Brief regering : Joint Letter of Intent Maatwerk Nobian
29 826 Industriebeleid
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 200 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 november 2023
Met de maatwerkaanpak verduurzaming industrie wil ik de grootste industriële uitstoters
die ambitieuze plannen hebben, faciliteren om te verduurzamen in Nederland. Binnen
de maatwerkafspraken maken we afspraken met deze bedrijven over meer en snellere verduurzaming
bovenop het klimaatakkoord. In dat kader informeer ik u, mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat over de Joint Letter of Intent (JLoI) die ik op 21 november
jl. met Nobian heb getekend. Uw Kamer vindt de JLoI bijgevoegd. Dit is de eerste JLoI
die is gesloten met een maatwerkbedrijf. Een JLoI is de laatste tussenstap naar bindende
maatwerkafspraken, maar is niet vrijblijvend. In de JLoI staan onder meer verscheidene
inspanningsverplichtingen die partijen aangaan.
Ambitie JLoI
De JLoI met Nobian is ambitieus en betreft naast een forse CO2 reductie ook positieve bijdragen op het gebied van de leefomgeving (onder andere
stikstofuitstoot en zoetwatergebruik), aardgasgebruik en flexibilisering van het elektriciteitsnet.
Met behulp van maatwerkafspraken kan Nobian haar klimaatdoelstellingen met 10 jaar
versnellen en daarmee in 2030 al nagenoeg geen CO2 meer uitstoten. Dit betekent een CO2 scope 1 reductie van ca. 600 Kton per jaar in 2030. Dit is ca. drie maal de reductie
die het bedrijf volgens het klimaatakkoord moet realiseren in 2030. Deze reductie
telt voor ca. 50% mee voor de opgave van de sector industrie en voor 50% voor de opgave
van de sector elektriciteit, omdat Nobian naast de opwek van stoom, ook elektriciteit
produceert.
Verder kan realisatie van de in de JLoI omschreven projecten ervoor zorgen dat de
stikstofuitstoot (NOx) van 450 ton per jaar nu naar vrijwel 0 gaat in 2030. Deze NOx reductie betreft ca. 1,5% van het totale NOx-reductiedoel voor de industrie in 2030. Ook daalt het jaarlijkse aardgasverbruik
van ca. 350 mln. m3 naar vrijwel 0 in 2030. Dat is meer dan 1% van het totale gasverbruik in Nederland
en staat gelijk aan het verbruik van ca. 250.000 huishoudens, vergelijkbaar met de
stad Den Haag. Na elektrificatie kan Nobian in Delfzijl en Hengelo ca. 15 MW en in
Rotterdam ca. 25 MW extra flexibel inzetten om het elektriciteitsnet te balanceren.
Daarnaast zorgen de projecten dat er meer water over blijft voor andere partijen (1,7 mln. m3) en voor een reductie van warmte (ca. 90 MW) bij de waterlozing na het productieproces
in Delfzijl en Hengelo. Tot slot kunnen de zoutcavernes in Zuidwending mogelijk worden
ingezet als opslag voor ca. 1 TWh aan waterstof als onderdeel van ontwikkelingen van
de waterstof infrastructuur.
Adviescommissie
Om de kwaliteit van de voorgenomen maatwerkafspraken te borgen, heb ik de onafhankelijke
adviescommissie maatwerkafspraken verduurzaming industrie ingesteld.1 Hiermee is ook invulling gegeven aan de wens van uw Kamer om de maatwerkafspraken
te laten toetsen op onder andere haalbaarheid, doelmatigheid en ambitieniveau. De
adviescommissie adviseert over een concept-JLoI. Dit is het moment dat de beoogde
JLoI voldoende gedetailleerd is uitgewerkt, maar er tegelijkertijd nog ruimte is om
de overwegingen van de adviescommissie mee te nemen in de uitwerking van de definitieve
JLoI en/of bindende maatwerkafspraken. Naast de concept-JLoI en de adviesaanvraag
heeft de adviescommissie ook relevante achtergronddocumentatie ter informatie ontvangen,
zoals de vertrouwelijke business case.
Op 12 mei jl. heb ik de concept-JLoI met Nobian voorgelegd aan de adviescommissie.
De commissie heeft vervolgens meerdere gesprekken gevoerd met het overheidsteam en
met het Nobian team, zowel afzonderlijk als gezamenlijk. Daarnaast is de commissie
op werkbezoek geweest bij Nobian. Op 16 juni jl. heeft de adviescommissie haar advies
aan mij aangeboden. Het advies van de adviescommissie vindt uw Kamer bijgevoegd. Normaal
gesproken zou er minder tijd zitten tussen een concept-JLOI (en het bijbehorende advies
van de adviescommissie) en het ondertekenen van de definitieve JLOI. Door onder andere
de demissionaire status van het kabinet en de betekenis daarvan voor het aangaan van
de JLoI heeft ondertekening van de definitieve JLOI deze keer langer op zich laten
wachten.
De adviescommissie beoordeelt de concept-JLoI als een goede basis om de afspraken
verder uit te werken in een definitieve JLoI en vervolgens in bindende maatwerkafspraken.
De adviescommissie geeft in haar advies een positief oordeel over het belang van Nobian,
vindt de beoogde resultaten significant en beoordeelt de projecten uit de JLoI als
doelmatig, technisch logisch en realistisch en ruimtelijk inpasbaar. Verder onderschrijft
de adviescommissie het strategische belang van Nobian voor de Nederlandse chemische
industrie en maatschappelijk relevante productieketens en stelt het vast dat de beoogde
bijdrage aan het reduceren van uitstoot van CO2 en stikstof en vermindering van gebruik van aardgas en zoet water significant zijn.
De adviescommissie stelt in paragraaf 4 van haar advies een aantal condities, aanbevelingen
en overwegingen aan de definitieve maatwerkafspraken die voortvloeien uit de gemaakte
analyses op het gebied van publiek belang (paragraaf 1), haalbaarheid (paragraaf 2)
en het financieel arrangement (paragraaf 3). De condities, aanbevelingen en overwegingen
betreffen grotendeels de nog te maken bindende maatwerkafspraken met Nobian, maar
betreffen deels ook de maatwerkaanpak in brede zin. Het advies is waar mogelijk direct
verwerkt in de JLoI met Nobian. Een aantal punten vraagt om een gedetailleerde uitwerking
en zal daarom worden meegenomen bij de uitwerking van de definitieve maatwerkafspraken.
In lijn met het advies van de commissie over het publiek belang is het gebiedsproces
en de benodigde projectorganisatie (governance) nader uitgewerkt en zijn hierover
afspraken gemaakt. Hierin is extra aandacht besteed aan het proces van het betrekken
van omwonenden. Ook is, in lijn met het advies van de commissie om elkaar langere
tijd zekerheid te bieden, afgesproken dat de huidige projectstructuur in ieder geval
wordt voortgezet tot de bindende maatwerkafspraken. Onderdeel van deze afspraken wordt
een complete projectorganisatie voor de periode na de bindende afspraken tot de realisatie
van de projecten, inclusief afspraken over de monitoring. Tot slot is in de JLoI ook
een aantal inspanningen van de provincies Overijssel en Zuid-Holland opgenomen. De
provincie Groningen heeft ervoor gekozen om in deze fase nog geen inspanningsverplichtingen
aan te gaan. De provincie Groningen zal net als de andere provincies actief betrokken
worden in het proces naar bindende maatwerkafspraken.
In lijn met het advies over haalbaarheid is het gesprek met de netbeheerders geïntensiveerd.
Er is besproken dat de relevante netbeheerders straks per project actief worden betrokken.
Ook worden de kosten en baten van variabel elektriciteitsgebruik dan nader uitgewerkt.
Verder wordt er, waar opportuun, gekeken naar de plannen van de belangrijkste klanten
van Nobian. De ambtitie is om in Q1 2024 tot bindende afspraken te komen voor project 1
t/m 3. Voor project 4 (energieopslag) en project 5 (portfolio aan projecten) is afgesproken
dat er geen bindende maatwerkafspraak volgt. Er gaat daarmee ook geen «maatwerkgeld»
naar deze projecten. De inspanningsverplichtingen die in de JLoI zijn vastgelegd blijven
wel gelden. Dit betekent dat partijen zich moeten inspannen om deze projecten (tijdig)
te realiseren.
Ten behoeve van de analyse van het financiële arrangement heeft de adviescommissie
de business case en het financiële model ontvangen. Er heeft ook nog een aparte expertsessie
op dit terrein plaatsgevonden om verdiepende vragen te stellen en beantwoorden. Vanwege
bedrijfsvertrouwelijke redenen kan deze bijlage niet gepubliceerd worden. In lijn
met het advies wordt voorafgaand aan het sluiten van bindende maatwerkafspraken een
vast bedrag zonder bandbreedte berekend en onderbouwd door financieel experts. Ook
is afgesproken dat er in het geval van maatwerkfinanciering een mechanisme wordt toegepast
om overcompensatie te voorkomen, zoals door de commissie is geadviseerd. Dit mechanisme
wordt de komende tijd nader uitgewerkt. Alle mogelijke financiële arrangementen dienen
verenigbaar te zijn met de geldende EU staatssteunkaders. Wat betreft het voorstel
van de commissie om een deel pas na realisatie uit te keren onderzoeken we nog wat
de financiële consequenties zijn voor de business case m.b.t. het financieringsprobleem.
Middels de zogenoemde «expertpool», wordt beoogd dat omgevingsdiensten extra capaciteit
kunnen inzetten voor complexe projecten bij maatwerkbedrijven. Hiervoor is € 35 miljoen
uit de klimaatfondsmiddelen gereserveerd. In overleg met provincies en omgevingsdiensten
worden deze middelen verdeeld. Daarmee alloceren wij niet vooraf 1 á 2% van het totaalbudget
voor maatwerkafspraken zoals is voorgesteld door de adviescommissie. Voor wat betreft
de overweging van de adviescommissie dat moet worden onderkend dat de eigendomspositie
van Nobian geen gegeven is, is van belang dat een wisseling van de eigendomspositie
geen invloed heeft op de gebondenheid van Nobian aan de JLoI of de bindende afspraken.
Tot slot geeft de adviescommissie nog een aantal overwegingen mee die betrekking hebben
op de maatwerkaanpak in brede zin. In lijn met deze overwegingen zijn verschillende
acties in gang gezet. Zo is bijvoorbeeld een adviesbureau ingehuurd voor de internationale
analyse van maatwerkbedrijven, zoals geadviseerd door de commissie. Dit onderzoek
wordt momenteel uitgevoerd. Ook is met de netbeheerders afgesproken om hen intensiever
te betrekken bij de uitwerking van de maatwerkafspraken. De uitwerking van de overige
generieke overwegingen van de adviescommissie licht ik in de volgende voortgangsrapportages
maatwerk nader toe.
Conclusie
De JLoI met Nobian is ambitieus en realisatie van de projecten betekent een significante
CO2 reductie en andere positieve maatschappelijke effecten op stikstof, aardgas, waterverbruik
en flexibilisering van het elektriciteitsnet. Daarnaast draagt deze potentiële maatwerkafspraak
bij aan de versterking van de strategische autonomie van Nederland voor de lokale
productie van een essentiële grondstof (zout) en belangrijke basischemicaliën voor
de industrie. Ik ben content met dit tussenproduct en het advies van de commissie
laat zien dat we op de goede weg zijn. Echter vraagt de uitwerking om tot daadwerkelijke
realisatie te komen nog veel werk van meerdere partijen. Daar zijn én gaan we de komende
maanden, samen met alle betrokken partijen, hard mee aan de slag!
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
Indieners
-
Indiener
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat