Brief regering : Vervolgonderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) naar een defensiespecifieke index
27 830 Materieelprojecten
Nr. 290
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 september 2019
Het Ministerie van Defensie wordt, net als alle andere departementen, door het Ministerie
van Financiën gecompenseerd voor prijsstijgingen. Omdat de Defensiemarkt een eigen
dynamiek kent is besloten te onderzoeken of de prijsontwikkeling voor defensieproducten
synchroon loopt met de reguliere prijsontwikkeling. Op verzoek van het Ministerie
van Defensie heeft het CBS onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de prijzen voor
het Ministerie van Defensie en de mogelijkheden om een defensiespecifieke index te
ontwikkelen. Hiermee wordt invulling gegeven aan de motie Knops over dit onderwerp
(Kamerstuk 34 200 X, nr. 9)
In 2017 is dit onderzoek voor de eerste keer uitgevoerd voor de periode 2010–2015.
Dit onderzoek is u op 1 mei 2017 aangeboden (Kamerstuk 27 830, nr. 199). Dit jaar is er een update van het onderzoek uitgevoerd waarbij de reeks is herzien
en aangevuld met cijfers over 2016 en 2017. Daarnaast is er specifiek gekeken naar
de effecten van de wisselkoersen op de prijsindices. Dit vervolgonderzoek van het
CBS dat in maart 2019 is verschenen bied ik u – mede namens de Staatssecretaris –
hierbij aan1. De reden dat dit langere tijd heeft geduurd is dat we ons wilden beraden over de
uitkomsten van het onderzoek en de consequenties die Defensie daar aan verbindt.
Het CBS onderzoek heeft zowel betrekking op prijsontwikkeling van de investeringsuitgaven
als van de exploitatie-uitgaven van Defensie. Uit de onderzoeken van het CBS indices
blijkt dat de beide indices zijn gestegen, maar dat de compensatie die Defensie voor
de stijging van de exploitatie-uitgaven van het Ministerie van Financiën ontvangt
deze stijging grosso modo dekt. Voor de investeringen ligt dat anders. Daar is de
prijsstijging van de defensie-investeringen in 2016 en 2017 hoger dan de prijsbijstelling
die Defensie ontvangt.
Op basis van het eerste onderzoek van het CBS over de jaren 2010–2015 was er geen
directe aanleiding om een specifieke prijsindex voor Defensie in te stellen.
Echter, uit het vervolgonderzoek van het CBS blijkt een verschil in de ontvangen compensatie
en de daadwerkelijke prijsontwikkeling van defensie-investeringen dat niet eerder
was voorzien. Op basis van dit beeld zal ik – samen met de Minister van Financiën
– bezien op welke manier dit een plek kan krijgen in de maatregelen om de voorspelbaarheid
en schokbestendigheid van de Defensiebegroting te vergroten. Een specifieke index
voor investeringen kan één van de opties zijn.
De ontwikkeling van de prijzen voor exploitatie en investeringen zal ik – conform
de aanbeveling van het CBS – ook de komende jaren blijven volgen. In het jaarverslag
zal ik u hierover informeren.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Indieners
-
Indiener
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie