Brief regering : Locatie onderzoek nieuwbouw kerncentrales
32 645 Kernenergie
Nr. 131 BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 september 2024
Het kabinet hecht grote waarde aan het vergroten van onze energieonafhankelijkheid
en het daartoe stimuleren van CO2-vrije vormen van energieproductie. Kernenergie kan een sleutelrol spelen in een duurzaam
en robuust energiesysteem. Zoals aan uw Kamer gemeld, is begin dit jaar het locatieonderzoek
gestart voor de eerste twee grote kerncentrales die het kabinet wil bouwen.1 Dit vergt zorgvuldige besluitvorming en een intensief samenwerkingstraject met inwoners,
bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties. Ik hecht groot belang aan direct
contact met belanghebbenden omdat dit de kwaliteit en daarmee de snelheid van de besluitvorming
over de locatiekeuze verhoogt. In deze brief deel ik de tussenstand van het locatieonderzoek,
zoals ik deze ook gedeeld heb met de overheden in de provincie Zeeland en rondom de
Maasvlakte. Tevens geef ik in deze brief een eerste reactie op de Borselse en Zeeuwse
voorwaarden, zoals aan uw Kamer toegezegd.2
Samenvatting van deze brief
We willen toe naar een gezonde en zo schoon mogelijke mix van energie, die ons ook
onafhankelijk maakt van andere landen. Daar hebben we kernenergie bij nodig. Het aanwijzen
van locaties en het bouwen van de centrales kost tijd. Daarom zijn we hard aan de
slag met de eerste stap, het selecteren van mogelijke locaties. Zoals eerder aangekondigd
heb ik een actualisatie laten uitvoeren naar het vestigingsbeleid voor grote kerncentrales.
Op grond hiervan zal ik komende maanden in overleg met overheden, havenbedrijven en
grondeigenaren bekijken of er geschikte locaties voor kerncentrales zijn in de gebieden
Maasvlakte II en gemeente Terneuzen. Dit in aanvulling op de gebieden Borssele/Vlissingen
(Sloegebied) en Maasvlakte I. Hierbij kijk ik ook naar locaties die eerst geschikt
gemaakt moeten worden, bijvoorbeeld door het verplaatsen van bedrijven of het verleggen
van infrastructuur. Met deze aanpak werk ik toe naar een projectbesluit dat standhoudt
bij de Raad van State. Dit verhoogt de kans op een snelle realisatie van de kerncentrales.
Ook heb ik vandaag alle 1.374 reacties openbaar gemaakt die ik heb ontvangen op het
Voornemen en voorstel voor Participatie (VenP), dat begin dit jaar ter inzage lag.
Hierin zijn verschillende locaties genoemd. Deze locaties beoordeel ik momenteel.
Mogelijk komen uit deze beoordeling aanvullende locaties naar voren. Een zorgvuldige
procedure vergt immers dat ik kijk naar alle redelijkerwijs in beschouwing te nemen
locaties.
Ook stuur ik u in deze brief mijn eerste reactie op de voorwaarden die de gemeente
Borsele en provincie Zeeland hebben gesteld aan de komst van de twee kerncentrales.
Vandaag, woensdag 11 september, heb ik mijn reactie ook met inwoners en bedrijven
uit de gemeente Borsele en provincie besproken. Ik heb grote waardering voor het feit
dat inwoners al in zo'n vroeg stadium nadenken over de betekenis van grote projecten
voor hun leefomgeving, zodat ik daar zo goed mogelijk rekening mee kan houden. Het
beantwoorden van de voorwaarden vergt nog veel onderzoek. Het is daarom te vroeg nu
al voorwaarden toe te kennen of te schrappen. Om deze goede weg verder in te zetten,
heb ik samen met de gemeente Borsele en provincie Zeeland een intentieverklaring afgesloten
waarin we afspraken hebben gemaakt hoe we gezamenlijk toewerken naar een goed antwoord
op de voorwaarden. Ik ben ook zeer verheugd dat Raymond Knops namens de drie overheden
het proces zal begeleiden om te komen tot en Rijk-Regiopakket.
