Brief regering : Niet reanimeren-penning
36 410 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2024
Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 november 2023
Met deze brief informeer ik u over mijn besluit om de (project)subsidie aan de Patiëntenfederatie
Nederland (PFN) voor het uitgeven en verstrekken van de niet reanimeren-penning (verder:
penning) eind 2024 niet te verlengen en over de overwegingen die aan deze beslissing
ten grondslag liggen:
a. De uitgifte en verstrekking van de penning is geen publiekrechtelijke taak;
b. Er zijn aanbieders die een penning uitgeven en verstrekken tegen een betaalbare kostprijs;
c. Met structurele financiering van de PFN voor verstrekking en uitgifte van de penning
is daarom in beginsel sprake van het verlenen van staatssteun;
d. De PFN blijft algemene informatie geven over wilsverklaringen, waaronder over het
dragen van de penning, voornamelijk via haar website, inclusief de kennisbank. Daarnaast
biedt zij ook de optie om via e-mail of telefoon vragen te stellen via het Nationale
Zorgnummer.
De penning was aanvankelijk een initiatief van de toenmalige Nederlandse Vereniging
voor Vrijwillige Euthanasie (NVVE) (tegenwoordig: Nederlandse Vereniging voor een
Vrijwillig Levenseinde) voor haar leden. In uw Kamer kwam de wens naar voren voor
de «neutrale» uitgifte en verstrekking van een penning. Om daaraan te voldoen, heeft
mijn ambtsvoorganger de PFN daartoe bereid gevonden. In overleg met de NVVE is de
PFN op 7 juni 2017 gestart met de uitgifte van de penning. Daarbij is in afstemming
met relevante partijen namens zorg- en hulpverleners het bijbehorend informatiemateriaal
ontwikkeld.
De aanvragers van de penning betalen voor de afgifte daarvan een eigen bijdrage, maar
die is niet kostendekkend. Daarom wordt sinds 2016 daarvoor door VWS een projectsubsidie
toegekend aan de PFN. Vanuit toen nog de gedachte dat dit voor een beperkte periode
zou zijn en dat de penning, na een aanloopperiode van toen naar schatting drie jaar,
kostenneutraal uitgegeven en verstrekt zou kunnen worden.
Ondanks dat de PFN sinds 2017 naar wegen heeft gezocht voor de uitgifte en verstrekking
van een penning tegen kostendekkend tarief, hebben die door mij gewaardeerde inspanningen
niet het gewenste resultaat gehad. In 2019 werden er 6.835 penningen besteld, in 2020
en 2021 vielen de bestellingen terug naar 3.650 om in 2022 weer op te lopen naar een
aantal van 4.110.
Zoals gezegd, was de inzet van een projectsubsidie bedoeld als overbrugging van de
toen nog naar verwachting overzienbare periode die nodig was om tot een penning tegen
kostendekkend tarief te komen. Dat is helaas niet mogelijk gebleken. De PFN heeft
te kennen gegeven dat het voor haar geen optie is om zonder financiering vanuit VWS
de penninguitgifte met bijbehorende specifieke service ((telefonische)informatie en
ondersteuning bij het bestelproces) te continueren. Met het expireren van de (eerder
al 2 maal met 3 jaar verlengde) projectsubsidie eind 2024 en de wetenschap dat een
dergelijke subsidie naar haar aard tijdelijk is, is het nu noodzakelijk om de balans
op te maken.
De penning is te beschouwen als een schriftelijke wilsverklaring, waarvan ook de juridische
status identiek is aan die van een schriftelijke wilsverklaring. Naar geldend recht
zijn er geen bijzondere vormvereisten verbonden aan de schriftelijke wilsverklaring.
Wel geldt als zorgvuldigheidseis dat een hulpverlener zich ervan moet overtuigen dat
de wilsverklaring afkomstig is van de patiënt en dat de gegevens op de penning in
overeenstemming zijn met de identiteit van de drager. Een penning die voorzien is
van een naam, geboortedatum, handtekening en foto van de drager voldoet in alle opzichten
aan de eisen die ook aan een papieren schriftelijke verklaring kunnen worden gesteld.
Mijn ambtsvoorganger heeft in maart 2016 op schriftelijke vragen vanuit uw Kamer1 geantwoord dat «de uitgifte en verstrekking van een niet reanimeren-penning geen
publiekrechtelijke taak is.» Ik deel die opvatting. Op de markt zijn bovendien ondertussen
verschillende aanbieders die een penning aanbieden die aan de zorgvuldigheidseisen
voldoet en ook tegen een betaalbare prijs te verkrijgen is.2 Het omzetten van de tijdelijke projectsubsidie in een structurele financiering aan
de PFN zou daarom ook in strijd komen met het staatssteunverbod.3 In het verlengde daarvan heb ik daarom besloten om de projectsubsidie aan de PFN
per eind 2024 te beëindigen.
Wel vind ik het belangrijk dat mensen, die daaraan behoefte hebben, zich goed en zorgvuldig
kunnen informeren alvorens een beslissing te nemen over het al dan niet aanschaffen
en dragen van de penning. De penning kan immers grote consequenties met zich brengen
voor de drager daarvan en ik vind het belangrijk dat die zich daarvan voldoende bewust
is.
Dat behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van de drager van de wilsverklaring
c.q. de penning zelf. Dat geldt eveneens om ervoor zichzelf regelmatig bij stil te
staan of hij nog steeds achter de eerder gemaakte keuze staat, en op basis daarvan
te beslissen of hij de penning al dan niet blijft dragen. Dat is een zaak van persoonlijke
afweging, die op grond van voldoende informatie gemaakt wordt. De PFN blijft dan ook
algemene informatie geven over wilsverklaringen, waaronder over het dragen van de
penning, voornamelijk via haar website, inclusief de kennisbank. Daarnaast biedt zij
de optie om via e-mail of telefoon vragen te stellen via het Nationale Zorgnummer.
Dat kan helpen en ondersteunen bij het maken van die persoonlijke afweging. De PFN
zal na afloop van de projectsubsidie, losgekoppeld van de uitgifte en verstrekking
van de penning, geen «specifieke service» meer bieden, zoals een apart telefoonnummer,
een meldpunt voor en een brochure over de penning. Deze met specifiek de uitgifte
en het daarbij behorende bestelproces verbonden service rondom de verstrekking en
uitgifte van de penning, mist in de ogen van de PFN meerwaarde voor de mensen die
hun penning straks elders zullen aanschaffen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers
Indieners
-
Indiener
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport