Brief regering : Toezegging rol en positionering AERIUS in het stikstofdossier
34 682 Nationale Omgevingsvisie
35 334
Problematiek rondom stikstof en PFAS
Nr. 184
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 januari 2024
In de Kamerbrieven van 6 april 20231 en 30 juni 20232 heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd over de opvolging van een motie van het lid Omtzigt3, over de juridische borging van AERIUS. In de brieven heb ik aangegeven de rol en
positionering van AERIUS bij zowel toestemmingverlening als beleidsontwikkeling uiteen
te willen zetten, ondersteund door een juridische kaderstelling van de landsadvocaat
en een technische onderbouwing van de onzekerheden in het model door het Rijksinstituut
voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Met deze brief kom ik tegemoet aan deze toezegging.
De brief geeft eerst een algemene omschrijving van het instrumentarium, gevolgd door
het gebruik bij toestemmingverlening en beleidsvorming. De bijdrage van de Landsadvocaat
is als bijlage toegevoegd.
Het AERIUS instrumentarium
AERIUS is een publiek toegankelijk ICT-instrument dat sinds 2015 wordt gebruikt ter
ondersteuning van toestemmingverlening in het kader van aanvankelijk de Natuurbeschermingswet
1998, daarna de Wet natuurbescherming, en vanaf 1 januari 2024 de Omgevingswet. Het
RIVM beheert het programma in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit.
Het instrument bestaat uit verschillende modules. AERIUS Calculator is de «rekenmachine»
waarmee de depositiebijdrage van een plan of project inzichtelijk kan worden gemaakt,
AERIUS Monitor biedt informatie over de totale stikstofbelasting op de beschermde
natuurgebieden en de herkomst van deze depositie, AERIUS Register geeft bevoegde gezagen
de mogelijkheid om stikstofdepositieruimte via stikstofbanken toe te delen aan nieuwe
vergunningen, en AERIUS Check dient ter ondersteuning van de aanpak piekbelasting.
AERIUS in toestemmingverlening
Sinds 2015 is het gebruik van AERIUS Calculator wettelijk verplicht gesteld voor toestemmingverlening.
Het dient als beginpunt om te bepalen of een plan of project mogelijk significante
gevolgen heeft voor stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden. De rekenresultaten
uit AERIUS Calculator worden meegenomen in de verdere passende beoordeling van de
effecten in de toestemmingverlening.
AERIUS Calculator is bedoeld om de complexiteit van verspreidingsmodellen toegankelijk
te maken voor een breed publiek. Het instrument biedt een laagdrempelige interface
waarin een gebruiker een activiteit zelf kan invoeren. Voor het uitvoeren van de berekening
roept AERIUS Calculator onderliggende data en rekenmodellen aan. Deze modellen zijn
Standaard Rekenmethode 2 (SRM-2) voor wegverkeer op korte afstand en het Operationele
Prioritaire Stoffen model (OPS) voor alle andere emissiebronnen. Deze wetenschappelijke
modellen worden beheerd en continu doorontwikkeld door het RIVM voor het gebruik in
AERIUS. Daarnaast worden de modellen ook gebruikt in andere dossiers, zoals luchtkwaliteit.
Het hanteren van rekenmodellen voor het bepalen van de stikstofdepositie als gevolg
van een plan of project is noodzakelijk, omdat het effect van toekomstige activiteiten
niet gemeten kan worden. Om met de modelberekening de werkelijkheid zo goed mogelijk
te benaderen, wordt in de rekenmodellen de meest actuele wetenschappelijke kennis
benut. Jaarlijks wordt AERIUS geactualiseerd om onder andere de modelmatige doorontwikkeling
te verwerken.
Daarnaast zorgt het gebruik van AERIUS Calculator ervoor dat depositieberekeningen
op een eenduidige manier worden uitgevoerd. Dit scheelt (advies)kosten voor initiatiefnemers
en beoordelingstijd voor bevoegde gezagen.
De juridische kaderstelling van de rol van AERIUS in toestemmingverlening is door
de Landsadvocaat uiteen gezet en als bijlage toegevoegd. Hierin wordt geconcludeerd
dat op dit moment de juridische stand van zaken zo is, dat AERIUS Calculator geschikt
is voor depositieberekeningen in het kader van toestemmingverlening individuele plannen
en projecten. Met daarbij de opmerking dat tegen elk besluit opnieuw rechtsmiddelen
kunnen worden aangewend, en dus ook opnieuw onderbouwde bezwaren tegen de toepassing
van AERIUS Calculator naar voren kunnen worden gebracht.
AERIUS in beleidsvorming
Het doel van beleid in het natuur- en stikstofdossier is het voorkomen van verslechtering
in en het realiseren van een gunstige staat van instandhouding van de Natura 2000-gebieden.
Een belangrijke indicator hiervan is de totale stikstofdepositie op de natuur en de
mate van overschrijding van de kritische depositiewaarde (KDW). Om dit goed inzichtelijk
te maken berekent het RIVM ieder jaar de actuele totale stikstofdepositie op iedere
hectare stikstofgevoelige natuur. Deze waarde wordt mede bepaald op basis van actuele
cijfers van emissies in binnen- en buitenland en houdt rekening met een vijfjarig
gemiddelde van weersomstandigheden. Ook worden er prognoses gemaakt op basis van de
ramingen uit de Klimaat- en Energieverkenning van het Planbureau voor de Leefomgeving.
Door de berekende totale depositie te vergelijken met de KDW van het habitat dat aanwezig
is op iedere specifieke hectare, kan de mate van overschrijding en het percentage
natuur met een overschrijding van de KDW worden bepaald. Dit gebeurt bijvoorbeeld
voor het monitoren van de resultaatverplichtende omgevingswaarden uit de Wet stikstofreductie
en Natuurherstel (Wsn). De cijfers worden berekend met hetzelfde rekenmodel als AERIUS
Calculator gebruikt, OPS, en zijn gevisualiseerd in AERIUS Monitor. Daarnaast publiceert
het RIVM jaarlijks de «Monitor stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden», met daarin
de actuele cijfers uitgewerkt en toegelicht.4
De monitoringsinformatie wordt gebruikt om nieuw beleid op te stellen of het bestaande
beleid bij te sturen. De cijfers geven inzicht in de benodigde inspanning en handvaten
voor specificering op bijvoorbeeld sectoren of locaties. In het huidige beleid, bijvoorbeeld
via het Nationaal programma landelijk gebied (NPLG), is de benodigde reductie van
stikstofdepositie in de natuur vertaald naar doelen voor reductie van stikstofemissie.
In de landelijke beleidsvorming worden de modellen dus gebruikt om de kaders te definiëren
en (later) de effectiviteit te bepalen. De invulling van dat beleid, in het geval
van het NPLG door de provincies, gebeurt op basis van lokaal emissiebeleid.
Verantwoording van de modellen
De in AERIUS toegepaste rekenmodellen (OPS en SRM-2) zijn onderhevig aan internationale
reviewstudies en worden door het RIVM uitgebreid gevalideerd. Dit gebeurt bijvoorbeeld
door de uitkomsten van het model te vergelijken met de meetresultaten van de ruim
300 meetlocaties door heel Nederland. Op basis van deze validatie worden de rekenmodellen
gekalibreerd. Ook heeft het RIVM de modellen uitgebreid toegelicht, inclusief alle
onderliggende aannames en uitgevoerde modelvergelijkings- en validatiestudies5. Op deze manier wordt volledige transparantie geboden en gewaarborgd dat in AERIUS
altijd wordt uitgegaan van de actuele stand der techniek.
Onzekerheden zijn inherent aan het rekenen met modellen en zullen dus altijd blijven
bestaan. Met de huidige methodiek wordt actuele en best beschikbare wetenschappelijke
kennis benut om de onzekerheden zoveel mogelijk te beperken. Het RIVM voert onderzoek
uit om de onzekerheden in de depositiebepaling in Natura 2000-gebieden beter in beeld
te krijgen. De bevindingen van het onderzoek naar de mate van onzekerheid in de berekening
van de totale depositie worden op korte termijn door het RIVM gepubliceerd. In de
Voortgangsbrief Nationaal Kennisprogramma Stikstof ga ik nader in op dat onderzoek.
Deze brief wordt vóór de begrotingsbehandeling naar de Tweede Kamer gestuurd. De onzekerheden
van de depositieberekening van een individuele bron of projectbijdrage worden op dit
moment nader onderzocht door het RIVM. Ik zal de Tweede Kamer bij publicatie van dit
rapport informeren.
De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van der Wal, minister voor Natuur en Stikstof