Nieuwbouw kerncentrales, fase 1: voorbereiden besluitvorming.
In de Kamerbrief over de stand van zaken van het nieuwbouwtraject van februari van
dit jaar wordt een overzicht geboden van de verschillende werksporen. Deze werksporen
leiden tot een drietal mijlpalen: een politiek besluit over de start van de aanbesteding,
de voorkeursbeslissing voor de locatie, en de oplevering van het Rijk-Regio pakket.
Deze brief geeft een toelichting op de eerste fase van de projectprocedure en de ontwikkelingen
met betrekking tot het Rijk-Regiopakket. Op dit moment staan de andere werksporen
er als volgt voor:
• De marktconsultatie is inmiddels bijna afgerond. Ik verwacht de rapporten hiervan
volgende maand (oktober) met uw Kamer te kunnen delen.
• De technische haalbaarheidsstudies worden ook deze maand gefinaliseerd door de verschillende
technologieleveranciers. De resultaten van de studies zullen de komende periode gevalideerd
worden door een onafhankelijke derde partij (third-party review).
Ik zal volgende maand in een brief aan uw Kamer uitgebreid ingaan op de voortgang
in de verschillende werksporen en de volgende stappen.
Stand van zaken van de ruimtelijke projectprocedure
In het Voornemen en voorstel voor Participatie (VenP), dat eind februari is gepubliceerd
als start van de projectprocedure, heb ik aangegeven dat er in ieder geval gekeken
wordt naar de waarborgingsgebieden Maasvlakte I en Borssele/Vlissingen.3 Daarbij heb ik ook aangekondigd om een actualisatie van de locatie-afwegingen sinds
de jaren ’70 uit te voeren. Tot slot hebben verschillende mensen en organisaties suggesties
aangedragen voor kansrijke gebieden. Zowel het actualisatierapport als de reacties
op het VenP heb ik inmiddels openbaar gemaakt op www.overkernenergie.nl, passend bij de strategie van actieve openbaarmaking en transparantie die ik in dit
proces nastreef.
Actualisatie vestigingsplaatsen kernenergie: Terneuzen en Tweede Maasvlakte als aanvullende
kansrijke gebieden
Diverse keuzes en afwegingen sinds de jaren ’70 hebben geleid tot een vestigings-
en waarborgingsbeleid voor grootschalige kerncentrales. Vertrekpunt daarbij waren
de meer dan 30 gebieden die in aanmerking komen voor grootschalige elektriciteitsopwekking4. Alle gebieden en de afwegingen die in de loop der jaren zijn gemaakt, zijn met de
kennis van nu opnieuw beoordeeld. In het «Actualisatierapport waarborgingsbeleid kernenergie»
staan de conclusies daarvan beschreven. Uit het actualisatierapport komen twee aanvullende
gebieden naar voren waar mogelijk geschikte locaties voor kerncentrales zijn. Dit
betreft Maasvlakte II en de gemeente Terneuzen. Maasvlakte II is bij de meest recente
herziening van het waarborgingsbeleid in 2008 niet beschouwd, omdat er destijds geen
aanleiding was extra gebieden aan te wijzen. Het grondgebied van de gemeente Terneuzen
komt in beeld door de geplande ontwikkeling van nieuwe hoogspanningsinfrastructuur
naar Zeeuws-Vlaanderen. TenneT is onlangs de ruimtelijke procedure gestart voor de
aanleg van een nieuw hoogspanningsstation bij Terneuzen en een nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding
hiernaartoe.
Reacties op het «Voornemen en voorstel voor Participatie» (VenP)
Begin dit jaar lag het voornemen voor de nieuwbouw ter inzage met de uitnodiging om
geschikte locaties aan te dragen. Op de terinzagelegging van het VenP hebben 1.374 mensen
of organisaties uit binnen- en buitenland gereageerd. In deze reacties zijn gebieden
aangedragen waarvan indieners menen dat deze onderzocht moeten worden. Deze gebieden
worden beoordeeld op grond van milieutechnische indicatoren (zoals beschikbaarheid
van koelwater, effecten op drinkwater), technische indicatoren (netinfrastructuur)
en bevolkingsindicatoren (bevolkingsomvang). Of deze beoordeling tot extra geschikte
gebieden zal leiden is nu nog niet bekend. Definitieve uitkomsten van deze beoordelingsronde
landen in de concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau (concept-NRD).
Vervolgproces
De komende maanden zal ik in overleg met havenbedrijven, overheden en andere betrokken
stakeholders (zoals grondgebruikers) bezien of er binnen de geschikte gebieden locaties
zijn die als kansrijk aangemerkt kunnen worden. In de concept-NRD motiveer ik welke
concrete locaties in het milieueffectonderzoek (planMER) zullen worden onderzocht.
Om tot deze te onderzoeken locaties te komen worden momenteel op hoofdlijnen ook locaties
bekeken waar verregaande maatregelen nodig zijn om deze geschikt te maken. Denk hierbij
aan het verleggen van bovengrondse en ondergrondse infrastructuur, het verleggen van
waterkeringen, of het verplaatsen van bedrijven. Dit is nodig omdat de verwachting
is dat alle beschikbare locaties in Nederland in meer of mindere mate te maken hebben
met ruimtelijke belemmeringen. Dus ook deze maatregelen worden beoordeeld, zodat mede
op basis hiervan bepaald kan worden of een locatie redelijk is.
Ik kies voor een brede aanpak, waarin ik, op basis van een beoordelingskader dat rekening
houdt met mogelijke aanpassing van locaties, in kaart breng welke locaties uiteindelijk
onderzocht gaan worden. Om dit zorgvuldig te doen is overleg nodig met betrokken overheden,
havenbedrijven en grondeigenaren. Op dit moment is nog niet precies in te schatten
hoeveel tijd deze gesprekken vergen. Uiterlijk begin 2025 wil ik de concept-NRD ter
inzage te leggen.
Stand van zaken Rijk-Regiopakket
Op 9 december 2022 is per Kamerbrief5 aangegeven dat Borssele de voorkeurslocatie is van het kabinet voor de nieuwbouw
van twee kerncentrales. Dit is gedaan om vooruitlopend op de start van de aanbesteding
al gedetailleerd onderzoek te kunnen doen. Ook bood dit de mogelijkheid om vroegtijdig
een participatietraject op te zetten. De eventuele nieuwbouw van twee nieuwe kerncentrales
in Borssele zal voor, tijdens en na de bouw grote en langjarige impact hebben op de
regio. De verwachte impact van de nieuwbouw van twee kerncentrales is qua ordegrootte,
bouwduur en impact op het leefmilieu groter dan andere (energie)projecten in de regio,
zoals de realisatie van een hoogspanningsstation in het Sloegebied of de aanleg van
het waterstofnetwerk. Met name de langdurige bouwfase van de kerncentrales heeft veel
invloed. De bouwwerkzaamheden, het verkeer en transport wat daarmee gemoeid gaat en
de huisvesting van bouwers van de kerncentrales zal substantieel merkbaar zijn in
de regio. Door de grote en langjarige impact van de bouw van kerncentrales streven
Rijk en regio gezamenlijk naar een pakket van maatregelen dat uitgaat van het (zoveel
mogelijk) mitigeren van negatieve gevolgen en tegelijkertijd inspeelt op gezamenlijke
kansen en belangen voor de toekomst van de regio, zodat een win-win situatie voor
Rijk en regio ontstaat. In het pakket kijk ik met de regio ook naar andere energieprojecten
en zal de cumulatieve effecten van die projecten ook betrekken bij het pakket.
Op 10 april 2024 heeft mijn ambtsvoorganger de Borselse en Zeeuwse voorwaarden in
ontvangst genomen.6 Deze voorwaarden heb ik ook met veel interesse tot mij genomen en ben hier op 11 september
2024 met inwoners in Borssele over in gesprek gegaan. Ik wil mijn waardering uitspreken
voor de mate waarin bewoners betrokken zijn en de bevlogenheid waarmee de gevolgen
van de plannen rondom kernenergie zijn uitgewerkt. Dit is een waardevol onderdeel
van de voorbereiding van dit project.
Zoals eerder ook aan uw Kamer is gecommuniceerd, betekent het vroegtijdige technische
onderzoek naar en participatietraject in de locatie Borssele niet dat Borssele definitief
aangewezen wordt als locatie voor de nieuwbouw van de kerncentrales. Hiervoor geldt,
zoals aan het begin van de brief beschreven, de projectprocedure. In deze procedure
weeg ik meerdere locaties gelijkwaardig en zal ik samen met de Minister van VRO een
definitieve voorkeurslocatie bepalen.
Leidende principes en uitgangspunten om te komen tot een Rijk-Regiopakket
Het komen tot een Rijk-Regiopakket vergt een zorgvuldig proces. Daarom heb ik samen
met de gemeente Borsele en provincie Zeeland een intentieverklaring ondertekend waarin
de procesafspraken van het Rijk-Regiopakket zijn uitgewerkt en waarmee we het belang
van de samenwerking onderstrepen. We hanteren daarbij de volgende leidende principes:
we werken aan een positieve nalatenschap voor de Zeeuwen, we nemen elkaar serieus
en we vertellen het eerlijke verhaal. Een belangrijke basis voor het Rijk-Regiopakket
is de vertaling van de Borselse en Zeeuwse voorwaarden in concrete afspraken.
Om te kunnen bepalen in hoeverre tegemoet kan worden gekomen aan de door de regio
gestelde voorwaarden hanteer ik daarbij een aantal uitgangspunten voor het pakket:
het moet proportioneel zijn, het moet passen in het Nederlandse energiesysteem, het
moet juridisch haalbaar zijn en het moet overeenkomstig zijn met wettelijke normeringen.
Deze uitgangspunten zijn tevens in andere regio’s toepasbaar mocht blijken dat Borsele
niet de definitieve locatie wordt van de nieuw te bouwen kerncentrales.
Integrale blik op meerdere energieprojecten is nodig
De Borselse en Zeeuwse voorwaarden hebben betrekking op meer energieprojecten in de
regio dan alleen de nieuwbouw van de kerncentrales. Deze projecten (zoals de aanlandingen
Wind op Zee IJmuiden Ver Alpha en Nederwiek 1 en het 380 kV-hoogspanningsstation Omgeving
Sloegebied) hebben ook impact op de kwaliteit van de leefomgeving. De gemeente Borsele
en de provincie Zeeland hebben laten weten niet voor elk project afzonderlijke afspraken
te willen maken. Daarom zet ik in op een breed proces.
De komende tijd ga ik met provincie en gemeente het gesprek aan over de voorwaarden.
Zo hebben de voorwaarden betrekking op verschillende fases van de bouw of exploitatie.
Ook heeft een deel van de voorwaarden betrekking op andere energieprojecten en valt
onder het mandaat van andere organisaties zoals TenneT en Hynetwork Services. Ik zal
zorgdragen dat in samenwerking met deze partijen een analyse plaatsvindt op de haalbaarheid
van deze voorwaarden. De gemeente Borsele en provincie Zeeland zullen daarbij intensief
contact onderhouden met respectievelijk inwoners en bedrijven in Borsele en overige
Zeeuwse overheden en Zeeuwse belanghebbenden. Het is mijn genoegen om te melden dat
ik samen met de gemeente Borsele en provincie Zeeland Raymond Knops heb aangesteld
als gebiedsverbinder. Ik verwacht dat de heer Knops met zijn rijke ervaring en expertise
een onafhankelijke brugfunctie kan vervullen tussen de verschillende partijen om in
de komende periode tot een gedragen Rijk-Regiopakket te komen.
Borging van de voorwaarden in het pakket, vergunning en contract
Om effectief en daadkrachtig aan de slag te gaan met de voorwaarden nemen Rijk en
Regio de voorwaarden zoveel mogelijk op in al lopende processen. Zo kunnen voorwaarden
daadwerkelijk geborgd worden:
1. Vergunning: Een voorwaarde kan nader worden uitgewerkt in Plan-MER of Project-MER en kan dan
uiteindelijk in één van de vergunningsdocumenten opgenomen worden. Het gaat dan om
de vergunningen in brede zin of om één van de onderliggende documenten. Dit geldt
voor wettelijke maatregelen. Dit zijn maatregelen die conform het projectbesluit moeten
worden uitgevoerd.
2. Contract: Een voorwaarde kan nader worden uitgewerkt in de technische haalbaarheidsstudie,
en later in de aanbesteding met de marktpartijen. De voorwaarde kan dan uiteindelijk
in het contract met de marktpartij worden opgenomen. Dit geldt voor bovenwettelijke
maatregelen rond de nieuwbouw kerncentrales.
3. Rijk-regiopakket: Voorwaarden die niet via bovenstaande twee processen kunnen worden geborgd, worden
separaat uitgewerkt. Dit wordt door de gemeente Borsele en de Provincie Zeeland gedaan
in het Lokaal Impact Rapport. Daarna wordt deze opgenomen in een separate overeenkomst
in het Rijk-Regiopakket. De (juridische) vorm van het Rijk-Regiopakket wordt in een
later stadium bepaald. Indien blijkt dat er in de loop van 2025 onvoldoende informatie
is om de voorwaarde op te nemen als afspraak, wordt er een procesafspraak gemaakt
over hoe hiermee verder te gaan.
In deze fase kan ik nog geen voorwaarden toekennen of afwijzen. Daarvoor is immers
informatie nodig uit het vergunningstraject, de technische haalbaarheidsstudies en
het lokale impact rapport. Daarbij vraagt een aantal voorwaarden nadere bespreking
met de regio, omdat deze inhoudelijk nog een verdiepingsslag vereisen. Hierbij hanteer
ik onderstaande tijdlijnen.
Wat als een andere locatie gekozen wordt voor de nieuwbouw van de kerncentrales?
Als ik in het kader van de projectprocedure tot het besluit kom dat de nieuwbouw van
de kerncentrales niet in Borssele zal plaatsvinden, zal ik met die gemeente en provincie
in gesprek gaan over de impact van de nieuwbouw in dat gebied en wat dit betekent
voor de voorwaarden die daar relevant zijn om een Rijk-Regio pakket over af te sluiten.
Mijn verwachting is dat veel van de analyse en voorwaarden zoals opgetekend door de
gemeente Borsele, ook voor andere gebieden zal gelden omdat het achterliggende belang
van een leefbare woonomgeving voor alle gebieden in Nederland van toepassing is.
Ook zonder nieuwbouw van de kerncentrales hebben de overige genoemde energieprojecten
impact op de leefomgeving in Zeeland. Daarom investeer ik bijvoorbeeld in de aanlandingsgebieden
voor wind op zee. Indien een andere locatie gekozen wordt dan Borssele betekent dit
dat voor de overige projecten het Rijk alleen afspraken maakt over wettelijke maatregelen
(vergunning), net zoals dit in andere regio’s voor dit type projecten wordt gedaan.
In elke regio voer ik vanuit mijn rol als Bevoegd Gezag immers altijd het gesprek
met regio en initiatiefnemer over het mitigeren van effecten via de vergunningen van
grote (energie)projecten.
Tot slot
De nieuwbouw van de kerncentrales is een groot project met een grote impact op de
omgeving. Met de geschetste aanpak van het locatie-onderzoek en het Rijk-Regiopakket
heb ik er vertrouwen in dat we met elkaar tot zorgvuldig gewogen besluiten kunnen
komen die goed zijn voor Borssele, Zeeland en Nederland. Ik kijk er dan ook naar uit
het constructieve overleg de Zeeuwse bestuurders, bewoners en bedrijven en uw Kamer
voort te zetten.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.T.M. Hermans
Indieners
-
Indiener
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei