Brief regering : Reactie op verzoek commissie over een recente uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland in een procedure tussen de Vereniging Meten=Weten en Gedeputeerde Staten (GS) van de Provincie Fryslân
27 858 Gewasbeschermingsbeleid
Nr. 680
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2024
Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur van 14 november 2024 (Kenmerk 2024Z117317/2024D43788), informeer ik u over een recente uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland in een
procedure tussen de Vereniging Meten=Weten en gedeputeerde staten (GS) van de Provincie
Fryslân. De zaak betreft een handhavingsbesluit op grond van de Wet natuurbescherming
over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in het kader van de lelieteelt nabij
een Natura 2000-gebied in Friesland zonder natuurvergunning. GS is het bevoegd gezag
voor vergunningverlening en handhaving.
Zoals ik u heb geïnformeerd, zijn er in de teeltseizoenen 2023 en 2024 diverse rechterlijke
(kort geding) uitspraken gedaan over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in
zaken tussen lelietelers en omwonenden, Kamerstuk 27 858, nr. 169. In deze onderhavige zaak gaat het echter over de teelt van lelies in relatie tot
een nabijgelegen Natura 2000-gebied.
Uitspraak
De in de inleiding aangehaalde uitspraak is gedaan op 22 oktober 2024 (gepubliceerd
24 oktober jl.) In deze zaak heeft Meten=Weten een handhavingsverzoek ingediend omdat
een natuurvergunning nodig zou zijn voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
in teelt van lelies op twee percelen in de omgeving van een Natura 2000-gebied Drents-Friese
Wold & Leggelderveld. Tegen de afwijzing van dat verzoek door GS, is beroep ingesteld
door Meten=Weten. De rechtbank oordeelt dat het handhavingsverzoek ten onrechte is
afgewezen omdat geen natuurvergunning met passende beoordeling nodig zou zijn. Het
overgelegde onderzoek bevatte geen precieze beschrijving van het project, en legde
geen relatie met de ecologische gevolgen voor de soorten en habitattypen in het Natura
2000-gebied. Ook het feit dat de gebruikte bestrijdingsmiddelen zijn toegestaan door
het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) biedt
volgens de rechtbank geen garantie dat significante gevolgen zijn uitgesloten, nu
die toelating niets zegt over het feitelijk gebruik van de middelen en over de ecologische
gevolgen. GS heeft volgens de rechtbank evenmin aangetoond dat sprake is van niet
natuurvergunningplichtige bestaande rechten.
Vervolg
Tot zes weken na de uitspraak kunnen belanghebbenden een hoger beroep instellen tegen
de uitspraak bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het is aan
de Provincie Fryslân om daarvoor te kiezen, dan wel om een nieuw besluit te nemen
over het handhavingsverzoek, met inachtneming van de uitspraak. Dit maakt ook, dat
ik nog geen uitspraken kan of wil doen over mogelijke implicaties van de uitspraak
voor de teelt van lelies in het algemeen. Verder wil ik er op wijzen dat er al een
hoger beroep tegen een vergelijkbare uitspraak loopt bij de Afdeling bestuursrechtspraak
over een handhavingsbesluit van GS van de Provincie Drenthe. Een uitspraak hierop
wordt in de komende maanden verwacht.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur