Brief regering : Voortgang uitvoering Nationaal Preventieakkoord
32 793 Preventief gezondheidsbeleid
Nr. 391
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juni 2019
Op 23 november 2018 is met ruim 70 maatschappelijke partijen het Nationaal Preventieakkoord
getekend met de ambitie om Nederland gezonder te maken. Alle partijen zetten zich
met meer dan 200 acties in op het terugdringen van roken, overgewicht en problematisch
alcoholgebruik.
In deze brief informeer ik u over de uitvoering van de afspraken uit het Nationaal
Preventieakkoord. Na een korte inleiding volgt per thema welke resultaten het afgelopen
half jaar zijn geboekt en wat het komende half jaar gaat gebeuren. Daarna informeer
ik u over overige activiteiten en over de monitoring van de voortgang van de acties
uit het akkoord.
Tevens reageer ik met deze brief op het verzoek van de vaste commissie voor VWS van
5 juni 2019 om een reactie te geven op de petitie «Hoge bloeddruk en het belang van
minder zout in bewerkte voedingsmiddelen» van de Hartstichting. U vindt deze reactie
in paragraaf 2 Voortgang deelakkoord overgewicht.
Ik merk dat veel partijen een groot gevoel van urgentie ervaren om de acties en maatregelen
die we hebben afgesproken voortvarend uit te voeren en elkaar daarin scherp te houden.
Dat stemt mij positief.
Inleiding
Bij de totstandkoming van het Nationaal Preventieakkoord zijn aan drie thematafels
deelakkoorden opgesteld onder leiding van een onafhankelijk voorzitter. Met de partijen
is vervolgens afgesproken dat de thematafels tweemaal per jaar blijven samenkomen
om de voortgang van de uitvoering van het Nationaal Preventieakkoord te bespreken.
Binnen de thematafels zijn er meerdere werkgroepen, waarin partijen samenwerken aan
de concrete acties uit het akkoord. In de werkgroepen zitten de partijen die als trekker
aan de lat staan om de actie uit te voeren, aangevuld met partijen die hierbij betrokken
zijn of specifieke expertise hebben. Een mooi bijkomend resultaat van het akkoord
is dan ook dat partijen elkaar nog beter weten te vinden dan voorheen en dat daar
weer mooie vormen van samenwerking en initiatieven uit voort komen.
Ik ben enthousiast over de betrokkenheid van alle partijen. Aan de thematafel overgewicht
is de beroepsvereniging Arts en Leefstijl er als partij bijgekomen. Daarnaast waardeer
ik het zeer dat Jolande Sap en Leon Meijer actief blijven als onafhankelijk voorzitter
van respectievelijk de thematafel roken en de thematafel problematisch alcoholgebruik.
Vanwege zijn lidmaatschap van de Eerste Kamer heeft Eric van der Burg zijn voorzitterschap
van de thematafel overgewicht neergelegd. Hij wordt opgevolgd door Miriam Haagh, wethouder
volksgezondheid in Breda.
Naast de actieve betrokkenheid van de partijen en de vele stappen die nu in gang zijn
gezet, is het goed om ons te realiseren dat we in de beginfase van de uitvoering van
het akkoord staan. De geformuleerde ambities liggen hoog. Het zal de nodige inspanning
van alle partijen vergen om tot uitvoering van de acties te komen en de gestelde ambities
met elkaar waar te maken.
In de beantwoording van de Kamervragen over het Nationaal Preventieakkoord (Kamerstuk
32 793, nr. 385) heb ik u toegezegd in deze voortgangsbrief in te gaan op de verdeling van de preventiegelden
voor de uitvoering van de acties. Voor 2019 en 2020 is € 23 miljoen en voor 2021 € 10
miljoen vanuit het Regeerakkoord beschikbaar gesteld om acties uit het Nationaal Preventieakkoord
te stimuleren. Daarnaast is er voor 2019 en 2020 een budget van € 6 miljoen voor effectieve
interventies. Deze preventiegelden zijn hard nodig om de meer dan 200 acties uit het
akkoord te realiseren.
De acties variëren van het doen van onderzoek, het ontwikkelen van instrumenten en
interventies tot kennisdeling. Bij de toekenning van preventiegelden vind ik het belangrijk
dat er sprake is van cofinanciering, waar passend. Op die manier committeren partijen
zich aan de inzet van de actie en het vervolg ervan. Bovendien kunnen er dan meer
acties worden uitgevoerd. Een groot aantal aanvragen zijn bij het Ministerie van VWS
ingediend en opdrachten zijn in gang gezet. Andere aanvragen en opdrachten zijn nog
in voorbereiding. Gegeven het grote aantal acties uit het akkoord ga ik ervan uit
dat er ongetwijfeld ook acties later dan gepland zullen plaatsvinden. Daarom moet
ik er rekening mee houden dat niet alle beschikbare middelen in 2019 tot betaling
zullen komen. Ik zal u voor de behandeling van de begroting 2020 informeren over de
aangegane verplichtingen. Daarnaast zal ik uw Kamer informeren over de besteding van
de middelen bij de RIVM-Voortgangsrapportage over het jaar 2019.
1. Voortgang deelakkoord roken
Met het Nationaal Preventieakkoord streven we naar een rookvrije generatie in 2040.
Sinds de lancering van het akkoord op 23 november 2018 zijn verschillende maatregelen
genomen die deze rookvrije generatie dichterbij brengen.
De 30 partijen die het deelakkoord roken hebben ondertekend zijn hard aan de slag
gegaan om de gemaakte afspraken te concretiseren in projectplannen en deze onderling
af te stemmen. Dit gebeurt in vier thematische werkgroepen die inmiddels ieder twee
keer samen zijn gekomen: rookvrije (kind) omgeving, stoppen met roken zorg, rookvrije
zorg en rookvrije organisaties. Ik ben onder de indruk van het enthousiasme van de
deelnemers om hun acties voor een rookvrije generatie uit te voeren.
Rookvrije (kind) omgeving
Met de acties uit het akkoord worden kinderen beschermd door hun omgeving rook- en
tabakvrij te maken. Dit proces kan op veel draagvlak rekenen in de samenleving. Ik
zie dat maatschappelijke organisaties erin slagen om samen met de steun van lokale
vrijwilligers speel-, sport- en recreatieterreinen rookvrij te maken. Inmiddels zijn
124 kinderboerderijen en 97 speeltuinen rookvrij. Op 29 mei is de 1.000ste sportvereniging rookvrij geworden; in 2018 waren het er pas 500 en het doel is dat
er 2.500 rookvrije sportverenigingen in 2020 zijn. Ook zijn er drie regionale bijeenkomsten
georganiseerd voor gemeenten en GGD-en die aan een rookvrije generatie werken. Gemeente
Groningen heeft haar lokale bevoegdheid gebruikt en op basis van een APV drie rookvrije
zones toegewezen die grenzen aan een rookvrije instelling. Daarnaast werkt de VNG
samen met GGD-GHOR, het Trimbos-instituut en de Alliantie Nederland Rookvrij aan een
plan om gemeenten te ondersteunen die een rookvrije generatie beogen.
Universiteiten en hogescholen zijn begonnen met het rookvrij maken van de terreinen.
Op 15 april 2019 is Avans hogeschool te Breda rookvrij geworden en op 6 mei 2019 de
Hanzehogeschool in Groningen. Er mag vanaf die datum niet meer gerookt worden op de
terreinen van deze scholen, waardoor er nu een rookvrije omgeving is voor medewerkers,
studenten en bezoekers. De Hanzehogeschool geeft aan dat ze een voorbeeld wil zijn
voor de nieuwe generatie, die kan opgroeien in een gezonde leefomgeving. Ook Tilburg
University is vanaf komend collegejaar geheel rookvrij. De bestaande rookzones zullen
verdwijnen. Bij zowel de hogeschool als de universiteit zullen stewards rondlopen
die mensen aanspreken als ze roken. Ook zullen de instellingen mensen actief motiveren
om te stoppen met roken, door bijvoorbeeld stoppen met roken zorg aan te bieden. Ik
vind dit mooie initiatieven die als goed voorbeeld kunnen dienen voor andere scholen.
Met de nieuwe regelgeving, afgesproken in het Nationaal Preventieakkoord, worden per
1 augustus 2020 uiteindelijk alle schoolterreinen geheel rookvrij.
Stoppen met roken zorg
Effectieve en toegankelijke stoppen met roken zorg levert een belangrijke bijdrage
aan de rookvrije generatie. Eind april 2019 heeft een breed samengestelde werkgroep
van deskundigen de Zorgstandaard Tabaksverslaving gepresenteerd; hierin staat wat
goede stoppen met roken zorg betekent en hoe deze te organiseren. Zorgprofessionals
en verzekeraars steunen deze standaard en hebben afgesproken dat ze deze standaard
samen implementeren.
En er gebeurt meer. Ik organiseer samen met de Taskforce Rookvrije Start op 26 juni
2019 een conferentie om zorgprofessionals uit de geboortezorg en de Jeugdgezondheidszorg
handvatten te geven; onder meer hoe zij ouders met een praktische opleiding en een
laag inkomen nog beter kunnen begeleiden.
Daarnaast ben ik gestart met de voorbereiding van een meerjarige rijksoverheidscampagne
op het thema Rookvrij Opgroeien en Stoppen Met Roken. Uitgangspunt is dat de campagne
voldoende bereik heeft onder rokers met een praktische opleiding of een laag inkomen.
Om meer zicht te krijgen in de doelgroep is gebruik gemaakt van een community onderzoek
en hebben stakeholders hun kennis en ervaring gedeeld. De bestaande campagne rookvrij
zwanger is de laatste drie maanden van 2018 opnieuw getoond op televisie. Uit campagne-effect
onderzoek van bureau Kantar is gebleken dat deze campagne de boodschap (dat je beter
niet kunt roken in de omgeving van een zwangere vrouw) goed overbrengt bij de doelgroep
van rokers. De norm dat je zwangere vrouwen niet in de verleiding moet brengen om
te gaan roken, wordt door de meerderheid gesteund. De inzichten uit deze campagne
worden meegenomen in een nieuwe campagne die naar verwachting dit najaar wordt gelanceerd.
Deze campagne is erop gericht het aantal effectieve stoppogingen te vergroten en ondersteunt
de actie van de zorgverzekeraars die per 2020 geen eigen risico meer opleggen bij
eerstelijns stoppen met roken zorg.
Ook is gestart met de voorbereiding van de jaarlijks campagne Stoptober. Deze campagne,
die voor de zesde keer wordt uitgevoerd, moedigt rokers aan een stoppoging te doen
van 28 dagen in de maand Stoptober. De kans om blijvend te stoppen wordt hiermee vijf
keer hoger. Verschillende BN-ers hebben zich aan deze campagne verbonden. Stoptober
is inmiddels een begrip en het bereik van deze campagne blijft onverminderd groot.
Ook dit jaar wordt het Stoptoberhuis ingezet om rokers gedurende vijf dagen ondersteuning
te geven. Ik wil dit jaar opnieuw een bezoek brengen aan de deelnemers van het Stophuis.
GGD-regio’s en zorgverleners zijn betrokken bij de uitvoering.
Rookvrije Zorg
De partijen die zich met het akkoord committeren aan het rookvrij maken van de zorg
hebben onderlinge afspraken gemaakt over hoe zij te werk zullen gaan. Het Trimbos-instituut
heeft samen met instellingen een toolkit ontwikkeld die zorgprofessionals en zorginstellingen
handvatten geeft bij het realiseren van een rookvrije werk- en behandelcultuur. Ondertussen
blijkt ook dat steeds meer instellingen werken aan het rookvrij maken van hun instelling.
Zo heeft verslavingszorginstelling Jellinek sinds 1 juli 2018 een volledige rookvrije
werk- en behandelcultuur gerealiseerd en is ziekenhuis Amphia in Breda sinds 15 april
2019 rookvrij.
Rookvrije organisaties
Organisaties kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van een rookvrije
generatie. Stapsgewijs wordt toegewerkt naar rookvrije organisaties. Ik ben blij om
te zien dat de eerste successen inmiddels behaald zijn. Zo heeft de Alliantie Nederland
Rookvrij (ANR) het digitale handboek «Rookvrij werken» gepubliceerd. Dit handboek
kan bedrijven helpen om rookvrij te worden, bijvoorbeeld door het creëren van een
rookvrije werkomgeving en het stoppen met investeren in de tabaksindustrie.
Inmiddels zijn 3 van de top 100 grootste bedrijven in Nederland op weg naar een rookvrije
organisatie, namelijk de ABN AMRO, VGZ en ONVZ. Daarnaast zijn 13 van de 16 grootste
institutionele beleggers in Nederland gestopt met investeren in de tabaksindustrie.
Ik ben blij om te zien dat steeds meer bedrijven stappen zetten in het rookvrij maken
van hun organisatie. Ik hoop dat zij voor andere bedrijven een inspirerend voorbeeld
zijn.
Wijzigingen wet- en regelgeving Tabak
In het Nationaal Preventieakkoord zijn diverse wettelijke maatregelen opgenomen die
een wetswijziging en wijzigingen in lagere regelgeving vragen. Ik ben op dit moment
bezig met de voorbereidingen.
Op 25 april jongstleden heb ik het concept besluit standaardverpakking voor sigaretten
en shag en het wetsvoorstel uitbreiding rookverbod voor de elektronische-sigaret met
en zonder nicotine en bestaande en toekomstige dampwaren en aanverwante producten
(zoals de HEETS die met een IQOS gebruikt kunnen worden) aangeboden voor internetconsultatie.
De beoogde inwerkingtreding van deze voorstellen is juli 2020. Voor het einde van
het jaar stuur ik deze voorstellen naar uw Kamer. U ontvangt dan ook de AMvB over
de rookvrije schoolterreinen. De internetconsultatie voor deze regelgeving gaat in
juni van start. Per 1 augustus 2020 worden hiermee alle schoolterreinen rookvrij.
Het Besluit voor het uitstalverbod is op 19 december 2018 ter behandeling aan uw Kamer
aangeboden.
Voor het afschaffen van de rookruimten in 2022 in de (semi) publieke sector en openbare
gebouwen en de uitbreiding van het reclameverbod wordt op dit moment wetgeving voorbereid.
Deze voorstellen tot wetswijziging worden naar verwachting begin 2020 bij uw Kamer
ingediend. Tegelijkertijd loopt er een rechtszaak over het afschaffen van rookruimtes
in de horeca. De Hoge Raad zal hier naar verwachting op 27 september 2019 uitspraak
in doen. Deze uitspraak kan mogelijk consequenties hebben voor bovengenoemd wetsvoorstel.
De artikelen 15 en 16 van de tabaksproductenrichtlijn, waaruit volgt dat tabaksproducten
een unieke identificatiemarkering en een veiligheidskenmerk moeten bevatten, worden
tevens in wetgeving geïmplementeerd. Het wetsvoorstel is op 13 mei 2019 bij Uw Kamer
ingediend (Kamerstuk 35 204). Tot slot wordt voor de ratificatie en implementatie van het Protocol betreffende
de uitbanning van illegale handel in tabaksproducten (Trb. 2014, nr. 155) wetgeving voorbereid.
Op 24 september 2015 heeft u van mijn ambtsvoorganger een brief ontvangen over artikel
5.3 van het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging (Kamerstuk 32 011, nr. 47). Dit verdrag, dat de Staat en zijn organen bindt, biedt een kader voor maatregelen
ten behoeve van tabaksontmoediging. Artikel 5.3 van dit verdrag is een belangrijk
artikel, omdat dit artikel het belang van terughoudendheid in contact met de tabaksindustrie
onderstreept. Op 5 september 2018 heb ik de Tweede Kamer toegezegd om overheden nogmaals
op het belang van terughoudendheid in contact met de tabaksindustrie te wijzen. Deze
brieven worden voor het zomerreces naar alle ministeries, provincies en gemeenten
gestuurd. Hiermee is gewacht op de installatie van de leden van de Provinciale Staten,
na de verkiezingen van afgelopen maart.
2. Voortgang deelakkoord overgewicht
Met het Nationaal Preventieakkoord streven we naar het doel dat in 2040 maximaal 38%
van de volwassen Nederlanders te zwaar is, in plaats van de huidige ruim 50%. En dat
maximaal 7,1% obesitas heeft. Dat is nu 14,5%.
Obesitas en aan obesitas gerelateerde ziekten zorgen na roken voor het meeste verlies
van gezondheid. Overgewicht is echter een complex vraagstuk met vele oorzaken en invloeden,
zowel persoonlijk als in de omgeving. Daarom is het zo belangrijk dat alle partijen
die betrokken zijn bij de aanpak van overgewicht gezamenlijk de schouders zetten onder
de maatregelen. De aanpak krijgt gestalte door gezond eten te bevorderen, sport en
bewegen aantrekkelijker te maken (in aansluiting met het Sportakkoord), een gezondere
omgeving te maken en voor hen die het nodig hebben te zorgen voor toegankelijke en
passende ondersteuning en zorg. Ik ben daarom blij dat in het akkoord zoveel afspraken
zijn gemaakt om dit met elkaar mogelijk te maken.
In stappen naar de Schijf van Vijf
Ik was in april jongstleden bij het «Food Future Event», waar ik een groot aantal
aanwezigen uit de levensmiddelenindustrie en supermarkten heb toegesproken. In het
Nationaal Preventieakkoord is met de levensmiddelenindustrie afgesproken om de samenstelling
van levensmiddelen gezonder te maken. Ik heb de wens uitgesproken dat het voor consumenten
heel eenvoudig wordt de gezondere keuze te maken in het winkelschap, zodat ze meer
dan nu producten kiezen en maaltijden bereiden die passen in de Schijf van Vijf.
Horeca, cateraars en supermarkten hebben in het Nationaal Preventieakkoord acties
toegezegd om op hun eigen wijze hun klanten meer volgens de Schijf van Vijf te laten
eten, door het bieden van gezonder aanbod en het inspireren tot de gezondere keuze.
Voor de horeca zijn bijvoorbeeld inspiratiefilmpjes gelanceerd (https://www.youtube.com/user/Gastronomixs) om aantrekkelijk aanbod van (seizoens)groenten te vergroten en cateringbedrijven
passen nudgingtechieken toe om klanten naar het gezondere aanbod te leiden. Met supermarkten
zoek ik naar (wettelijke) mogelijkheden om op productniveau te communiceren over de
Schijf van Vijf. Dit raakt aan de discussie over een voedselkeuzelogo en wordt daar
dan ook nauw bij betrokken.
Begin januari van dit jaar is het Voedingscentrum gestart met de crossmediale campagne
«Eetwissels» www.voedingscentrum.nl/eetwissel. Door een Eetwissel te doen binnen wat je nu al eet, zet je een stapje richting meer
eten volgens de Schijf van Vijf, bijvoorbeeld door een witte of bruine boterham te
wisselen voor een volkoren. Zulke kleine stapjes maken het haalbaar en daarmee makkelijker
om het voedingspatroon structureel aan te passen en dat motiveert om steeds een stapje
verder te gaan. Het is een crossmediale campagne die het hele jaar loopt en waarbij
wisselend gebruik wordt gemaakt van TV, radio en online media. Op de website van het
Voedingscentrum is continu inspiratie te vinden.
Verbeteren productsamenstelling
Om een gezonde keuze te maken is ook de samenstelling van producten van belang. Er
worden dit jaar door industrie en supermarkten afspraken gemaakt over calorieën, portiegroottes
en maximum suikergehaltes in zuiveldranken en -toetjes en voor het koek-, snoep-,
tussendoortjes- en chocoladeschap. De frisdrankensector werkt aan de door hen in het
Nationaal Preventieakkoord toegezegde verlaging van calorie-inname via frisdranken.
De fabrikanten van A-merk frisdranken hebben in het Nationaal Preventieakkoord afgesproken
dat per 2025 30% minder calorieën (suikers) worden geconsumeerd via hun frisdranken.
De supermarkten hebben hun toegezegde commitment voor substantiële reductie van calorieën
in frisdrank nader uitgewerkt: brancheorganisatie CBL (supermarkten) heeft aangegeven
dat de volumeverschuiving van regular naar light/waters voor private labels (huismerken)
de afspraak voor A-merken volgt. Supermarkten helpen de consument bijvoorbeeld via
informatie op schapkaarten om de gezondere keuze te maken. Supermarkten maken daarnaast
een afspraak over suikerverlaging in vruchtendrank en siropen in hun producten door
maximum suikergehaltes vast te stellen.
Het aanpassen van producten is vaak niet eenvoudig, bijvoorbeeld om technologische
redenen of vanwege effect op de smaak. Ik faciliteer daarom de inzet van experts van
Wageningen Universiteit en Research en het NIZO die bedrijven met hun kennis en ervaring
kunnen helpen bij productverbetering, zodat gezonde innovaties ons bord bereiken.
Dit traject is eerder al ingezet en verloopt succesvol. Ik zal de financiering hiervan
voortzetten. Ik bereid ondertussen de introductie van het nieuwe systeem voor productverbetering
voor. Dit systeem sluit aan op het Akkoord verbetering productsamenstelling dat eind
2020 afloopt.
Reactie op petitie van de Hartstichting
Op 4 juni jongstleden heeft de Hartstichting aan uw Kamer een petitie overhandigd
waarmee zij aandacht vraagt voor de ambities die met het Akkoord Verbetering Productsamenstelling
gehaald moeten worden. De Hartstichting vindt dat te kleine stappen worden gezet om
voedingsmiddelen gezonder te maken en dat hiermee de ambities bij lange na niet gehaald
worden.
Ik ben het met de Hartstichting eens dat er alles aan gedaan moet worden om de ambities
van het Akkoord na te komen. In de afgelopen jaren is uw Kamer meermalen geïnformeerd
over de voortgang van de aanpak. Het doel van het Akkoord is om de hoogste gehalten
aan zout, verzadigd vet en/of suiker binnen de productgroepen te verlagen en dat hiermee
de spreiding binnen de productgroepen kleiner wordt.
Het RIVM concludeerde in vorige monitoringsonderzoeken dat gehalten zout, verzadigd
vet en calorieën omlaag zijn gegaan. Er zijn en worden zeker stappen gezet. De in
2014 gestelde ambities zijn zeer hoog. De rapportages door het RIVM laten ook zien
dat de gestelde ambities niet alleen met verbetering van productsamenstelling gehaald
kunnen worden (Kamerstukken 31 532 en 32 793, nr. 195). Er is ook een verbetering in het voedselconsumptiepatroon nodig is. Zoals aangegeven
in mijn brief van 11 april jongstleden aan uw Kamer (Kamerstuk 32 793, nr. 375) ben ik van mening dat alle deelnemende bedrijven binnen de afgesproken termijnen
moeten voldoen aan de maximumnormen. Ik ben met het bedrijfsleven in gesprek hoe zij
dit kunnen realiseren.
Met het Nationaal Preventieakkoord zet ik met de ondertekenaars (bedrijfsleven en
gezondheidsfondsen, waaronder ook de Hartstichting) in op zowel een betere productsamenstelling
als een beter voedingspatroon. Ook na 2020, wanneer het Akkoord Verbetering Productsamenstelling
is afgelopen, zal productverbetering en het monitoren hiervan worden voortgezet. In
het kader van de afspraken vanuit het Nationaal Preventieakkoord ontwikkel ik een
nieuw systeem waarover ik u later dit jaar zal informeren.
Voedselkeuzelogo
Ik zie dat dit onderwerp al tot veel discussies leidt en dat we goed moeten kijken
naar de ontwikkelingen op dit vlak in de landen om ons heen. Daarnaast wil ik ook
graag weten wat voor de Nederlandse consument het beste logo zal zijn en hoe deze
logo’s zich verhouden tot de Schijf van Vijf. Via een consumentenonderzoek gaan we
van een drietal logo’s (Keyhole, Nutriscore, stoplichtensysteem) na of deze door de
Nederlandse consument goed begrepen worden. VWS heeft de regie bij zowel de totstandkoming
van een nieuw systeem van productverbetering als de introductie van een nieuw voedselkeuzelogo.
Hierbij vind ik het belangrijk zorgvuldig te zijn, de belangen van de verschillende
stakeholders goed af te wegen en een aantal randvoorwaarden goed op het netvlies te
houden. Ik betrek onder andere vertegenwoordigers van consumenten, levensmiddelenindustrie,
supermarkten, gezondheidsfondsen, horeca en catering. Ook het RIVM en het Voedingscentrum
zijn nauw betrokken. Ik besluit voor eind 2019 over het nieuwe logo en zal uw Kamer
hierover informeren.
Gezond onderweg
Vanuit het streven om tot gezonder voedingsaanbod voor «onderweg» te komen, spreek
ik met onder andere de betrokken brancheorganisaties en de NS welke stappen gezet
kunnen worden om de gezonde keuze onderweg makkelijker te maken. Het Voedingscentrum
helpt hierbij door in 2019 een quick-scan te maken van de huidige situatie en door
advies te geven over hoe stap voor stap het aanbod verbeterd kan worden.
Gezonde jeugd
Op scholen en op kinderdagverblijven wordt via programma’s als Gezonde School en de
Gezonde Kinderopvang hard toegewerkt naar een gezondere omgeving. Voor het programma
Gezonde Kinderopvang zijn er door de extra financiële middelen vanuit het Nationaal
Preventieakkoord mogelijkheden gecreëerd om meer pedagogisch medewerkers kennis en
kunde aan te bieden, waardoor een gezonde leefstijl vanzelfsprekender wordt. Vanuit
de kinderopvang en ROC-opleidingen is er een grote belangstelling voor de scholingen.
Ik zie in het veld ook echt een verandering in optreden: tijdens de afgelopen Dag
van de Gezonde Schoolkantine, op de derde dinsdag van april, zijn er op één dag maar
liefst 150 Gezonde Schoolkantine Schalen uitgereikt op scholen door heel Nederland.
Op het FlexCollege in Den Haag heb ik zelf een gouden Schoolkantine Schaal mogen uitreiken.
Intussen staat de teller op 400 Gezonde Schoolkantines. Het streven is dat er 950
Gezonde Schoolkantines zijn in 2020.
De Nederlandse frisdrankproducenten zijn per 1 januari 2019 gestopt met de verkoop
van de traditionele, suikerhoudende frisdranken aan middelbare scholen en adviseren
cateraars van middelbare scholen om vanaf 1 januari 2019 alleen nog water en laagcalorische
en calorievrije frisdranken te verkopen. Ik volg uiteraard met interesse hoe dit vorm
krijgt.
Op het programma Gezonde School wordt de komende twee jaar extra ingezet. Het ondersteuningsaanbod
naar de scholen wordt geïntensiveerd, waardoor uiteindelijk 25% van alle schoollocaties
in 2020 bereikt wordt door het programma. Op de dag van de Koningsspelen heb ik daarnaast
aangekondigd dat op schoolpleinen door heel Nederland in de komende twee jaar 1.000
nieuwe watertappunten worden gerealiseerd. Scholen in het primair onderwijs krijgen
hiervoor driekwart van de kosten vergoed. Het overige deel moeten scholen zelf vergoeden.
Gemeenten of bijvoorbeeld buurtverenigingen kunnen dat natuurlijk ook voor hun rekening
nemen, want een hele straat of buurt heeft iets aan een watertap die openbaar toegankelijk
is.
19 december jl. ondertekenden gemeenten, sportmarketingbureaus, NOC*NSF en Jongeren
Op Gezond Gewicht (JOGG) het Convenant Gezonde Sportevenementen. Deze partijen willen
sportevenementen (nog) gezonder maken. In eerste instantie zetten zij in op het stimuleren
van gezonde voedingskeuzes en sportsponsoring bij sportevenementen gericht op kinderen
tot en met 12 jaar.
Kidsmarketing
Als het gaat om kindermarketing, is per 1 februari jl. de Reclamecode voor Voedingsmiddelen
aangescherpt. Het gebruik van de licensed media characters voor producten buiten de
schijf van vijf was al verboden in reclame op tv, print, evenementen, scholen, online,
e.d. media. De nieuwe beperking voegt daar de productverpakking en uitstalling in
de winkel aan toe: characters zijn nu niet langer toegestaan op verpakkingen en point-of-salemateriaal.
Uiteraard zie ik er met een jaarlijkse monitoring op toe dat de afspraken nageleefd
worden. U kunt deze monitoring aan het einde van dit jaar tegemoet zien.
Sport, bewegen en zorg
Op het gebied van sport en bewegen wordt momenteel een omslag gemaakt naar een laagdrempelig
sportaanbod voor inactieve mensen met (een vergroot risico op) overgewicht. De komende
anderhalf jaar worden in samenwerking met NOC*NSF zes pakketten ontworpen, waarbij
toegewerkt kan worden naar structurele sportbeoefening. Daarnaast maken verschillende
partijen een plan van aanpak om meer mensen te laten fietsen en wandelen naar werk
en school.
Om de ambities op overgewicht voor 2040 te kunnen behalen is het, naast het voorkomen
van overgewicht, ook belangrijk om kinderen, gezinnen en volwassenen te helpen als
er al problematiek speelt op het gebied van obesitas. Afgelopen jaar is samen met
acht proeftuingemeenten (Almere, Amsterdam, Arnhem, 's-Hertogenbosch, Maastricht,
Oss, Smallingerland en Zaanstad) het «Landelijk model ketenaanpak voor kinderen met
overgewicht en obesitas» ontwikkeld. Het model laat zien hoe professionals kunnen
samenwerken binnen een ketenaanpak, welke visie daarbij hoort en wat die visie van
hen vraagt. Dit is een langdurig en complex proces tussen vele verschillende partijen
met eigen belangen en financiering, maar ongelooflijk belangrijk om mensen met obesitas
goed te ondersteunen en coachen. Op 6 februari jl. kon ik met een coalitie van partijen
(JOGG, NCJ, NJI, RIVM en de VU) en voor een grote groep betrokken professionals het
startschot geven, zodat in 2030 passende ondersteuning en zorg beschikbaar is voor
kinderen met overgewicht en obesitas in alle gemeenten van Nederland. Ik heb er vertrouwen
in dat we hiermee – juist in de wisselwerking met de meer preventieve activiteiten
– de gezondheid en kwaliteit van leven van kinderen kunnen vergroten.
3. Voortgang deelakkoord problematisch alcoholgebruik
De rijksoverheid wil samen met de partijen in het Nationaal Preventieakkoord dat jongeren
onder de 18 jaar en zwangere vrouwen uiterlijk in 2040 geen alcohol meer drinken.
En dat het aantal volwassen Nederlanders dat teveel alcohol drinkt daalt van 8,8%
naar maximaal 5%.
De 30 partijen van de thematafel Problematisch Alcoholgebruik zijn sinds het sluiten
van het akkoord bezig met de uitvoering van de acties uit het akkoord. Het akkoord
bevat een mix van preventieve maatregelen, communicatie-aanpakken, onderzoeken, pilots,
wettelijke maatregelen en andere stimulerende projecten. De acties bevinden zich in
verschillende fasen van uitvoering. Hieronder schets ik aan de hand van een aantal
voorbeelden, wat er op het thema problematisch alcoholgebruik gebeurt.
Campagnes en communicatie-aanpakken
Ook dit jaar is de IkPas campagne geïnitieerd door Stichting Positieve Leefstijl.
Deze campagne is, naast de 40 dagen periode in de vastentijd, dit jaar uitgebreid
met een editie in januari (Dry January). In totaal deden er in 2019 ruim 37.000 deelnemers
mee, een verdriedubbeling van het deelnemersaantal van vorig jaar (11.500). Ik ben
hier trots op. De campagne is bedoeld om je bewust te maken van de rol die alcohol
speelt en geeft praktische en positieve handvatten om een periode bewust niet te drinken.
Daarmee sluit het goed aan op de ambitie uit het akkoord om de bewustwording rondom
alcoholgebruik te vergroten. Ik heb zelf dit jaar ook weer meegedaan met de veertig
dagen periode en heb ervaren dat het een goede manier is om jezelf uit te dagen en
je fitter te voelen.
Samen met betrokken partijen werk ik aan een communicatie-aanpak met een strategie
voor de verschillende doelgroepen. Het doel van de communicatie-aanpak is het vergroten
van de kennis over de effecten van alcohol en de bewustwording. Daarnaast zet ik me
in om de norm «niet drinken onder de 18 jaar» te versterken door te investeren in
de NIX18 campagne. Naast de spotjes op tv, radio en online hebben wij onlangs de «Zondag
van NIX» geïntroduceerd; een bioscoopactie waarbij een ontspannen moment wordt gecreëerd
voor ouders om het gesprek over NIX18 aan te gaan.
Onderzoeken
In het Nationaal Preventieakkoord zijn verschillende onderzoeken aangekondigd, waar
ik u met deze brief graag over informeer.
Ik heb het RIVM gevraagd om onderzoek te doen naar de effecten van minimum unit pricing.
Dit onderzoek zal nog in 2019 starten. Het onderzoek zal zich richten op de toekomstige
effecten van het invoeren van deze maatregel in Nederland. Schotland hanteert sinds
1 mei 2018 een minimumprijs per eenheid alcohol om het problematisch alcoholgebruik
tegen te gaan. Een dergelijke prijsmaatregel kan ook voor Nederland interessant zijn.
Daarom ben ik benieuwd naar de ervaringen hiermee in Schotland en andere landen, zoals
Ierland en Canada.
Ook zal nog voor de zomer, mede in opdracht van de Vereniging van Universiteiten en
de Verenging Hogescholen, een verkenning alcoholbeleid bij hoger onderwijsinstellingen
van start gaan. Deze dient handvatten te bieden voor onderwijsinstellingen hoe zij
alcoholbeleid kunnen opzetten en implementeren en goede voorbeelden schetsen.
In het akkoord is met partijen afgesproken onderzoek te doen naar de effecten van
alcoholmarketing. Dit najaar wordt een verdiepend onderzoek gedaan naar de top 5 locaties
waar jongeren alcohol zien. Daarnaast wordt de Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken
geëvalueerd onder begeleiding van ZonMw. Naast onderzoeken die op de korte termijn
meer inzicht moeten geven, heb ik ZonMw gevraagd om samen met de partijen uit het
akkoord een onderzoeksagenda op te stellen op het gebied van alcoholmarketing. Op
deze manier is er ook op de langere termijn aandacht voor het thema alcoholmarketing
en kunnen we meer leren over het effect op het drinkgedrag.
Andere stimulerende projecten
Op het gebied van alcoholmarketing zijn er tevens andere type acties afgesproken.
Zo zal STIVA op korte termijn een bijeenkomst organiseren met de Nederlandse vertegenwoordigers
van de belangrijkste social media platforms om afspraken te maken zodat alcoholmarketing
minderjarigen niet meer bereikt.
Verder is Verslavingskunde Nederland samen met andere akkoordpartijen druk bezig met
de oprichting van het samenwerkingsverband Vroegsignalering alcoholproblematiek. Dit
samenwerkingsverband zal worden voorgezeten door Marith Volp. Deze partijen gaan samenwerken
om ervoor te zorgen dat alcoholproblematiek eerder wordt herkend en erkend en professionals
en vrijwilligers beter weten hoe ze hiermee om kunnen gaan. Per doelgroep worden de
belemmeringen in kaart gebracht. Ook zal dit samenwerkingsverband dienen als uitwisselingsplek
van kennis en worden interventies (door)ontwikkeld voor specifieke doelgroepen, zoals
55-plussers, vrijwilligers en naasten van mensen met een alcoholprobleem. Het samenwerkingsverband
probeert andere relevante partijen te betrekken.
Zoals afgesproken wordt de Gezonde School-aanpak op het thema alcohol aangevuld met
nieuwe interventies. Ik ben voornemens om hierbij vooral in te zetten op kwetsbare
groepen waarvoor nog weinig aanbod is, zoals het praktijkonderwijs en het voortgezet
speciaal onderwijs.
De Nederlandse Brouwers en de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV) hebben er samen
voor gezorgd dat inmiddels zo’n 80% van de verenigingen die aangesloten zijn bij de
LKvV alcoholvrij bier schenken. Dit om zo een alternatief te bieden. Daarnaast worden
er sinds dit jaar geen nieuwe contracten voor reclame voor alcoholhoudende dranken
langs sportvelden bij amateurclubs afgesloten. De Sportsector en de Nederlandse Brouwers
hebben zich hieraan gecommitteerd en monitoren dit. Eind van dit jaar zal meer bekend
worden over hoeveel contracten dit in 2019 betrof. Verder werken deze organisaties
binnen vier jaar toe naar het uitfaseren van reclameborden van reeds afgesloten contracten,
zodat in de toekomst de koppeling tussen sport en alcohol niet meer vanzelfsprekend
is.
Het landelijke nalevingsonderzoek leeftijdsgrens alcohol over 2018 is afgerond en
met uw Kamer gedeeld (Kamerstuk 27 565, nr. 174). Aangezien de naleving van de leeftijdsgrens bij de verstrekking van alcohol met
een gewogen gemiddelde van 37,7% nog steeds ver beneden het gewenste niveau ligt,
is in overleg met de betrokken verstrekkers afgesproken in 2019 opnieuw een nalevingsonderzoek
uit te laten voeren.
Om het nalevingsniveau te verhogen naar uiteindelijk 100% in 2030 zijn er verschillende
afspraken gemaakt in het Nationaal Preventieakkoord. Ik ben gestart met het offertetraject
zodat dit najaar een deskundige partij een e-learning kan ontwikkelen om verantwoorde
verstrekking van alcohol te stimuleren. Samen met de partijen van de thematafel heb
ik de verschillende doelgroepen voor de e-learnings bepaald, zodat elke doelgroep,
zoals horecaverstrekkers, studentenverenigingen en sportverenigingen, een e-learning
op maat krijgen. Daarnaast gaat binnenkort de ontwikkeling van een handhavingsprotocol
van start. Het protocol zal handvatten geven voor gemeenten en hun BOA’s om de handhaving
van de leeftijdsgrens en het tegengaan van dronkenschap bij verstrekking van alcohol
ter plaatse te versterken. Bij de ontwikkeling zijn experts op het gebied van de Drank-
en Horecawet, gemeenten en verstrekkers van alcoholhoudende drank betrokken. Het protocol
wordt gepresenteerd tijdens de juridische tweedaagse van de VNG in november 2019.
Wetgeving
In het Nationaal Preventieakkoord is een aantal wettelijke maatregelen aangekondigd.
Deze maatregelen als ook de uitkomsten van de evaluatie van de Drank- en Horecawet
zijn inmiddels verwerkt in een wetsvoorstel dat van 28 maart tot 8 mei 2019 in consultatie
is gebracht. Op dit moment wordt de inbreng uit de consultatie verwerkt waarna het
wetsvoorstel aan de Raad van State wordt aangeboden voor advies.
De aanpassingen die volgen uit het Nationaal Preventieakkoord zijn de volgende:
– regels voor verkoop van alcohol op afstand;
– strafbaarstelling van volwassenen die alcohol doorgeven aan minderjarigen;
– uitzondering strafbaarstelling voor 16- en 17-jarige testkopers in het kader van toezicht.
Deze wettelijke maatregelen moeten de andere acties ondersteunen en bijdragen aan
het behalen van de doelstellingen uit het akkoord. In het bijzonder geldt dit voor
de doelstelling om de naleving van de leeftijdsgrens te verbeteren.
Daarnaast heb ik in de begeleidende brief bij het Nationaal Preventieakkoord (Kamerstuk
32 793, nr. 339) aangekondigd om prijsacties met alcoholhoudende dranken voor gebruik elders dan
ter plaatse van meer dan 25% korting niet langer toe te staan. Deze maatregel is ook
opgenomen in het wetsvoorstel.
4. Voortgang overige activiteiten
Lokale aanpak
Een actie die in elk deelakkoord terug komt betreft de doorvertaling van de ambities
en afspraken uit het Nationaal Preventieakkoord naar een lokale aanpak. De gemeenten
fungeren daarin als regisseur. De VNG heeft aangegeven zich hiervoor te willen inzetten
en heeft per 1 mei een ondersteuningsprogramma voor gemeenten opgezet. Gemeenten kunnen
hulp krijgen voor inhoudelijke input, meedenken, het faciliteren van bijeenkomsten
en procesbegeleiding. Het ondersteuningsteam werkt samen met Pharos, Jongeren Op Gezond
Gewicht (JOGG), Vereniging Sport en Gemeenten (VSG), GGD GHOR, Alles is Gezondheid
en het Ministerie van VWS.
Agenda voor de toekomst
In het Nationaal Preventieakkoord is ook aandacht voor andere onderwerpen die raken
aan de ambities uit het akkoord maar breder zijn dan de drie thema’s uit de deelakkoorden.
Deze onderwerpen zijn opgenomen in de Agenda voor de toekomst en bespreek ik met de
Klankbordgroep Preventie onder leiding van de voorzitter van de Sociaal-Economische
Raad (SER).
De onderwerpen worden door verschillende partijen uit de Klankbordgroep of door het
Ministerie van VWS als trekker uitgewerkt. Zo werkt het NOC*NSF met partijen aan een
voorstel om ambassadeurs in te zetten om de brede beweging naar meer gezondheid en
vitaliteit te ondersteunen. Ook staat de inzet van technologie en e-health op de agenda.
Hier lopen diverse acties op die bijvoorbeeld samenhangen met het Topsectorenbeleid.
VNO NCW bespreekt met het Ministerie van VWS de inzet en samenhang van de verschillende
trajecten als het gaat om preventie. Een andere actie die voortkomt uit de Agenda
voor de toekomst is de opzet van een programma Vitaal Bedrijf. Momenteel wordt door
VNO NCW de laatste hand gelegd aan een projectplan. Dit gebeurt in samenspraak met
de ministeries van VWS en SZW die financieel bijdragen. Het programma wil stimuleren
dat zoveel mogelijk bedrijven en organisaties onder de noemer «Vitaal Bedrijf» integraal
en structureel werken aan een gezonde leefstijl van werkenden om daarmee gezondheidswinst
te bereiken. Verder zet Vitaal Bedrijf zich in voor deskundigheidbevordering en de
doorontwikkeling van een evidence based vitaliteitsaanpak in ondernemingen en organisaties.
5. Opzet RIVM-Voortgangsrapportage Nationaal Preventieakkoord
Het RIVM zal jaarlijks over de voortgang van de uitvoering van de maatregelen rapporteren
en een aantal relevante leefstijlindicatoren in beeld brengen die betrekking hebben
op de drie thema’s. De partijen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatregelen
en het rapporteren over de voortgang aan het RIVM. Dit jaar werkt het RIVM de opzet
van de voortgangsrapportage uit in overleg met de partijen aan de thematafels en met
de begeleidingscommissie. Voor de zomer van 2020 zal de eerste voortgangsrapportage
worden gepubliceerd. Zodoende kan over de voortgang van een geheel jaar en de tot
dan toe behaalde resultaten worden gerapporteerd. Ook dit is in goed overleg met de
partijen afgesproken. In de bijlage1 vindt u een nadere uitwerking van het RIVM over de opzet en het totstandkomingsproces
van de eerste voortgangsrapportage.
Tot slot
Alles overziend constateer ik dat alle betrokken partijen met veel energie de uitvoering
van de ruim 200 acties uit het Nationaal Preventieakkoord zijn gestart. En dat dit
nu reeds zijn eerste vruchten afwerpt. Ook gemeenten zetten de afspraken van het Nationaal
Preventieakkoord in door (lopende) activiteiten op het gebied van preventie een stimulans
te geven. Of door het gesprek aan te gaan over ambities en samenwerking met lokale
partners om met hen een lokaal preventieakkoord te kunnen sluiten. Ik nodig ook nieuwe
partijen uit om mee te doen en met elkaar de weg naar een gezonder Nederland verder
in te vullen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis
Indieners
-
Indiener
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport