Brief regering : Fiche: Verordening betreffende bij geldovermaking te voegen informatie
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3205
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 september 2021
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 4 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Anti-witwasverordening (AMLR) en anti-witwasrichtlijn (AMLD6) (Kamerstuk 22 112, nr. 3202)
Fiche: Verordening ter oprichting AML Autoriteit (Kamerstuk 22 112, nr. 3203)
Fiche: Verordening betreffende bij geldovermaking te voegen informatie
Fiche: Aanbeveling mandaat onderhandelingen handels- en samenwerkings-overeenkomst
EU-VK m.b.t. Gibraltar (Kamerstuk 22 112, nr. 3206)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.P.M. Knapen
Fiche: Verordening betreffende bij geldovermaking te voegen informatie
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Verordening (EU) van het Europees Parlement en de Raad betreffende bij te voegen informatie
bij het overmaken van geld en bepaalde crypto-activa (herschikking)
b) Datum ontvangst Commissiedocument
juli 2021
c) Nr. Commissiedocument
COM(2021) 422
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A52021PC0422…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
SWD(2021) 190, 191
f) Behandelingstraject Raad
Economische en Financiële Raad
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Financiën, in samenwerking met het Ministerie van Justitie en Veiligheid
h) Rechtsbasis
Artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)
i) Besluitvormingsprocedure Raad
Gekwalificeerde meerderheid
j) Rol Europees Parlement
Medebeslissing
2. Essentie voorstel
a) Inhoud voorstel
Dit voorstel bevat regels gericht op het voorkomen van het gebruik van het financiële
stelsel voor witwassen en financieren van terrorisme (anti-money laundering/countering the financing of terrorism; AML/CFT), en maakt onderdeel uit van het AML/CFT-pakket dat de Commissie op 20 juli
2021 uitbracht. Dat pakket bestaat uit vier wetgevende voorstellen: de anti-witwasverordening
(Anti-Money Laundering Regulation; AMLR)1, de zesde anti-witwasrichtlijn (Anti-Money Laundering Directive; AMLD6)2, de Verordening ter oprichting van een Europese anti-witwasautoriteit3 en de Herziening van Verordening (EU) 2015/847. De Commissie heeft de publicatie
van deze voorstellen op 7 mei 2020 aangekondigd in haar mededeling over het actieplan
voor een alomvattend EU-beleid ter voorkoming van het witwassen van geld en terrorismefinanciering.4
Het voorstel breidt de reeds bestaande verordening betreffende bij geldovermaking
te voegen informatie5 uit, door crypto-activa en cryptodienstverleners toe te voegen aan de reikwijdte
van de verordening. Hiermee wordt het verplicht voor in de verordening aangewezen
instellingen om informatie over de verzender en de begunstigde van een cryptotransactie
met elkaar te delen. Dit is nu al het geval bij reguliere geldovermakingen. Op basis
van deze informatie kunnen ook crypotransacties gemonitord worden ter voorkoming van
witwassen en terrorismefinanciering, en kunnen verzenders en begunstigden effectief
gescreend worden tegen sanctielijsten. De informatie die moet worden uitgewisseld,
betreft de namen van de verzender en begunstigde, het (crypto)rekeningnummer, en informatie
om te verifiëren dat het daadwerkelijk de verzender betreft zoals een adres, persoonlijk
documentnummer, klantidentificatienummer of geboortedag en -plaats. De cryptodienstverlener
van de verzender moet er zorg voor dragen dat de naam en (crypto)rekeningnummer van
de begunstigde met de transactie wordt meegezonden. Ook moet de cryptodienstverlener
van de begunstigde effectieve procedures implementeren om te detecteren of deze informatie
toegevoegd is, en moeten zij real-time en ex-post monitoren of er informatie mist. Het voorstel regelt verder dat er toezicht
gehouden moet worden op de naleving van deze verordening. Met dit voorstel, in combinatie
met de bepalingen ten aanzien van crypto’s in de andere onderdelen van het AML/CFT-pakket,
wordt het regelgevend kader van de Europese Unie (EU) ten aanzien van crypto’s in
lijn gebracht met de standaarden van de Financial Action Task Force (FATF), die in
2019 zijn aangepast om de risico’s op witwassen en terrorismefinanciering van crypto’s
te adresseren.
b) Impact assessment Commissie
De Commissie heeft in het impact assessment drie problemen geanalyseerd in het huidige
AML/CFT-raamwerk: een gebrek aan duidelijke en consistente regelgeving, inconsistent
toezicht binnen de interne markt en onvoldoende coördinatie en uitwisseling van informatie
tussen FIUs. Met dit voorstel adresseert de Commissie het eerste probleem.
De Commissie geeft aan dat het aanpassen van de bestaande verordening betreffende
bij geldovermaking te voegen informatie de gemakkelijkste optie was, aangezien hierdoor
gebruikt gemaakt kon worden van het reeds bestaande kader dat al lange tijd van toepassing
is op reguliere geldoverboekingen.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het Nederlandse beleid op het gebied van het tegengaan van witwassen en terrorismefinanciering
heeft een nationale en internationale component. Op nationaal vlak zet het kabinet
sterk in op het voorkomen en bestrijden van witwassen. Zo is in het plan van aanpak
witwassen6 een scala aan maatregelen aangekondigd om barrières voor witwassen te verhogen, de
effectiviteit van de poortwachtersfunctie en het toezicht op de naleving van AML/CFT-regels
te vergroten, en de opsporing en vervolging te versterken. In het BNC-fiche7 naar aanleiding van de mededeling van de Commissie inzake een actieplan voor een
alomvattend EU-beleid voor de preventie van witwassen en financieren van terrorisme,
heeft het kabinet aangegeven uniforme regels in Europees en internationaal verband
noodzakelijk en wenselijk te vinden, evenals de oprichting van een Europese AML/CFT-toezichthouder
en een ondersteunings- en samenwerkingsmechanisme voor EU FIUs, vanwege het veelal
grensoverschrijdende karakter van witwassen en terrorismefinanciering. Eerder bepleitte
de Minister van Financiën de oprichting van een Europese AML/CFT-toezichthouder en
de noodzaak voor meer harmonisatie al in een gezamenlijk position paper met de ministers
van Financiën van Duitsland, Frankrijk, Italië, Letland en Spanje.8 Daarnaast heeft het kabinet aangegeven de invoering van een ondersteunings- en samenwerkingsmechanisme
voor FIUs te steunen. De Minister van Justitie en Veiligheid heeft in dit kader ook
een gezamenlijk position paper over de contouren van de oprichting van een ondersteunings-
en samenwerkingsmechanisme voor FIUs in de EU, opgesteld door Italië, ondersteund,
evenals België, Tsjechië, Frankrijk, Griekenland, Polen en Spanje. Ten slotte blijft
Nederland inzetten op de versterking van grensoverschrijdende financiële opsporing,
onder meer in het kader van de EU-agenda voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit,
de interne veiligheid en het Europees politiepartnerschap.9
Specifiek ten aanzien van de verdere regulering van crypto’s, heeft het kabinet meermaals
aangegeven zich in te zetten om alle FATF-aanbevelingen ten aanzien van crypto’s zoveel mogelijk op EU-niveau te implementeren.10 Dit geldt in het bijzonder voor het onderdeel dat met onderhavig voorstel wordt geïmplementeerd.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet verwelkomt het voorstel van de Commissie, waarmee Nederland en de EU gaan
voldoen aan de aanbevelingen van de FATF. Zoals de Minister van Financiën eerder heeft
aangegeven aan de Eerste en Tweede Kamer11, voldoen Nederland en vrijwel alle andere EU-lidstaten nog niet aan de FATF-aanbevelingen
ten aanzien van crypto’s. Dit komt doordat de FATF-standaarden zijn vastgesteld nadat
de herziene vierde anti-witwasrichtlijn was aangenomen, waarin crypto’s voor het eerst
in de EU werden gereguleerd. De Minister van Financiën heeft hierbij aangegeven zich
ervoor in te zetten dat het EU AML/CFT-raamwerk in lijn wordt gebracht met de FATF-aanbevelingen.
Met onderhavig voorstel en de bepalingen ten aanzien van crypto’s in de andere onderdelen
van het AML/CFT-pakket waarvan dit voorstel uitmaakt, zullen Nederland en de andere
lidstaten volledig voldoen aan deze FATF-standaarden. Aangezien de FATF-aanbevelingen
door vrijwel alle landen worden overgenomen, is het voor de sector ook van belang
om onder dergelijke regels te vallen om niet geweerd te worden van buitenlandse markten.
Het kabinet vindt de inhoud van dit specifieke onderdeel van het AML/CFT-pakket belangrijk.
Vaak is onduidelijk welke partijen betrokken zijn bij een transactie waarmee crypto’s
gemoeid zijn. Hoewel aanbieders van cryptodiensten in Nederland en de rest van de
EU verplicht zijn om cliëntenonderzoek te doen naar hun eigen klanten, weten zij vaak
niet wie de tegenpartij van de klant is als deze de cryptodienstverlener vraagt een
bepaalde transactie uit te voeren. Dit leidt tot risico’s – zo weten cryptodienstverleners
mogelijk niet of de tegenpartij op een sanctielijst staat, of de tegenpartij aanleiding
geeft tot een intensievere controle en of er mitigerende maatregelen nodig zijn om
risico’s op witwassen en terrorismefinanciering weg te nemen. Om deze reden is het
van belang dat cryptodienstverleners bepaalde basisinformatie met elkaar kunnen uitwisselen.
Er wordt aangesloten bij het bestaande regime voor bankoverboekingen, dat al ruim
15 jaar bestaat. Daarbij is terecht oog voor de verschillen tussen cryptotransacties
en girale overboekingen. Waar deze informatie bij girale overboekingen bij de transactie
toegevoegd dient te worden, geldt voor cryptotransacties dat deze informatie ook parallel
aan de transactie, via een ander systeem, verzonden kan worden, om te voorkomen dat
persoonlijke informatie in publieke blockchains12 gezet wordt. Daarnaast geldt de verplichting om informatie uitsluitend te delen indien
zowel de verzendende als ontvangende kant gereguleerde partijen zijn. Bij transacties
van of naar zogenaamde unhosted wallets, bewaarportemonnees die mensen zelf beheren (zoals open source wallets of cold wallets, zoals een harde schijf) hoeft deze informatie niet verzonden te worden, aangezien
er geen tegenpartij is naar wie de informatie verzonden kan worden. Uit de AMLR volgt
evenwel dat partijen die transacties accepteren van of naar unhosted wallets voldoende mitigerende maatregelen dienen te nemen om ervoor te zorgen dat ze geen
illegale transacties faciliteren.
Het kabinet is daarom positief over onderhavig voorstel en steunt het voorstel in
grote lijnen. Desalniettemin zijn er nog een aantal onderdelen die verduidelijking
behoeven. Zo is de reikwijdte van de verordening niet duidelijk en is een aantal definities
niet duidelijk of onvoldoende nauwkeurig. Zo is het bijvoorbeeld onduidelijk of transacties
tussen twee personen zonder tussenkomst van een gereguleerde entiteit binnen de reikwijdte
van de verordening vallen. Sommige definities lijken niet helemaal overeen te komen
met andere wetgevingsvoorstellen op het gebied van crypto’s, zoals het voorstel13 voor de verordening Markten in Crypto-Activa (MiCA). Het kabinet zal inzetten op
meer duidelijkheid op deze punten.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Er is brede overeenstemming dat meer harmonisatie van regelgeving en toezicht in het
EU AML/CFT-raamwerk wenselijk en noodzakelijk is. In november 202014 heeft de Raad de Commissie opgeroepen prioriteit te geven aan de voorstellen voor
wetgeving ter oprichting van een onafhankelijke Europese AML/CFT-toezichthouder met
directe en indirecte bevoegdheden en de introductie van een verordening. Tijdens de
extra ingelaste Economische en Financiële Raad van 26 juli jl. spraken veel lidstaten
op hoofdlijnen hun steun uit voor het pakket.
Het Europees Parlement heeft aangegeven ingenomen te zijn met de voornemens van de
Commissie om een verordening, een Europese AM/CFT-toezichthouder en een coördinatie-
en ondersteuningsmechanisme voor FIUs te introduceren.
4. Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit
a) Bevoegdheid
Het oordeel van het kabinet is positief. Het voorstel is gebaseerd op artikel 114
VWEU. Op grond van dit artikel is de EU bevoegd om maatregelen vast te stellen ten
aanzien van de instelling en de werking van de interne markt. Het kabinet kan zich
vinden in deze rechtsgrondslag, nu het voorstel verstoring van de interne merkt beoogt
tegen te gaan. Op het terrein van de interne markt is sprake van een gedeelde bevoegdheid
tussen de EU en de lidstaten (zie artikel 4, tweede lid, onder a, VWEU).
b) Subsidiariteit
Het oordeel van het kabinet is positief. Het voorstel heeft tot doel het gebruik van
het financiële stelsel voor witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen. Gezien
het grensoverschrijdende karakter van witwassen en terrorismefinanciering kan dit
onvoldoende door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau worden verwezenlijkt,
daarom is een EU-aanpak nodig. Crypto’s zijn digitaal en daarmee grotendeels grensoverschrijdend.
Bovendien zijn cryptodienstverleners veelal in verschillende lidstaten tegelijkertijd
actief. Een regelgevend kader voor crypto’s op EU-niveau leidt tot een meer effectieve
aanpak van witwassen en terrorismefinanciering en een gelijk speelveld voor cryptodienstverleners
binnen de EU. Ook speelt mee dat er eind vorig jaar een voorstel door de Commissie
is gedaan voor een regelgevend kader voor crypto’s op het gebied van prudentiële eisen,
consumentenbescherming en marktintegriteit. Aangezien deze elementen ook op EU-niveau
worden geregeld, sluit het vastleggen op EU-niveau van de in het onderhavig voorstel
opgenomen elementen hier goed bij aan. Om die redenen is optreden op het niveau van
de EU gerechtvaardigd.
c) Proportionaliteit
Het oordeel van het kabinet is positief. Het voorstel heeft tot doel het gebruik van
het financiële stelsel voor witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen. Het
voorgestelde optreden is geschikt om deze doelstelling te bereiken, omdat de verplichtingen
zullen leiden tot een meer effectieve aanpak van witwassen en terrorismefinanciering.
Cryptodienstverleners dienen te voldoen aan sanctiewetgeving. Dit betekent dat zij
moeten voorkomen dat middelen van of naar gesanctioneerde partijen worden verzonden.
Echter, bij de meeste crypto’s wordt gebruik gemaakt van anonieme adressen, waardoor
het niet direct duidelijk is wie de eigenaar is van het adres. Met onderhavig voorstel
wordt van cryptodienstverleners gevraagd om informatie over de verzender en begunstigde
met elkaar uit te wisselen, op een vergelijkbare manier als bij girale overboekingen.
Hiermee wordt het voor cryptodienstverleners duidelijker welke personen betrokken
zijn in een transactie en kunnen zij effectiever screenen of er gesanctioneerde partijen
zijn betrokken in de transactie, en of de betrokkenheid van specifieke partijen in
een transactie aanleiding geeft tot een verhoogd risico op witwassen of terrorismefinanciering
waarvoor mitigerende maatregelen dienen te worden getroffen. Bovendien volgt het voorgestelde
optreden de FATF-aanbevelingen, die zijn geformuleerd op basis van een afweging van
effectiviteit (tegengaan witwassen en terrorismefinanciering) en uitvoerbaarheid (implementatie
door meldingsplichtige instellingen en toezicht door autoriteiten). Het volgen van
deze FATF-aanbevelingen draagt ook bij aan het bereiken van de doelstelling, omdat
Nederland en de Europese Unie in het geheel hiermee vergelijkbare regelgeving zal
krijgen als in landen buiten de EU, waardoor het risico op witwassen en financieren
van terrorisme bij transacties van of naar buiten de EU beter gecontroleerd kan worden.
Daarnaast schrijft het voorstel niet voor welke technologie gebruikt dient te worden
voor de naleving, waardoor het dienstverleners meerdere mogelijkheden biedt om de
betreffende regels te implementeren binnen hun bedrijfsmodel. Om die reden gaat het
voorgestelde optreden niet verder dan noodzakelijk om de doelstelling te bereiken.
5. Financiële consequenties, gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke
aspecten
a) Consequenties EU-begroting
Er zijn geen gevolgen voor de EU-begroting.
b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of medeoverheden
Lidstaten dienen toezichthouders aan te wijzen die toezien op de naleving van de verordening.
Hoewel het kabinet hier nog geen definitief besluit over heeft genomen, ligt het in
de rede om dit toezicht te beleggen bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en/of
De Nederlandsche Bank (DNB). Het voorgestelde regelgevend kader lijkt immers in grote
mate op dat van financiële instellingen en beide toezichthouders hebben de afgelopen
jaren kennis en ervaring opgebouwd ten aanzien van crypto’s. Partijen die onder toezicht
staan van de AFM of DNB bekostigen dit toezicht zelf. Zodoende zullen de eventuele
consequenties voor de rijksoverheid beperkt zijn. Eventuele budgettaire gevolgen worden
ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijk departement, conform de regels
van de budgetdiscipline.
c) Financiële consequenties en gevolgen voor regeldruk voor bedrijfsleven en burger
Cryptodienstverleners worden met dit voorstel binnen de reikwijdte van de verordening
gebracht. Dit zou kunnen leiden tot meer regeldruk voor deze instellingen omdat zij
hun bedrijfsvoering in overeenstemming dienen te brengen met de verplichtingen uit
deze verordening. De FATF-standaarden gelden sinds 2019 en de sector werkt aan technologische
oplossingen om aan deze regels te voldoen. Deze oplossingen zijn op dit moment echter
nog niet op de markt gebracht, ook niet buiten de EU. Tegelijkertijd kan de verdere
harmonisatie van de regels in EU-verband juist ook een positief effect hebben op de
regeldruk en kosten. Met name cryptodienstverleners die actief zijn in verschillende
EU-lidstaten zullen naar verwachting minder regeldruk ervaren, omdat de verschillen
in regelgeving tussen lidstaten door harmonisatie verder worden gereduceerd.
d) Gevolgen voor concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Met deze verordening wordt het Europees regelgevend kader in lijn gebracht met de
aanbevelingen van de FATF. De FATF stelt op mondiaal niveau aanbevelingen op ten aanzien
van regels om witwassen en terrorismefinanciering tegen te gaan. De aanbevelingen
van de FATF worden dan ook vrijwel overal op de wereld geïmplementeerd. Het voorstel
voorziet zodoende in meer eenduidig kader binnen de interne Europese markt. Indien
FATF-aanbevelingen niet worden geïmplementeerd, kunnen landen daarop aangesproken
worden bij de periodieke evaluatie over de naleving van de aanbevelingen die landen
onderling uitvoeren. Daarnaast zouden dienstverleners uit de EU geweerd kunnen worden
van markten buiten de EU, of zelfs geen transacties van of naar partijen buiten de
EU kunnen versturen omdat zij niet voldoen aan regels.
6. Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid
(inclusief toepassing van de lex silencio positivo)
Het voorstel zal gevolgen hebben voor de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, vanwege de aanpassing van de verwijzingen in deze wet naar de verordening. De lex
silencio positivo is niet van toepassing.
b) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan
Niet van toepassing.
c) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum
inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid
De verordening treedt in werking op de twintigste dag nadat deze is bekendgemaakt
door publicatie in het Publicatieblad van de EU en zal direct van toepassing zijn.
Dat is aanzienlijk eerder dan AMLR en AMLD, die respectievelijk drie jaar na bekendmaking
van toepassing zijn en drie jaar na bekendmaking omgezet dienen te zijn in nationale
regelgeving door de lidstaten. Aangezien dit voorstel verwijzingen bevat naar zowel
AMLR als AMLD, ligt het voor de hand dat aangesloten wordt bij de termijnen van de
andere voorstellen uit het AML-pakket.
d) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling
Niet van toepassing.
e) Constitutionele toets
Niet van toepassing.
7. Implicaties voor uitvoering en/of handhaving
Zoals hiervoor aangegeven dient er een toezichthouder aangewezen te worden om de naleving
van de verordening te handhaven. Zoals eerder aangegeven ligt het in de rede om de
AFM en DNB aan te wijzen als nationale toezichthouders.
8. Implicaties voor ontwikkelingslanden
Geen implicaties voor ontwikkelingslanden.
Indieners
-
Indiener
Th.J.A.M. de Bruijn, minister van Buitenlandse Zaken