Brief regering : Dertiende voortgangsrapportage Binnenhof renovatie
34 293 Renovatie Binnenhof
Nr. 148
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 mei 2025
Halfjaarlijks informeer ik uw Kamer over de voortgang van de renovatie van het Binnenhof.
Bijgevoegd stuur ik u de 13de voortgangsrapportage over de periode september 2024 tot en met februari 2025. In
deze brief ga ik ook in op toezeggingen en moties uit het debat Rijksvastgoed en Binnenhof
renovatie van 4 maart 2025.
Sturing en Projectbeheersing
In deze, en ook in de voorgaande voortgangsrapportages wordt ingegaan op de stand
van zaken van het renovatieprogramma, de financiën, het risicomanagement en projectbeheersing.
Onderwerpen die in debat Rijksvastgoed en Binnenhof renovatie van 4 maart 2025 ook
zijn besproken. Het Binnenhof is uniek. Het is het oudste nog in gebruik zijnde regeringscentrum
ter wereld en één van de grootste monumentale complexen van Nederland met meer dan
90.000m2. De renovatie van het Binnenhof is de grootste renovatieopgave ooit in de Nederlandse
vastgoedsector. Bij een dergelijke complexe en grote opgave zijn aanvullende beheersmaatregelen
nodig. Graag licht ik de belangrijkste hiervan aan u toe.
Sturen op scope (of wijzigingen)
De afgelopen jaren is het Rijksvastgoedbedrijf er samen met de gebruikers in geslaagd
om vrijwel alle ontwerpen definitief vast te stellen, alleen voor het complexdeel
AZ moet het ontwerp nog worden vastgesteld. Dit is van groot belang om duidelijkheid
te krijgen voor de bouwopgave en afspraken te maken over de kosten en de planning
met de aannemers. Wijzigingen kunnen grote gevolgen hebben voor de ontwerpen en hoge
kosten met zich meebrengen. Met de gebruikers is daarom overeengekomen dat wijzigingen
niet mogelijk zijn. Voor eventuele verzoeken die toch worden ingediend zal altijd
een toets op de gevolgen voor onder andere de financiën, planning en risico’s worden
uitgevoerd.
Sturen op kosten
Al in 2015 is aan de renovatie van het Binnenhof een budget gekoppeld. Een budget
met vele onbekende factoren. Zo waren in 2015 de programma’s van eisen nog niet voorhanden
en kon pas daarna gestart worden met de ontwerpen. Ook was in 2015 geen beeld bij
de bouwkundige staat van de gebouwen.
In de ontwerpfase zijn aanvullende maatregelen voor kostenbepaling uitgevoerd. De
ontwerpen zijn afgeprijsd door kostenbureaus, waarop vervolgens een second opinion
is uitgevoerd voordat deze als referentie zijn gehanteerd bij het toetsen van de ramingen
van de aannemers. Gedurende de ontwerpfase zijn kosten gemonitord, en tussentijds
zijn op meerdere momenten versoberingen doorgevoerd. Ondanks de versoberingen was
echter op eerdere momenten bij voorjaarsnota een beroep op de disclaimers noodzakelijk.
Ook nu de verschillende uitvoeringscontracten gesloten worden, wordt stevig gestuurd
op kosten. Nadat de aannemers de ontwerpen beprijzen, vindt ook een toets op de kostenraming
plaats door een extern bureau. Er vinden dialooggesprekken met de marktpartijen plaats
om de kosten te drukken, kostenopdrijvende factoren inzichtelijk te maken en waar
mogelijk te optimaliseren. En ook tijdens de uitvoering blijven we sturen op de kosten.
Om die reden is gekozen voor een aangepaste contractvorm op basis van de volgende
principes:
• Transparantie in werkelijke kosten (incl. controle boekhouding aannemers)
• Gezamenlijke inkoop van belangrijke onderaannemers
• Stimuleren kostenefficiëntie met commerciële prikkels
• Financiële beheersing en rapportages
• Heldere risicoverdeling
• Passend bij de technische en logistieke opgave
• Faire marktconforme vergoeding
Sturen op de factor «tijd»
We sturen erop dat de werkzaamheden aan het Binnenhof zo spoedig mogelijk zijn afgerond.
Dan kunnen de gebruikers hun voorbereidingen nemen om het complex weer in gebruik
te nemen. Maar natuurlijk geldt ook dat een zo kort mogelijke doorlooptijd van het
programma, ook lagere kosten met zich meebrengt. Hoe langer het project duurt des
te hoger de uiteindelijke kosten. Meerdere aannemers moeten op een klein oppervlak,
specialistische werkzaamheden uitvoeren binnen hun eigen complexdeel. Tegelijkertijd
zijn alle werkzaamheden op enigerlei wijze met elkaar verbonden. Hierop zijn niet
alleen de overleggen met de aannemers ingericht. Maar ook de technische systemen om
te zorgen voor een goede afstemming. Zo wordt gebruik gemaakt van zogenaamde BIM-modellering
(bouwwerkinformatiemodel) om de beschikbare bouwplaatsruimte te optimaliseren en is
ook gekozen voor andere software die beter aansluit bij de planningsuitdagingen van
dit project.
Binnen de programmaorganisatie is een speciale planningsruimte ingericht waar twee
wekelijks de planning wordt besproken, gecoördineerd en geoptimaliseerd met de verschillende
aannemers. Uitkomsten van deze planningsafstemming uiten zich in het voortrekken van
werkzaamheden en het verbeteren van de logistiek.
Risico’s beheersen
Ieder project kent risico’s en een renovatie als die van het Binnenhof zeker. Daarom
is al vroeg ingezet op het beheersbaar en inzichtelijk krijgen van risico’s. Door
de jaren heen is dit proces steeds verder uitgebreid en de toelichting hierop is in
de verschillende voortgangsrapportages steeds verbeterd. Toen de gebouwen nog in gebruik
waren, konden de meeste onderzoeken nog niet worden uitgevoerd. Maar in de laatste
periode van de ontwerpfase, was het uitvoeren van asbest- bouwkundige en archeologische
onderzoeken een belangrijke beheersmaatregel om tegenvallers in de uitvoering zoveel
mogelijk te voorkomen. Deze onderzoeken hebben geleid tot belangrijke inzichten en
de ontwerpen zijn waar nodig hierop aangepast.
Nu het programma in de uitvoeringsfase is, worden risico’s opnieuw gewaardeerd en
wordt door middel van rapportagemethodes ook ingezet op beter inzicht in de ontwikkelingen
en status van beheersmaatregelen op risico’s.
Ook de komende periode vinden echter nog belangrijke archeologische onderzoeken plaats
op bijvoorbeeld het Opperhof en de Hofplaats die gevolgen zouden kunnen hebben voor
de ontwerpen. Het programma zet in op het zo vroeg mogelijk uitvoeren van deze onderzoeken.
Ook bij AZ moet de onderzoeksfase nog goed op gang komen.
Kennisopbouw en behoud
Binnen de Nederlandse vastgoedsector is een renovatie als van het Binnenhof uniek.
Projecten die qua omvang te vergelijken zijn liggen eerder op het gebied van infrastructuur
en kennen niet de complexiteit van een monumentaal omgeving. Om die reden wordt kennis
gedeeld met parlementen in het buitenland die recent zijn gerenoveerd of de komende
periode moeten worden gerenoveerd. Het behouden van kennis, zeker gezien meerdere
schaarse specialisaties, is een belangrijk aandachtspunt voor de programmadirectie.
Toezeggingen en moties
Ik ga graag in op de toezeggingen uit het debat van 4 maart 2025 en de aangenomen
moties naar aanleiding van het tweeminutendebat Rijksvastgoed en renovatie Binnenhof.
Toezegging geactualiseerde planning en motie van de leden Wijen-Nass en Peter de Groot
(Kamerstuk 34 293, nr. 146)
Het maken van een geactualiseerde planning voor een project als het Binnenhof is een
complexe opgave. De ruimte op de bouwplaats is beperkt en niet alle werkzaamheden
kunnen gelijktijdig worden uitgevoerd. Het programma bestaat uit veel verschillende
projecten. De planningen van de verschillende projecten moeten in samenhang worden
bekeken om te kunnen bepalen in welke volgorde de uitvoering plaats moet vinden. Met
als doel om zo snel mogelijk klaar te zijn met de renovatie zodat de gebruikers daarna
de voorbereidingen kunnen treffen om het complex weer in gebruik te nemen. Zoals toegezegd
ontvangt de Kamer eind 2025 een geactualiseerde planning.
Nu we de uitvoeringsfase in zijn gegaan is ook de contractering begonnen. Dat betekent
dat we met meer zekerheid afspraken aan het maken zijn over de planning van de werkzaamheden.
De gesprekken tussen RVB en aannemers van de verschillende complexdelen zijn op dit
moment nog in volle gang. In de geactualiseerde planning die ik u eind dit jaar zal
sturen, zal ik ook een update geven van wanneer de werkzaamheden aan de verschillende
renovatiedelen naar verwachting gereed zijn, conform de motie van de leden Wijen-Nass
en De Groot.
Motie van de leden White en Westerveld (Kamerstuk 34 293, nr.144)
In mijn brief van 19 december 2024 ga ik in op de mogelijkheid om de Grafelijke Zalen
te renoveren. De mogelijke renovatie betreft bijvoorbeeld de klimaatinstallaties die
niet aan de huidige eisen voldoen, het monument behoeft herstel en onderhoud, er zijn
risico’s ten aanzien van brandveiligheid en het gebouw voldoet niet aan de kaders
op het gebied van integrale toegankelijkheid conform het in 2015 door Nederland geratificeerde
VN-verdrag Handicap. Een renovatie in een dergelijk monumentaal pand is complex en
daarbij moet ook rekening worden gehouden met de beperkingen die een monument met
zich meebrengt. In mijn brief licht ik toe dat het verbeteren van de exploitatiemogelijkheden
van het Rolzaalgebouw hoge kosten en een grote mate van complexiteit met zicht meebrengen
om dit mogelijk te maken in het middeleeuws ontwerp. De Ridderzaal vervult een belangrijke
publieksfunctie. Bij de mogelijke uitwerking van de ontwerpen zal het behoud van dit
culturele erfgoed voor toekomstige generaties, de toegankelijkheid voor al het publiek
moeten worden beschouwd in het licht van het beschikbare budget.
Motie van het lid Welzijn (Kamerstuk 34 293, nr.143)
In de afgelopen voortgangsrapportages wordt uitgebreid op risico’s ingegaan. Naar
aanleiding van de motie van het lid Welzijn is dit deel van de rapportage uitgebreid
met de top 10 van risico’s met de grootste financiële impact. Ook in volgende voortgangsrapportages
zal dit worden toegelicht. Hiermee beschouw ik deze motie als afgedaan. Zoals toegezegd
in het commissiedebat bied ik uw Kamer graag aan om een technische briefing te verzorgen
op het gebied van projectbeheersing.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer
Indieners
-
Indiener
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening