Brief regering : Bestuurlijk akkoord Netcongestie en OV
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
23 645
Openbaar vervoer
Nr. 560
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE MINISTER VAN
KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 maart 2025
Het Nederlands elektriciteitsnet staat onder druk. De elektrificatie van bedrijven
en huishoudens gaat steeds sneller en dat is goed nieuws voor de verduurzaming van
ons land. De uitbreiding van de elektriciteitsnetten kan dit tempo van de energietransitie
echter niet bijhouden. In veel gebieden komen bedrijven en instellingen die als grootverbruiker
een nieuwe of zwaardere aansluiting willen, op een wachtlijst. Zo lijkt netcongestie
een knelpunt te worden voor de klimaatdoelen voor 2030.1
Dit stelt de samenleving voor een grote opgave. Daarom wordt het elektriciteitsnet
zo snel mogelijk uitgebreid. Tegelijkertijd vraagt de toenemende elektrificatie dat
we slimmer en flexibeler met de beschikbare netcapaciteit omgaan. Daar zijn al op
korte termijn veel mogelijkheden voor.
Iedere sector kent zijn eigen specifieke uitdagingen om flexibel stroomgebruik te
realiseren. Daarom zet het kabinet in op maatwerkafspraken per sector. Het kabinet
heeft als eerste afspraken gemaakt met waterschappen en netbeheerders.2 Met trots melden we u dat de Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)
en Klimaat en Groene Groei (KGG) een tweede sectorovereenkomst hebben gesloten, nu
met de OV-sector en netbeheerders.
Impact van netcongestie op het openbaar vervoer
In het najaar van 2023 heeft het kabinet u geïnformeerd dat netcongestie in toenemende
mate ook voor mobiliteit – en openbaar vervoer (OV) in het bijzonder – een knelpunt
wordt.3 Tegelijkertijd liggen er ook kansen doordat het OV ook een bijdrage kan leveren aan
flexibilisering van het stroomgebruik en het verlichten van de netcongestie door slimme
en innovatieve oplossingen in het OV. Het kabinet is daarom met de sector in gesprek
gegaan over de uitdagingen en kansen die er zijn.
De Ministeries van KGG en IenW hebben gezamenlijk opdracht gegeven tot twee onderzoeken
om de interactie tussen netcongestie en het openbaar vervoer in kaart te brengen (zie
bijlagen). Dit was ook onderdeel van de Landelijke Actieagenda Netcongestie (LAN).
In het eerste onderzoek zijn de lopende innovatieve pilots rondom netcongestie in het OV in kaart gebracht. Daarna is er een brede probleemanalyse
gemaakt waarbij ook oplossingen in kaart zijn gebracht (zie bijgevoegd tweede rapport).
Grofweg zijn daarbij drie sporen te onderscheiden:
− Het stedelijke vervoer: hier lijken de problemen tot 2030 beperkt en de kansen om
netcongestie te verlichten het grootst.
− Het regionale busvervoer: hier zit een spanning tussen de agenda om het busvervoer
te elektrificeren en de beschikbaarheid van voldoende laadcapaciteit. Alternatieve
contracten lijken een goede oplossing te bieden.
− Het landelijk spoorvervoer: hier kunnen voor 2030 al op een aantal plekken problemen
ontstaan die gevolgen kunnen hebben voor continuïteit en groeiambitie van het landelijk
spoorvervoer. Tegelijk lijken ook hier oplossingen mogelijk die zowel het spoor als
netbeheerders helpen, zoals het plaatsen van batterijen en het toevoegen van lokale
opwek.
Een gezamenlijke ambitie en ambitieus opschalingsplan
Zowel de energiesector als de OV-sector staan dus samen gesteld voor een gedeelde
opgave. Op initiatief van beide ministeries hebben partijen in het openbaar vervoer
en de netbeheerders daarom de handen ineen geslagen en een bestuurlijk akkoord Netcongestie en OV gesloten.
Doel van het bestuurlijk akkoord Netcongestie en OV is de continuïteit en de duurzame groei van het openbaar vervoer mogelijk te maken
en bij te dragen aan de landelijke energietransitie door het beperken van de netcongestie.
Om dit doel te bereiken, willen partijen de kansen die er liggen in slimme en innovatieve
oplossingen benutten en versnellen. Hiervoor blijkt allereerst goed inzicht in de
netcongestieproblematiek nodig. Dit vraagt specifiek om een data-analyse naar de interactie
tussen de verschillende energienetten van netbeheerders onderling en met die van OV-partijen.
De gedane onderzoeken leveren al waardevolle informatie op; afgesproken is verder
te gaan met deze analyse waar dit nodig is. Ten tweede moeten de reeds bestaande succesvolle
technische en contractuele oplossingen maximaal worden benut en opgeschaald. Door
nauw samen te werken in de gehele energie- en OV-keten, verbinden de partijen bij
het akkoord de beschikbare inzicht, kennis, kunde en oplossingen. Ten derde moeten
belemmeringen op het gebied van regelgeving, besluitvorming, financiën en beleid waar
mogelijk worden weggenomen. Ook daarover hebben de partijen bij het akkoord afspraken
gemaakt.
Concrete afspraken – de werkagenda
Het bestuurlijk akkoord Netcongestie en OV is nader uitgewerkt in een werkagenda met een concrete, gefaseerde aanpak, een overlegstructuur
op werk- en bestuursniveau en middelen voor het ontwikkelen en verspreiden van benodigde
kennis. Het Rijk financiert dit en pakt een belangrijke regierol.
De werkagenda bevat ook een aantal concrete afspraken:
1. In het stedelijk vervoer worden de mogelijkheden om de overcapaciteit op tractienetten
van stedelijke vervoerders te gebruiken opgeschaald. Een speciaal benoemde ambassadeur
en ervaringsdeskundige gaat aan de slag met het opschalen van succesvolle initiatieven
in het stedelijk vervoer zoals de energiebank in Rotterdam en de mogelijkheden om
laadcapaciteit van bussen en auto’s te faciliteren zoals dat gebeurt in Den Haag.
2. Het afsluiten van alternatieve transportcontracten voor elektriciteitsaansluitingen
met busvervoerders: de afspraak om in 2025 al het nieuwe busvervoer elektrisch te
rijden vergt voldoende laad-infrastructuur. Het afsluiten van «gewone» contracten
met netbeheerders is vaak niet mogelijk in congestiegebieden. Het voordeel van bussen
is dat deze ’s nachts geladen kunnen worden, waarbij niet constant maar wel voldoende
lang elektriciteit nodig is. Tijdsblokgebonden contracten met netbeheerders kunnen
dit mogelijk maken. De contracten mogen al worden afgesloten van de ACM, maar deze
mogelijkheid wordt nog nauwelijks benut. Partijen hebben afgesproken dit nu wel te
gaan doen.
3. Het ontwikkelen van batterijen op de grond van ProRail: ProRail overschrijdt op enkele
punten in het spoornet de maximaal afgesproken belasting van het net. ProRail en de
netbeheerders zien kansen om dit op te lossen door een batterij en eventueel ook opwek
te plaatsen op gronden van ProRail. Ook worden de mogelijkheden om derde partijen
te helpen met laadoplossingen en opslagcapaciteit nader verkend.
4. Tenslotte geeft het kabinet TKI Urban Energy opdracht om een kennisplatform en expertnetwerk
in te richten, een data- en analyseteam te leiden, de verbinding met marktpartijen
en kennisinstellingen te organiseren en maatschappelijke business cases te ontwikkelen.
De partijen bij het akkoord gaan de komende vier jaar met deze agenda aan de slag.
Na afloop van deze termijn wordt opnieuw bepaald welke actie nodig is en welke organisatievorm
daar het beste bij past.
Tenslotte
De opgave rondom netcongestie in het OV is groot, maar de kansen ook. Bovendien is
het veld volop in beweging. Dat vergt flexibiliteit, een adaptieve aanpak, doorzettingsvermogen
en constructief partnerschap. De partijen bij het bestuurlijk akkoord Netcongestie en OV gaan dit partnerschap graag aan om gezamenlijk de uitdaging aan te pakken en de kansen
te verzilveren. De overeengekomen werkagenda, de organisatiestructuur en de goede
samenwerking in het afgelopen jaar bieden het vertrouwen dat de gezamenlijke inspanning
ertoe leidt dat het OV kan blijven groeien, netcongestie kan worden verlicht en duurzaamheidsdoelstellingen
in het OV worden gehaald.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
C.A. Jansen
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.T.M. Hermans
Indieners
-
Indiener
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Medeindiener
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei