Brief regering : Reactie op verzoeken commissie over de berichten "Groeiend verzet tegen vrij rond laten lopen van veroordeelden: ’Onaanvaardbaar’" en "Drie maanden na zijn veroordeling: verkrachter Roos ineens wél opgepakt" en uitvoering van de motie van het lid Ellian over binnen drie maanden een alternatief uitwerken om het grote capaciteitstekort in het gevangeniswezen tegen te gaan (Kamerstuk 24587-949)
24 587 Justitiële Inrichtingen
29 279
Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 967
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 augustus 2024
Vanwege capaciteitsgebrek in de gevangenissen wachten steeds meer veroordeelden hun
straf in vrijheid af. Daar heb ik buikpijn van. Ik wil hier keihard werk van maken.
Straffen moeten zo snel mogelijk worden uitgevoerd.
Uw Kamer heeft verzocht om een reactie op twee mediaberichten.1 In een daarvan wordt geschreven dat daders vanwege het capaciteitstekort hun straf
ontlopen. Vooropgesteld: ook ik heb veel moeite met de situatie dat zelfmelders momenteel
niet kunnen worden opgeroepen en arrestanten met straffen tot twee maanden nu niet
actief worden opgespoord. Daders zullen echter hun straf niet ontlopen. Dat neemt
niet weg dat de huidige situatie grote impact heeft op slachtoffers. Hun verhalen
raken mij enorm. In het tweede mediabericht wordt zo’n verhaal beschreven. Hoewel
ik niet op individuele zaken kan ingaan, kan ik wel melden dat veroordeelden voor
dergelijke zaken die op vrije voeten zijn, zo snel mogelijk aangehouden moeten worden.
Ik heb het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) nadrukkelijk gevraagd hierop toe
te zien.2
Ten aanzien van de capaciteitsproblematiek zijn eerder drie acute maatregelen getroffen:
de arrestantenmaatregel, de zelfmeldersstop en het eerder heenzenden.3 Door deze maatregelen is de bezetting van de politiecellen gedaald, kunnen alle preventief
gehechten geplaatst worden en kunnen de tekorten in de TBS en de jeugdgevangenissen
binnen het (volwassen) gevangeniswezen opgevangen worden. Ondertussen worden uiteraard
ook heel veel andere straffen ten uitvoer gelegd. Dat neemt niet weg dat ik de huidige
situatie moeilijk verteerbaar vind. Daarom zie ik de noodzaak om zo snel mogelijk
met aanvullende maatregelen te komen waardoor straffen die nu nog niet zijn uitgevoerd,
alsnog uitgevoerd kunnen worden. Zeker als het gaat om delicten waarbij slachtoffers
zijn gemaakt.
In dat kader kan ik uw Kamer melden dat ik vol wil inzetten op het weer wegwerken
van de voorraad zelfmelders. Begin juli zijn de eerste vijf zelfmelders met langere
straffen opgeroepen sinds de oproepstop op 6 december 2023 inging. Ik onderzoek hoe
ik dat vanaf 1 oktober versneld kan doen. In die versnelling bezie ik hoe – naast
zelfmelders met de langste straffen – ook zelfmelders met veroordelingen voor delicten
die grote impact hebben op slachtoffers kunnen worden meegenomen in de prioritering.
Dan denk ik aan zedendelicten en huiselijk geweld. Ik vind het voor slachtoffers van
deze delicten in het bijzonder moeilijk uitlegbaar dat straffen worden uitgesteld.
Gelet op de onverminderd hoge capaciteitsdruk bij DJI kan dit op korte termijn alleen als er binnen de bestaande capaciteit
ruimte wordt gecreëerd. Ik zal daarbij heel scherpe keuzes moeten maken tussen verschillende
doelgroepen, daar neem ik uw Kamer in mee.
Ik streef er in ieder geval naar eind deze maand met het CJIB, DJI en andere betrokken
ketenpartners het oproepkader voor het wegwerken van de voorraad zelfmelders4 te voltooien, waarmee wordt bepaald wie uit de zelfmeldvoorraad met voorrang wordt
opgeroepen. Afhankelijk van de keuzes die ik dan zal maken over het creëren van ruimte
binnen de bestaande capaciteit en het tempo waarin dit kan worden gerealiseerd, zal
ik dus weer meer zelfmelders uit de voorraad kunnen oproepen. Ik zal uw Kamer daarover
in de volgende voortgangsrapportage over capaciteit eind september uitgebreider informeren.
In deze brief licht ik volledigheidshalve kort de ontwikkeling van de capaciteitsproblematiek
en de al genomen maatregelen toe (paragraaf 1). Daarna ga ik in op enkele denkrichtingen
en oplossingen voor de (middel)lange termijn, inclusief het nog openstaande punt uit
de motie-Ellian (paragraaf 2).5
1. Capaciteitsproblematiek bij DJI en maatregelen
Sinds het najaar van 2023 is sprake van een acuut capaciteitstekort bij DJI. Dit wordt
veroorzaakt door een personeelstekort, een oplopende bezetting en een sterk toegenomen
verblijf van jeugdigen en TBS-passanten6 in het gevangeniswezen. Ook zorgen renovaties van gebouwen voor (tijdelijk) minder
beschikbare capaciteit. Er zijn verschillende tijdelijke maatregelen getroffen om
de instroom te beperken en de doorstroom te vergroten. Deze zijn in nauw overleg met
DJI, het CJIB, de reclassering, de politie en het Openbaar Ministerie uitgewerkt.
De acute, tijdelijke maatregelen heb ik hierboven al kort benoemd.
Daarnaast zijn ook de volgende maatregelen tijdelijk van kracht: het eerder doorplaatsen
van gedetineerden naar de Beperkt Beveiligde Afdeling (BBA), het verhogen van de doorstroom
naar de forensische zorg en het inzetten van capaciteitsverlof met elektronisch toezicht.
In de volgende voortgangsrapportage (eind september) zal ik uitgebreider ingaan op
het actuele cijferbeeld van de capaciteit en de stand van zaken van genomen maatregelen.
Ik kan uw Kamer laten weten dat ik er alles aan doe om mogelijkheden te vinden waarmee
cellen beschikbaar komen, om de voorraad zelfmelders en arrestanten hun straf te laten
uitzitten.
2. Denkrichtingen en oplossingen voor de (middel)lange termijn
In de toekomst moet voldoende capaciteit in het gevangeniswezen, de forensische zorg
en de jeugdinrichtingen beschikbaar zijn om straffen en maatregelen snel en zeker
ten uitvoer te kunnen leggen. Daarom zijn de afgelopen periode in gesprek met eerdergenoemde
ketenpartners denkrichtingen en oplossingen geïnventariseerd voor de (middel)lange
termijn en worden deze uitgewerkt. Hierbij zijn ook suggesties van uw Kamer betrokken.
Steeds geldt dat het veilig moet zijn voor slachtoffers, maatschappij en personeel.
De opbrengst uit de inventarisatie is onder te verdelen in vier categorieën:
1. Meer maatwerk bij straffen;
2. Andere detentieconcepten;
3. Vergroten van de capaciteit bij jeugdgevangenissen en TBS;
4. Internationale samenwerking.
1. Meer maatwerk bij straffen
In het traject Straffen op maat wordt ingezet op de effectiviteit van straffen en
van het bereiken van de strafdoelen vergelding, recht doen aan slachtoffers en voorkoming
van recidive. Hierover is uw Kamer in een eerdere brief geïnformeerd.7 De Staatssecretaris Rechtsbescherming werkt de maatregelen conform de toezegging
uit die brief nader uit. Verschillende maatregelen kunnen ook helpen bij het verlichten
van de druk op de gevangeniscapaciteit. Een voorbeeld is extra inzet op de succesvolle
afronding van taakstraffen. Bij te maken keuzes in dit traject zal dan ook nadrukkelijk
worden gekeken naar wat kan bijdragen aan het oplossen van de capaciteitsproblematiek.
2. Vernieuwende en andere detentieconcepten
Verder valt te denken aan meer differentiatie bij de tenuitvoerlegging van gevangenisstraffen.
Ik onderzoek de mogelijkheden van een detentieconcept met een sober regime en een
beveiligingsniveau op maat, waarvoor minder personeelsinzet nodig is. Door plaatsing
van gedetineerden met beperktere risico’s in een omgeving die bij die risico’s past,
ontstaat er in de zwaarder beveiligde capaciteit ruimte voor gedetineerden met hogere
risico’s. (Kortgestrafte) zelfmelders zijn een mogelijke doelgroep voor dit detentieconcept.
DJI gaat na op welke bestaande en mogelijk nieuwe locaties deze extra celcapaciteit
gerealiseerd kan worden. Extra capaciteit op bestaande locaties kan vanaf de eerste
helft van 2025 operationeel zijn en extra capaciteit op nieuwe locaties zal op zijn
vroegst eind 2025 beschikbaar zijn. Ik zal uw Kamer hierover geïnformeerd houden via
de volgende voortgangsrapportages.
Deze oplossingsrichting sluit aan op het nog openstaande punt uit de motie-Ellian,
namelijk om na te gaan hoe versobering of een andere vormgeving van dagprogramma’s
verantwoord kan leiden tot capaciteitsvergroting. De overige vijf punten van de motie
zijn reeds in de eerste voortgangsrapportage van 26 juni jl. aan de orde geweest.8
Ik kijk ook (inter)nationaal naar oplossingen om personele inzet te beperken, zoals
de inzet van (innovatieve) technologie. Daarbij zal ik goede voorbeelden in het buitenland
ophalen en bestuderen.
3. Vergroten van de capaciteit bij jeugdgevangenissen en tbs
De capaciteitsontwikkelingen bij de jeugdgevangenissen en de tbs staan niet los van
die binnen het gevangeniswezen: een capaciteitstekort bij jeugdgevangenissen en tbs
wordt namelijk vaak binnen het gevangeniswezen opgevangen.
De operationele capaciteit van jeugdgevangenissen en Kleinschalige Voorzieningen Justitiële
Jeugd (in juni 2024 in totaal 546 plekken) wordt uitgebreid, onder voorbehoud van
een succesvolle werving van personeel. In Veenhuizen wordt een onderdeel van de gevangenis
herbestemd tot een nieuwe jeugdgevangenis («De Haven»). Deze zal gefaseerd in gebruik
worden genomen. Ik verwacht dat daar per 1 oktober 2024 de eerste twee leefgroepen
(totaal: 20 plaatsen) van start kunnen. Als de ingebruikname van De Haven volgens
planning verloopt, komen er in 2025 nog 44 extra plaatsen bij. Op dit moment is in
jeugdgevangenis Den Hey-Acker een leefgroep buiten gebruik vanwege personele problematiek.
Er wordt hard gewerkt om deze leefgroep (totaal: 10 plaatsen) dit najaar opnieuw in
gebruik te kunnen nemen. Daarnaast moet ook de capaciteit van jeugdgevangenis Teylingereind
uitgebreid worden. Ik verwacht dat daar in de zomer van 2025 een extra leefgroep (totaal:
10 plaatsen) in gebruik te nemen.
Ook bij tbs-klinieken wordt de capaciteit uitgebreid door in te zetten op het aantal
plekken. Meerdere klinieken, zowel van het Rijk als particulier, zijn bezig met uitbreidingen.
Op dit moment zijn in de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor
2025 middelen opgenomen voor zo’n 170 extra plekken ten opzichte van de huidige bezetting
(1.671, stand juni 2024). Dat gaat op termijn ruimte geven om nieuwe tbs-gestelden,
die nog in het gevangeniswezen verblijven, op te nemen. Ik werk bovendien samen met
mijn collega’s van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan een werkagenda om de aansluiting
tussen de forensische zorg en de reguliere zorg te verbeteren. Dat moet er onder andere
aan bijdragen dat tbs-gestelden niet onnodig lang in tbs-klinieken verblijven en ook
dat GGZ-patiënten met een hoog veiligheidsrisico niet onnodig in tbs-klinieken verblijven.
De werkagenda wordt in oktober met uw Kamer gedeeld.
Daarnaast zet ik in op betere doorstroom van hoog-beveiligde klinieken naar voorzieningen
met een lager beveiligingsniveau, wanneer dat veilig en verantwoord is. Zo kunnen
tbs-patiënten die geen behoefte meer hebben aan het allerhoogste beveiligingsniveau
omdat de risico’s voldoende zijn teruggebracht, overgeplaatst worden naar een kliniek
met een lager beveiligingsniveau. Zo werken we stapsgewijs toe naar een verantwoorde
en veilige terugkeer naar de samenleving. Ook dit moet bijdragen aan minder druk op
de capaciteit van het gevangeniswezen.9 Ik informeer uw Kamer hier verder over voor het commissiedebat van 2 oktober a.s.,
via de voortgangsbrief Forensische Zorg.
4. Internationale samenwerking
Ik zoek op dit moment bovendien actief internationaal naar oplossingen, zoals naar
het tenuitvoerleggen van gevangenisstraffen van bepaalde groepen in het buitenland.
Het verleden toont aan dat er mogelijkheden zijn om hierover (verdrags)afspraken te
maken tussen landen onderling. Zo zijn er gedetineerden uit België en Noorwegen in
Nederland geplaatst geweest. Ik onderzoek daarom serieus wat voor Nederland de mogelijkheden
zijn om met andere EU-lidstaten (verdrags)afspraken te maken. Daarbij kijk ik onder
meer naar de zogenoemde VRIS-populatie: vreemdelingen in de strafrechtketen.
De vier hierboven geschetste oplossingen en denkrichtingen acht ik kansrijk. Tevens
zoek ik binnen de gevangenissen naar mogelijkheden om de werkdruk voor het personeel
te verlichten. Zo ben ik in mijn gesprekken met DJI-medewerkers geschrokken van het
vele werk dat voortkomt uit de stijging van het aantal klachten. Ik wil bekijken wat
ik hieraan kan doen, zodat medewerkers met de kern van hun werk bezig kunnen zijn.
Andere ideeën om de capaciteitsproblematiek te verlichten zijn afgevallen, omdat zij
geen oplossing bieden voor de huidige problematiek. Denk bijvoorbeeld aan het vaker
inzetten van meerpersoonscellen, zoals ook besproken met uw Kamer tijdens het plenaire
debat op 11 april jl. Hoewel ik dit graag zou willen, is het op dit moment niet mogelijk
om nog vaker meerpersoonscellen in te zetten dan al gebeurt. Er zijn fysieke barrières,
zoals dat bestaande meerpersoonscellen al bezet zijn en de inrichtingen niet zijn
ingericht op meer meerpersoonscellen. Verder geldt dat een deel van de gedetineerden
niet met meerdere personen op cel geplaatst kunnen worden, vanwege veiligheidsrisico’s,
zit een deel van de gedetineerden in een individueel regime, en ook gedetineerden
die extra zorg nodig hebben komen niet in aanmerking voor een meerpersoonscel. Tot
slot zorgen meer meerpersoonscellen niet voor een lagere personeelsinzet vanwege de norm van 2 medewerkers op 24 gedetineerden.
3. Tot slot
Daders mogen en zullen hun straf niet ontlopen. Wie de cel in moet, gaat de cel in.
Ik zal daar in mijn taalgebruik ook heel helder over zijn. Ik blijf dan ook met de
ketenpartners aan alle kanten zoeken naar tijdelijke en structurele oplossingen voor
de capaciteitsproblematiek bij DJI. Het belang van slachtoffers en de veiligheid van
de maatschappij en personeel van DJI staan daarbij telkens voorop. Mijn prioriteit
is gevangenisstraffen zo snel mogelijk ten uitvoer te leggen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
I. Coenradie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid