Brief regering : Stimuleringspakket elektrisch rijden: “hand aan de kraan” systematiek
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 398
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN FINANCIËN EN VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 oktober 2019
In het Klimaatakkoord is voor het stimuleringspakket van elektrische auto’s een «hand
aan de kraan» systematiek opgenomen.
In deze Kamerbrief gaan wij in de eerste plaats in op de afspraken die over de «hand
aan de kraan» systematiek in het Klimaatakkoord zijn gemaakt. Vervolgens lichten wij
de uitwerking van deze systematiek en de gekozen bandbreedte nader toe. Met het Formule
E team (FET) zal hierover nog een consulterend gesprek plaatsvinden. De resultaten
van deze consultatie zullen worden meegenomen bij de eerste hand aan de kraan notitie
in 2020.
Afspraken klimaatakkoord
In het Klimaatakkoord is een nieuw stimuleringspakket voor elektrische auto’s afgesproken,
waarmee de fiscale stimulering uit Autobrief II met stapsgewijze uitfasering wordt
doorgezet tot en met 2025. Met dit pakket wordt een substantiële eerste stap gezet
richting de ambitie uit het Regeerakkoord van 100% EV nieuwverkopen in 2030. Tegelijkertijd
is de markt voor elektrische auto’s pril en zijn de ontwikkelingen onzeker. In het
Klimaatakkoord is daarom een tweetal momenten opgenomen waarbij de stimulering van
het Elektrisch rijden zal worden geëvalueerd. In 2022 vindt een tussentijdse evaluatie
van het stimuleringspakket plaats en in 2024 zal een integrale evaluatie worden uitgevoerd.
Dit om aan de hand van de laatste ontwikkelingen binnen de automarkt te bepalen welk
beleid en welke maatregelen na 2025 nodig en wenselijk zijn met het oog op de hierboven
genoemde ambitie uit het Regeerakkoord.
Daarnaast is afgesproken dat jaarlijks een monitoring van het stimuleringsinstrumentarium
plaatsvindt om de «hand aan de kraan» te houden en over- en onderstimulering te voorkomen.
Indien de ingroei van EV-nieuwverkopen op basis van werkelijke verkoopcijfers harder
of langzamer gaat dan verwacht bij het Klimaatakkoord, heeft het kabinet de mogelijkheid
om het stimuleringspakket aan te passen. Anders ontstaat immers budgettaire derving
of te weinig vergroening. De vraag of een aanpassing aan de orde is, is afhankelijk
van de omvang van de afwijking en of die afwijking structureel van karakter is. De
bijstelling kan zowel naar boven als naar beneden plaatsvinden. De uitwerking van
deze systematiek lichten wij hieronder nader toe.
Uitwerking systematiek Hand aan de Kraan
Het aantal nieuw verkochte elektrische auto’s wordt maandelijks door het Ministerie
van Financiën en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gemonitord. Op basis
van de eerste 4 maanden in jaar t en de realisatie van jaar t-1 wordt het aantal EV
nieuwverkopen in jaar t geraamd. Indien deze raming afwijkt van het voorspelde pad
en buiten de vastgestelde bandbreedte valt waarbinnen het ingroeipad mag fluctueren,
dan vindt in mei/juni een aanvullend onderzoek plaats om de onderliggende oorzaken
van de afwijking op het ingroeipad te onderzoeken. Het onderzoek zal zich richten
op de vraag of de afwijking incidenteel is, dan wel een structureel karakter heeft.
Hierbij zal gekeken worden naar het budgettaire beslag, de ontwikkeling in de zakelijke
en particuliere markt, de ontwikkeling in de private lease markt van elektrische auto’s
en de vraag hoe de total costs of ownership (TCO) van elektrische auto’s zich ontwikkelt. Een voorbeeld van een incidentele oorzaak
is de stevige toename van het aantal verkochte EV’s uit het hogere segment in de laatste
maanden van 2018, waarbij de markt duidelijk eenmalig anticipeerde op de invoering
van de € 50.000-grens in de bijtelling. Mogelijk vindt een soortgelijk anticipatie-effect
plaats in dit najaar vanwege de voorgenomen verhoging van het bijtellingpercentage
per 1 januari 2020 van 4 naar 8%. Indien uit aanvullend onderzoek blijkt dat sprake
is van een structurele afwijking, bijvoorbeeld als gevolg van een sneller of langzamer
dan verwachte ontwikkeling van de productie of prijs van EV’s, dan kan dat aanleiding
zijn om het beleid aan te passen. Met deze beleidsaanpassing zal de feitelijke ontwikkeling
van de ingroei van EV zoveel mogelijk naar het in het Klimaatakkoord verankerde ingroeipad
gestuurd worden. De systematiek van «hand aan de kraan» kan dus beschouwd worden als
een «verzekeringspolis» voor het ingroeipad en biedt om die reden ook de, door uw
Kamer gewenste, stabiele financiële kaders voor het stimuleringsbeleid.
Fluctuaties van het ingroeipad binnen de bandbreedte zullen in het EMU-saldo lopen.
De algemeen geldende begrotingsregels zijn hierbij op de «hand aan de kraan» systematiek
van toepassing. Indien het ingroeipad boven de bandbreedte ligt en besloten wordt
om het beleid bij te stellen, dan kan op grond van de begrotingsregels deze lastenverzwaring
of beperking van de fiscale stimulering niet worden aangewend voor lastenverlichting
elders. Indien het ingroeipad onder de bandbreedte ligt en ervoor gekozen wordt om
het beleid bij te stellen dan dient deze lastenverlichting gecompenseerd te worden
met lastenverzwaring elders.
Bij een voorstel tot wijziging van het fiscale stimuleringspakket zal de wijziging
worden opgenomen in het belastingplan van het jaar t+1. Ter illustratie: een voorstel
in de zomer van 2020 tot wijziging van een fiscale stimuleringsmaatregel, zal worden
ingevoerd per 1 januari 2021. Het kabinet zal de Tweede Kamer jaarlijks in juni schriftelijk
informeren over de geprognosticeerde ontwikkeling van de EV nieuwverkoop en of het
kabinet voornemens is het stimuleringsbeleid voor EV bij te stellen. Het FET (Formule
E-team) zal worden geconsulteerd over de toepassing van de systematiek en de voorbereiding
van de jaarlijkse afweging. Hierover wordt nog gesproken met het FET.
Bandbreedte
De basis voor de «hand aan de kraan» systematiek wordt gevormd door het ingroeipad
van EV in de nieuwverkopen, dat voortvloeit uit het in het Klimaatakkoord verankerde
stimuleringspakket. De budgettaire raming van het stimuleringspakket is tevens op
dit ingroeipad gebaseerd. Het voorspellen van marktontwikkelingen van nieuwe technieken,
zoals elektrische auto’s, blijft echter met veel onzekerheden omgeven. Om te voorkomen
dat het fiscale beleid jaarlijks moet worden aangepast, zal daarom worden gewerkt
met een bandbreedte waarbinnen het EV-ingroeipad mag fluctueren. Ter bepaling van
deze bandbreedte is een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd met het Carbontaxmodel. Deze
gevoeligheidsanalyse is gebaseerd op het mee- en tegenwindscenario van PBL bij de
doorrekening van het Klimaatakkoord. In deze scenario’s is rekening gehouden met onzekerheden
bij het overstapgedrag van consumenten naar EV, de ontwikkeling van batterijprijzen
en autoprijzen en strategieën van autofabrikanten om de Europese normen te halen.
Daarnaast is bij het bepalen van de bandbreedte ook rekening gehouden met de beschikbaarheid
van elektrische auto’s voor de Nederlandse markt en anticipatie-effecten als gevolg
van de afbouw van de bijtellingskorting. Zie voor een uitgebreidere toelichting op
deze gevoeligheidsanalyse de bijlage1.
Het kabinet heeft, op basis van de hierboven beschreven gevoeligheidsanalyse, een
symmetrische bandbreedte van 30.000 nieuwverkopen EV vastgesteld. De ondergrens ligt
daardoor 15.000 auto’s onder het ingroeipad van het Klimaatakkoord en de bovengrens
is vastgesteld op 15.000 auto’s boven het ingroeipad. De ontwikkeling van het ingroeipad
van elektrische auto’s in de totale nieuwverkoop en de bijbehorende bandbreedte is
weergegeven in figuur 1. Indien het aantal nieuwverkopen op de bovengrens van de bandbreedte
ligt, dan heeft dit een budgettaire effect van circa € 135 miljoen per jaar. Dit komt
voornamelijk door gederfde BPM en accijnzen.
Figuur 1: Symmetrische bandbreedte ingroei EV in nieuwverkoop (absolute aantallen)
2020–2024
Tot slot. De bandbreedte is vastgelegd voor de periode tot en met 2024. In 2024 vindt
een integrale evaluatie van het stimuleringspakket plaats en zal aan de hand van de
laatste marktontwikkelingen worden bekeken welk beleid en welke maatregelen na 2025
nodig en wenselijk zijn om de Regeerakkoordambitie van 100% EV nieuwverkoop in 2030
te realiseren.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer
Indieners
-
Indiener
M. Snel, staatssecretaris van Financiën -
Medeindiener
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat