Brief regering : Uitkomsten onderzoeken en de vervolgstappen over ‘Verkenning aanvullende maatregelen houtstook’ en ‘Samenwerking Houtrookonderzoek’
30 175 Luchtkwaliteit
Nr. 399
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 maart 2022
Schone en gezonde lucht is van levensbelang. In het Schone Lucht Akkoord werk ik samen
met gemeenten en provincies aan een permanente verbetering van de luchtkwaliteit om
gezondheidswinst voor iedereen te realiseren. De aanpak van luchtvervuiling door particuliere
houtstook is een belangrijk thema in het Schone Lucht Akkoord. Het doel is een afname
van de emissies van houtstook. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar de handhaving
van overlastsituaties en het creëren van een gezondere leefomgeving voor gevoelige
groepen. Daarvoor heb ik in het Schone Lucht Akkoord met gemeenten en provincies een
pakket van maatregelen, activiteiten en pilots afgesproken.
Met deze brief informeer ik uw Kamer achtereenvolgens over de ontwikkeling van de
houtrookemissies, de uitkomsten van twee nieuwe onderzoeken en de vervolgstappen die
ik neem op basis van de onderzoeken. Het eerste onderzoek betreft «Samenwerking Houtrookonderzoek».
Hierin is onderzocht of blootstelling aan houtrook leidt tot gezondheidsklachten en
zijn de mogelijkheden van specifieke meetapparatuur voor het meten van houtrook onderzocht.
Het tweede onderzoek betreft de «Beleidsverkenning aanvullende maatregelen om de emissies
van particuliere houtstook te beperken», waarin onderzoek is gedaan naar aanvullende
maatregelen, boven op de maatregelen uit het SLA, om houtrookemissies tegen te gaan.
De onderzoeken zijn als bijlage met deze brief meegestuurd1.
De ontwikkeling van houtrookemissies
In maart2 heb ik u de voortgangsmeting van het Schone Lucht Akkoord (SLA) toegestuurd. Hieruit
blijkt dat we op koers liggen om de doelstelling, 50% gezondheidswinst in 2030, te
halen. Om deze doelstelling te halen is het van belang dat maatregelen uit het SLA
en het klimaat- en stikstofpakket voortvarend worden uitgevoerd.
De voortgangsmeting laat zien dat het aandeel van huishoudens in de emissies en de
negatieve gezondheidseffecten van binnenlandse luchtvervuiling, toeneemt. In 2016
was dit aandeel gemiddeld 14%, in 2030 neemt dit toe naar 15% tot 17%. Dit is hoger
dan eerder werd berekend. In 2019 berekende het RIVM dat dit aandeel in 2016 9% was.
De stijging komt doordat in de nieuwe berekeningen ook de emissie van condenseerbaar
fijn stof van houtstook zijn doorgerekend3. Binnen de categorie huishoudens, is houtstook de voornaamste bron van negatieve
gezondheidseffecten.
Positief is dat het RIVM in de voortgangsmeting ook aangeeft dat, met het ingezette
beleid, de emissies en de negatieve gezondheidseffecten van consumenten/houtstook
in 2030 ongeveer 30% lager is dan in 2016. Dat is een groot verschil met de doorrekening
van RIVM uit 2019. In deze eerdere berekening4 was de verwachting dat de emissies en gezondheidseffecten van houtrook naar 2030
ongeveer gelijk zouden blijven. Dat de emissies en gezondheidseffecten in de voortgangsmeting
nu afnemen komt doordat is gerekend met de vervanging van oudere, meer vervuilende,
kachels door nieuwere kachels die vanaf 2022 aan de Ecodesignverordening moeten voldoen5. Ook gaat PBL uit van een gelijkblijvend houtgebruik. Het PBL geeft bij de berekeningen
aan dat deze cijfers een hoge mate van onzekerheid kennen.
Recente ontwikkelingen zorgen voor een fors hogere gasprijs. Dit kan een belangrijke
invloed hebben op de verkoop en het gebruik van houtkachels. Er zijn geen objectieve
cijfers beschikbaar, maar berichten vanuit de hout- en kachelbranche geven aan dat
de verkopen sterk stijgen.
Vervolgstap ontwikkeling houtrookemissies
Ik vind het belangrijk om beter zicht te hebben op de ontwikkeling van de emissies
en overlast. Ik ga in gesprek met onder andere PBL en RIVM om te onderzoeken wat de
aard en omvang van de onzekerheden in de emissiecijfers is en wat de korte en langere
termijn gevolgen van de stijgende gasprijzen op de houtrookemissies kunnen zijn.
Resultaten van het Samenwerking Houtrookonderzoek
RIVM, TNO, IRAS (universiteit Utrecht) en GGD Amsterdam hebben het onderzoek uitgevoerd6. Het onderzoek toont aan dat houtstook niet alleen bij de naaste buren, maar ook
op buurtniveau, tot blootstelling leidt. Ook toont het onderzoek dat blootstelling
aan houtrook tot gezondheidsklachten leidt. Op dagen dat er op buurtniveau meer houtrook
aanwezig was, zijn mensen meer kortademig in rust en is het medicijngebruik, bij mensen
met luchtwegklachten, hoger dan op andere dagen.
Uit het onderzoek blijkt ook dat houtrook te meten is met een continu metende roetmonitor,
een relatief kostbaar en niet draagbaar instrument. Goedkopere en praktischere alternatieven
lijken veelbelovend, maar vragen nog nader onderzoek en/of doorontwikkeling. Deze
alternatieven bieden mogelijk perspectief om (verhoogde) blootstelling aan houtrook
aan te tonen.
Voor handhaving is het echter nodig dat niet alleen de blootstelling aan houtrook
wordt vastgesteld, maar dat ook wordt vastgesteld welke specifieke hout- of pelletkachel
hiervoor verantwoordelijk is en welk deel van de blootstelling van andere bronnen
afkomstig is. Dat lijkt niet mogelijk met enkel een meting nabij de stoker of de gehinderde.
Vervolgstappen aanpak houtrookoverlast en handhaving
Ik vind het van groot belang dat de handhaving bij houtrookoverlast verbetert. Acteren
bij klachten met als sluitstuk handhaving is veelal mogelijk, maar wordt nog niet
altijd effectief toegepast. Soms omdat het ingewikkeld is om de overlast aan te tonen,
soms omdat de capaciteit en prioriteit bij gemeenten nog ontbreken.
Uit het «Samenwerking Houtrookonderzoek» is geen toepasbare meetmethode naar voren
gekomen voor handhaving. Ik ga daarom met de onderzoekers, gemeenten en stakeholders
in overleg om te bezien of andere manieren voor het aantonen van overlast ten behoeve
van de handhaving mogelijk zijn.
Overige maatregelen om houtrookoverlast tegen te gaan
Met het Schone Lucht Akkoord heb ik, naast het »Samenwerking Houtrookonderzoek», een
aantal maatregelen afgesproken om de handhaving te versterken. Zo hebben gemeenten
toegezegd te acteren bij herhaaldelijke overlast, is de Stookwijzer, het Stookalert
en het stappenplan Overlast van houtstook ontwikkeld.
De Stookwijzer geeft een actueel stookadvies op postcodeniveau en daarnaast is een
laagdrempelige manier voor mensen die overlast ervaren om een klacht in te dienen7. Als invulling van de motie van Esch8, en zoals toegezegd aan uw Kamer, is in november 2021 aan alle colleges van B&W van
gemeenten in Nederland, die nog niet aangesloten zijn bij de Stookwijzer, een brief
gestuurd met het (dringende) verzoek om meldingen van houtrookoverlast in ontvangst
te nemen en te acteren bij herhaalde overlast. Deze brief is als bijlage toegevoegd9. Tot op heden hebben 27 gemeenten zich aangemeld n.a.v. de brief van november 2021.
In totaal ontvangen daarmee 110 gemeenten de meldingen van de Stookwijzer.
Bij ongunstige weersomstandigheden blijft houtrook meer hangen in de woonomgeving
en is meer overlast te verwachten. Hiervoor is het stookalert ontwikkeld10. Zoals toegezegd aan uw Kamer is in 2021 is samen met een aantal gemeenten een verkenning
gestart naar de mogelijkheden voor een pilot «Stookverbod tijdens een stookalert».
Doel van de pilot is (ernstige) overlast bij ongunstige weersomstandigheden te beperken
door in een buurt of gemeente een tijdelijk stookverbod af te kondigen. Ik ga verder
in gesprek met gemeenten voor de uitvoering van de pilot in 2022.
Ook werk ik, zoals toegezegd aan uw Kamer, aan de actualisatie van het stappenplan
«Overlast van houtstook». Doel is om handreiking op te stellen met praktisch toepasbare
tips en opties om handhaving bij overlast in de praktijk vorm te kunnen geven. Hierbij
wordt zowel gekeken naar de huidige juridische mogelijkheden en naar de mogelijkheden
onder de omgevingswet. Dit traject is begin 2022 gestart onder de naam Routewijzer
Houtstook en Overlast. Dit wordt uitgevoerd door een werkgroep van gemeenten, omgevingsdiensten,
GGD GHOR en kennisinstellingen. Verwachting is dat in het tweede kwartaal van 2022
de eerste aanzet voor de Routewijzer Houtstook en Overlast gereed is.
Verkenning aanvullende maatregelen houtstook
In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft Royal Haskoning
DHV, een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden en effecten van aanvullende maatregelen
op het Schone Lucht Akkoord om de emissies van particuliere houtstook te beperken.
Doel van het onderzoek was om de effecten van een breed pallet van maatregelen in
kaart te brengen. Bij het onderzoek is de inbreng van een brede groep stakeholders
meegenomen.
Het onderzoek geeft een eerste beeld van mogelijke maatregelen, een raming van de
effectiviteit en de kosten en uitvoeringsaspecten van de onderzochte maatregelen.
Belangrijke conclusie uit het onderzoek is dat een verdere vermindering van de emissies
en overlast mogelijk is, maar dat er geen makkelijke maatregelen voor handen zijn.
Maatregelen die de emissies en overlast sterk kunnen verminderen, vragen veelal substantieel
budget en/of substantiële handhavingscapaciteit en uitvoeringslasten en/of kunnen
ingrijpende gevolgen hebben voor huishoudens met een houtkachel of open haard.
Ook vraagt de uitvoering van veel maatregelen niet alleen de inzet van het Rijk, maar
ook de inzet en uitvoering van andere partijen als gemeenten, provincies, uitvoeringsdiensten
en marktpartijen. In het onderzoek worden de uitvoeringsaspecten en het mogelijke
draagvlak globaal geduid, maar dit is veelal nog onvoldoende gespecificeerd om een
goede afweging over de maatregelen te kunnen maken.
Vervolgstappen aanvullende maatregelen houtstook
Ik werk daarom de komende maanden, met medeoverheden en stakeholders, op basis van
de uitkomsten van de «Beleidsverkenning aanvullende maatregelen om de emissies van
particuliere houtstook te beperken», een voorstel uit om de houtrookemissies verder
te verminderen. Hierbij betrek ik ook de resultaten van de pilots houtstookarme/houtstookvrije
wijken en de pilot stookverbod bij een stookalert. Daarnaast betrek ik hierbij informatie
over de onzekerheden in de verwachte ontwikkeling van de emissies en het mogelijke
effect van een hogere gasprijs. Ook neem ik de uitkomsten mee van de analyse van het
RIVM naar de nieuwe WHO-advieswaarden, die naar verwachting voor de zomer gereed is.
Ik vind het belangrijk dat de aanpak van houtrook daadwerkelijk de gezondheidseffecten
en overlast verminderen. In mijn aanpak weeg ik ook de effecten voor mensen die nu
een houtkachel bezitten mee.
Zowel over de mate waarin mensen overlast ervaren, als over het draagvlak van maatregelen
zijn geen recente cijfers uit representatief onderzoek beschikbaar. We zien wel een
stijging van het aantal meldingen van overlast en ervaren gezondheidsklachten via
de www.stookwijzer.nu, burgerbrieven die het Rijk ontvangt en via berichten op (social) media. In welke
mate deze stijging komt door een daadwerkelijke stijging van de overlast en in welke
mate hier de sterk toegenomen aandacht voor houtrookemissies meespeelt is niet bekend.
Ik laat daarom nog dit jaar een representatief opinie onderzoek uitvoeren naar de
mate waarin mensen nu overlast en gezondheidsklachten van houtrook ervaren en wat
het draagvlak is voor verschillende maatregelen.
Concluderend
Mijn inzet is om ervoor te zorgen dat de emissies, negatieve gezondheidseffecten en
overlast van houtrook de komende jaren daadwerkelijk substantieel afnemen. Uit de
voortgangsmeting blijkt dat de emissies afnemen, maar ook dat de onzekerheden groot
zijn.
Ik ga daarom onverminderd door met de uitvoering van de bestaande maatregelen en pilots
uit het Schone Lucht Akkoord, en het versterken van de mogelijkheden voor toezicht
en handhaving. Ook ondersteun ik gemeenten financieel bij het uitvoeren van maatregelen
en innovatieve pilots via de Specifieke Uitkering Schone Lucht Akkoord11 die vanaf 1 april 2022 wordt opengesteld.
Daarnaast wil ik meer inzicht in de onzekerheden in de berekeningen én de mogelijke
effecten van de hogere gasprijs. Ik bespreek met medeoverheden en stakeholders op
basis van de verkenning van aanvullende maatregelen hoe we emissies en negatieve gezondheidseffecten
van houtstook verder kunnen verminderen. Daarbij betrek ik de ervaringen uit de pilots
en de resultaten van het opinie onderzoek.
Mijn streven is om uw Kamer in het najaar van 2022 te informeren over de uitkomsten
en de vervolgstappen die ik neem.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen
Indieners
-
Indiener
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat