Brief regering : Inhoudelijke inrichting expertisecentrum interlandelijke adoptie en vervolgtraject
31 265 Adoptie
Nr. 100 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 december 2021
Op 8 februari 2021 kondigde ik in navolging op de aanbeveling in het rapport van de
Commissie Onderzoek naar Interlandelijke Adoptie in het verleden (hierna: de commissie)
aan een expertisecentrum in te richten.1 Dit expertisecentrum is bedoeld om interlandelijk geadopteerden (hierna: geadopteerden)
verdergaand te ondersteunen bij hulpvragen over hun adoptie en afstamming. Een zoektocht
van een geadopteerde naar zijn of haar afstamming of identiteit kan moeilijk zijn.
In het bijzonder wanneer er in de adoptieprocedure misstanden hebben plaatsgevonden.
Zoals de commissie in haar rapport beschreef, rust op de overheid – gezien het verleden
– een morele verantwoordelijkheid om geadopteerden hierin te ondersteunen. Ieder kind
heeft daarbij ook, voor zover mogelijk, het recht om te weten van wie het afstamt.2
In afstemming met onder meer de belangenorganisaties voor interlandelijke adoptie,
die veelal bestaan uit ervaringsdeskundigen (hierna: belangenorganisaties), en Fiom3 heb ik de inhoudelijke functies van het expertisecentrum nader uitgewerkt.4 Ik ben hen erkentelijk voor de aanwezigheid bij de georganiseerde bijeenkomsten en
de constructieve wijze waarop met elkaar over de inhoud is gesproken. Gebleken is
hoe belangrijk het is voor optimale ondersteuning aan geadopteerden om deze samenwerking
ook in de toekomst voort te zetten.
In deze brief informeer ik uw Kamer over het verloop en de uitkomsten van dit gezamenlijke
proces, over het huidige beschikbare ondersteuningsaanbod in Nederland en over de
voorziene inhoudelijke inrichting van het expertisecentrum. Vervolgens ga ik in op
het verdere proces, waaronder de mogelijke bestuurlijke en organisatorische inrichting.
Het streven is dat het expertisecentrum in de eerste helft van 2022 start. Tot slot
ga ik in meer detail in op mijn afweging om niet over te gaan tot een individuele
financiële tegemoetkoming aan alle interlandelijk geadopteerden, zoals uw Kamer mij
juni jongstleden (Kamerstuk 31 265, nr. 93) vroeg.
1. Gezamenlijk proces inrichting expertisecentrum
Vanaf juli 2021 hebben tien bijeenkomsten plaatsgevonden met primair belangenorganisaties,
maar ook andere betrokken partijen zoals Fiom, Raad voor de Kinderbescherming, vergunninghouders,
adoptiecoaches en advocaten. Tijdens deze sessies hebben de deelnemers onder professionele
begeleiding van denkbureau de Argumentenfabriek een grondige verkenning uitgevoerd
naar de mogelijke invulling van de vier beoogde functies van het expertisecentrum:
• toegang tot dossiers en afstammingsinformatie;
• ondersteuning bij zoektochten;
• psychosociale hulp;
• juridische ondersteuning.
Gezamenlijk is antwoord gegeven op de vraag: Wat zijn de wensen van belanghebbenden voor het ontwerp van het expertisecentrum? In het proces is gestreefd naar snelle voortgang maar stond de zorgvuldigheid voorop
om voldoende ruimte te geven aan ieders inbreng.
Bij de start van het traject hadden belangenorganisaties kritiek en ook aarzelingen
over deelname aan het proces. Dit kwam onder andere door twijfels over de nut en noodzaak
van het expertisecentrum. Ook waren sommige deelnemers teleurgesteld over eerdere
samenwerking met mijn ministerie en de voortgang op dit onderwerp en over het feit
dat er geen financiële tegemoetkoming aan geadopteerden komt. Tegelijkertijd was er
vanaf het begin grote betrokkenheid bij het onderwerp en werden er goede inhoudelijke
gesprekken gevoerd. Meerdere belangenorganisaties gaven gaandeweg aan het als positief
en constructief te ervaren om actief mee te kunnen denken en zo hun eigen expertise
en wensen voor de inrichting van het expertisecentrum te kunnen meegeven. Van de bij
mij bekende 27 belangenorganisaties – van Facebookgroep tot professioneler georganiseerd –
hebben 14 belangenorganisaties een actieve bijdrage geleverd aan het gezamenlijke
traject.5 In het proces is gestreefd naar consensus over een mogelijk ontwerp van het expertisecentrum.
Tegelijkertijd blijven uiteenlopende opvattingen over de gewenste inrichting van het
expertisecentrum bestaan. Mede om die reden is het uiteindelijk niet mogelijk om tot
keuzes te komen die door iedereen worden onderschreven. Onoverkomelijke bezwaren tegen
de voorgestelde inrichting zijn echter evenmin gebleken.
Belangrijkste voorkeuren inhoudelijke opgave uit sessies met belanghebbenden:
• Wees er voor een brede doelgroep, met een primaire focus op interlandelijk geadopteerden,
maar ook op adoptieouders, gezinsleden en geboorteouders.
• Verken hulpvragen en oplossingen van deze doelgroep, snel waar kan en uitgebreid waar
nodig. Met een fysiek, telefonisch en online loket, professionals en (ervarings)deskundigen
in dienst. Geleidt ook door naar andere organisaties.
• Ondersteun geadopteerden bij hun zoektocht naar verwanten en herkomst, onder andere
met algemene informatie over zoektochten en over de inzet van DNA-onderzoek en een
internationaal netwerk dat kan worden ingezet. Bedenk ook nieuwe manieren om zoektochten
uit te voeren en houdt daarbij rekening met de landspecifieke context.
• Ondersteun geadopteerden bij het krijgen van toegang tot hun dossiers, door het bieden
van inzicht in vindplaatsen, begeleiding bij inzage en interpretatie van dossiers
en door het stimuleren van verbeterde inzageprocedures.
• Ondersteun geadopteerden bij psychosociale- en levensvragen. Neem daarvoor ook ervaringsdeskundigen
in dienst. En vergroot het bewustzijn van adoptie specifieke vraagstukken, onder andere
in de zorg.
• Ondersteun organisaties met kennis, advies en middelen zodat zij de breder doelgroep
beter kunnen helpen.
• Verbeter het stelsel van ondersteuning aan geadopteerden, onder andere door het faciliteren
van gesprekken en bijeenkomsten in het veld, door het delen van kennis en door het
aankaarten van aandachtspunten bij de Minister.
• Wees in de werkwijze laagdrempelig en betrokken, zoek naar fundamentele oplossingen
voor hulpvragen en betrek de doelgroep daarbij.
Een meer gedetailleerde beschrijving van het gezamenlijke traject en de opbrengsten
hiervan is bijgevoegd in het boekje van de Argumentenfabriek (zie bijlage 1a)6.
2. De huidige situatie
Om te komen tot een inhoudelijk ontwerp van het expertisecentrum is het van belang
om het al beschikbare aanbod in beeld te hebben. Dit overzicht was nog niet voor handen.
De Argumentenfabriek heeft daarom een landschapsanalyse uitgevoerd aan de hand van
een vragenlijst en bureau-onderzoek. Deze analyse is bijgevoegd (zie bijlage 1b)7.
Algemene bevindingen
Uit de landschapsanalyse blijkt dat er in de basis een breed ondersteuningsaanbod
voor geadopteerden beschikbaar is in Nederland. Tegelijkertijd is dit aanbod versnipperd
en onoverzichtelijk. Het is lastig voor een geadopteerde om precies te weten waar
hij of zij voor welke hulp terecht kan. Fiom fungeert in dit veld als het meest algemene
en bekende aanspreekpunt. Fiom biedt al ondersteuning op de vier beoogde functies
van het expertisecentrum, maar wordt niet door iedereen als even toegankelijk ervaren
onder meer door beperkte bereikbaarheid. Daarnaast bieden bijna 30 Nederlandse belangenorganisaties
vrijwel allemaal ondersteuning voor een specifiek land van herkomst. Deze belangenorganisaties
beschikken over het algemeen over een beperkte (vrijwillige) capaciteit en ze variëren
in hun aanpak en aanbod.
De mate van samenwerking in het veld verschilt. Soms vanwege beperkte capaciteit en
soms ook om principiële redenen. Sommige partijen werken bijvoorbeeld niet met Fiom
of met een vergunninghouder samen vanwege betrokkenheid bij adopties in het verleden.
Verder ontbreekt het aan toezicht op de kwaliteit van het bestaande ondersteuningsaanbod.
Hoewel zowel belangenorganisaties als Fiom zich inzetten hun aanbod te verbeteren,
is er geen overkoepelende organisatie verantwoordelijk voor deze verbetering alsmede
voor het handhaven van de kwaliteit.
Functie specifieke bevindingen landschapsanalyse:
Specifiek ten aanzien van de vier beoogde functies van het expertisecentrum blijkt
uit de landschapsanalyse het volgende:
Toegang tot dossiers en afstammingsinformatie: dossiers liggen verspreid over meerdere
instanties en centraal beheer ontbreekt. Adoptiedossiers zijn in handen van verschillende
organisaties, zoals Raad voor de Kinderbescherming, vergunninghouders, Centrale autoriteit
Internationale Kinderaangelegenheden (Ca) en Fiom. Die hoeveelheid partijen maakt
het voor geadopteerden lastig om te weten waar zij moeten beginnen met zoeken en hun
adoptiedossiers kunnen vinden.
Ondersteuning bij zoektochten: bijna alle geadopteerden kunnen hulp krijgen bij zoektochten. Geadopteerden kunnen terecht bij Fiom of bij belangenorganisaties voor algemene informatie
over zoektochten en feitelijke ondersteuning bij uitvoering ervan. Het ondersteuningsaanbod
van deze organisaties varieert: van aandacht vragen via sociale en lokale media, tot
ondersteuning bij DNA-onderzoek en het uitvoeren van zoekacties in landen van herkomst.
Hierin werken zij beperkt samen met de Nederlandse ambassades in het buitenland.
Psychosociale hulp: de ondersteuning is gevarieerd maar niet altijd professioneel
of adoptie specifiek. Geadopteerden kunnen bij verschillende partijen terecht voor
psychosociale ondersteuning. GGZ-gekwalificeerde psychiaters en psychologen worden
via de huisarts ingezet voor zwaardere psychische problematiek. Belangenorganisaties
en Fiom fungeren hier doorgaans als voorportaal: ze geleiden geadopteerden vaak door.
Het stellen van een juiste diagnose en effectieve hulp voor adoptie-gerelateerde problematiek
is lastig bij gebrek aan kennis en een officiële kwalificatie, zo geven geadopteerden
en sommige psychologen aan. Voor lichtere vormen van psychosociale hulp kunnen adoptiecoaches
ondersteuning bieden en is er een ruim aanbod aan lotgenotencontact bij onder andere
belangenorganisaties, Fiom en vergunninghouders.
Juridische ondersteuning: specialistische organisaties bieden juridische dienstverlening. Voor juridische bijstand bij procedures rond naamswijziging of het herroepen van
adoptie kunnen geadopteerden terecht bij het juridisch loket en advocatenkantoren.
Hetzelfde geldt voor (aspirant-)adoptieouders bijvoorbeeld bij vragen over stiefouderadoptie.
Fiom biedt online juridische informatie en sommige belangenorganisaties ondersteunen
geadopteerden bij juridische procedures rond adoptiemisstanden.
3. Inhoudelijke inrichting van het expertisecentrum
Het opgehaalde beeld van de deelnemers aan het gezamenlijke proces en de landschapsanalyse
van het huidige aanbod vormen de basis voor de inhoudelijke inrichting van het expertisecentrum.
Voorop staat dat het expertisecentrum er in de eerste plaats is vóór alle interlandelijk
geadopteerden, met bijzondere aandacht voor diegenen die rondom hun adoptie problemen
ervaren, bijvoorbeeld bij het vinden van hun biologische familie. Daarnaast kunnen
adoptieouders – ook als wettelijk vertegenwoordiger van minderjarigen – en gezinsleden
en geboorteouders voor bepaalde hulpvragen ook bij het expertisecentrum terecht.
Het streven is dat geadopteerden bij hulpvragen over hun adoptie en afstamming naar
beste vermogen worden geholpen. Niet alleen door dienstverlening van het expertisecentrum
zelf, maar juist in samenwerking met het al bestaande ondersteuningsaanbod in Nederland.
Alleen door goede samenwerking kan optimale ondersteuning worden geboden. Het expertisecentrum
zal voor meer specialistische ondersteuning doorgeleiden naar het rijke aanbod aan
organisaties en specialisten dat al bestaat. En wil dit bestaande aanbod versterken.
Kwaliteitsborging is hierbij belangrijk.
Wat gaat het expertisecentrum concreet doen? Ik heb twee hoofdtaken gedefinieerd:
a) het bieden van een centraal loket met goed toegeruste en betrokken medewerkers (lokettaak) en;
b) het bevorderen van een goed functionerend systeem van meer gespecialiseerd aanbod
(systeemtaak).
Ad a): lokettaak
Als loket biedt het expertisecentrum één centrale herkenbare plek waar geadopteerden in Nederland
terecht kunnen met hulpvragen rond adoptie en afstamming. Hiermee komt het expertisecentrum
tegemoet aan de geconstateerde versnippering en onoverzichtelijkheid in het bestaande
veld. De dienstverlening vanuit het loket verschilt per functie, maar in de werkwijze
staat maatwerk en betrokkenheid altijd voorop. Het loket is optimaal bereikbaar, heeft
fysieke en telefonische spreekuren en is laagdrempelig. Daarnaast beschikt het loket
over een eigen website, adequate informatie en netwerken van meer gespecialiseerd
aanbod.
Afhankelijk van de behoeften van de geadopteerde zelf kan de dienstverlening variëren
tussen het bieden van informatie en meer persoonlijke begeleiding. Daartoe worden
casemanagers aangesteld, die naast professionele deskundigheid bij voorkeur ook over
ervaringsdeskundigheid beschikken. Voor vragen waarbij voor de beantwoording meer
deskundigheid nodig is, bijvoorbeeld op psychosociaal vlak of juridisch vlak, zullen
casemanagers binnen het expertisecentrum medewerkers betrekken die beschikken over
deze kennis. Voor specialistische vragen wordt doorgeleid naar meer gespecialiseerd
aanbod. De eigen diensten van het expertisecentrum worden kosteloos aangeboden. Voor
de volgende dienstverlening kunnen geadopteerden bij het expertisecentrum terecht:
• Toegang tot dossiers en afstammingsinformatie. Het loket biedt geadopteerden in de eerste plaats overzicht van de plekken waar zijn
of haar adoptiedossiers zich kunnen bevinden in Nederland. Daarnaast biedt het loket
begeleiding bij het krijgen van toegang en het inzien van deze documenten. Daarbij
wil het expertisecentrum ervoor zorgen dat geadopteerden in de toekomst zoveel mogelijk
op één plek de stukken kunnen inzien. Dat betekent overigens niet dat alle dossiers
en informatie op één plek zullen worden opgeslagen, maar wel gemakkelijker toegankelijk
zijn. Het expertisecentrum maakt hierover afspraken met Nederlandse instanties met
een adoptiearchief.8 Ook goede begeleiding vanuit het loket is daarbij van belang, mits gewenst door de
geadopteerde zelf. Inzage kan voor een geadopteerde belastend zijn: vanwege de technische
aspecten (de AVG bijvoorbeeld), de interpretatie ervan, de culturele context en vanwege
de emotionele reactie die het kan oproepen.
• Ondersteuning bij zoektochten. Het loket biedt algemene informatie over zoektochten en geleidt voor de daadwerkelijke
uitvoering van zoektochten door naar het reeds bestaande brede aanbod. Het is de bedoeling
dat het expertisecentrum daarvoor een samenwerkingsverband aangaat met Fiom en de
belangenorganisaties die al zoektochten uitvoeren. De begeleiding en ondersteuning
van belangenorganisaties zal met een subsidieregeling worden versterkt. Het expertisecentrum
voert zelf dus geen individuele zoektochten voor geadopteerden uit, maar bevordert
met deze invulling dat zij ongeacht het land van herkomst in Nederland op vergelijkbare
ondersteuning bij de uitvoering van zoektochten kunnen rekenen. Op het samenwerkingsverband
en de subsidieregeling ga ik onder ad 2 nader in. Het expertisecentrum bouwt per land
daarnaast aan een internationaal netwerk dat ingezet kan worden bij zoektochten. In
de afgelopen maanden heb ik samen met mijn ambtgenoot van Buitenlandse Zaken een inventariserende
vragenlijst uitgezet onder Nederlandse ambassades in 30 herkomstlanden. Hieruit blijkt
dat bij zoektochten nog weinig beroep is gedaan op de Nederlandse ambassades. Het
expertisecentrum zal per land bekijken waar versterking nodig en gewenst is, in aanvulling
op reeds bestaande netwerken in landen van herkomst en hier onder meer met de Nederlandse
ambassades en wellicht de lokale autoriteiten in het buitenland, verder invulling
aan geven. Ook gaat het expertisecentrum geadopteerden informatie verschaffen over
de mogelijkheden voor de inzet van DNA-onderzoek bij zoektochten. Vaak is DNA-onderzoek
de laatste mogelijkheid als afstammingsgegevens ontbreken of niet kloppen. Bij de
verdere uitwerking wordt bekeken wat in de ondersteuning hiervan mogelijk is. Zoals
eerder aan uw Kamer aangekondigd, start via het WODC momenteel een verdiepend onderzoek
naar de mogelijkheden van en risico’s bij het gebruik van internationale DNA-databanken.9
Het expertisecentrum verricht in een aantal specifieke landen van herkomst met voorrang
een extra inspanning op het gebied van zoektochten. Ik wil daarbij starten in landen
waar het vinden van informatie over adoptie of afstamming voor een geadopteerde extra
moeilijk en urgent is. Bijvoorbeeld vanwege misstanden in het verleden en de tijdsperiode
van de adoptie, waardoor geboorteouders al op leeftijd zijn. Er worden landenmanagers
aangesteld bij het expertisecentrum die samen met de betrokken belangenorganisaties
en andere experts gezamenlijk veelvoorkomende landspecifieke belemmeringen bij zoektochten
onderzoeken en aanpakken. Denk hierbij aan het in beeld brengen van vindplaatsen van
afstandsdossiers en het leggen van contacten met lokale autoriteiten in die landen
van herkomst. In overleg met belanghebbenden wordt bekeken welke landen hiervoor als
eerste in aanmerking komen, zoals de landen die zijn onderzocht door de Commissie
Onderzoek Interlandelijke Adoptie in het verleden (Indonesië, Bangladesh, Sri Lanka,
Brazilië en Colombia).
• Psychosociale hulp. Het loket biedt allereerst een luisterend oor aan geadopteerden met psychosociale
vragen. Gezamenlijk wordt de hulpvraag verkend, waarna een geadopteerde wegwijs wordt
gemaakt in het gevarieerde aanbod op het gebied van gespecialiseerde psychosociale
ondersteuning. Het expertisecentrum gaat lichte vormen van psychosociale begeleiding
door professionals aanbieden, waarmee wordt tegemoetgekomen aan een bestaande behoefte.
Daarnaast worden ervaringsdeskundigen getraind en ingezet bij lotgenotencontact en
als buddy’s. Voor zwaardere problematiek is een geadopteerde aangewezen op het reguliere
zorgaanbod waarvoor het loket doorgeleidt naar de huisarts. Om tegemoet te komen aan
de behoefte aan meer adoptie specifieke kennis en specialisatie in dit veld, werkt
het expertisecentrum aan vergroting van de kennis en het bewustzijn hierover bij de
zorgsector en de professionals, onder andere via voorlichting en opleidingen. Ook
wordt samen met het veld gewerkt aan uitbreiding van dit meer specialistische aanbod.
• Juridische ondersteuning. Het expertisecentrum ontsluit informatie over veelvoorkomende juridische vraagstukken
rond identiteitsherstel, waaronder het herroepen van adoptie en naams- en leeftijdswijziging,
privacyvraagstukken en relevante regelgeving. Deze vraagstukken zijn doorgaans complex.
Soms moeten formele juridische procedures worden doorlopen. Het expertisecentrum geeft
geadopteerden hierover uitleg en informatie. Het expertisecentrum biedt zelf geen
juridisch advies en/of juridische bijstand aan geadopteerden. Hiervoor worden zij
doorgeleid naar bestaande specialisten, zoals advocaten. Verder kunnen ook andere
instanties zoals gemeentes bij het expertisecentrum terecht, wanneer zij in hun werk
met juridische vragen rond adoptie en afstamming te maken krijgen.
Ad 2): Systeemtaak
Optimale ondersteuning aan geadopteerden krijgt pas vorm als er een goed functionerend
systeem bestaat, waarin organisaties samenwerken. Dit gaat in de eerste plaats over
de samenwerking tussen het expertisecentrum en de belangenorganisaties en Fiom. Het
expertisecentrum gaat met hen een samenwerkingsverband aan voor de verdere invulling
van de activiteiten van het expertisecentrum aan de hand van een gezamenlijk opgestelde
ontwikkelagenda. Zoals hiervoor genoemd, ontvangen belangenorganisatie die aan dit
samenwerkingsverband deelnemen een subsidie. Hiermee kunnen zij hun eigen organisatie
versterken en desgevraagd specifieke activiteiten voor het centrum verrichten, zoals
bepaalde inzet in het kader van zoektochten. De subsidietoekenning wordt gekoppeld
aan nader uit te werken spelregels voor de samenwerking en plannen voor professionalisering.
De precieze vormgeving van dit samenwerkingsverband vindt de komende maanden plaats
in samenspraak met alle betrokkenen.
Naast belangenorganisaties en Fiom, staat het expertisecentrum in verbinding met meer
specialistische partijen zoals aanbieders in de reguliere zorg en de juridische bijstandsverleners.
Het centrum zal ook in dit bredere veld de samenwerking opzoeken en de aandacht voor
adoptie specifieke vraagstukken vergroten. Bijvoorbeeld door het organiseren van conferenties
en bijeenkomsten.
Naast samenwerking is deskundigheid cruciaal voor een goed functionerend systeem.
Het expertisecentrum zal daarom beschikbare, goed onderbouwde, kennis over interlandelijke
adoptie verzamelen en ontsluiten. Het gaat onder meer om kennis vanuit de wetenschap,
de uitvoeringspraktijk of ervaringsverhalen van geadopteerden zelf. Daartoe richt
het centrum een expertisetafel in, met inhouds- en ervaringsdeskundigen, die het expertisecentrum
gaat adviseren. Het expertisecentrum investeert daarnaast ook in verdere kennisontwikkeling
door samen met de deelnemers aan de expertisetafel te werken aan een kennis- en ontwikkelagenda.
Bekeken wordt of een leerstoel en/of lectoraat kan worden ingesteld. Daarnaast zet
het expertisecentrum zich ervoor in om de informatie waarop de Commissie Onderzoek
Interlandelijk Adoptie in het verleden haar bevindingen heeft gebaseerd, actief toegankelijk
te maken voor een breed publiek zodra dit beschikbaar is. Momenteel wordt gewerkt
aan de openbaarmaking van zo veel mogelijk van deze archiefstukken.
4. Verder proces
De volgende stap in het ontwerp van het expertisecentrum is de bestuurlijke en organisatorische
inrichting. Dit volgt op de geschetste inhoudelijke inrichting. Hierbij betrek ik
in ieder geval de belangenorganisaties en Fiom vanwege de werkzaamheden die deze organisaties
op de beoogde functies verrichten. In deze volgende stap wordt rekening gehouden met
het feit dat de focus van het centrum, zoals ik eerder aan uw Kamer heb gemeld, zich
op termijn kan verbreden naar andere doelgroepen waarbij vragen rond afstamming en
identiteit leven doordat zij niet zijn opgegroeid bij (één van) de biologische of
genetische ouders. Recent heb ik richting uw Kamer aangegeven deze verbreding met
belanghebbenden bij binnenlandse afstand en adoptie te bespreken.10
Tegelijkertijd ga ik met de belangenorganisaties en Fiom verder invulling geven aan
het voorziene samenwerkingsverband. Deelnemers worden daarbij bevraagd op hun potentiële
bijdrage aan de doelstelling van het expertisecentrum en om gezamenlijk de activiteiten
van het expertisecentrum verder uit te werken in een ontwikkelagenda. Daarbij wordt
ook meegenomen hoe geadopteerden duurzaam bij het expertisecentrum kunnen worden betrokken.
Het streven is om met deze organisaties tot een samenwerkingsovereenkomst te komen
met heldere afspraken over taakverdeling en onderlinge samenwerking (code of conduct).
Ook ga ik de bijbehorende subsidieregeling voor het duurzaam versterken van het aanbod
van de belangenorganisaties nader uitwerken. Tot slot wordt waar mogelijk gestart
met het opzetten van de dienstverlening. Het expertisecentrum zal niet alle diensten
in één keer, maar fasegewijs aanbieden. Daarbij geef ik vanwege de urgentie hiervan
voorrang aan de voorziene ondersteuning bij zoektochten.
Zoals ik eerder aan uw Kamer heb gemeld is er 36,4 miljoen euro beschikbaar voor de
inrichting voor het expertisecentrum. Deze middelen worden zodanig verdeeld dat de
duurzaamheid van het expertisecentrum is geborgd, vooralsnog wordt gedacht aan een
periode van 10 jaar. Formele besluitvorming hierover vindt plaats bij voorjaarsnota
2022.
In het voorjaar 2022 informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van dit vervolgtraject.
5. Motivering besluit geen financiële tegemoetkoming
Met het expertisecentrum wordt voorzien in duurzame ondersteuning van een zo breed
mogelijke doelgroep interlandelijk geadopteerden, zowel nu als in de toekomst. Tegelijkertijd
wordt maatwerk geboden als geadopteerden zich tot het centrum wenden. Steeds wordt
gekeken naar individuele behoeften. Zoals hiervoor genoemd, worden daarnaast vanuit
het expertisecentrum bepaalde extra inspanningen gedaan, zoals het aanstellen van
landenmanagers voor landen waar veelvuldig misstanden plaatsvonden waardoor afstammingsinformatie
lastig is te achterhalen. Hiermee wordt extra ondersteuning geboden aan geadopteerden
uit die landen. Het besteden van de beschikbare middelen aan deze algemene ondersteuning
en het creëren van een infrastructuur draagt naar mijn inschatting meer bij aan het
ondersteunen van de brede doelgroep interlandelijk geadopteerden, dan het verstrekken
van uniforme individuele tegemoetkomingen aan de hele groep.
Bij mijn afweging heb ik meegenomen dat een individuele tegemoetkoming aan alle geadopteerden
zou leiden tot betaling van geld uit algemene middelen aan diegenen die niet onder
de misstanden hebben geleden of daarvan geen grote problemen hebben ondervonden. Daardoor
blijft minder ruimte over voor hulp aan hen die die problemen wel ondervonden. Dat
vind ik geen wenselijke verdeling. Voor mij is juist van belang dat diegene die hulp
het hardst nodig hebben, deze zo goed mogelijk kunnen krijgen op een manier die past
bij hun situatie. Alleen op die manier kan naar mijn mening goed worden tegemoetgekomen
aan ieders individuele pijn. Via de route van het expertisecentrum wordt dus ondersteuning
gegeven aan die geadopteerden die daar ook daadwerkelijk behoefte aan hebben.
Verder heb ik bij mijn afweging getoetst of de Staat in het algemeen verantwoordelijk
is om tot individuele betaling over te gaan aan de hele groep. Daarvan is naar mijn
oordeel geen sprake. De commissie concludeerde dat de Nederlandse overheid nalatig
is geweest in het tijdig treffen van maatregelen om misstanden tegen te gaan. Het
handelen van de overheid heeft echter niet direct geleid tot de misstanden. Daarbij
vonden de misstanden veelal plaats in een ander land en waren er ook andere (private)
instanties bij betrokken. Er ontbreekt dus een directe link tussen de misstanden bij
interlandelijke adoptie en de rol van de overheid. Daarbij is het lastig om de groep
te af te bakenen: zijn dat alle geadopteerden of slechts een deel hiervan? En in dat
laatste geval, hoe bepaal je dan wie wel en wie niet? Verder is het lastig om de schade
voor de hele groep te duiden, eenduidig te becijferen en te beoordelen of dit het
gevolg is van aan misstanden die zich hebben voorgedaan bij de adoptie en aan de Staat
zijn toe te rekenen. Tegelijkertijd ben ik mij ervan bewust dat er geadopteerden zijn
die kampen met uitdagingen en vragen rond hun afstamming en identiteit door adoptie.
Zij kunnen voor persoonlijke ondersteuning juist terecht bij het expertisecentrum.
Voorgaande neemt overigens niet weg dat indien er in individuele gevallen sprake is
geweest van onrechtmatigheden die aan de Staat kunnen worden toegerekend, geadopteerden
zich hiermee tot mij kunnen wenden. Steeds wordt dan zorgvuldig gekeken naar eventuele
aansprakelijkheid van de Staat. Ik beroep mij daarbij niet op verjaring.
6. Slotwoord
Er is de afgelopen periode door vele partijen hard gewerkt om te komen tot het inhoudelijke
ontwerp van het expertisecentrum, zoals in deze brief is gepresenteerd aan uw Kamer.
Een ontwerp waarmee het ondersteuningsaanbod in Nederland een professionaliseringsslag
gaat maken en waarmee we geadopteerden in de toekomst beter kunnen helpen bij vragen
over hun adoptie of afstamming. Er ligt tegelijkertijd nog een grote opgave voor het
vervolg: het daadwerkelijk inrichten van het expertisecentrum en de versterking van
de dienstverlening. Net als in de afgelopen maanden vraagt dit om een zorgvuldig proces,
waarbij tegelijkertijd snelheid wordt nagestreefd.
Ik kijk ernaar uit om dit gezamenlijk met belangenorganisaties, Fiom en andere instanties
vorm te geven waarbij ik in het bijzonder waarde hecht aan de betekenisvolle inbreng
van geadopteerden zelf.
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker
Indieners
-
Indiener
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming