Brief regering : Opsporing en vervolging mensenhandel zaken
28 638 Mensenhandel
Nr. 177 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2019
Mensenhandel mag niet lonen. Mensenhandel is daarom ook opgenomen als één van de vier
prioritaire thema’s van de Veiligheidsagenda 2019–2022. In het programma «Samen tegen
mensenhandel» is ook expliciet opgenomen dat de opsporing van mensenhandel efficiënter
en effectiever moet worden om de pakkans van daders te vergroten. Hiertoe is een breed
palet aan maatregelen aangekondigd in het programma1.
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen (Handelingen II 2019/20, nr. 3, item 6, blz. 60) is in aanvulling hierop door de leden Segers en Asscher een motie ingediend
die het Kabinet oproept om voor de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Justitie
en Veiligheid uw Kamer te informeren over een concreet investeringsvoorstel waarin
€ 10 miljoen structureel aan de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel
(AVIM) wordt toegevoegd (Kamerstuk 35 300, nr. 25). Het geld zal worden ingezet om de AVIM’s, ten behoeve van het tegengaan van mensenhandel,
verder op sterkte te brengen.
Daarnaast heb ik tijdens het Algemene Overleg Mensenhandel en Prostitutie op 3 juli
jl. (Kamerstuk 28 638, nr. 173) twee toezeggingen gedaan die zien op de opsporing en vervolging van mensenhandel.
Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid
over deze toezeggingen en ga ik meer in detail in op de wijze waarop aan de motie
invulling gegeven wordt.
Toezeggingen AO Mensenhandel en Prostitutie 3 juli jl.
In het Algemeen Overleg Mensenhandel d.d. 3 juli jl. heb ik uw Kamer toegezegd in
gesprek te gaan met politie en OM ten aanzien van de inzet van middelen voor de intensivering
van de opsporing van mensenhandel. Ook heb ik toegezegd om inzicht te bieden in de
capaciteit en mogelijkheden van door-rechercheren door de politie.
Om deze toezeggingen gestand te doen, zijn verschillende gesprekken gevoerd met de
politie en het OM over de oorzaken van het dalende aantal OM-verdachten2. Uit deze gesprekken komt een aantal gedeelde beelden naar voren.
Capaciteit AVIM, bezetting en inzetbaarheid
Iedere regionale politie-eenheid beschikt over een AVIM als onderdeel van de Dienst
Regionale Recherche (DRR). De AVIM is onderverdeeld in een onderdeel Toezicht en Handhaving,
een onderdeel Identiteitsonderzoek en een onderdeel Migratiecriminaliteit en Mensenhandel.
Dit laatste onderdeel neemt de opsporing van mensenhandel – en ook van migratiecriminaliteit –
ter hand. Mensenhandelzaken worden onder andere opgepakt door speciaal gecertificeerde
mensenhandelrechercheurs. Naast deze gecertificeerde mensenhandelrechercheurs dragen
ook collega’s uit andere onderdelen van de politie bij aan mensenhandelzaken. Het
gaat dan bijvoorbeeld om rechercheurs van de regionale opsporing (DRR) en van de districtsrecherche,
als ook om specialisten met een intelligence, digitale en/of financiële achtergrond.
Omdat deze medewerkers niet alleen worden ingezet voor mensenhandelzaken zijn er geen
exacte cijfers beschikbaar van het aantal fte dat op deze wijze bij mensenhandelzaken
betrokken is.
Wel kan worden aangegeven hoeveel fte binnen de AVIM beschikbaar is. In 2019 is de
totale formatie van de AVIM 1.184 fte. Deze formatie is verspreid over de verschillende
eenheden in het land. Hiervan houdt ongeveer 350 fte zich bezig met migratiecriminaliteit
en mensenhandel. Tegelijkertijd speelt bij de AVIM, net als bij andere politie onderdelen,
het vraagstuk van de feitelijke inzetbaarheid. De Minister van Justitie en Veiligheid
heeft u in zijn brief van 3 september jl. (Kamerstuk 29 628, nr. 904) reeds geïnformeerd over de ontwikkelingen rondom de bezetting van operationele functies,
inzetbaarheid en capaciteitsmanagement van de politie in den brede.
Sturing, prioritering en door-rechercheren
Het thema mensenhandel is als prioriteit opgenomen in de Veiligheidsagenda 2019–2022. Dit betekent dat de beleidsdoelstellingen die zijn opgenomen in
de Veiligheidsagenda altijd worden meegewogen bij de vraag hoe de politiecapaciteit
wordt ingezet. De sturing op het onderdeel Migratiecriminaliteit en Mensenhandel van
de AVIM gebeurt door het OM als gezag, zowel in de lokale driehoek als binnen de regionale
stuurploeg die stuurt op de Dienst Regionale Recherche (DRR). Naast (hoofd)officieren
zijn politiechefs en hoofden DRR in de gelegenheid daarin een rol te spelen. In sommige
eenheden is er een stuurploeg mensenhandel, met daarin de mensenhandelofficier, die
specifieke keuzes maakt binnen het thema. In andere eenheden beslist de mensenhandelofficier
over de meer eenvoudige onderzoeken en de regionale stuurgroep over de meer complexe
onderzoeken. In de stuurploegen wordt bepaald welke zaken worden opgepakt en met welke
doelstellingen; dus ook in welke zaken wordt doorgerechercheerd om de bredere context
van het delict en eventueel meer verdachten in beeld te krijgen. De afweging die gemaakt
wordt, is afhankelijk van de informatie en capaciteit die op dat moment beschikbaar
is en wordt lokaal en regionaal gemaakt. Dit kan ertoe leiden dat in sommige eenheden
minder capaciteit wordt ingezet voor mensenhandel.
Daarbij geldt dat mensenhandel als «haalcriminaliteit» te typeren is, omdat de concrete
signalen en vervolgingskansen moeilijk zichtbaar zijn. Een goede informatiepositie
draagt bij aan betere sturing en prioritering van mensenhandelzaken: als er concrete
signalen van mensenhandel beschikbaar zijn, zal er ook eerder capaciteit worden ingezet
op het door-rechercheren waardoor meer opsporingsonderzoeken en andere interventies
kunnen worden ingezet. Het creëren en onderhouden van een goede informatiepositie
is dan ook cruciaal om de gerichte aandacht voor mensenhandel vast te houden binnen
de politie.
Motie Segers – Asscher
Naast aangiftes die gedaan worden van mensenhandel, is mensenhandel vooral een haaldelict.
Dat vraagt om een scherp beeld van de trends en ontwikkelingen op regionaal, landelijke
en internationaal niveau. Daarnaast wordt steeds meer duidelijk dat de broedplaats
van mensenhandel zich vooral ook voordoet in de digitale wereld. Het vergroten van
de signalering is een essentiële stap in het verkrijgen van meer zicht op mensenhandel.
Meer bewustzijn van en kennis over mensenhandel leidt tot meer zicht op waar en in
welke verschijningsvormen mensenhandel zich voordoet.
Met de middelen uit de motie wordt daarom de AVIM versterkt ten behoeve van de aanpak
van mensenhandel. Dit alles zal leiden tot een kwaliteitsslag op het gebied van de
bestrijding van mensenhandel.
De politie zal de versterking als volgt inrichten:
1. Meer specialistische en tactische opsporingscapaciteit mensenhandel
Twee derde van de gelden uit de motie zal worden aangewend om de aanpak van mensenhandel
te versterken met specialistische en tactische opsporingscapaciteit. In totaal gaat
het om 58 fte opsporing en digitale expertise. Deze versterking van de AVIM staat
ten dienste van het behalen van de resultaten genoemd in de Veiligheidsagenda.
Zoals eerder aangegeven is meer data-gedreven werken van groot belang bij dit haaldelict.
Om te zorgen voor additionele expertise en onderzoekskracht zet de politie daarom
in op 1) extra specialisten op het gebied van mensenhandel en 2) extra specialisten
die kennis inbrengen over digitaal/IT, specialisten met intelligence /analyse kennis
en specialisten met financiële kennis, die allen gericht zullen worden ingezet ten
behoeve van de aanpak van mensenhandel. Deze specialisten kunnen informatie met betrekking
tot mensenhandel halen en veredelen, bijvoorbeeld open source informatie. Deze hoger opgeleide specialisten zorgen daarmee voor een verhoging van
de kwaliteit in de aanpak van mensenhandel.
Voornoemde investeringen zullen daarmee bijdragen aan het verkrijgen van een sterkere
informatie positie waarmee ook de object- en persoonsgerichte controles, waaronder
prostitutie controles, gerichter uitgevoerd kunnen worden. Deze object- en persoonsgerichte
controles worden door het onderdeel Toezicht en Handhaving uitgevoerd en kunnen signalen
van mensenhandel opleveren. De extra capaciteit zal daarom onder andere ingezet worden
ten behoeve van toezicht en handhaving gericht op risico-branches. Daarnaast zal deze
ook ingezet worden om beter zicht te verkrijgen op nieuwe ontwikkelingen, zoals de
door de Nationaal Rapporteur Mensenhandel gesignaleerde verschuiving naar thuisprostitutie.
2. Extra inzet op I&R
Een derde van de gelden zal worden aangewend om het onderdeel Identiteitsonderzoek
te versterken ten behoeve van de uitvoering van het Identificatie en Registratie proces
(I&R-proces). Concreet gaat het om een versterking met 29 fte.
Binnen dit I&R-proces is, naast de primaire doelstelling van identificatie en registratie
van asielzoekers, tevens aandacht voor signalen van migratiecriminaliteit. Het gaat
dan om signalen van mensenhandel, mensensmokkel, identiteitsfraude, risico’s in het
kader van nationale veiligheid en openbare orde. Het I&R-proces bevindt zich aan de
voorkant van het asielproces en geeft daarmee kans op vroeg-signalering van mensensmokkel
en/of mensenhandel van recent aangekomen asielzoekers. Signalen die wijzen op mensenhandel
worden doorgezet naar het onderdeel Migratiecriminaliteit en Mensenhandel. Met een
investering in dit proces wordt de kwaliteit, waaronder de alertheid op signalen mensenhandel,
gestabiliseerd en geborgd.
Een awareness training over signalen mensenhandel voor medewerkers die op het I&R
proces worden ingezet, zal onderdeel zijn van deze investering in het I&R proces.
Hierbij worden ook andere disciplines betrokken. Dit moet leiden tot beter zicht op
mogelijke signalen mensenhandel. De investering moet bijdragen aan het halen van de
bestaande afspraken met het gezag.
In de begroting is de volgende, oplopende reeks hiertoe opgenomen:
Overzicht middelen (in mln.):
2020
2021
2022
2023
Struc.
Mensenhandel (formatie)
6,8
3,4
5,6
6,2
6,8
I&R(formatie)
0,3
1,6
2,6
2,9
3,2
Tijdelijke inhuur1
1,0
1,0
0,3
0,3
0,0
Totaal
2
6
8
10
10
X Noot
1
Niet meegerekend in overzicht fte.
Overzicht fte:
2020
2021
2022
2023
Struc.
Mensenhandel
11,6
46,4
49,3
58,0
58,0
I&R
5,8
23,2
24,7
29,0
29,0
Totaal
17,4
69,6
74,0
87,0
87,0
Hiermee zal de politie gefaseerd 87 fte toevoegen aan de AVIM. De middelen betreffende
deze motie worden door mijn departement gemonitord via de reguliere verantwoordingsrapportages
van de politie. Hiermee wordt geborgd dat de middelen voor het beoogde doel worden
ingezet en worden nadere afspraken over onder andere monitoring en evaluatie gemaakt.
In een nota van wijziging op de JenV begroting (Kamerstuk 35 300 VI, nr. 15) is tot slot opgenomen dat deze versterking van de AVIM meegenomen wordt onder artikel
31 van de Justitie en Veiligheid begroting. De middelen worden daarna middels een
bijzondere bijdrage aan politie verstrekt.
Uiteindelijk leidt de inzet van deze middelen, samen met de maatregelen die al in
gang gezet zijn, zoals het verder opleiden van de bestaande en nieuwe rechercheurs
als ook de eerstelijnsmedewerkers in het herkennen en onderzoeken van signalen mensenhandel,
tot een hogere kwaliteit en vergroting van het bewustzijn van het proces rond mensenhandel.
Al deze maatregelen samen vergroten het presterend vermogen van de politie in de aanpak
van mensenhandel.
Vervolg
De uitbreiding van de capaciteit van de AVIM’s is een belangrijke stap om de opsporing
van mensenhandel verder te kunnen intensiveren. De komende tijd blijft mijn ministerie
in gesprek met OM en politie om te bezien of de ingezette maatregelen voldoende effect
sorteren of dat verdere maatregelen wenselijk zijn. Bij deze gesprekken zullen ook
de regioburgemeesters betrokken worden.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol
Indieners
-
Indiener
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid