Brief regering : Monitorrapportage en ervaringsonderzoek Wet vereenvoudiging Wajong
35 213 Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele andere wetten in verband met verdere activering van de participatie van jonggehandicapten en het harmoniseren van de verschillende regimes Wajong
Nr. 43
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 mei 2025
Inleiding
Huisje-boompje-beestje: een fijne plek om te wonen, spaargeld op de bank en een manier
om mee te doen via een betaalde baan, studie of vrijwilligerswerk. Iedereen wil een
betekenisvol leven en meedoen in de maatschappij. Dat willen mensen met een beperking
ook. Voor hen is daar vaak extra hulp bij nodig. De Wajong vormt de basis waarop iemand
die al jong te maken krijgt met een beperking een zinvol leven kan opbouwen. Werk,
betaald of onbetaald, helpt daar ook bij. Dit zegt het ervaringsonderzoek «Hoe werkt
de harmonisering voor mensen met een Wajong-uitkering? Ervaringsonderzoek naar de
Wajong en de Wet vereenvoudiging Wajong», uitgevoerd door De Beleidsonderzoekers in
samenwerking met The Revolution. Dit onderzoek is beloofd in de brief van 29 september
2020.1 Bij deze brief stuur ik u het rapport en vertel ik meer over het onderzoek, de uitkomsten
en de stappen die ik wil zetten.
Van het onderzoek is een samenvatting op taalniveau B1 gemaakt. Het gemiddelde niveau
van spreken, lezen en schrijven van mensen in Nederland is B12. Veel brieven die we schrijven bij de overheid is op het (hogere) taalniveau C1.
Voor veel mensen zijn die brieven niet goed te begrijpen. Ik vind het belangrijk dat
iedereen deze brief kan begrijpen. Ook de mensen die hebben meegedacht in het onderzoek
of in de toekomst nog met ons mee gaan denken. Daarom heb ik geprobeerd in deze brief
zoveel mogelijk begrijpelijke woorden en zinnen te gebruiken.
Monitorrapportage Wet vereenvoudiging Wajong
In de bijlage bij deze brief ontvangt u ook de derde «Monitorrapportage Wet vereenvoudiging
Wajong». Bij de behandeling van de Wet vereenvoudiging Wajong in de Eerste Kamer is
afgesproken dat we deze monitorrapportage meesturen.3 De monitorrapportage volgt uit de motie4 Ester c.s. die bij deze behandeling is ingediend.5 De motie vraagt de gevolgen van de Wet vereenvoudiging Wajong te bestuderen en te
onderzoeken op gevolgen voor het inkomen, de kans op een baan, onderwijs en maatschappelijke
deelname.
De motie vraagt deze gevolgen te melden aan de Eerste Kamer. En als dat nodig is aan
te geven hoe de Wajong verbeterd kan worden. In deze brief vertel ik u meer over de
rapportage.
Een kopie van deze brief en beide onderzoeken stuur ik ook naar de Eerste Kamer.
De monitorrapportage en deze brief zijn op 14 april 2025 besproken met vertegenwoordigers
van mensen met een Wajong-uitkering. Zij hebben ook deelgenomen aan de klankbordgroep
die het ervaringsonderzoek heeft begeleid.
Onderzoek «Hoe werkt de harmonisering voor mensen met een Wajong-uitkering»
Waarom hebben we dit onderzoek gedaan?
We hebben dit onderzoek gedaan om een beeld te krijgen van het leven van mensen met
een Wajong. De onderzoekers keken naar de keuzes die mensen met een Wajong maken over
werk, studeren en inkomen. En hoe de Wet vereenvoudiging Wajong dit heeft veranderd.
Vinden mensen het makkelijker geworden om te gaan werken, meer te gaan werken of te
studeren? Maken mensen daarin andere keuzes?
De Wet vereenvoudiging Wajong is 1 januari 2021 ingegaan. Deze wet neemt een aantal
problemen met de Wajong-uitkering weg. De wet maakt het voor mensen met een Wajong-uitkering
makkelijker om (meer) te gaan werken of te gaan studeren. Daardoor kunnen mensen met
een Wajong-uitkering beter meedoen in de maatschappij. Ook werden de drie verschillende
Wajong-regelingen6 door deze wet eenvoudiger gemaakt. De drie Wajong-regelingen lijken nu meer op elkaar.
Wat vind ik van het onderzoek?
Ik ben blij met het onderzoek. Ik wil de mensen bedanken die aan het onderzoek meewerkten.
Door hen hebben we nu voor het eerst echt een goed beeld hoe mensen met een Wajong-uitkering
denken over werk, studeren en inkomen. En welke keuzes ze daarin maken.
Er zijn 51 mensen met een Wajong-uitkering geïnterviewd.7 Ik vind het belangrijk om naar hun verhalen en ervaringen te luisteren. Ik wil meer
beleid maken en uitvoeren met de mensen aan tafel over wie het gaat. Zij zijn degenen
die te maken hebben met dit beleid. Of zoals de mensen het zelf zeggen: niet over
ons zonder ons.
Ik lees dat de Wajong-uitkering heel belangrijk is voor mensen. Ze kunnen daarmee
zelfstandig leven en zelfstandig wonen. Dat heet bestaanszekerheid. De Wajong is voor
velen een stevige basis, ook al is de uitkering niet hoog. Mensen met een Wajong-uitkering
ervaren de Wajong als steun in de rug. Dat vind ik goed om te lezen.
Ik lees ook dat mensen met een Wajong-uitkering meer willen. Bestaanszekerheid is
ook een leven met betekenis. Een betaalde baan is een manier om een leven met betekenis
te leiden. Je kunt er meer geld mee verdienen dan alleen de uitkering. Je kunt ook
leuke collega’s ontmoeten. Er zijn ook mensen die zorgen voor hun buren of ouders.
Of ze doen vrijwilligerswerk in het buurthuis. Ik vind dat ook belangrijk.
Het onderzoek zegt dat de Wet vereenvoudiging Wajong een verbetering is voor mensen
met een Wajong-uitkering die (willen) studeren. Zonder de vereenvoudiging was een
studie niet mogelijk geweest. Dat vind ik goed om te lezen.
Met een studie leer je nieuwe dingen en doe je nieuwe kennis op. Dat kan een opstapje
naar werk zijn. En dat kan weer een opstapje zijn naar een leven met meer betekenis.
Ook mensen met een garantiebedrag hebben voordeel van de vereenvoudiging. Het garantiebedrag
zorgt ervoor dat iemands uitkering niet lager wordt dan wat die persoon kreeg vóór
1 januari 2021. Toen ging de Wet vereenvoudiging Wajong in. Het is niet de bedoeling
dat iemand door de nieuwe regels minder geld krijgt. Het garantiebedrag zorgt dat
dit niet gebeurt. Door het garantiebedrag krijgen mensen dus extra geld boven op hun
salaris. Dat is fijn en biedt veiligheid.
De andere mensen met een Wajong-uitkering hebben niet zoveel gemerkt van de Wet vereenvoudiging
Wajong, maar de wijzigingen leveren voor hen ook geen problemen op.8 Al met al is de Wet vereenvoudiging Wajong dus een verbetering. Daar ben ik blij
om. Het onderzoek zegt ook dat we nog meer kunnen doen om mensen met een Wajong-uitkering
te helpen. Wat dat is vertel ik hieronder.
Wat kunnen we nog meer doen?
Uitkomst 1: Er is onzekerheid over het inkomen
Mensen met een Wajong-uitkering lopen nog steeds tegen problemen aan als zij (meer)
willen gaan werken of studeren. De Wet vereenvoudiging Wajong heeft dat wel verbeterd,
maar niet alles is opgelost.
Sommigen vinden het bijvoorbeeld lastig dat een deel van het loon wordt afgetrokken
van de Wajong-uitkering. En ook meetelt bij toeslagen die ze van de Belastingdienst
krijgen. Of bij regelingen van de gemeenten. Ze weten dan niet wat ze aan het einde
van de maand overhouden. Daarom gaan sommigen maar niet werken of niet meer uren werken.
Voor veel mensen is het ingewikkeld.
Actie 1: Ik wil meer zekerheid bieden en daarom start ik het programma «hervormingsagenda
inkomensondersteuning»9
Ik vind het niet goed dat het systeem voor mensen te ingewikkeld is. En dat ze daardoor
niet gaan werken. Ik wil daar iets aan doen. Daarom gaan we de sociale zekerheid,
de toeslagen en de inkomstenbelasting veranderen. Met drie doelen: het systeem moet
zekerheid bieden, makkelijk te begrijpen zijn en werken moet lonen. Maar een nieuw
systeem kan niet van de ene op de andere dag ingaan. Dat moet goed gebeuren en gaat
daarom in kleine stapjes. Dit zal een paar jaar duren. Ik zal in het voorjaar van
2025 aan de Tweede Kamer melden hoe het gaat met de veranderingen.
Toch zeggen mensen met een Wajong-uitkering dat dit niet het belangrijkste probleem
is waarom het soms niet lukt om te gaan werken of meer te gaan werken. Er zijn andere
problemen die belangrijker zijn in de keuze om (meer) te gaan werken. Het is soms
moeilijk om (meer) te gaan werken door de beperking zelf, omdat die onvoorspelbaar
is of steeds erger wordt. En je daardoor niet goed weet wat je lichamelijk of geestelijk
aankunt. Het kan ook dat je geen mensen om je heen hebt die je kunnen helpen. Of dat
je minder goede ervaringen met de overheid hebt gehad.
Problemen buiten de Wajong zijn belangrijker voor de keuze om (meer) te gaan werken
of een opleiding te volgen dan problemen binnen de Wajong. Ik vertel hieronder er
meer over.
Uitkomst 2: Er is vraag naar meer hulp en netwerk
Het onderzoek laat zien dat het belangrijk is dat mensen met een Wajong-uitkering
er niet alleen voor staan.
Een werkgever die meedenkt, familie die helpt of vrienden die ondersteunen zijn belangrijk.
Dat helpt bij een leven met betekenis. En om een betaalde baan te vinden en te houden.
Niet iedereen heeft iemand op wie hij kan terugvallen. Het zou fijn zijn als ze dan
toch hulp kunnen krijgen. Dit vinden ook de leden in de commissie OCTAS10. Dat staat in het advies dat zij hebben geschreven over uitkeringen aan mensen die
arbeidsongeschikt zijn.11 Zij vinden dat UWV kan helpen. Vooral mensen die geen mogelijkheden hebben om te
werken. Zij hebben nu geen contact met UWV.
Actie 2: Ik wil dat UWV regelmatig contact heeft met mensen die dat willen
Ik vind het een goed idee als UWV regelmatig contact heeft met mensen met een Wajong-uitkering
die geen mogelijkheden hebben om te werken. UWV kan dan helpen door bijvoorbeeld een
gesprek met de gemeente of de woningbouwvereniging te regelen. Maar ik weet ook dat
sommige mensen met een Wajong-uitkering schrikken of zenuwachtig worden als UWV naar
hen belt of een brief stuurt. Daarom ga ik dit eerst goed onderzoeken12: wie wil contact met UWV en wie niet en waarover moet het gaan? En hoe vaak? Ik zal
een onderzoeksbureau vragen dit te gaan onderzoeken, samen met mensen met een Wajong-uitkering.
Zij kunnen dan vertellen wat wel en wat niet goed is om te doen. Ik verwacht dat het
onderzoek in de eerste helft van 2026 klaar is. Als het klaar is, stuur ik dit naar
de Tweede Kamer. Daarna wil ik een proef gaan doen om in de praktijk te kijken wat
wel en wat niet werkt voor mensen.
Uitkomst 3: De Wet vereenvoudiging Wajong is onbekend
Ik lees dat veel mensen met een Wajong-uitkering de regels van de Wet vereenvoudiging
Wajong niet kennen. Ook zijn de regels van de Wajong niet altijd bekend bij hen. Zij
hebben daarover te weinig informatie. Dat vind ik jammer. Mensen moeten weten waar
ze recht op hebben. Maar ook welke plichten er zijn. Of dat de regels van de Wajong
veranderen. Of waar ze hulp kunnen krijgen, bijvoorbeeld bij UWV of professionals.
Dat gaat nu dus nog niet goed.
Actie 3: Ik wil de communicatie aan mensen met een Wajong-uitkering verbeteren
Ik vind het belangrijk dat de regels van de Wajong bij mensen bekend zijn. Ook als
de Wajong verandert. Daarom onderzoek ik hoe ik de communicatie over de Wajong kan
verbeteren. Ik wil weten op welke manier mensen met een Wajong-uitkering het beste
hun informatie over de Wajong kunnen krijgen. Is dat bijvoorbeeld via Facebook, TikTok
of Instagram? Of via familie, vrienden of professionals? Dit zijn vragen die het onderzoek
gaat beantwoorden. Natuurlijk worden ook hier mensen met een Wajong-uitkering gevraagd
mee te helpen. En ik stuur ook dit onderzoek naar de Tweede Kamer als het klaar is.
Dat zal in 2025 zijn. Ik laat dan ook weten wat ik ermee ga doen.
Uitkomst 4: Mensen met beperking door een vroege langdurige ziekte of handicap in
de Participatiewet missen zekerheid
Ik lees ook dat sommige mensen die geïnterviewd zijn het vervelend vinden dat sommige
jongeren met een vroege langdurige ziekte of handicap geen Wajong krijgen. Deze jongeren
ontvangen een bijstandsuitkering van de Participatiewet. Of zelfs helemaal geen uitkering.
Deze jongeren missen de zekerheid van de Wajong.
Actie 4: Ik maak plannen voor mensen met een beperking door een handicap of langdurige
ziekte in de Participatiewet
Ik vind dit een belangrijk signaal. Ook de leden in de commissie OCTAS zeggen dat
de Participatiewet niet genoeg hulp biedt aan mensen met een handicap of langdurige
ziekte die daardoor niet kunnen werken. Zij kunnen hun situatie niet verbeteren, ook
niet in de toekomst. Daarom maak ik plannen hoe we deze mensen beter kunnen helpen.13 Dat doe ik samen met gemeenten en andere belangrijke partijen. Ik kijk naar mogelijkheden
buiten de Participatiewet. Ik stuur mijn plannen in de eerste helft van 2025 naar
de Tweede Kamer. Daarna wil ik die plannen met hen bespreken. Ik wil samen kijken
welke stappen we kunnen zetten om mensen met een langdurige ziekte of handicap beter
te kunnen helpen.
Uitkomst 5: Wijzigingen en fouten geven onrust
Ik zei al eerder dat veel mensen blij zijn met de Wajong. Tegelijk kunnen de regels
in de Wajong mensen ook onzeker maken, zo lees ik in het rapport. Elke keer dat de
overheid de Wajong verandert, veranderen de regels ook. Dat kan bij mensen tot extra
onzekerheid leiden. Ook komt het voor dat er fouten worden gemaakt door UWV. Dat kan
stress opleveren.
Ik heb u gemeld dat UWV misschien fouten heeft gemaakt bij de Wajong-beoordeling.14 Dat vind ik heel erg vervelend. Ik begrijp dat dit mensen met een Wajong-uitkering
ongerust maakt. Zij vragen zich af of erbij hen ook fouten zijn gemaakt.
Actie 5: Ik wil dat UWV zo snel mogelijk duidelijkheid geeft over fouten bij de Wajong-beoordeling
Ik heb UWV gevraagd te kijken of alles goed gegaan is. Het onderzoek laat zien dat
er helaas fouten zijn gemaakt. Dat vind ik jammer. Mensen moeten kunnen vertrouwen
dat UWV zijn werk goed doet. Het gaat niet lukken om helemaal geen fouten meer te
maken. Belangrijk is om fouten zo veel mogelijk te voorkomen. En als er toch fouten
worden gemaakt deze zo veel en zo snel mogelijk op te sporen en aan te passen. Daar
is UWV nu mee bezig. Dat doet UWV door mensen die werken bij UWV beter op te leiden.
Zodat ze de Wajong beter kennen. En ervoor te zorgen dat bepaalde mensen bij UWV een
specialist worden op de Wajong. Ook zullen de controles op de kwaliteit van de Wajong-beoordeling
worden verbeterd.
Dat zal niet meteen de onzekerheid bij mensen met een Wajong-uitkering wegnemen. Zij
kunnen twijfelen of hun uitkering wel goed is vastgesteld. Mensen die vragen hebben,
kunnen daarom altijd contact opnemen met UWV via telefoonnummer 088–898 9294. Ook
kunnen zij UWV vragen nog een keer goed naar hun situatie te kijken.
Monitorrapportage Wet vereenvoudiging Wajong
Hieronder ga ik in op de resultaten van de derde monitorrapportage. De rapportage
bevat gegevens uit de eerste drie jaar na het ingaan van de Wet vereenvoudiging Wajong.
De rapportage laat zien of er meer mensen met een Wajong-uitkering aan het werk komen,
zijn en blijven. Deze rapportage laat niet zien of dat komt dóór de Wet vereenvoudiging
Wajong.
Dit is de derde en meteen ook de laatste monitorrapportage. Er wordt ook gekeken naar
de effecten van het garantiebedrag voor mensen met een Wajong-uitkering die als zelfstandige
werken. Dit was een afspraak uit de vorige monitorrapportage.15
Wat staat er in het rapport?
1. De arbeidsparticipatie is weinig toegenomen
Mensen met een Wajong-uitkering kunnen arbeidsvermogen hebben. Met arbeidsvermogen
wordt bedoeld de mogelijkheden die iemand heeft om te werken. Het aantal mensen met
een Wajong uitkering met arbeidsvermogen dat werkt in loondienst is in 2021 en 2022
maar iets gestegen. Dit komt omdat het voor mensen die net begonnen met werken lastig
was tijdens de coronapandemie een baan te vinden. Ook mensen bij wie in die periode
een (tijdelijk) contract stopte, konden toen moeilijk een andere baan vinden.
Het aandeel werkenden is in deze jaren met 1,2 procentpunt en 1,3 procentpunt gestegen.
Dit komt vooral omdat de grootte van de groep jonggehandicapten met arbeidsvermogen
kleiner is geworden. En dat komt weer doordat mensen met arbeidsvermogen niet meer
in de Wajong komen. De Wajong geldt vanaf 2015 alleen nog voor mensen die duurzaam
geen arbeidsvermogen hebben.
In 2023 is het aantal werkende mensen met een Wajong-uitkering met circa 1.000 omlaag
gegaan. Het gaat hier vooral om mensen die werkzaam waren in de Wsw en die vanwege
een tijdelijk contract, (vervroegde) pensionering, arbeidsongeschiktheid of overlijden
zijn gestopt met werken. Het aandeel werkenden in loondienst is gelijk gebleven, omdat
het aantal mensen met een Wajong-uitkering met circa 2.000 mensen is afgenomen. In
2024 is het aantal werkende mensen in loondienst verder afgenomen met circa 1.300.
Het aandeel werkenden in loondienst is ongeveer gelijk gebleven.
Het aantal mensen met een Wajong-uitkering met arbeidsvermogen dat werkt als zelfstandige
is in 2022 gestegen. In 2023 is dit aantal hetzelfde gebleven. In 2024 is dit aantal
weer gestegen met ruim 400 mensen.
Het wordt voor UWV steeds lastiger om mensen aan het werk te helpen. Personen duurzaam
aan het werk helpen is lastiger als zij al langere tijd niet gewerkt hebben. Hierdoor
kunnen zij een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. De meeste mensen met een Wajong-uitkering
met arbeidsvermogen die niet werken, hebben dat al meer dan drie jaar niet gedaan.
70% van de mensen met arbeidsvermogen die eind 2020 niet aan het werk waren hadden
minimaal drie jaar niet gewerkt.16 Eind 2022 is dat gestegen naar 76%.
2. Onderwijs
Met de Wet Vereenvoudiging Wajong zijn problemen om een opleiding te (gaan) volgen
weggenomen. Mensen houden nu een volledige Wajong-uitkering als zij studeren of gaan
studeren. De rapportage laat zien dat dit succes lijkt te hebben. Steeds meer mensen
blijven nadat ze een Wajong 2015-uitkering hebben gekregen op school.
Mensen die een Wajong 2010-uitkering ontvangen volgen niet vaak een opleiding. Dat
komt omdat zij ouder zijn. Niemand in de Wajong 2010 is jonger dan 26 jaar. Ook komen
er geen nieuwe mensen meer in de Wajong 2010. Toch startten er in 2022 nog 850 mensen
met een Wajong 2010-uitkering met een opleiding.
3. Maatschappelijke deelname
Uit de gegevens over de participatieladder blijkt dat er in 2024 meer mensen met arbeidsvermogen
betaald werken met en zonder ondersteuning ten opzichte van 2020. Het aantal personen
met arbeidsvermogen dat geïsoleerd leeft is ongeveer gelijk gebleven. Ook het aantal
mensen dat alleen sociale contacten buitenshuis heeft is ongeveer hetzelfde gebleven.
4. (Meer) werken laten lonen
Het kabinet vindt dat iedereen die (meer) gaat werken er ook meer geld aan moet overhouden
dan in de uitkering. De Wet vereenvoudiging Wajong heeft dit eenvoudiger willen maken
in de Wajong. We meten dit door te kijken of mensen meer uren zijn gaan werken en
of ze een hoger inkomen hebben.
We zien dat mensen die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben meer uren zijn gaan werken.
Voor mensen met arbeidsvermogen is het aantal uren dat zij werken gelijk gebleven.
De monitor banenafspraak laat hetzelfde beeld zien.
Als mensen meer gaan werken, dan krijgen mensen ook een hoger loon.
Het gemiddelde inkomen uit loondienst van mensen met een Wajong-uitkering is in 2022
met 7,1%, in 2023 met 10,4% en in 2024 met 10,2% gestegen. Deze stijging is hoger
dan de stijging van de Cao-lonen. Die was volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek
gemiddeld in die jaren 3,2%, 6,1% en 6,6%.
In 2023 is het wettelijke minimumloon met circa 13,5% gestegen. Dit percentage ligt
hoger dan de gemiddelde loonstijging van mensen met een Wajong-uitkering.
Zoals gezegd zijn mensen niet meer uren gaan werken. Mensen met een Wajong-uitkering
hebben waarschijnlijk meer loon gekregen doordat zij tegen gemiddeld hogere lonen
zijn gaan werken. Dat komt waarschijnlijk omdat mensen ouder worden en steeds meer
werkervaring krijgen.
5. Garantiebedrag zelfstandigen
Het garantiebedrag is voor mensen die voor het ingaan van de nieuwe rekenregels al
aan het werk waren. Het garantiebedrag zorgt ervoor dat iemands uitkering niet lager
wordt dan wat hij kreeg vóór 1 januari 2021. UWV is voor mensen met een Wajong-uitkering
die als zelfstandige geld verdienen vanaf 2022 gestart met het vaststellen van het
garantiebedrag. UWV heeft voor ongeveer een derde van alle mensen met een Wajong-uitkering
die ingeschreven staan als zelfstandige een garantiebedrag vastgesteld. De andere
zelfstandigen kregen geen garantiebedrag omdat zij in 2020 en/of 2021 niets hebben
verdiend en ook geen loon bij een werkgever hebben ontvangen. Een ander deel van de
zelfstandigen had een heel hoog inkomen in 2021. Daardoor is voor hen het garantiebedrag
op 0 gesteld.
Voor die zelfstandigen waarvoor UWV een garantiebedrag heeft vastgesteld, krijgen
de meesten (98%) dit garantiebedrag over 2021 uitbetaald. De uitkering op basis van
de oude regels leidt voor hen tot een hogere uitkering dan de nieuwe regels.
Wat vind ik van het onderzoek?
Ik vind het goed om de lezen dat het versoepelen van de regels om met een Wajong-uitkering
te studeren heeft geholpen. Meer mensen gaan studeren of volgen een opleiding. Ik
vind dat belangrijk. Een opleiding of studie biedt een goede start op de arbeidsmarkt.
Ook vind ik het goed om te lezen dat de arbeidsparticipatie van mensen met arbeidsvermogen
in de jaren na 2020 relatief gezien iets is gestegen. Zoals ik al eerder zei kan ik
niet zeggen dat dat komt door de wijziging van de Wet vereenvoudiging Wajong. Ik maak
me zorgen als ik lees dat driekwart van de mensen met arbeidsvermogen die nog niet
werken in de laatste drie jaar niet hebben gewerkt. Een grote groep lijkt te blijven
steken op de participatieladder. Ik ga met UWV in overleg om te kijken of en wat we
kunnen doen om dat te verbeteren. Ik vertel u hier meer over in een brief die ik nog
zal sturen over het onderzoek naar de effectiviteit van de activerende re-integratie
dienstverlening aan mensen met een Wajong-uitkering. Ik verwacht die vóór de zomer
te kunnen sturen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel
Indieners
-
Indiener
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid