Brief regering : Publicatie CBS Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest - vierde kwartaal 2023
33 037 Mestbeleid
Nr. 528
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2024
Met deze brief informeer ik de Kamer dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
op 22 februari 2024 de vierde kwartaalrapportage 2023 over de fosfaat-en stikstofexcretie
door de Nederlandse veestapel gepubliceerd heeft.1
Het CBS stelt op mijn verzoek na afloop van ieder kwartaal een berekening samen van
de verwachte fosfaat- en stikstofexcretie van de Nederlandse veestapel en het verwachte
ruweiwitgehalte in het melkveevoerrantsoen. De vierde kwartaalrapportage 2023 geeft
een momentopname over geheel 2023 op basis van de op 1 januari 2024 beschikbaar gekomen
nieuwe en actuele gegevens over de omvang van de rundveestapel, de melkproductie per
koe en de beschikbaarheid en samenstelling van krachtvoer en ruwvoer. De definitieve
cijfers over 2023 zullen naar verwachting eind juni 2024 beschikbaar zijn.
In de tabellen 1 en 2 is de voor 2023 verwachte fosfaat- en stikstofexcretie van de
Nederlandse veestapel is weergegeven.
Tabel 1: Momentopname van de verwachte fosfaatexcretie van de Nederlandse veestapel
over 2023 (in miljoen kg)
Plafond1
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
Nationaal
150,7
146,3
147,3
146,5
145,1
Melkvee
73,6
72,5
73,9
74,2
73,4
Varkens
36,7
33,9
34,4
33,2
33,1
Pluimvee
24,1
22,8
22,5
22,4
22,4
Overig2
16,3
17,1
16,5
16,7
16,2
N.B. Door afrondingen kan de som van de cijfers afwijken van het totaal
1 Betreft de sinds 2024 geldende nationale en sectorale plafonds.3
2 Voor «overig» is in de Meststoffenwet geen sectoraal plafond vermeld. Het vermelde
plafond is afgeleid van het nationaal plafond en de drie vermelde sectorale plafonds.
3 Stcrt. 2023, nr. 34916
Tabel 2: Momentopname van de verwachte stikstofexcretie van de Nederlandse veestapel
over 2023 (in miljoen kg)
Plafond1
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
Nationaal
489,4
477,2
475,7
472,2
467,4
Melkvee
286,5
278,7
276,7
276,3
273,5
Varkens
91,8
87,4
88,6
85,5
85,2
Pluimvee
54,7
53,6
53,9
53,3
53,3
Overig2
56,4
57,6
56,5
57,1
55,4
N.B. Door afrondingen kan de som van de cijfers afwijken van het totaal
X Noot
1
Betreft de sinds 2024 geldende nationale en sectorale plafonds.
X Noot
2
Voor «overig» is in de Meststoffenwet geen sectoraal plafond vermeld. Het vermelde
plafond is afgeleid van het nationaal plafond en de drie vermelde sectorale plafonds.
Uit tabel 1 en 2 blijkt dat het CBS, op basis van de nu beschikbare gegevens, verwacht
dat in 2023 het geldende nationale plafond voor fosfaat en stikstof niet overschreden
zal worden.
Met de melkveesector is in het kader van de stikstofproblematiek afgesproken om op
sectorniveau ernaar te streven het ruweiwitgehalte (RE-gehalte) in het melkveevoerrantsoen
te verlagen en deze in 2025 niet hoger te laten zijn dan 160 gram RE/kg droge stof.
Om de voortgang hierop te monitoren heeft het CBS in zijn publicatie ook een prognose
opgenomen van het ruweiwitgehalte in het melkveevoerrantsoen. Deze prognose is weergegeven
in tabel 3.
Tabel 3: RE-gehalte in het melkveevoerrantsoen (melk- en kalfkoeien en bijbehorend
jongvee) in 2022 en het verwachte RE-gehalte in 2023 (in g/kg droge stof)
2022
2023
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
Melkveevoerrantsoen
161
–1
165
165
164
X Noot
1
Er waren onvoldoende gegevens beschikbaar om een indicatie te kunnen geven
Uit tabel 3 blijkt dat het CBS, op basis van de nu beschikbare gegevens, verwacht
dat het RE-gehalte van het melkveevoerrantsoen in 2023 hoger uit zal komen dan in
2022. Experts uit onderzoek en bedrijfsleven bevestigen dat als gevolg van de natte
weersomstandigheden in het voorjaar van 2021, het RE-gehalte van de in 2021 aangelegde
en in 2022 vervoederde graskuilen lager was dan normaal.
Dat verklaart dan wel het lage RE-gehalte in het melkveevoerrantsoen van 2022 en ook
het hogere RE-gehalte in 2023. Ook bij de deelnemers aan de voerpilot Koe en Eiwit
is een stijging te zien in het RE-gehalte, maar alsnog blijft hun gemiddelde RE-gehalte
onder de 160 RE/kg ds. Dit onderstreept dat het streefdoel ook onder ongunstige weersomstandigheden
haalbaar is. Ik roep de sectorpartijen in de melkveesector en hun toeleveranciers
daarom bij deze nadrukkelijk op focus te houden op het streefdoel van 160 gram RE/kg
droge stof in 2025 en daarbij gebruik te maken van de ervaringen die nu al zijn opgedaan
in Koe en Eiwit en die ook actief uit te dragen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit