Brief regering : Voortgang strategische aanpak batterijen 2021
31 209 Schoon en zuinig
Nr. 236
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2021
Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van
Economische Zaken en Klimaat, over de voortgang van de Nederlandse batterijenstrategie
die in 2021 is gemaakt1. Batterijen zijn essentieel voor de energietransitie, zowel in het energiesysteem
als in mobiliteit. Met de batterijenstrategie laten wij de toename van het gebruik
van batterijen in de samenleving veilig, verantwoord en duurzaam verlopen en willen
wij de kansen ervan slim benutten.
Ontwikkelingen op het gebied van batterijen vinden in een hoog tempo plaats. Dit heeft
ertoe geleid dat ik dit jaar de batterijenstrategie verder heb aangescherpt en uitgebouwd.
Zo is vanuit het oogpunt van circulaire economie het onderdeel recycling expliciet
toegevoegd aan de pijlers van de batterijenstrategie en is de scope van de pijler
energiediensten verbreed naar het energiesysteem, zodat die zich ook concreter richt
op het ondersteunen van het elektriciteitsnet. Speerpunten van de batterijenstrategie
zijn het maximaliseren van de benutting van batterijen over de gehele levensloop en
de uiteindelijke recycling, het inzetten op een hoog niveau van veiligheid (inclusief
cybersecurity), de batterijwaardeketen in Nederland te optimaliseren en batterijen
succesvol en veilig in te zetten in het energiesysteem.
Ook dit jaar is een aantal acties afgerond. Belangrijke stappen die we hebben gezet
zijn onder andere het actief meewerken aan het voorstel van de Europese Commissie
voor de Batterijenverordening2 en het opstarten van een batterijen-expertgroep, om zo de samenwerking van alle betrokken
partijen in Nederland verder te versterken. Daarnaast heb ik een verkenning laten
uitvoeren naar de dekking en samenhang van regels omtrent veiligheid van batterijen.
Tot slot is de vrijstelling van energiebelasting voor elektriciteitsopslag bij grootverbruikers
opgenomen in het Belastingplan 2022.
Ik informeer u in deze brief, mede namens de eerdergenoemde bewindspersonen, over
de stappen die dit jaar zijn gezet. Daarnaast zien we noodzaak om nieuwe acties op
te starten. Ik structureer de voortgang op alle acties op basis van de pijlers van
de batterijenstrategie. In de onderstaande tabel zijn de belangrijkste acties (nieuwe
acties met *) en de verantwoordelijke ministeries genoemd.
Pijler
Actie
Wie
Grondstoffen
1. Bevorderen verantwoorde winning
BHOS
Inzameling, hergebruik en recycling
2. Actief inzetten op EU Batterijenverordening
IenW
3. * Uitvoering producentenverantwoordelijkheid
IenW
4. * Verminderen batterijbranden bij afvalverwerkers
IenW
Veiligheid
5. Verkennen dekking en samenhang regels
IenW en JenV
6. * PGSen verankeren in Omgevingswet
IenW
7. * Stimuleren safe-by-design
IenW
8. Actualiseren Bouwbesluit voor parkeergarages
BZK
9. * Kenbaarheid veiligheid en regels
IenW
Economische perspectieven
10. Bevorderen uitwisseling in batterij-sector
EZK
11. Stimuleren innovatie
EZK en IenW
12. Stimuleren NL participatie in EU-programma´s
EZK
13. Verkennen bilaterale samenwerking
BZ, EZK, IenW
14. Inzetten op EU regelgeving datadeling
IenW en EZK
15. * Vaststellen internationale standaarden laadpalen
IenW en EZK
16. * Opleiden personeel op batterijgebied
SZW, OCW en EZK
Energiesysteem
17. Stimuleren innovatie energiediensten
BZK en EZK
18. Verkennen systeem hergebruik in netwerk
IenW, EZK en BZK
19. * Inzetten flexibiliteit in het energiesysteem
EZK, IenW en BZK
20. Afschaffen dubbele heffing energiebelasting batterijopslag
FIN
Grondstoffen
De International Energy Agency (IEA) stelde in de World Energy Outlook 2021 dat de
wereldwijde vraag naar grondstoffen voor electric vehicles
and battery storage in 2040 tussen 10x en 30x zal toenemen als gevolg van de energietransitie. In gewicht
zijn grafiet, koper en nikkel de belangrijkste batterijgrondstoffen in 2040. De snelste
groei van de vraag wordt verwacht voor lithium (tot 40x)3. De EU is, net als Nederland4, een grote netto-importeur van deze grondstoffen. De EU produceert zelf slechts ca.
1% van de batterij-grondstoffen.
Deze verwachte groei maakt het des te urgenter om stappen te zetten op weg naar verantwoorde
winning van (batterij)grondstoffen met een zo klein mogelijke klimaat-voetafdruk.
Het kabinet werkt hier doorlopend aan vanuit de agenda voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking. Dit omvat inzet voor ketenverduurzaming en gepaste zorgvuldigheid
van bedrijven via o.a. de IMVO-convenanten Goud en Metaal en het door Nederland opgerichte
European Partnership for Responsible Minerals. Daarnaast maakt Nederland zich sterk
voor klimaat-slimme mijnbouw en verbetering van de governance van de mijnbouwsector
met oog voor klimaat en gender, onder meer via de Wereldbank en het Intergovernmental
Forum on Mining, Minerals, Metals and Sustainable Development. Via deze programma’s
worden ook projecten in mijnbouwgemeenschappen in ontwikkelingslanden ondersteund.
Toenemende aandacht is er in het kabinet voor de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen.
In het BNC-fiche over de EU mededeling over kritieke grondstoffen is de kabinetspositie
hierover verder aangegeven.5
Inzameling, hergebruik en recycling
Actief inzetten op EU Batterijenverordening
Via het BNC-fiche6 heb ik uw Kamer op 5 februari 2021 geïnformeerd over het voorstel van de Europese
Commissie voor een verordening inzake batterijen en afgedankte batterijen. Met het
voorstel wil de Commissie geharmoniseerde producteisen voor batterijen realiseren,
een goed functionerende markt voor secundaire grondstoffen opzetten en negatieve milieueffecten
in de productie, gebruiks- en einde-levensfasen van batterijen reduceren. Het kabinet
is positief over de integrale benadering van het voorstel, waarmee onder meer milieu,
sociale- en veiligheidsaspecten in de gehele batterijketen van grondstofwinning tot
recycling geadresseerd worden. Het kan daarbij gaan specifieke eisen voor een duurzamere
productie van batterijen met een langere levensduur, een lagere CO2-voetafdruk en met toepassing van meer recyclaat, alsmede de toegang tot batterijdata
van elektrische voertuigbatterijen. Nederland deelt de visie die uit het voorstel
spreekt om een zo hoog mogelijke ambitie te bereiken over de gehele levenscyclus van
batterijen met doelen voor duurzaamheid, inzameling en recycling.
De onderhandelingen in de Raad over het voorstel van de Commissie zijn nog gaande,
waarbij het onderwerp tussentijds ook al tweemaal in de Milieuraad aan de orde is
geweest.7Ik ben over het algemeen positief over de richting van de discussies op dit moment,
hoewel het duidelijk is dat de lidstaten niet in alles op één lijn zitten. Naast medestanders
voor een hoog ambitieniveau, zijn er ook lidstaten die een wat voorzichtigere aanpak
voorstaan. Het Sloveense voorzitterschap spant zich in om voortgang te maken, maar
gezien de grote omvang en reikwijdte van het voorstel verwacht ik niet dat op korte
termijn overeenstemming tussen de lidstaten zal worden bereikt. Na afronding van de
behandeling door de lidstaten zullen de onderhandelingen tussen de Raad en het Europees
Parlement aanvangen.
Uitvoering producentenverantwoordelijkheid
Producenten van batterijen zijn verantwoordelijk voor de inzameling en verwerking
van afgedankte batterijen. In Nederland is de inzameling en verwerking van afgedankte
batterijen grotendeels collectief georganiseerd en wordt in de praktijk uitgevoerd
door een drietal producentenorganisaties die een groot deel van de markt bedienen.
Zo is Stichting Batterijen verantwoordelijk voor de draagbare batterijen, richt Stichting
EPAC (Electronically Power Assisted Cycles) zich op batterijen van elektrisch aangedreven
fietsen (e-bikes) en is Stichting Auto & Recycling grotendeels verantwoordelijk voor
de startaccu’s van auto’s en de aandrijfbatterijen van elektrische auto’s. Deze producentenorganisaties
bieden een landelijk dekkende infrastructuur voor de inzameling van automotive- en
draagbare batterijen. Op het vlak van de industriële batterijen zal de infrastructuur
voor inzameling zich nog moeten ontwikkelen naar een volledig dekkend systeem.
Het toenemend gebruik van batterijen in elektrische en elektronische apparaten, in
transport, industrie en gebouwde omgeving zal op termijn leiden tot meer en meer diverse
afvalstromen van batterijen, maar ook tot grotere inspanningen voor hergebruik en
revisie van batterijen. Dit biedt duidelijke uitdagingen voor de toekomst waar reeds
nu op zou moeten worden geanticipeerd, in het bijzonder vanuit sectoren waarin nog
geen organisatie voor de uitvoering van de producentenverantwoordelijkheid actief
is. Bovendien zal de bovengenoemde Batterijenverordening een grotere inspanning vragen
van de producenten en producentenorganisaties in verband met hogere doelen voor de
inzameling, hergebruik en verwerking van batterijen. Een toenemende afvalstroom zal
ook vragen om meer recyclingcapaciteit. Ik zal dan ook de partijen uitnodigen een
aanpak te ontwikkelen die een doelmatig afvalbeheer van afgedankte batterijen zekerstelt
met het oog op het realiseren van de toekomstige doelen voor inzameling en verwerking.
Verder constateer ik dat de recycling van afgedankte batterijen momenteel voornamelijk
in het buitenland plaatsvindt en dat Nederland daarin dus niet zelfvoorzienend is.
Dit hoeft geen probleem te zijn, maar ik vind het de moeite waard om in overleg met
producentenorganisaties en andere belanghebbenden dit vraagstuk nader te bezien en
waar mogelijk de kansen die worden gezien om in de EU en wellicht ook in Nederland
de recyclingcapaciteit op- of uit te bouwen, te benutten.
Afvalbranden door batterijen bij afvalverwerkers
In mijn vorige brief over de batterijenstrategie heb ik u gemeld dat de hoeveelheid
lithium-ion batterijen in het huishoudelijk restafval in 2019 werd geschat tussen
de 211 en 605 ton (het gewicht van circa 14 volle betonwagens). De aanwezigheid van
lithium-ion batterijen in restafval geeft een verhoogd risico op het ontstaan van
een brand in de keten van afvalverwerking. Batterijen worden in het restafval aangetroffen
zowel als losse batterijen als in afgedankte elektrische of elektronische apparaten.
Allereerst wil ik benadrukken dat batterijen en elektrisch- en elektronisch afval
niet thuishoren in het restafval maar correct moeten worden ingeleverd bij de officiële
inzamelpunten die onder meer zijn opgesteld bij supermarkten, elektronicawinkels,
bouwmarkten en milieustraten. Daarnaast is van belang dat afvalverwerkende bedrijven
voldoende rekening houden met de aanwezigheid van batterijen en hun brandpreventieve
maatregelen daar ook op afstemmen. Zoals hierboven gemeld, maak ik mij sterk voor
ambitieuze inzamel- en recycledoelen in de onderhandelingen over de voorgestelde Batterijenverordening.
Deze aanscherping van de wettelijke eisen gaat ook helpen bij het probleem van afvalbranden,
maar ik wil dat we ook kijken naar wat in de tussentijd al gedaan kan worden. Er is
een Taskforce afvalbranden waarin afvalverwerkers zich verenigd hebben. Ik ben met
deze taskforce en de betrokken producentenorganisaties in gesprek over maatregelen,
zoals betere inzameling en betere brandpreventie bij afvalverwerkers. Deze partijen
hebben toegezegd op korte termijn een gezamenlijk plan van aanpak op te stellen met
acties die het risico op afvalbanden moeten beperken. Ik zal uw Kamer informeren over
de voortgang van afspraken en aanpak.
Veiligheid
Verkenning dekking en samenhang regels
Dit jaar is er een verkenning uitgevoerd naar de dekking en samenhang van regels rond
veilige toepassing van batterijen in de gehele levenscyclus van een batterij. Het
eindrapport van deze verkenning is bijgevoegd bij deze brief8. Uit deze verkenning is een aantal conclusies en aanbevelingen naar voren gekomen.
Een belangrijke conclusie is dat de regelgeving dekkend is, maar dat er in de regelgeving
weinig aandacht is voor integraal veiligheidsdenken, waarbij in zowel de productiefase
als in de gebruiksfase nagedacht wordt over de context waarin een batterij wordt gebruikt.
Ik ga bezien hoe de aanbevelingen kunnen worden opgevolgd. Een belangrijke aanbeveling
is een aanscherping van de voorgestelde Batterijenverordening op het aspect van productveiligheid.
Deze aanbeveling is reeds meegenomen in de Nederlandse inbreng bij deze verordening.
Daarnaast is een verbetering van informatievoorziening door fabrikanten nodig, waardoor
gebruikers verder in de keten batterijen veiliger kunnen toepassen. Met de ontwikkeling
van allerlei nieuwe batterijen is er meer inzicht nodig in de veiligheid van deze
nieuwe batterijen en het risicoprofiel hiervan. De aanbevelingen op het gebied van
safe-by-design en de kenbaarheid van kennis en informatie rondom regels hebben al
geleid tot twee nieuwe acties, waar ik later in deze brief op in ga. Tot slot zie
ik de aanbeveling met betrekking tot het voortzetten van integrale samenwerking tussen
de departementen en inspecties als bevestiging van de koers die we met de batterijenstrategie
hebben ingezet.
PGSen verankeren in Omgevingswet
Op 1 juli 2020 is de Circulaire risicobeheersing lithium-ion energiedragers9 gepubliceerd. Aanleiding hiervoor was dat er met urgentie behoefte was aan richtsnoeren
die de veiligheid van batterijen verhogen. Vooruitlopend op regelgeving en in afwachting
van de totstandkoming van twee afleveringen van de Publicatiereeks gevaarlijke stoffen10 (PGS) bevat deze circulaire adviezen om de veiligheid in de omgeving van de toepassingen
van de lithium-ion energiedragers te verhogen. De aankomende richtlijn PGS 37–1 heeft
betrekking op zogenoemde Energie Opslag Systemen (EOS), ook wel aangeduid als «buurtbatterijen».
De aankomende richtlijn PGS 37–2 heeft betrekking op de bedrijfsmatige opslag van
oplaadbare batterijen en accu’s. Ik verwacht dat de concept PGS 37–1 in de zomer van
2022 en de concept PGS 37–2 in het najaar van 2022 zal worden aangeboden bij de programmaraad.
De definitieve publicatie van zowel PGS 37–1 als PGS 37–2 wordt in de eerste helft
van 2023 verwacht. Indien beide publicaties definitief zijn en beide PGSen status
hebben gekregen door middel van een verwijzing in het Besluit activiteiten leefomgeving
in het kader van de Omgevingswet, dan kan de circulaire worden ingetrokken.
Stimuleren safe-by-design
Met het opnemen van «safe-by-design» in de batterijenstrategie geef ik de denkwijze
waarbij veiligheid in een zo vroeg mogelijk stadium van product- en procesontwikkeling
wordt meegewogen een plaats. Het is bedoeld om milieurisico’s te voorkomen en een
schone, gezonde en veilige leefomgeving te realiseren. Het is daarmee een dwarsdoorsnijdend
onderwerp dat in veel van de andere in deze brief genoemde acties terugkomt. Door
het toepassen van safe-by-design wordt beoogd om onderzoekers, ontwerpers en bedrijven
te stimuleren hun verantwoordelijkheid te nemen om risico’s te voorkomen. Omdat een
incident nooit volledig kan worden uitgesloten, is het wenselijk dat op voorhand ook
expliciet stil wordt gestaan bij de noodzakelijke maatregelen voor de beheersing en
bestrijding daarvan. De energietransitie leidt onder meer tot een intensivering van
batterijgebruik. Door vanuit het ontwerp al rekening te houden met de veiligheidsrisico’s
bij gebruik, hergebruik en recycling van batterijen, wordt het risico voor mens en
milieu over de hele levenscyclus beperkt. Gelet op de toename van batterijen is aandacht
voor safe-by-design essentieel, temeer omdat veel van de opslagtechnieken zich nog
in een vroeg stadium van ontwikkeling bevinden. Op dit moment laat ik – mede met het
oog hierop – een verkennend onderzoek uitvoeren naar (verdere) beleidsinstrumenten
die de toepassing van safe-by-design principes bij de energietransitie kunnen bevorderen.
Het resultaat daarvan verwacht ik begin 2022.
Actualiseren bouwbesluit parkeergarages
Het parkeren van elektrische auto’s in garages brengt niet meer, maar wel andere risico’s
met zich mee dan het parkeren van brandstofauto’s11. Het goed inrichten van parkeergarages kan de veiligheid verder vergroten. Het Ministerie
van BZK heeft een wijziging van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (Bbl) gepubliceerd
voor internetconsultatie. Het Bbl is de opvolger van het Bouwbesluit onder de Omgevingswet.
Bij parkeergarages onder hoge gebouwen waarin wordt geslapen wordt bij nieuwbouw een
sprinklerinstallatie verplicht. Verder gaan er nieuwe voorschriften gelden bij in
parkeergarages te plaatsen laadpalen. Het Ministerie van BZK is bezig om de binnengekomen
reacties te verwerken en het wijzigingsbesluit wordt naar verwachting eind 2021 naar
de Tweede Kamer gestuurd ter voorhang. Naast deze wijziging werkt het normalisatieinstituut
NEN aan een NEN-norm voor integrale brandveiligheid van parkeergarages.
Kenbaarheid veiligheid en regels
Regelgeving op het gebied van batterijen valt voornamelijk onder te verdelen in productwetgeving,
transportwetgeving, omgevingsrecht en de regelgeving over afval, recycling en refurbishment.
Met uitzondering van het omgevingsrecht is de wetgeving omtrent batterijen voornamelijk
op Europees niveau vastgesteld. Voor zover de wetgeving nog niet is toegesneden op
de laatste ontwikkelingen wordt door verschillende partijen, waaronder mijn ministerie,
gewerkt om wet- en regelgeving te actualiseren en aan te laten sluiten bij de laatste
ontwikkelingen. Het is ook van belang dat deze regels bekend zijn bij de belanghebbenden.
Door actief de ontwikkelingen op het gebied van batterijen te volgen, kan adequaat
worden ingespeeld op ontwikkelingen, wat duidelijkheid biedt voor commerciële partijen,
(de)-centrale overheden (inclusief de veiligheidsregio’s) en de eindgebruiker.
Economische perspectieven
Bevorderen uitwisseling in batterij-sector
Zoals ik in de vorige update over de batterijenstrategie aan uw Kamer aangaf neemt
het aantal nationale en internationale initiatieven toe. Ik noemde reeds het «Battery
Competence Centre» (BCC) dat zich richt op het gebruik van batterijen voor zwaar transport
(bussen, trucks en boten), met directe betrokkenheid van bedrijven als DAF Trucks,
VDL en Damen Shipyards en met kennisinstellingen als TU Eindhoven en TNO. Ook coördineren
het Ministerie van IenW, EZK en de Topsectoren, samen met een expertgroep van kennisinstellingen
en bedrijfsleven, de ontwikkeling van een concreet plan voor het verder versterken
van de samenwerking van alle betrokken partijen in Nederland. Hiermee werken wij aan
de invulling van de motie (Kamerstuk 32 813, nr. 749). Ik verwacht uw Kamer hier komend jaar over te informeren.
Stimuleren innovatie
Innovatieve batterijprojecten kunnen aanspraak maken op het reguliere innovatie instrumentarium
vanuit EZK, bijvoorbeeld instrumenten zoals de PPS-toeslag, de MIT en instrumentarium
voortkomend uit het klimaatakkoord. Vanuit het energie-innovatie subsidie instrumentarium
zijn er verschillende batterijprojecten gehonoreerd binnen de DEI+ regeling. Binnen
de scope van MOOI-SIGOHE regeling is er ruimte voor batterij-opslag gerelateerde projecten.
Op dit moment vindt beoordeling van de MOOI-SIGOHE plaats. Om tegemoet te komen aan
de gevolgen van de coronacrisis voor de mobiliteitssectoren, heeft het kabinet eenmalig
150 miljoen euro beschikbaar gesteld voor R&D investeringen in onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten.
De uitslag van deze subsidieregeling is op 29 november 2021 bekend gemaakt. Hierin
heeft het project Green Transport Delta – Elektrificatie ruim € 22 miljoen euro subsidie
gekregen voor het realiseren van een integrale R&D aanpak in de batterij-waardeketen
ten behoeve van een unieke export positie van de Nederlandse mobiliteitssectoren.
Vanuit Invest-NL zijn dit jaar enkele investeringen in het batterijenecosysteem gedaan.
Zo wist LeydenJar, dat werkt aan silicium anodes met een revolutionaire energiedichtheid,
in augustus mede dankzij Invest-NL een 22 miljoen series A funding ronde af te sluiten.
Ook DelftIMP, een bedrijf dat ultradunne coatings op poeders ontwerpt en daarmee de
batterijprestatie aanzienlijk kan verbeteren, wist in oktober in twee tranches 10
miljoen series A funding te halen met een participatie van Invest-NL.
Middels de regeling Demonstratie klimaattechnologieën en -innovaties in transport
(DKTI-transport) wordt een breed scala aan projecten ondersteund voor duurzaam vervoer,
waarvan de innovatie nog niet of nog maar pas op de markt is. Een voorbeeld van zo’n
project is het binnenvaartschip de Alphenaar, wat op 6 september 2021 is gaan varen
op basis van verwisselbare batterijcontainers. Dit schip vaart volledig elektrisch,
is ontwikkeld door Zero Emission Services Rotterdam (ZES) en heeft een capaciteit
van ongeveer 100 vrachtcontainers. Daarmee biedt de binnenvaart een groen alternatief
voor bijvoorbeeld vervoer over de weg.
Ondersteunen NLse participatie in EU-programma´s
Het BATT4EU partnerschap (Batteries European Partnership) onder Horizon Europe is
een zogenoemd co-programmed partnerschap tussen private partijen aan de ene zijde
en de EC aan de andere zijde. Het partnerschap is sinds kort officieel begonnen. Een
aantal Nederlandse partijen is lid geworden van het partnerschap. Er wordt op dit
moment gewerkt aan de opzet van een board voor lidstaten in dit partnerschap. De rol
van deze board is nog niet uitgekristalliseerd. Ondertussen zijn er uit dit partnerschap
voor 2021 en 2022 calls voortgekomen die worden uitgevoerd door de EC. Voor 2023 en
2024 zal het partnerschap weer een belangrijke rol spelen om invulling te geven aan
de R&D batterij-calls.
Verkennen bilaterale samenwerking
Met meerdere landen voeren we verkennende gesprekken om project samenwerkingen te
starten. Met Duitsland werken we nauw samen met het federale adviesorgaan «Nationale
Plattform Zukunft der Mobilität12 (NPM). Een mooi voorbeeld van de samenwerking vindt plaats in Utrecht. Het Duitse
automotive bedrijf Sono Motors levert 100 Sion elektrische auto’s met geïntegreerde
zonnepanelen om via We drive solar in de stad Utrecht bi-directioneel laden verder
op te schalen. Verder verkennen we bijvoorbeeld de samenwerking op het Europese dataspace
mobility initiatief.13 Daar kijken we onder andere naar de ICT architectuur en datadeel principes dat slim
(ont)laden van batterijen kan versnellen volgens Europese maatstaven.
Inzetten op EU regelgeving datadeling
Het is belangrijk dat voldoende informatie over batterijen beschikbaar is. Voor gebruikers
van batterijen is het in het bijzonder van belang dat er duidelijkheid bestaat over
de gezondheidsstatus (state of health) van de batterij. Voor de werking van de markt
voor gebruikte elektrische voertuigen (EV’s) is het nodig dat een betrouwbare en laagdrempelige
accucheck beschikbaar is. Onderzoek van TNO en DNV14 heeft uitgewezen dat voor veel EV’s de gezondheidsstatus betrouwbaar te bepalen is,
maar dat deze nog niet uniform voor alle EV’s bestaat. Een belangrijke route om de
benodigde informatie over de batterij beschikbaar te krijgen is de EU Batterijenverordening.
Via deze verordening kan inzicht voor de gebruiker in de gezondheidsstatus worden
verplicht. In het huidige voorstel is deze verplichting voor EV’s opgenomen per 1 januari
2026. Vanwege deze datum van inwerkingtreding en de tijd die het zal duren voordat
alle modellen op de tweedehandsmarkt hiermee zijn voorzien, wil ik onder andere via
het opzetten van een nationale EV batterijcheck in overleg met marktpartijen een uniforme
accucheck in Nederland eerder mogelijk maken. Ik blijf mij inzetten om zo spoedig
mogelijk een uniforme batterijcheck in te voeren, mede ter uitvoering van motie 32 813, nr. 759.
Vaststellen internationale standaarden laadpalen
Batterijen van elektrische voertuigen kunnen het energiesysteem ondersteunen door
slim te laden en door opgeslagen elektriciteit weer in te voeden op het net (ook wel:
vehicle to grid). Dit (ont)laden gaat via laadpalen, waarvoor internationale standaarden en open
standaarden nodig zijn. Nog niet alle automerken en laadpalen zijn hier geschikt voor,
maar de markt is in beweging en er wordt steeds meer mogelijk. Ook vanuit het batterij
management systeem (BMS) kunnen de mogelijkheden voor vehicle to grid verder worden
vergroot, bijvoorbeeld door het bewaken en optimaliseren van de batterijprestaties.
Gezien het belang van vehicle to grid en de rol die laadpalen daarbij spelen volg
ik nauwlettend Europese wetgeving over standaarden voor laadpalen.
Opleiden personeel op batterijgebied
Al geruime tijd zijn er tekorten aan technisch geschoold personeel. Met de toename
van batterijgebruik zal ook meer specifiek geschoold personeel op batterijgebied nodig
zijn. Voorbeelden zijn mensen die werken met elektrische voertuigen of installateurs
van stationaire batterijen. Bij het oplossen van krapte is de werkgever als eerste
aan zet. De werkgever kan het best bepalen welke oplossingsrichtingen voor zijn of
haar bedrijf het meest passend is om personeel te werven, te selecteren en te behouden.
Werkgevers kunnen daarbij gebruikmaken van de dienstverlening in de 35 arbeidsmarktregio’s
via de werkgeversservicepunten en/of via de regionale leerwerkloketten. Werkzoekenden
hebben daarnaast ook zelf de verantwoordelijkheid om te anticiperen en te reageren
op arbeidsmarktontwikkelingen. Werkzoekenden kunnen hierbij dienstverlening ontvangen
van UWV en gemeenten, al dan niet aangevuld vanuit de Regionale Mobiliteitsteams.
Daar bovenop zet het kabinet extra in op Leven Lang Ontwikkelen (LLO) om mensen in
staat te stellen om zich aan te passen aan de veranderende arbeidsmarkt. Het kabinetsbeleid
op het gebied van LLO is gericht op het creëren van een sterke leercultuur en het
stimuleren van eigen regie bij individuen. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het STAP-budget
waarmee burgers vanaf 1 maart 2022 tot € 1.000 subsidie kunnen krijgen voor het volgen
van scholing. Ook kunnen werkgevers via de nieuwe subsidieregeling «omscholing naar
kansrijke beroepen in de ICT en techniek» subsidie aanvragen om een (nieuwe) werknemer
om te scholen naar een beroep in de ICT of techniek waar hij of zij nog niet werkzaam
in was. Verder zijn er initiatieven en maatregelen om de instroom in technische opleidingen
te vergroten en de aansluiting tussen technisch onderwijs en de arbeidsmarkt te verbeteren.
Dit zijn bijvoorbeeld het Techniekpact en het sectorplan Onderwijs Bètatechniek. Komend
jaar gaan wij tevens in gesprek met het onderwijsveld en het bedrijfsleven om te kijken
of er aanvullingen in onderwijsprogramma’s nodig zijn.
Energiesysteem
Stimuleren innovatie gebouwde omgeving
In de gebouwde omgeving komen initiatieven voor batterijgebruik in een stroomversnelling
door de toenemende congestieproblematiek op het elektriciteitsnet. Wanneer zonnedaken
of -parken door de netcongestie niet op reguliere wijze kunnen worden aangesloten
kan een batterijsysteem een oplossing bieden. Batterijsystemen vinden nu vaker een
weg naar de markt via demonstratieprojecten en commerciële uitrol. Daarin spelen zowel
startups als ook het bestaande grootbedrijf een rol. Het vorig jaar genoemde project
RHINO met een capaciteit van 12 MW wordt verder uitbreid met een 24 MW systeem. Daarnaast
is de batterij in opkomst als alternatief voor dieselaggregaten, bijvoorbeeld als
toepassing in de bouw en voor festivals.
Verkennen systeem hergebruik in netwerk
Veelal neemt bij het gebruik van batterijen de capaciteit langzaam af. Het kan daarom
voorkomen dat een batterij niet meer geschikt is voor toepassing in elektrisch vervoer,
maar dat deze nog wel in te zetten is als stationaire batterij ter ondersteuning van
het energiesysteem. Op dit moment laat het Formule E-Team (FET) een onderzoek uitvoeren
naar de kansen en barrières voor het hergebruik van batterijen.
Inzet flexibiliteit in het energiesysteem
Door het realiseren en opnemen van meer duurzame opgewekte energie in het energiesysteem
groeit ook de behoefte aan flexibiliteit, waaronder batterijen. Dit is van belang
voor enerzijds het afstemmen van de vraag naar en aanbod van elektriciteit en anderzijds
het verminderen en voorkomen van congestie in het elektriciteitsnet. Op dit moment
wordt de potentie van flexibiliteit nog niet benut. Ik streef ernaar het toepassen,
aanbieden of inkopen van flexibiliteit te bevorderen. Met name bij kleinverbruikers
is sprake van een groeiend potentieel aan flexibiliteit waarvan geborgd moet worden
dat deze ingezet en aangeboden kan worden aan bijvoorbeeld energieleveranciers of
netbeheerders.
Afschaffen dubbele heffing energiebelasting bij batterijopslag
Naar aanleiding van een motie van het lid Van der Lee15 heeft het kabinet in het Belastingplan 2022 een oplossing voorgesteld voor de dubbele
heffing van energiebelasting bij batterijopslag voor exploitanten met een grootgebruikersaansluiting.
Als het Belastingplan wordt aangenomen, dan ervaren deze exploitanten geen fiscaal
nadeel meer van het exploiteren van een energieopslagfaciliteit. Voor kleinverbruikers
is momenteel geen sprake van dubbele belastingheffing vanwege de werking van de salderingsregeling.
Het kabinet heeft aandacht voor de fiscale positie van batterijgebruik bij verder
onderzoek naar de energiebelasting. Zo wordt momenteel onder andere onderzocht wat
de technische mogelijkheden zijn van bi-directioneel laden van elektrische voertuigen
en hoe de fiscaliteit daar op inwerkt.
Tot slot
Dit jaar hebben we belangrijke stappen gezet op batterijgebied in Nederland. Door
de snelle ontwikkelingen is het tegelijk nodig om een aantal nieuwe acties in gang
te zetten. Mijn verwachting is dat een ophoging van de te behalen afspraken uit het
Klimaatakkoord hand in hand gaat met een verhoogd gebruik van batterijen. Zoals ook
de verkenning van de dekking en samenhang van regels rond veilige toepassing van batterijen
aangeeft, onderstreept dit de noodzaak van een gecoördineerde aanpak. Graag informeer
ik u eind 2022 over de ontwikkeling van dit interdepartementale dossier en de uitvoering
van de acties.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S.P.R.A. van Weyenberg
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat