Brief regering : Reactie op verzoek van het lid Eerdmans, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 14 mei 2024, over de stand van zaken extreem geweld onder jongeren met een religieus motief in Nederland
28 741 Jeugdcriminaliteit
Nr. 124
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2024
Middels deze brief geef ik invulling aan het verzoek van het Kamerlid Eerdmans (JA21)
tijdens de Regeling van werkzaamheden op 14 mei jl. om te reflecteren op het fenomeen
van extreem geweld onder jongeren met religieus motief in Nederland, naar aanleiding
van het artikel uit De Limburger van 11 mei 2024, mede namens de Staatssecretaris
van Participatie en Integratie en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.1
In het artikel worden diverse voorbeelden uit Frankrijk genoemd waarin sprake was
van geweld tussen jongeren onderling met een religieus motief, bijvoorbeeld «omdat
iemand zich niet zou gedragen als een goede gelovige». Ook worden in het artikel een
aantal geweldsincidenten onder Franse jongeren beschreven, die – volgens het artikel
– vermoedelijk vanuit een religieus motief zouden zijn gepleegd, daarnaast wordt er
in het artikelen koppeling gemaakt met eerwraak.
Geweld onder jongeren in Nederland
Laat ik vooropstellen dat jongeren in Nederland zich veilig moeten kunnen voelen,
of het nu thuis, in de wijk of op school is. De afgelopen jaren is er veel aandacht
voor ernstige geweldscriminaliteit onder jeugdigen in Nederland. Veronderstelde verjonging
en verharding van de jeugdcriminaliteit en in het bijzonder de ontwikkeling van ernstig
geweld is regelmatig in het nieuws en heeft ook politieke aandacht. Om geweld onder
jongeren goed in beeld te hebben, is er de Monitor Jeugdcriminaliteit en ook heeft
het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC), onlangs een verdiepende studie
afgerond. Hieruit blijkt dat Nederland in algemene zin een dalende trend kent waar
het gaat om de geregistreerde jeugdcriminaliteit. Uw Kamer is hier reeds over geïnformeerd.2 Geweld met een religieus motief wordt niet als zodanig geregistreerd in Nederland.
Er zijn dan ook geen cijfers van geweld met een religieus motief bekend. Er zijn ook
geen signalen bekend dat dit fenomeen zich in Nederland voordoet.
Inzet op preventie
Naast het zorgvuldig monitoren van de ontwikkelingen van geweld onder jeugdigen, wordt
er tevens veel aandacht besteed aan het voorkomen van iedere vorm van geweld. Zo wordt
er preventief ingezet op het vergroten van de sociale stabiliteit en het bevorderen
van veerkracht en weerbaarheid3. Voorkomen dat jongeren overgaan tot geweld of intimidatie is immers van groot belang.
Dat geldt ook wanneer er sprake is van intimidatie en druk vanuit een religieus motief
zoals de voorbeelden in het artikel. In Nederland geniet iedereen de vrijheid en grondrechten
om zijn geloof te belijden, te zijn wie je bent of te zeggen wat je vindt. Vrijheden
vinden hun begrenzing waar de vrijheden van andere in het gedrang komen. Onverdraagzaamheid
jegens anderen, intimidatie en geweld, zoals naar voren komt in Frankrijk in het artikel,
horen niet thuis in onze democratie en geweld is daarbij onacceptabel.
Eergerelateerd geweld in Nederland
In het betreffende krantenartikel wordt ook een voorbeeld aangehaald van een 15-jarige
jongen uit Viry-Châttilon in Frankrijk. Dat voorbeeld lijkt te duiden op moord/doodslag
waar vermoedelijk een eermotief aan ten grondslag ligt, ook wel eerwraak genoemd.
Bij eergerelateerd geweld gaat het om elke vorm van geestelijk of lichamelijk geweld,
gepleegd vanuit een collectieve mentaliteit in reactie op een (dreiging) van schending
van de eer van een man of vrouw en daarmee van zijn of haar familie, waarvan de buitenwereld
op de hoogte is of dreigt te raken.4 Eergerelateerd geweld, waaronder eerwraak, wordt gepleegd vanuit een eermotief. Deze
vorm van geweld komt vooral voor in gesloten patriarchale gemeenschappen met sterk
hiërarchische verhoudingen en traditionele rolopvattingen over man en vrouw.5
Binnen deze gesloten gemeenschappen kan een inperking van het zelfbeschikkingsrecht
tot uiting komen in schadelijke praktijken zoals huwelijksdwang, achterlating, vrouwelijke
genitale verminking of eergerelateerd geweld. Het kabinet richt zich binnen de aanpak
van huiselijk geweld en kindermishandeling ook op de aanpak van schadelijke praktijken
zoals eergerelateerd geweld.
Om schadelijke praktijken aan te pakken, zet het kabinet zich in op het voorkomen
van (herhaald) slachtofferschap evenals het voorkomen van (herhaald) daderschap middels
passende interventies. Naast repressieve maatregelen neemt het kabinet ook preventieve
maatregelen om schadelijke praktijken aan te pakken, zoals de inzet op vroegtijdige
signalering, een goede en snelle samenwerking tussen betrokken organisaties6 en wordt er via het Meerjarenplan Zelfbeschikking ingezet op het bevorderen van een
verandering «van binnenuit» in deze gemeenschappen met mensen die zelf onderdeel zijn
van zulke gemeenschappen. In het Regeringsprogramma is de Actieagenda Integratie aangekondigd.
Bevorderen van het recht op zelfbeschikking is een onderdeel hiervan.
In het geval van strafbare feiten benadruk ik als Minister van Justitie en Veiligheid
dat aangifte doen van groot belang is, zodat onze veiligheidspartners adequaat kunnen
handelen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
Indieners
-
Indiener
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid