaan. De beschikking voor het jaar 2025 wordt eind 2024 afgegeven aan de twee
vervoersregio’s Metropoolregio Rotterdam en Den Haag (MRDH) en Vervoerregio Amsterdam
(VRA). Bij het opstellen van de Najaarsnota was nog niet in alle gevallen bekend welke
afzonderlijke afspraken met welk kaseffect in 2025 moeten worden vastgelegd. Hierdoor
is bij de Najaarsnota slechts een deel van de verplichtingen voor 2025 aangegaan.
De totale hoogte van het verplichtingenbudget dat in 2024 extra wordt aangegaan bedraagt
€ 178,9 miljoen.
Het gaat hierbij om de bijdrage aan de BDU-regio’s2 voor de bijdrage aan Zuid-Holland Bereikbaar van € 4,07 miljoen (MRDH), de verdeling
van middelen voor OV toegankelijkheid van € 4,23 miljoen (MRDH en € 4,33 miljoen (VRA),
een Rijksbijdrage aan studiekosten voor de Vlietlijn van € 6,2 miljoen (MRDH), een
Rijksbijdrage aan studiekosten voor de Oude Lijn van € 0,13 miljoen (MRDH), een middelenverdeling
voor het Gebiedsprogramma MoVe (MRDH) van € 0,17 miljoen, herindeling Amsterdam Weesp
voor € 1,3 miljoen (VRA) en de motie Bikker c.s. (Kamerstuk 36 410, nr. 29) en de motie Krul c.s. (Kamerstuk 31 524, nr. 581) van € 158,5 mln. (MRDH/VRA).
Mobiliteitsfonds – Artikel 12 Hoofdwegennet
Hogere verplichtingen Knooppunt Nieuwe Meer Zuidasdok
Voor het project Zuidasdok moeten aanvullende renovatiewerkzaamheden aan de bestaande
Schinkelbruggen worden opgedragen bij de aannemer. Bij Zuidasdok A10 Knooppunt De
Nieuwe Meer en Amstel moet de toevoeging van stalen vallen (het beweegbare gedeelte
van de brug) nog worden verwerkt in het contract. Hier was met de ramingen tijdens
de Najaarsnota geen rekening mee gehouden, omdat door het projectteam verondersteld
werd dat deze kosten hierin al waren verwerkt. Deze verplichtingen moeten in 2024
worden aangegaan, zodat de werkzaamheden in 2025 en 2026 kunnen worden uitgevoerd.
Dit leidt tot een extra benodigd verplichtingenbudget van € 9,8 miljoen in 2024.
Terugboeking overschotten Vrachtwagenheffing (VWH)
In de huidige systematiek vindt de verantwoording van bepaalde uitgaven voor de uitvoering
van het programma Vrachtwagenheffing plaats op de begroting Hoofdstuk XII Infrastructuur
en Waterstaat (HXII). De budgetten hiervoor zijn vrijgemaakt op het Mobiliteitsfonds
en worden overgeheveld naar HXII, zodat aldaar de uitgaven kunnen worden verantwoord.
Op de naar de begroting van Hoofdstuk XII overgehevelde budgetten doen zich in 2024
mogelijk lagere uitgaven voor dan van tevoren gepland, door eventuele niet uitgevoerde
werkzaamheden of vertragingen. Voor de hiervoor genoemde posten geldt dat de dit jaar
niet-bestede middelen (max. € 29 miljoen) nu (tijdelijk) worden teruggeboekt naar
het Mobiliteitsfonds.
Hogere ontvangsten Vrachtwagenheffing (VWH)
Voor de programma’s Vrachtwagenheffing en Tijdelijke Tolheffing zijn de eindafrekeningen
van de RDW en het CJIB na de Najaarsnota 2024 ontvangen. Deze eindafrekeningen worden
niet meer verrekend bij de aankomende Voorjaarsnota. De eindafrekening voor Vrachtwagenheffing
bedraagt € 8,2 miljoen en voor Tijdelijke Tolheffing € 5,2 miljoen. De niet-bestede
middelen worden teruggeboekt naar het programmabudget op het Mobiliteitsfonds en zijn
beschikbaar voor de programma’s.
Mobiliteitsfonds – Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer
Ontvangsten EU-subsidies ERTMS
Er zijn ontvangsten geweest van twee EU-subsidies van bij elkaar € 7 miljoen voor
het programma ERTMS, waarvan bij de Najaarsnota werd verwacht dat deze in 2025 ontvangen
gingen worden. Echter, de Europese Commissie heeft haar beoordeling van de financiële
voortgang van de subsidieprojecten eerder dan verwacht afgerond, waardoor de ontvangsten
toch in 2024 zijn binnengekomen.
Mobiliteitsfonds – Artikel 18 Overige Uitgaven en Ontvangsten
Hogere realisatie Externe Veiligheid – DGMI
Dit betreft hogere uitgaven inzake Aankoopproject Basisnet 2015 door RWS. De realisatie
op het aankooptraject Basisnet 2015 valt in 2024 iets positiever uit dan bij Najaarsnota
2024 verwacht. Bij Najaarsnota 2024 is er abusievelijk € 80.000 teveel doorgeschoven
van 2024 naar 2025. De hoogte van de doorgeschoven middelen bij Najaarsnota was € 3,4 miljoen,
waar dit € 80.000 minder had moeten zijn.
Deltafonds – Artikel 1 Investeren in Waterveiligheid
Overprogrammering gehele Deltafonds
Op dit artikel is de overprogrammering van het gehele Deltafonds opgenomen. Overprogrammering
houdt in dat de programmering in 2024 hoger is dan het beschikbare kasbudget. De overprogrammering
is momenteel € 50,21 miljoen en staat op art. 1 van het Deltafonds. Met overprogrammering
wordt geanticipeerd op een voorspelbare mate van vertraging, die zich op projectniveau
in de regel voordoet. De vertragingen in het hele programma worden met de overprogrammering
opgevangen.
Het is niet helemaal voorspelbaar of de vertragingen in het programma binnen artikel
1 en/of elders binnen het Deltafonds zich zullen voordoen. Het kan zijn dat op een
ander artikel dan artikel 1 binnen het Deltafonds vertraging optreedt en dus onderbesteding
van budget optreedt. Afhankelijk van waar de vertragingen zich daadwerkelijk zullen
voordoen wordt artikel 1 Investeren in waterveiligheid maximaal met € 50,21 miljoen
overschreden, wat wordt gecompenseerd door onderbesteding op andere artikelen binnen
het Deltafonds. Het totale kasbudget van het Deltafonds wordt daarmee in het jaar
2024 niet overschreden.
Overboekingen naar het BTW-compensatiefonds
Onder voorbehoud van de afstemming met het Ministerie van Financiën, vinden er meerdere
overboekingen plaats naar het BTW-compensatiefonds. Vanuit HXII gaat het om € 1,18 miljoen. Vanuit het Mobiliteitsfonds gaat het
om € 15,4 miljoen.
Op HXII betreft dit € 0,68 miljoen voor de Regeling specifieke uitkering Regionale
Aanpak Laadinfrastructuur 2023 – 2030. Zes Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL)
regio's hebben in 2023 een netto bijdrage ontvangen. Hun opgave van het BTW-compensabele
deel over 2023 wordt nu overgeboekt naar het BTW-compensatiefonds.
Daarnaast is er € 0,2 miljoen bestemd voor de Landelijke Verbeteraanpak Overwegen
Horst a/d Maas. Recent is hiervoor de subsidiebeschikking afgegeven. Tot slot is € 0,3 miljoen
bestemd voor het Schone Lucht Akkoord. Bij het Mobiliteitsfonds gaat het om € 15,4 miljoen
voor de Rijnlandroute.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat