Brief regering : Geannoteerde agenda voor de videoconferentie van de leden van de Raad Algemene Zaken van 26 mei 2020
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 2163 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2020
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de videoconferentie van de leden
van de Raad Algemene Zaken van 26 mei 2020.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
GEANNOTEERDE AGENDA VIDEOCONFERENTIE VAN DE LEDEN VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 26
MEI 2020
Op dinsdag 26 mei 2020 vindt een videoconferentie met de leden van de Raad Algemene
Zaken (RAZ) plaats om te spreken over de maatregelen tegen de verspreiding van COVID-19
en maatregelen voor economisch herstel. Daarnaast zal de Europese Commissie worden
verzocht de Raad te informeren over de voortgang van de nieuwe jaarlijkse toetsingscyclus
voor de rechtsstaat in de EU. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel
te nemen aan de videoconferentie.
Deze videoconferentie en alle andere videoconferenties van de leden van de (Europese)
Raad zijn informele vergaderingen. Er worden derhalve geen besluiten genomen. Op dit
moment kunnen besluiten enkel genomen worden via de schriftelijke procedure. Over
deze procedure werd uw Kamer op 25 maart jl. geïnformeerd (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2137). Het kabinet informeert uw Kamer volgens de geldende informatieafspraken over besluitvorming
en zal zoals gebruikelijk een aparte geannoteerde agenda en verslag aan uw Kamer doen
toekomen van de informele videoconferenties van de leden van de (Europese) Raad.
Het kabinet heeft kennisgenomen van het verzoek van de vaste commissie voor Europese
Zaken gedaan in de procedurevergadering van 14 mei voor een overzicht van alle videoconferenties
in alle Raadsformaties die de komende periode gepland zijn. Momenteel hanteert het
Kroatisch voorzitterschap een planning van slechts twee weken vooruit. Deze planning
is openbaar en te raadplegen op de website van de Raad1. Het kabinet vraagt bij herhaling aandacht voor het tijdig aankondigen van Raden
en het tijdig publiceren van agenda’s, om gedegen voorbereiding mogelijk te maken
met daarbij voldoende ruimte voor het parlementaire proces.2 Tijdens het Coreper van woensdag 20 mei a.s. zal Nederland dit punt opnieuw maken
en ervoor pleiten de overzichten van de besluiten die door de Raad genomen zijn niet
maandelijks maar wekelijks te publiceren. In het verslag van de videoconferentie van
de leden van de RAZ van 26 mei krijgt uw Kamer hierover terugkoppeling.
COVID-19
De leden van de Raad Algemene Zaken zullen worden uitgenodigd om van gedachten te
wisselen over de vooruitgang die is geboekt bij de coördinatie van de-escalatiemaatregelen
in het kader van de COVID-19-crisis, rekening houdend met de epidemiologische situatie
in Europa en andere relevante factoren.
In dit verband zullen de ministers worden uitgenodigd best practices te delen en opmerkingen te maken over hoe het juiste evenwicht tussen hervatting
van economische en sociale activiteiten en de bescherming van de gezondheid van Europese
burgers kan worden verzekerd, zowel op EU- als op nationaal niveau.
De ministers zullen daarnaast de mogelijkheid krijgen om van gedachten te wisselen
over het sociaaleconomische herstel van de EU. Dit mede met het oog op het eind mei
verwachte aangepaste voorstel van de Europese Commissie voor het aankomende Meerjarig
Financieel Kader (MFK) en het daaraan gerelateerde voorstel voor een herstelfonds.
Meerdere lidstaten, waaronder Duitsland en Frankrijk gezamenlijk op 18 mei jl., hebben
hiervoor voorstellen gedaan. Zodra het nieuwe Commissievoorstel voor het MFK en het
daaraan gerelateerde herstelfonds zijn verschenen, zal het kabinet het parlement een
appreciatie toesturen.
Het kabinet hecht eraan dat eventuele aanvullende financiering volgt op een impactanalyse
van de Europese Commissie. De Europese Commissie zal deze analyse op verzoek van de
leden van de Europese Raad maken. Verder benadrukt het kabinet dat de inzet van herstelmiddelen
ertoe moet leiden dat het concurrentievermogen van alle lidstaten convergeert naar
een hoger niveau, dat deze inzet bijdraagt aan de groene en digitale transities en
dat het ter ondersteuning hiervan van belang is de interne markt verder te vervolmaken.
Daarbij dient herstelfinanciering op basis van Europese middelen gepaard te gaan met
hervormingen in lidstaten, om hun veerkracht en groeivermogen te vergroten. Ten slotte,
acht het kabinet de inzet van leningen voor financiering van lopende uitgaven op de
EU-begroting niet wenselijk. Nederland zal op bovenstaande punten gezamenlijk blijven
optrekken met gelijkgestemde lidstaten.
Mogelijk zal tijdens deze videoconferentie ook worden gesproken over de toekomst van
Europa als gevolg van de COVID-19 crisis, en de rol van de eerder aangekondigde Conferentie
over de Toekomst van Europa daarin. De inzet van het kabinet ten aanzien van deze
Conferentie is uw Kamer op 14 februari jl. toegekomen (Kamerstuk 35 078, nr. 33). Bezien moet worden hoe vorm te geven aan de Conferentie in de nieuwe post-crisis
context, onder andere wat betreft het betrekken van burgers. Ook inhoudelijk zal de
Conferentie mogelijk enkele accentverschuivingen bevatten in de discussie over de
toekomst van Europa naar aanleiding van de COVID-19 crisis. Wat betreft de timing
van de Conferentie is het kabinet van mening dat de aandacht nu eerst uit moet gaan
naar de crisis en het herstel.
Toetsingscyclus voor de rechtsstaat (AOB)
De Commissie zal worden verzocht om de leden van de Raad Algemene Zaken onder dit
punt bij te praten over de laatste stand van zaken met betrekking tot de nieuwe jaarlijkse
toetsingscyclus voor de rechtsstaat die zij vorig jaar aankondigde. De Commissie deed
dat eerder tijdens de Raad Algemene Zaken van 25 februari jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2119). Ook nu is daarbij geen nadere bespreking door de leden van de Raad voorzien. Doel
van de cyclus is om in een eerder stadium eventuele rechtsstatelijke problemen te
signaleren, elkaar waar mogelijk wederzijds te ondersteunen en best practices uit te wisselen op basis van een constructieve dialoog. De cyclus is geen vervanging
van de reeds bestaande instrumenten op het gebied van rechtsstatelijkheid.
Bij de bespreking van de toetsingscyclus in de Raad Algemene Zaken op 16 september
2019 heeft Nederland zijn steun voor dit rechtsstaatsmechanisme uitgesproken (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2047). Het is voor het kabinet van cruciaal belang dat alle lidstaten aangesproken moeten
kunnen worden op het naleven van waarden als de rechtsstaat waaraan zij zich vrijelijk
hebben gecommitteerd. De eerbiediging van de rechtsstaat is essentieel voor het kunnen
bestaan van wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten; erosie daarvan gaat ons allen
daarom aan. Adequate follow-up van de toetsingscyclus zal voor Nederland daarom een
belangrijk aandachtspunt zijn.
Nederland heeft op 8 mei jl. zijn inzending op de op 23 maart jl. door de Europese
Commissie gedeelde voorbereidende vragenlijst verstuurd, en inmiddels ook met beide
Kamers gedeeld. Eind mei zal de Commissie op expertniveau vervolggesprekken voeren
met een aantal relevante Nederlandse autoriteiten naar aanleiding van de inzending.
Vervolgens hoopt de Commissie op basis van de input van en gesprekken met lidstaten,
justitiële netwerken, ngo’s en andere relevante actoren begin september 2020 haar
eerste jaarlijkse rapport te kunnen presenteren. Dit rapport zal vervolgens onderwerp
zijn van bespreking in de Raad Algemene Zaken tijdens zijn jaarlijkse rechtsstatelijkheidsdialoog.
Deze zal hoogstwaarschijnlijk later dit jaar plaatsvinden onder Duits voorzitterschap.
Het kabinet zet er tevens op in dat ook in de JBZ-raad een dialoog over rechtsstatelijkheid
gebaseerd op elementen uit de toetsingscyclus zal worden gevoerd.
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.