Brief regering : Vaststelling Landelijke Aanpak Wolven
33 576 Natuurbeleid
Nr. 405
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2024
Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur (LVVN), de Landelijke Aanpak Wolven zoals die door Rijk en provincies is
vastgesteld als gezamenlijke activiteitenagenda.
In de Landelijke Aanpak Wolven (voorheen «Landelijke Uitvoeringsagenda Wolf») hebben
we gezamenlijk acties geformuleerd om de urgente situatie met betrekking tot de wolven
in Nederland het hoofd te bieden. De landelijke aanpak heeft tot doel om wolvenaanvallen
op mensen, huisdieren en vee beter te voorkomen en om in die gevallen dat desondanks
toch aanvallen plaatsvinden, effectief te kunnen optreden. De aanpak heeft ook tot
doel het beheersen van de toenemende maatschappelijk onrust en het toewerken naar
kaders die passend zijn voor Nederland als klein en dichtbevolkt land. Over onderdelen
van de landelijke aanpak heb ik uw Kamer al eerder op hoofdlijnen bericht.
Er is de afgelopen tijd met de hoogste urgentie aan deze Landelijke Aanpak Wolven
gewerkt. De komende periode zullen de onderdelen van deze aanpak gezamenlijk nader
worden uitgewerkt. Die uitwerking zal ook gaan over de inzet van capaciteit en middelen
vanuit het Rijk en vanuit de provincies. De activiteiten in deze aanpak zijn bedoeld
om ondersteunend en aanvullend te zijn op het beleid van provincies en een nog vast
te stellen Interprovinciaal Wolvenplan.
Eén van de meest urgente onderdelen van de aanpak is een definitie van een probleemsituatie
met een wolf en van een probleemwolf. Dit onderdeel heb ik de afgelopen tijd uitgewerkt
en ik neem uw Kamer graag mee in hoe ik deze definities voor mij zie, door wie deze
toegepast kunnen worden en wat de randvoorwaarden zijn om de toepassing meest effectief
te maken. Ook deel ik met u hoe ik deze definities wil vastleggen. Ik blijf de komende
tijd in gesprek met provincies en experts over deze definities en zal ze, zo nodig,
op basis van die gesprekken en voortschrijdende inzichten verder uitwerken en aanscherpen.
Ik stel de volgende definities voor:
Probleemsituatie, waarbij een wolf die niet meer schuw is, die toenadering zoekt tot
mensen of mensen en hun huisdieren aanvalt, en waarbij het ingrijpen bestaat uit afschrikken
of wegjagen.
• Wolf wordt gezien op minder dan 30 meter van bewoonde huizen. Het betreft verschillende
incidenten in hetzelfde gebied gedurende een periode van enkele weken.
• Wolf tolereert (passief) tenminste 2 keer dat mensen naderen tot minder dan 30 meter.
• Wolf benadert actief en bewust tenminste 2 keer mensen binnen 30 meter en lijkt geïnteresseerd
in mensen.
• Wolf benadert tenminste 2 keer aangelijnde honden, maar is niet agressief.
• Wolf benadert tenminste 2 keer aangelijnde honden en is agressief naar honden.
• Wolf wordt gezien op minder dan 30 meter van bewoonde huizen waar zich honden bevinden.
Het betreft tenminste 2 incidenten gedurende een periode van ten minste 2 weken.
• Wolf doodt ten minste 2 keer honden bij bebouwing (op erf of in tuinen).
• Wolf doodt honden die niet zijn aangelijnd en niet in de directe nabijheid van mensen
verblijven.
Probleemwolf, die problematisch gedrag vertoont dat niet noodzakelijk onnatuurlijk
maar wel afwijkend is, en waarbij het ingrijpen bestaat uit afschieten.
• Probleemsituaties waarbij in overleg met deskundigen tevens blijkt dat aversieve conditionering
niet heeft gewerkt of praktisch niet uitvoerbaar was.
• Wolf reageert actief agressief op mens bij verstoring en valt mens aan.
• Wolf reageert agressief op mens zonder provocatie.
• Wolf doodt mens.
• Wolf valt in een gebied in een gemeente of in een aangrenzende gemeente binnen een
periode van 2 weken tenminste 2 keer vee aan dat wordt beschermd door een goed functionerend
raster dat voldoet aan de interprovinciale normen voor veebescherming.
• Wolf valt in een gebied in een gemeente of in een aangrenzende gemeente binnen een
periode van 2 weken tenminste 2 keer vee aan dat zich bevindt in een goed afgesloten
stal (niet zijnde een vrij toegankelijke schuilgelegenheid in het terrein).
Deze definities zijn bedoeld om sneller en adequater op te treden bij incidenten met
wolven, bijvoorbeeld door provincies en burgemeesters. Randvoorwaarde voor het gebruik
van de definities is de snelle beschikbaarheid van deskundigen die met gezag de inhoudelijke
inschattingen kunnen maken of er daadwerkelijk sprake is van een probleemsituatie
of probleemwolf en die kunnen adviseren over de aangewezen reactie in een specifieke
situatie. Dat kan bijvoorbeeld door te voorzien in de instelling van een taskforce
die adviseert hoe, vanuit een landelijk uniform kader, te handelen in een specifieke
situatie (afschrikken, verjagen of afschieten). Voor de daadwerkelijke uitvoering
moet in elke provincie een beroep kunnen worden gedaan op een kleine groep personen
die over de noodzakelijke kwalificaties beschikt, ook voor het in het uiterste geval
verrichten van afschot. Zoals ik in de beantwoording van vragen van de Eerste Kamer
heb aangegeven (Eerste Kamerbrief nr. 175600.01U), heb ik contact gezocht met de Stichting
Wildaanrijdingen Nederland en kennisgenomen van de gedachten van deze stichting vanuit
haar expertise voor de invulling en rol van de taskforce. De Kennisgroep van de Raad
voor Dierenaangelegenheden werkt momenteel op mijn verzoek nog nadere informatie uit
die ook zou kunnen helpen om de definities te verfijnen.
Op basis van deze informatie en op basis van de reacties van provincies en experts
kunnen de definities nog aanpassing of aanscherping krijgen. Ik overweeg de uiteindelijke
definities op te nemen in regelgeving (een AMvB). Hierop vooruitlopend wil ik met
provincies verkennen welke afspraken we kunnen maken over het gebruik van deze definities,
over de inschakeling van wolvendeskundigen en over de invulling en inrichting van
de taskforce en de uitvoering. Ook de burgemeesters, politie en het Openbaar Ministerie
wil ik bij de totstandkoming van die afspraken betrekken.
Zoals met uw Kamer gedeeld bij brief van 3 december jl. (Kamerstuk 33 576, nr. 404) hebben de verdragspartijen van het Verdrag van Bern diezelfde dag ingestemd met
het EU-voorstel tot verlaging van de beschermde status van de wolf onder het Verdrag
van Bern. Hiermee wordt het op termijn makkelijker om actie te ondernemen bij incidenten
met probleemwolven. De komende tijd ga ik me hardmaken voor de volgende stap, het
verlagen van de beschermde status onder de Europese Habitatrichtlijn, en werk ik ook
alvast aan wijziging van onze nationale regelgeving zodat, bij een positief besluit
over aanpassing van de Habitatrichtlijn, de verlaagde beschermde status snel in Nederland
kan worden toegepast.
Voor een groot roofdier als de wolf zijn er wat mij betreft in het dichtbevolkte Nederland
beperkingen aan de beschikbare ruimte. Ik wil met de acties uit de Landelijke Aanpak
Wolven zo goed mogelijk zorgen dat we in Nederland veilig kunnen leven en vee kunnen
houden, zonder vrees voor wolven.
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
Indieners
-
Indiener
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur