Brief regering : Fiche: Mededeling spaar- en investeringsunie
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 4043
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 april 2025
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 3 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling spaar- en investeringsunie
Fiche: Mededeling staal en metaal actieplan (Kamerstuk 22 112, nr. 4044)
Fiche: Wijziging verordening kapitaalvereisten inzake transitiemaatregelen voor de
nettostabielefinancieringsratio (Kamerstuk 22 112, nr. 4045)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Fiche: Mededeling spaar- en investeringsunie
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad,
de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité
van de Regio’s; Spaar- en investeringsunie. Een strategie om in de EU de welvaart
van burgers en het economische concurrentievermogen te stimuleren.
b) Datum ontvangst Commissiedocument
maart 2025
c) Nr. Commissiedocument
COM(2025) 124
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52025DC0124
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad Economische en Financiële Zaken
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Financiën
2. Essentie voorstel
De mededeling over de spaar- en investeringsunie (SIU) strategie is bedoeld om een
impuls te geven aan het verder versterken van de kapitaalmarktunie en de voltooiing
van de bankenunie.1 De SIU heeft als doel om te zorgen dat het financiële stelsel er meer aan bijdraagt
dat spaargeld naar productieve investeringen stroomt. Hoewel burgers in de EU veel
spaargeld hebben, staat dit geld vooral op spaarrekeningen en vindt het momenteel
nog maar beperkt zijn weg via de kapitaalmarkten naar investeringen in de Europese
economie. Burgers profiteren ervan als zij een brede keuze aan investeringsopties
hebben, waarmee zij makkelijker beter rendement kunnen behalen op hun vermogen.
Bedrijven hebben baat bij het aanbod van meer diverse financieringsvormen. Investeerders
op de kapitaalmarkten hebben doorgaans een hogere risicobereidheid dan banken en kunnen
met andere financieringsvormen dan leningen de groei van nieuwe innovaties en verduurzaming
financieren. Deze investeringen zijn nodig voor het adresseren van gedeelde uitdagingen,
zoals het vergroten van de productiviteit en het concurrentievermogen van de EU. De
rapporten van Letta en Draghi tonen aan dat het Europese bedrijfsleven veel aanvullende
financiering nodig heeft, met name kleine innovatieve bedrijven, zoals start- en scale-ups
die zich bezig houden met de digitale en duurzame transities.2 Ook speelt privaat kapitaal een rol bij de uitdagingen op het gebied van defensie,
als onderdeel van het ReArm Europe-plan.3
De Europese Commissie (Commissie) richt zich binnen de SIU op vier thema’s: (1) burgers
en spaargeld; (2) investeringen en financiering; (3) integratie en schaal en (4) efficiënt
toezicht. De Commissie stelt dat het daarbij nodig is dat er zowel op nationaal als
op EU-niveau maatregelen worden genomen en ziet kansen om kopgroepen van lidstaten
te ondersteunen. De mededeling kondigt verschillende (wetgevende) voorstellen aan
voor de komende jaren, die voor een deel al in eerdere mededelingen, zoals over het
EU-kompas voor concurrentievermogen, zijn opgenomen.4, 5 Ook noemt de Commissie een aantal voorstellen waarover momenteel al wordt onderhandeld,
onder meer in het kader van de bankenunie. Tot slot kondigt de Commissie een tussentijdse
evaluatie aan van de SIU voor het tweede kwartaal van 2027.
Het eerste thema van het plan richt zich op burgers. Zij spelen een grote rol in de
financiering van de EU-economie via spaartegoeden die zij bij banken aanhouden. De
Commissie wil burgers aanmoedigen om een groter deel van hun spaargeld te beleggen.
Zo kunnen zij profiteren van hogere rendementen en bijdragen aan werkgelegenheid en
economische groei. De Commissie kondigt daartoe de volgende voorstellen aan: maatregelen
voor ontwikkeling van een Europese blauwdruk voor spaar- en beleggingsrekeningen of
-producten, gepaard met een aanbeveling ten aanzien van nationale fiscale prikkels
die lidstaten aan dergelijke rekeningen kunnen koppelen; het afronden van de onderhandelingen
over het pakket retailbeleggen;6 een strategie voor financiële geletterdheid; en een onderzoek samen met onder meer
de Europese Investeringsbank (EIB), het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) en nationale
ontwikkelingsbanken naar mogelijkheden voor burgers om te beleggen in producten die
bijdragen aan het financieren van EU-prioriteiten. Daarnaast zet de Commissie in op
de verdere ontwikkeling van aanvullende bedrijfspensioenstelsels op nationaal niveau,
zowel ter versterking van de financiële zekerheid van burgers als ter bevordering
van de kapitaalmarkten. Hiertoe zal de Commissie met aanbevelingen komen voor de implementatie
van best practices zoals automatische deelname aan pensioenstelsels, pensioenvolgsystemen en pensioendashboards.7 Ook wil zij het regelgevend EU-raamwerk voor bedrijfspensioenen (IORP) en het pan-Europese
persoonlijke pensioenproduct (PEPP) herzien.
Het tweede thema ziet op het vergroten van het aanbod van privaat kapitaal om investeringen
te ondersteunen en financieringskosten voor bedrijven te verlagen. De Commissie wil
dit realiseren door aandeleninvesteringen te bevorderen, durfkapitaal en groeikapitaal
te stimuleren, verschillen in nationale belastingprocedures weg te nemen en de securitisatiemarkt
te versterken. Hiervoor presenteert de Commissie een reeks aan maatregelen: verduidelijking
of aanpassing van de bestaande prudentiële regels voor investeringen door verzekeraars,
banken en pensioenfondsen om barrières voor het investeren in aandelen weg te nemen;
verbetering van regelgeving voor Europese durfkapitaalfondsen (EuVECA); samen met
de EIB het TechEU investeringsprogramma opschalen en ondersteuning van het European
Tech Champions Initiative (ETCI) 2.0 verkennen; maatregelen om het tijdig uitstappen
van investeerders bij private bedrijven te faciliteren; en een herziening van het
regelgevend raamwerk voor securitisaties, met nadruk op due diligence, transparantie en prudentiële vereisten. Ook roept de Commissie lidstaten op om nationaal
maatregelen te treffen om administratieve lasten te beperken door stroomlijning van
faillissementsprocedures, en om investeringen niet te ontmoedigen met fiscale regels.
Dit wil de Commissie ondersteunen met aanbevelingen aan lidstaten en uitwisseling
van best practices.
Het derde thema gaat over het wegnemen van barrières binnen de interne markt. De gefragmenteerde
Europese kapitaalmarkt beperkt efficiëntie en leidt ertoe dat schaalvoordelen niet
benut worden. De Commissie wil dit aanpakken door marktgedreven consolidatie van de
marktinfrastructuur voor handel in financiële instrumenten te faciliteren en de vermogensbeheersector
verder te ontwikkelen. Hiervoor kondigt de Commissie de volgende voorstellen aan:
het opzetten van een meldpunt voor alle marktdeelnemers om barrières in de interne
markt te signaleren; herziening van regelgeving voor een efficiëntere marktstructuur
voor handel in financiële instrumenten, clearing en settlement; nieuwe regelgeving om de overgebleven barrières op nationaal of EU-niveau voor de
distributie van beleggingsfondsen in de EU weg te nemen; maatregelen om operationele
barrières voor vermogensbeheerders te verminderen; en mogelijke herziening van de
richtlijn aandeelhoudersrechten.
Het vierde thema richt zich op de eenduidigheid van het toezicht, met als doel dat
toezichthouders alle financiële marktdeelnemers op dezelfde manier behandelen en zij
regels op dezelfde wijze toepassen. Voor de bankensector is het toezicht grotendeels
geharmoniseerd, maar in de kapitaalmarkten staan marktdeelnemers vooral onder toezicht
van nationale toezichthouders die regels verschillend interpreteren en handhaven.
Dit belemmert een gelijk speelveld en creëert het risico op toezichtarbitrage, dat
het vertrouwen in de markt kan ondermijnen. De Commissie wil hiervoor de Europese
toezichtautoriteiten en de nationale toezichtautoriteiten oproepen om volledig gebruik
te maken van hun instrumenten om convergentie van het toezicht te bevorderen, en komt
met voorstellen om deze instrumenten te versterken en effectiever te maken. Ook gaat
de Commissie voorstellen doen voor eenduidiger toezicht op de kapitaalmarkten, onder
andere door bepaalde taken over te hevelen naar het EU-niveau.
Tot slot kijkt de Commissie naar de concurrentiekracht en integratie van de bankensector.
Alhoewel banken de laatste jaren weerbaarder zijn geworden en er stappen richting
een bankenunie zijn gezet, is deze unie nog niet vervolmaakt. Zo ontbreekt er een
Europees depositogarantiestelsel (EDIS) en zijn er volgens de Commissie onvoldoende
adequate instrumenten om middelgrote banken af te wikkelen in geval van faillissement.
Daarom roept de zij de Europese Raad (Raad) en het Europees Parlement (parlement)
op tot een ambitieus akkoord voor de herziening van het kader voor bankencrisisbeheer
en depositoverzekering (CMDI). Ook zal de Commissie met aanvullende stappen komen
om de bankenunie verder te ontwikkelen, waaronder met betrekking tot EDIS. Verder
gaat de Commissie een rapport opstellen over de algehele situatie van het bankensysteem
in de interne markt, inclusief de concurrentiekracht van de bankensector.
3. Nederlandse positie ten aanzien van de mededeling/aanbeveling
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het kabinet is voorstander van sterke, geïntegreerde kapitaalmarkten en een sterke
en stabiele bankensector. In zijn inzet voor de kapitaalmarktunie stelt het kabinet
dat het Europese concurrentievermogen onder druk staat en dat er sprake is van een
sterk achterblijvende productiviteitsgroei.8 Daarmee acht het kabinet de verdieping en integratie van de Europese kapitaalmarktunie
van cruciaal belang om de uitdagingen waar Europa voor staat het hoofd te bieden,
als onderdeel van de versterking van de interne markt, waarvoor het kabinet zich in
algemene zin ook inzet.9 Hiervoor zijn veel investeringen nodig, die vooral privaat gefinancierd moeten worden.
De financiële sector speelt hierbij een cruciale brugfunctie. Met de ontwikkeling
van de kapitaalmarktunie wil het kabinet zorgen dat de vruchtbare Nederlandse en Europese
bodem voor innovatie en concurrentie voldoende water (financiering) krijgt. In de
EU is wel veel kapitaal beschikbaar, maar dit wordt veelal gespaard en onvoldoende
via de kapitaalmarkt in de EU geïnvesteerd. Door de nationale kapitaalmarkten te ontwikkelen
en beter met elkaar te integreren, kunnen beleggingen en investeringen beter gefaciliteerd
worden. Hier profiteren burgers van die vermogen of pensioen opbouwen door hogere
lange termijn rendementen. Bedrijven kunnen makkelijker en meer investeren als zij
toegang hebben tot meer en diverser aanbod van financiering. Dit is ook goed voor
de Nederlandse financiële sector, die door een internationale oriëntatie baat heeft
bij een open en geïntegreerde kapitaalmarkt. Een sterke Europese kapitaalmarkt biedt
maatschappelijke voordelen en is daarmee in het Nederlandse belang.
De inzet van het kabinet loopt langs drie pijlers. Ten eerste wil het kabinet sterk
Europees toezicht op kapitaalmarkten, en focust hierbij op de rol en activiteiten
van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA). Eenduidiger toezicht en
uniformere uitvoering van regelgeving is belangrijk voor een sterkere Europese kapitaalmarkt
en een gelijk speelveld. Ten tweede zet het kabinet in op het vergroten en diversifiëren
van het aanbod van kapitaal in de EU door meer private financiering te mobiliseren.
Het doel hiervan is meer private financiering voor het bedrijfsleven, met name voor
risicodragende investeringen in start-ups en scale-ups. Ten derde wil het kabinet
dat relevante regelgeving verder wordt geharmoniseerd en overal hetzelfde wordt toegepast.
Het kabinet pleit daarom in het kader van de kapitaalmarkten voor de aanpassing van
richtlijnen naar verordeningen. Het kabinet steunt tevens vervolmaking van de bankenunie
middels oprichting van een Europees depositogarantiestelsel, mits dit gepaard gaat
met een passende prudentiële behandeling van overheidsobligaties op bankbalansen.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet verwelkomt de mededeling, die aansluit op de oproepen van de Eurogroep
en Europese Raad van vorig jaar tot ambitieuze voorstellen van de Commissie.10 De drie pijlers van de kabinetsinzet komen grotendeels overeen met de vier thema’s
uit de mededeling. Veel van de voorgenomen maatregelen gaan in dezelfde richting als
de acties die het kabinet bepleit. Daarbij merkt het kabinet op dat het uiteindelijke
ambitieniveau van de aangekondigde maatregelen van de Commissie afhangt van concrete
voorstellen en uitkomsten van de onderhandelingen tussen de Raad en het parlement.
Het kabinet zal zich inzetten voor een ambitieuze uitwerking van de acties en kijkt,
waar opportuun, naar samenwerking middels kopgroepen met gelijkgestemde lidstaten.
Ook verwelkomt het kabinet de structurele aandacht van de Commissie voor de ontwikkeling
van (nationale) kapitaalmarkten in het Europees Semester, via landspecifieke aanbevelingen.
Daarbij merkt het kabinet op dat de acties op EU- en nationaal niveau binnen de verschillende
thema’s elkaar onderling versterken in de doelen van de SIU. Het kabinet zet erop
in dat op alle maatregelen significante voortgang bereikt wordt om de doelstellingen
van de SIU te behalen.
Het kabinet staat overwegend positief tegenover de acties die binnen het eerste thema
worden voorgesteld (burgers en spaargeld). Het kabinet is voorstander van de ontwikkeling
van beleggingsrekeningen, -producten of -labels via aanbevelingen aan lidstaten of
een wetgevend voorstel. Hiertoe trekt het kabinet reeds op met gelijkgestemde lidstaten.11 Daarbij is het kabinet bereid om implementatie van een aanbeveling over bijbehorende,
nationale fiscale prikkels te onderzoeken, als het raamwerk voor de EU-beleggingsrekening
vorm gekregen heeft en het nieuwe box 3-stelsel in werking is getreden. Ook kan het
kabinet zich vinden in de wens om de onderhandelingen over het pakket retailbeleggen
af te ronden met een goed compromis tussen de Raad en het parlement. Het kabinet staat
open voor een strategie voor financiële geletterdheid en een onderzoek van de Commissie
samen met EIB, ESM en nationale ontwikkelingsbanken naar mogelijkheden voor burgers
om te beleggen in producten die bijdragen aan het financieren van EU prioriteiten.
Wat betreft de maatregelen voor de verdere ontwikkeling van nationale pensioenstelsels
is het kabinet ook positief. Aanbevelingen aan lidstaten zodat best practices waaronder
automatische deelname aan pensioenfondsen of -regelingen, pensioenvolgsystemen en
pensioendashboards worden geïmplementeerd, zijn hiervoor wenselijk. Landspecifieke
aanbevelingen kunnen hier kracht bijzetten. De herziening van PEPP kan in beginsel
op steun van het kabinet rekenen, omdat het huidige PEPP-raamwerk niet tot de beoogde
effecten voor toegang tot grensoverschrijdende persoonlijke pensioenproducten heeft
geleid. Tevens staat het kabinet staat open voor een herziening van het regelgevend
kader voor bedrijfspensioenfondsen (IORP). Het kabinet zal de voorstellen voor PEPP
en IORP te zijner tijd op hun merites beoordelen.
Het kabinet steunt in algemene zin de acties onder het tweede thema (investeringen
en financiering). Zo staat het kabinet positief tegenover betere toelichting van de
prudentiële regels voor verzekeraars, banken en pensioenfondsen om lange termijn beleggingen
in aandelen te stimuleren. Wel is het kabinet terughoudend bij aanpassingen aan de
prudentiële regels zelf, als hierdoor het raamwerk onvoldoende op risico gebaseerd
wordt. Meer specifiek staat het kabinet hierbij positief tegenover het vergemakkelijken
van langetermijninvesteringen in aandelen door verzekeraars via gerichte aanpassingen
van de regelgeving. Hiernaast zal het kabinet conform zijn inzet aandacht blijven
vragen voor een herziening van het prudentiële kader voor beleggingsondernemingen.12 Het kabinet is verder voorstander van het verbeteren van regelgeving voor Europese
durfkapitaalfondsen, om gebruik van het EuVECA-label aantrekkelijker te maken. Daarnaast
verwelkomt het kabinet de ondersteuning van de Commissie aan ETCI 2.0 en aan andere
mogelijke initiatieven die bijdragen aan het aantrekken van private investeringen
in durf- en groeikapitaal, zoals de uitrol van het TechEU-investeringsprogramma door
de EIB. Het kabinet staat in beginsel positief tegenover maatregelen om het uitstappen
van investeerders bij private bedrijven te faciliteren. Omdat de Commissie in de mededeling
niet specificeert hoe zij dit wil bereiken, wacht het kabinet de precieze uitwerking
van het voorstel af voordat het tot een nadere beoordeling overgaat. Daarnaast is
het kabinet het met de Commissie eens over de noodzaak om het raamwerk voor securitisaties
te herzien. Het doel zou wat het kabinet betreft hierbij moeten zijn om meer kapitaal
van buiten de bankensector aan te trekken voor productieve investeringen in de EU.
Om dit te bereiken zet het kabinet zich in om barrières te verlagen voor een bredere
doelgroep van institutionele beleggers, waaronder via proportionelere regelgeving.
Met het oog op administratieve lasten steunt het kabinet ook dat er aandacht is voor
het wegnemen van onrechtvaardige barrières en verdere standaardisatie en waar nodig
harmonisatie, onder meer op het gebied van faillissementswetgeving en fiscaliteit.
Naast aanbevelingen aan lidstaten, ziet het kabinet hierbij ook de noodzaak voor verdere
stappen op EU-niveau, onder meer ten aanzien van hervatting van de onderhandelingen
over DEBRA en verkenning van verdere standaardisatie van het zekerheden- en faillissementsrecht.13
Het kabinet kijkt uit naar de uitwerking van de voorgestelde acties binnen het derde
thema (integratie en schaal). Het kabinet steunt in algemene zin voor de betreffende
regelgeving het voornemen van de Commissie voor het gebruik van verordeningen boven
richtlijnen voor uniformere interpretatie en uitvoering van regelgeving. Het kabinet
vraagt zich af wat de toegevoegde waarde is van een nieuw meldpunt om barrières op
de interne markt te melden. Binnen het Europese SOLVIT-netwerk kunnen marktdeelnemers
reeds melding maken als hun EU-rechten niet gehonoreerd worden door overheidsinstanties.
Het kabinet zal de Commissie vragen om nadere toelichting van dit voornemen en de
mogelijkheid van aansluiting bij SOLVIT omdat zij in beginsel geen voorstander is
van nieuwe parallelle meldingsmogelijkheden die afbreuk kunnen doen aan de toegankelijkheid
en kenbaarheid. Het kabinet staat welwillend tegenover de herziening van regelgeving
voor een efficiëntere marktstructuur voor handel in financiële instrumenten, clearing
en settlement. Hierbij vraagt het kabinet om specifieke aandacht voor meer geharmoniseerd
effectenrecht om beursnoteringen en handel in financiële instrumenten gemakkelijker
te maken. Ook vindt het kabinet het goed dat de Commissie maatregelen neemt om operationele
barrières voor vermogensbeheerders te verminderen en met regelgeving komt om barrières
op nationaal of EU-niveau voor de distributie in de EU toegelaten beleggingsfondsen
weg te nemen. Het kabinet staat open voor een herziening van de richtlijn aandeelhoudersrechten
ten behoeve van eenduidigere regelgeving in de EU.
De maatregelen onder het vierde thema (efficiënt toezicht) gaan wat het kabinet betreft
in de goede richting. Het kabinet steunt de doelstelling van sterker en eenduidiger
toezicht, en uniformere uitvoering van regelgeving. Het kabinet is positief over het
voornemen van de Commissie om de Europese en nationale toezichtautoriteiten op te
roepen om volledig gebruik te maken van hun instrumenten om convergentie van toezicht
te bevorderen, en dit instrumentarium te versterken. Dit is echter wat het kabinet
betreft niet voldoende om het Europese toezicht te versterken. Daarom steunt het kabinet
de voorstellen om eenduidiger toezicht te bereiken, met focus op het toezicht op de
kapitaalmarkten door ESMA waar passend uit te breiden. Het kabinet betreurt daarbij
wel het gebrek aan concrete voorstellen op dit gebied in de mededeling en had graag
gezien dat de Commissie ook maatregelen had gepresenteerd voor het verzamelen en opslaan
van toezichtdata op EU-niveau en verbetering van de bestuursstructuur van ESMA om
het Europees toezicht slagvaardiger en efficiënter te maken. Hier zal het kabinet
voor blijven pleiten in Europese gremia en gesprekken met de Commissie.
Ten aanzien van de bankensector is het kabinet positief over de oproep van de Commissie
aan de Raad en het parlement om voortgang te maken bij de onderhandelingen over het
CMDI-pakket. Het kabinet zet hierbij in op verdere harmonisatie om te zorgen voor
een gelijkere behandeling van falende banken in de EU.14 Daarbij heeft het kabinet aandacht voor behoud van bail-in van aandeel- en obligatiehouders als eerste verdedigingslinie, om belastinggeld te
beschermen, en voor het voorkomen van significant hogere kosten voor het depositogarantiestelsel.
Daarnaast is het kabinet het met de Commissie eens dat het van belang is om de bankenunie
te vervolmaken middels oprichting van een Europees depositogarantiestelsel. Daarbij
stelt het kabinet de voorwaarde dat dit gepaard gaat met een passende prudentiële
behandeling van overheidsobligaties op bankbalansen. Verder kijkt het kabinet uit
naar het rapport van de Commissie over de algehele situatie van het bankensysteem
in de interne markt, inclusief de concurrentiekracht van de bankensector.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Lidstaten steunen over het algemeen de doelstellingen van de SIU en hebben de Commissie
eerder opgeroepen om vorderingen te maken met het tot stand brengen van werkelijk
geïntegreerde Europese kapitaalmarkten die toegankelijk zijn voor burgers en bedrijven
in de hele EU.15 De Eurogroep in inclusieve samenstelling (met de 27 EU-lidstaten) heeft de Commissie
opgeroepen om investeringen in innovatieve EU-bedrijven te stimuleren door middel
van het wegnemen van barrières in de interne markt, efficiënte regels, private financiering
voor groei en innovatie te vergroten, en vermogensopbouw en financiële zekerheid te
bevorderen via investeringskansen.16 Verder hebben enkele gelijkgestemde lidstaten kopgroepen geïnitieerd, zogeheten Europese
concurrentievermogen laboratoria (European Competitiveness Labs). In deze labs kunnen EU-lidstaten samenwerken aan initiatieven voor de ontwikkeling
van de kapitaalmarkten iets dat de Commissie in deze mededeling aankondigt te willen
ondersteunen.17 Ook het parlement steunt ontwikkeling van de EU-kapitaalmarkten om financiering van
het bedrijfsleven en retailbeleggen te stimuleren. Alhoewel de tijdslijnen voor de
individuele voorstellen erg ambitieus zijn, blijft het krachtenveld voor de kapitaalmarktunie
divers en zal significante voortgang een lange adem en toenadering van posities van
lidstaten en andere belanghebbenden vereisen.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
a) Bevoegdheid
De grondhouding ten aanzien van de bevoegdheid van de mededeling is positief. De mededeling
heeft betrekking op het vrije verkeer van kapitaal, dit is een van de fundamentele
onderdelen van de interne markt binnen de EU. Waar het de werking van de interne markt
betreft heeft de EU een gedeelde bevoegdheid met de lidstaten op grond van artikel
4, lid 2, onder a VWEU.
b) Subsidiariteit
De grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit is positief. Het doel van de SIU
is enerzijds een verdieping en verbreding van de financieringsopties voor bedrijven
en anderzijds om lange termijn beleggen en grensoverschrijdende investeringen te stimuleren,
beide ter bevordering van het concurrentievermogen en financiële stabiliteit. Gegeven
het grensoverschrijdende karakter dat inherent is aan de SIU is een EU-aanpak nodig
voor de in de mededeling aangekondigde initiatieven en kan dit onvoldoende door lidstaten
op lokaal, regionaal, of nationaal worden verwezenlijkt. Wanneer de relevante regelgeving
voor kapitaalmarkten niet verder geharmoniseerd wordt, zorgt dit ervoor dat de interne
markt van de EU niet optimaal functioneert en ondermijnt het de totstandkoming van
een diepe, gezamenlijke kapitaalmarkt. Om die redenen is optreden op het niveau van
de EU gerechtvaardigd. In aanvulling op acties op EU-niveau staat er expliciet in
de mededeling dat de lidstaten middels nationale of intergouvernementele initiatieven
kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de SIU op gebieden waar de EU niet bevoegd
is. Deze maatregelen zijn complementair aan de SIU en kunnen in overleg met en met
ondersteuning van de Commissie, bijdragen aan de ontwikkeling van Europese kapitaalmarkten.
c) Proportionaliteit
De grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit is positief. Het doel van de
SIU is enerzijds een verdieping en verbreding van de financieringsopties voor bedrijven
en anderzijds om lange termijn beleggen en grensoverschrijdende investeringen te stimuleren,
beide ter bevordering van het concurrentievermogen en financiële stabiliteit. De aangekondigde
maatregelen op de relevante deelterreinen zijn geschikt om het doel te bereiken. Daarbij
is het belangrijk te benadrukken dat de afzonderlijke voorstellen elkaar versterken
in het behalen van dit doel. Bovendien gaat het voorgestelde optreden niet verder
dan noodzakelijk omdat de mededeling gericht is op het wegnemen van de meest cruciale
barrières die leiden tot een onderontwikkelde en gefragmenteerde EU-kapitaalmarkt
en grensoverschrijdende, lange termijn investeringen en financiering van het Europese
bedrijfsleven belemmeren. Daarbij merkt het kabinet wel op dat het ambitieniveau afhangt
van de concrete uitwerking van de voorstellen. Op onderwerpen waar reeds goede internationale
of nationale initiatieven zijn, zoals de bevordering van financiële geletterdheid
en ontwikkeling van pensioenstelsels acht het kabinet het belangrijk dat waar relevant
bij de uitwerking van deze acties zoveel mogelijk aangesloten wordt bij de reeds bestaande
((inter)nationale) initiatieven.
d) Financiële gevolgen
De mededeling kent geen directe financiële gevolgen. Tegelijkertijd kondigt de mededeling
een groot aantal nieuwe voorstellen, plannen en strategieën aan. Het kabinet is van
mening dat eventueel benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in
de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 voor zover deze
voorstellen uitkomen voordat het volgende meerjarig financieel kader is vastgesteld,
en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Eventuele
budgettaire gevolgen voor de Rijksbegroting worden ingepast op de begroting van het
beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline. Het
kabinet wil niet vooruitlopen op de integrale afweging van middelen na 2027.
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
De mededeling kent geen directe gevolgen voor de regeldruk, maar heeft als overkoepelend
doel investeren in de EU te vergemakkelijken door regeldruk te verminderen. Toekomstige
voorstellen dragen naar verwachting bij aan de versimpelingsagenda van de EU. De inschatting
van de regeldrukeffecten van de concrete voorstellen die uit de mededeling volgen
wordt behandeld in de toekomstige BNC-fiches over deze voorstellen. Uitgangspunt van
het kabinet bij de beoordeling van deze voorstellen is dat deze zo lastenluw mogelijk
dienen te worden vormgegeven. Verder draagt een SIU met een sterkere kapitaalmarktunie
en bankenunie bij aan een concurrerendere en geopolitiek weerbaardere EU, indien de
voorgenomen maatregelen voldoende ambitieus ingevuld worden.
Indieners
-
Indiener
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken