Brief regering : Geannoteerde agenda Europese Raad van 20 en 21 oktober 2022
21 501-20 Europese Raad
Nr. 1870
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 oktober 2022
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, de geannoteerde agenda aan voor
de Europese Raad van 20 en 21 oktober 2022.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE EUROPESE RAAD VAN 20 EN 21 OKTOBER 2022
Op donderdag 20 en vrijdag 21 oktober vindt een Europese Raad (ER) plaats in Brussel.
Op de agenda1 staan Oekraïne, energie, economie en overige buitenlandpolitieke onderwerpen. De
Minister-President is voornemens deel te nemen aan deze bijeenkomst.
Oekraïne
De ER zal stilstaan bij de laatste ontwikkelingen van de Russische oorlog tegen Oekraïne.
De inzet van het kabinet blijft ongewijzigd. Dit betekent dat het kabinet zich enerzijds
onverminderd blijft inzetten om de druk op Rusland verder te vergroten en om de agressie
te beëindigen, inclusief door de verdere aanscherping van de sancties tegen Rusland.
Anderzijds blijft het kabinet zich inzetten voor zoveel mogelijk steun aan Oekraïne,
zowel bilateraal als vanuit de EU en in nauwe samenwerking met internationale partners
en organisaties.
Militaire steun
De ER zal tevens spreken over de militaire steun aan Oekraïne. Het kabinet steunt
de EU Military Assistance Mission (EUMAM) en pleit ervoor om deze op korte termijn te lanceren. Het kabinet acht het
in het kader van militaire steun tevens belangrijk dat de steun voor Oekraïne vanuit
de Europese Vredesfaciliteit (EPF) wordt voortgezet. Tijdens de Raad Buitenlandse
Zaken van 17 oktober a.s. zal waarschijnlijk een akkoord over de zesde tranche van
EPF-steunmaatregelen worden bereikt.2 Tevens zal de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) naar verwachting de komende
periode voorstellen doen om de toekomstige financiële duurzaamheid van de EPF te waarborgen.
Het kabinet zet, conform de motie van het lid van Wijngaarden,3 in op een ophoging van het financieringsplafond van het EPF. Zonder een dergelijke
ophoging kan EPF-steun aan Oekraïne en overige partners op termijn niet worden voortgezet.
De Kamer zal hierover te zijner tijd geïnformeerd worden.
Wederopbouw en financiële steun
Tijdens de ER wordt stilgestaan bij financiële steun en wederopbouwsteun voor Oekraïne.
Ten aanzien van wederopbouwsteun zal specifieke aandacht uitgaan naar de meest urgente
behoeften die Oekraïne heeft om de winter door te komen (de zogenoemde «winterisation»). Mogelijk wordt ook besproken of en hoe de EU kan bijdragen aan de wederopbouwsteun
die Oekraïne nodig heeft in de komende 18 maanden (ten behoeve van de zogenoemde «early recovery»).
Op het punt van financiële steun blijft het kabinet inzetten op het versneld uitkeren
van de resterende 3 miljard euro liquiditeitssteun, conform de motie van het lid Van
Wijngaarden c.s.4 Daarnaast zal het kabinet in lijn met de motie van het lid Piri5 aandacht vragen voor tijdige, adequate en voorspelbare financiële steun voor Oekraïne
in 2023. Naast financiële steun zal het kabinet aandacht vragen voor een EU-bijdrage
aan wederopbouwsteun in 2023 en verder. Het kabinet vindt het belangrijk om financieel
bij te dragen aan de urgente noden van Oekraïne en beoogt verder een gefaseerde aanpak
van de wederopbouwopgave waarbij rekening wordt gehouden met de urgentie voor elk
van de fasen die deze opgave omvat.6
Voedselzekerheid
De ER zal naar verwachting tevens spreken over de internationale voedselzekerheid.
Momenteel is sprake van hoge voedsel- en kunstmestprijzen, die extra aangejaagd worden
door de oorlog in Oekraïne. Dit is van invloed op de mondiale voedselzekerheid. De
EU zet in op continuering van het faciliteren van de Solidarity Lanes en steunt de VN-oproep tot verlenging van de graandeal in de Zwarte Zee (Black Sea Grain Initiative). Het kabinet steunt deze inzet.
Accountability
Het kabinet blijft zich onverminderd inzetten voor gerechtigheid voor oorlogsmisdrijven
in Oekraïne. Hierbij is van groot belang dat er onderzoek wordt gedaan naar schendingen
van mensenrechten en humanitair oorlogsrecht, en dat bewijs wordt verzameld voor gebruik
in toekomstige rechtszaken. Daarom stuurt Nederland nog dit najaar een tweede forensische
missie onder de vlag van het Internationaal Strafhof naar Oekraïne.
Vitale infrastructuur
Mogelijk zal de ER opnieuw spreken over de bescherming van de vitale infrastructuur
naar aanleiding van de ontploffingen bij de Nord Stream 1 en 2 pijpleidingen op 26 september
jl. Hoge Vertegenwoordiger Borrell sprak namens de EU al diepe zorgen uit over deze
sabotageactie, die het kabinet deelt.
Commissievoorzitter Von der Leyen kondigde op 5 oktober jl. in het Europees Parlement
aan met een plan te komen om de weerbaarheid van vitale infrastructuur in de EU te
verhogen. Het kabinet ziet dit plan graag tegemoet en moedigt alle samenwerking in
EU- en NAVO verband hierop aan.
Energie
De ER zal de discussie over de situatie op de Europese energiemarkt voortzetten. Tijdens
de informele ER van 7 oktober jl. werd aan de hand van een brief van Commissievoorzitter
Von der Leyen van 5 oktober jl.7 gesproken over aanvullende maatregelen op het gebied van hoge energieprijzen.8 Ook tijdens de informele Energieraad van 11 en 12 oktober jl. is hierover gesproken.
De Minister voor Klimaat en Energie zal de Kamer in het verslag van de Energieraad
informeren over de uitkomsten van deze Raad. Mede op basis van deze discussies zal
de Commissie, naar verwachting op 18 oktober a.s., een nieuw maatregelenpakket publiceren.
Naar verwachting zal de ER spreken over aanvullende energiebesparingsmaatregelen.
Het kabinet steunt dergelijke afspraken, gezien het belang van het verder terugdringen
van gasgebruik en het beheersbaar houden van de gasprijs voor consumenten. Een lagere
vraag kan immers bijdragen aan een lagere prijs. Bovendien draagt dit bij aan het
versneld afbouwen van de Europese afhankelijkheid van Russisch gas.
De Europese Commissie kijkt ook naar maatregelen om het functioneren van de markt
te verbeteren, naar de introductie van nieuwe benchmarks voor de gasprijs en naar
verbeterde coördinatie bij de opslag van gas. Het kabinet beschouwt dergelijke maatregelen
vanuit een constructieve grondhouding.
Verder zal de ER spreken over de vraag hoe de prijsvolatiliteit op de gasmarkt het
beste beperkt kan worden. Een deel van de lidstaten pleit in dat kader voor een prijsplafond
op de groothandelsmarkt. Het kabinet heeft aangegeven zorgen te hebben over een dergelijke
maatregel, vanwege de mogelijke gevolgen voor de leveringszekerheid en het wegvallen
van de besparingsprikkel. Het kabinet pleit in plaats daarvan voor een snelle totstandkoming
van gezamenlijke gasinkoop, om te voorkomen dat lidstaten met elkaar gaan concurreren
en zo de prijs opdrijven. Gezamenlijke inkoop kan, in samenspel met verdere maatregelen,
bijdragen aan het duurzaam verlagen van de gasprijs en het verminderen van de prijsvolatiliteit,
maar heeft niet dezelfde risico’s voor leveringszekerheid en financiële consequenties
als een prijsplafond op de groothandelsmarkt.
Aansluitend aan de ER zal de Energieraad op 25 oktober a.s. verder spreken over dit
onderwerp. De Minister voor Klimaat en Energie zal de Kamer via de geannoteerde agenda
van de Energieraad informeren over de inzet voor deze Raad.
Economie
De ER zal opnieuw van gedachten wisselen over de wijze waarop de lidstaten omgaan
met de huidige macro-economische situatie met hoge inflatie en energieprijzen. Daarbij
is de onzekerheid over de economische vooruitzichten groot. Veel lidstaten hebben
maatregelen genomen en/of aangekondigd om de koopkracht van huishoudens te ondersteunen
en maken kosten als gevolg van de Russische inval in Oekraïne. Het kabinet vindt het
belangrijk dat de maatregelen die lidstaten nemen tijdelijk en gericht zijn, het gelijk
speelveld op de interne markt niet verstoren en niet leiden tot een verdere verhoging
van de inflatie. Onder de huidige omstandigheden is het generiek ondersteunen van
de vraag via expansief begrotingsbeleid niet gewenst.
De combinatie van lagere economische groei en begrotingsmaatregelen leidt mogelijk
tot een verdere verslechtering van de vooruitzichten voor de begrotingssaldi van de
lidstaten. Enige verslechtering van de begrotingssituatie in individuele landen is,
gelet op de huidige omstandigheden en onzekere vooruitzichten, te begrijpen. Dat neemt
niet weg dat aandacht voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën voor het kabinet
van belang blijft. Nederland zal tijdens de ER benadrukken dat het noodzakelijk is
om terug te keren naar begrotingsdiscipline om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën
te waarborgen.
Tegen de achtergrond van de energiecrisis ontstaat mogelijk discussie over nieuwe
gemeenschappelijke EU-instrumenten om lidstaten te ondersteunen die beperkte financiële
ruimte hebben om de gevolgen ervan het hoofd te bieden. Het kabinet vindt dat er eerst
zoveel mogelijk gebruikt dient te worden gemaakt van bestaande middelen, zoals de
nog niet uitgekeerde leningen en subsidies in het herstelfonds (RRF). Onlangs hebben
de Ministers van Financiën besloten om via REPowerEU nog 20 miljard euro aan extra
subsidies beschikbaar te stellen.9
Buitenlandpolitieke onderwerpen
Afhankelijk van mogelijke ontwikkelingen kunnen ook andere buitenlandpolitieke onderwerpen
besproken worden.
China
De ER zal de EU-China-betrekkingen bespreken, voortbouwend op onder andere de discussie
over China in tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 17 oktober a.s. De relatie met
China is het afgelopen jaar complexer geworden, waarbij de drieslag van China als
partner, concurrent en systeemrivaal nog steeds een bruikbaar kader biedt.10 Voor zowel de EU als het kabinet geldt dat er binnen de drieslag meer nadruk is komen
te liggen op het beschermen van onze waarden en belangen. Ondanks verschillen van
inzicht zullen de EU en China de dialoog moeten blijven aangaan en op basis van gedeelde
belangen blijven samenwerken. Het kabinet zal erop aandringen dat de EU een concrete
agenda formuleert om de betrekkingen met China verder vorm te geven.
Voorbereiding EU-ASEAN Top van 14 december 2022
Tevens zal de ER stilstaan bij de voorbereiding van de eerste gezamenlijke EU-ASEAN
Top, die plaatsvindt op 14 december 2022 in Brussel. Het kabinet verwelkomt deze gezamenlijke
Top, die in lijn is met de Nederlandse en Europese ambitie om samenwerking met strategische
partners in de wereld aan te gaan, en de kans biedt om die specifiek met ASEAN te
versterken en verdiepen. ASEAN is een belangrijke partner voor Nederland en de EU
in de Indo-Pacific, waar ASEAN net als de EU voor de uitdaging staat hoe om te gaan
met het veranderende krachtenveld op het gebied van handel, effectief multilateralisme,
internationale rechtsorde, veiligheid en wereldwijde uitdagingen als klimaatverandering.
De gezamenlijke EU-ASEAN Top is een belangrijke stap in de versterking van de samenwerking
op deze terreinen.
COP27 en COP15
De ER zal tevens de COP27 voorbespreken, die van 6 tot 18 november 2022 zal plaatsvinden
in Sharm el-Sheikh (Egypte). De COP27 komt op een moment dat de internationale samenwerking
onder druk staat vanwege groeiende geopolitieke spanningen. De urgentie om afspraken
te maken over verhoogde mondiale klimaatactie blijft echter zeer groot. Als voorzitter
zal Egypte de nadruk leggen op implementatie van klimaatafspraken en specifiek aandacht
vragen voor voortgang op de adaptatiedoelstelling, schade en verlies en financiële
steun aan ontwikkelingslanden. Het kabinet steunt de klimaatinzet van de EU. Nederland
zal tijdens de ER het belang van ambitieuze klimaatactie onderstrepen, onder meer
op het gebied van adaptatie, mitigatie en klimaatfinanciering, om de meest kwetsbare
mensen en gemeenschappen te beschermen.
De ER zal eveneens nota nemen van de stand van zaken van de voorbereiding van de VN-biodiversiteitsconferentie
onder het Biodiversiteitsverdrag (CBD COP15.2), die van 7 tot 19 december plaatsvindt
in Montréal, Canada. Tijdens deze conferentie dient een nieuw strategisch raamwerk
voor de periode tot 2030 (het «Global Biodiversity Framework») te worden overeengekomen. Na de laatste onderhandelingsronde in Nairobi staan nog
veel punten open waarover mondiaal nog overeenstemming moet worden bereikt11, waardoor de COP vooraf zal worden gegaan door een extra onderhandelingsronde. Het
kabinet staat een ambitieuze EU-inzet en uitkomst voor, waar onder andere een versterkt
systeem van monitoring, rapportage en verantwoording bij hoort.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken