Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de omgang met de financiële en zakelijke belangen van (aantredende) bewindspersonen benoemde inhoudelijke reflectie en toezending eventuele bijbehorende voorstellen
28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie
Nr. 281 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2025
Op 13 december 2024 heeft de vaste commissie Binnenlandse Zaken mij verzocht de Kamer
te informeren over het moment waarop de in mijn brief van 6 december over de omgang
met de financiële en zakelijke belangen van (aantredende) bewindspersonen (Kamerstuk
28 844, nr. 278) benoemde inhoudelijke reflectie en eventuele bijbehorende voorstellen naar de Kamer
verstuurd zullen worden, zodat dit gegeven betrokken kan worden bij het commissiedebat
Integriteit openbaar bestuur van 12 maart 2025.
Zoals ik heb opgemerkt in de genoemde brief is mijn oogmerk het bestaande kader tegen
het licht te houden ten behoeve van een volgende formatie. Hiervoor is een zorgvuldig
proces vereist. Dit betekent dat de brief uiterlijk voorafgaand aan de start van een
volgende formatie zal worden verzonden. Met het oog op reguliere verkiezingen in maart
2028 betekent dit dat de brief met inhoudelijke reflectie en bijbehorende voorstellen
in dat geval uiterlijk in het derde kwartaal van 2027 aan de Kamer zal worden verzonden.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, H.W.M. Schoof
Indieners
-
Indiener
H.W.M. Schoof, minister van Algemene Zaken