Brief regering : Verzuimboetes BTW e-Commerce
35 527 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet implementatie richtlijnen elektronische handel)
Nr. 19
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 oktober 2023
Met deze brief informeer ik u dat ik heb besloten tot 1 juni 2024 geen betaalverzuimboetes
op te leggen aan ondernemers die deelnemen aan de regeling EU btw e-Commerce. De al
opgelegde betaalverzuimboetes zal ik terugdraaien en de bezwaren tegen al opgelegde
betaalverzuimboetes gegrond verklaren. Naheffingsaanslagen worden wel opgelegd. De
Belastingdienst zal een beleidsbesluit met deze strekking nog dit jaar publiceren.
De vrijwillige regeling EU btw e-Commerce is ontworpen om internationale verkopen
op afstand binnen de EU te vergemakkelijken, maar de dienstverlening binnen de verschillende
Europese lidstaten zorgt er momenteel voor dat ondernemers het risico lopen om ten
onrechte een verzuimboete opgelegd te krijgen. Daarnaast levert het opleggen van betaalverzuimboetes
en het behandelen van bezwaren hiertegen momenteel een onevenredige werklast op voor
de Belastingdienst. Momenteel leggen andere EU-lidstaten, met uitzondering van Finland,
ook geen betaalverzuimboetes op. Hieronder zal ik deze twee aspecten nader toelichten
en daarna ingaan op de wijze waarop de Belastingdienst ondernemers hierover zal informeren.
Dienstverlening onder het Noodspoor
Sinds 1 juli 2021 zijn de regels gewijzigd met betrekking tot de btw die verschuldigd
is bij afstandsverkopen (e-Commerce) binnen de Europese Unie. Btw moet betaald worden
aan de lidstaat waar de consument zich bevindt. Ondernemers kunnen rechtstreeks btw
betalen aan deze lidstaat of ze kunnen dit doen via de vrijwillige regeling voor EU
btw e-Commerce. In deze regeling doet de ondernemer de aangiften en betalingen voor
alle verkopen binnen de EU in de lidstaat waar hij gevestigd is. De belastingdienst
van de lidstaat waar de ondernemer zijn aangiften en betalingen heeft gedaan, geeft
meldingen en betalingen door aan de belastingdiensten van de lidstaten waar goederen
en diensten zijn geleverd.
De Nederlandse Belastingdienst voert tot 1 juni 2024 de Europese richtlijn over btw
e-Commerce uit via een tijdelijke voorziening, het zogenoemde Noodspoor. Op 1 juni
2024 wordt een structurele voorziening ingevoerd, het zogenoemde Hoofdspoor.
Vanaf de invoering van de regeling heb ik u meermalen geïnformeerd over de implementatie;
voor het laatst in de stand-van-zakenbrief van 31 augustus 20231 en het Overzicht Uitvoerbaarheid bij het Belastingplan 2024 (Kamerstuk 36 418).2 De Belastingdienst kan aangiften onder het Noodspoor alleen handmatig verwerken en
pas na minimaal een half jaar vaststellen of er tijdig en volledig is betaald. Dit
komt door de beperkte functionaliteit van het Noodspoor én de matige kwaliteit van
de (betaal)gegevens die belastingdiensten van andere EU-lidstaten aanleveren.
Dit leidt ertoe dat pas na een lange periode duidelijk is of buitenlandse ondernemers
in Nederland volledig en tijdig de verschuldigde btw hebben betaald. Pas daarna kan
eventueel een naheffing met een betaalverzuimboete worden opgelegd. Ondernemers zien
in de praktijk pas bij het opleggen van de boete dat zij een fout hebben gemaakt,
bijvoorbeeld in het berekenen van het verschuldigde bedrag. Zij hebben in de tussentijd
vaak dezelfde fout gemaakt in volgende aangiftes. Dit leidt ertoe dat ondernemers
herhaaldelijk betaalverzuimboetes kunnen krijgen voor dezelfde fout.
Bezwaren van ondernemers uit EU-lidstaten
Ondernemers die vanuit een andere EU-lidstaat verkopen in Nederland blijken vaak niet
op de hoogte van het precieze bedrag dat afgedragen moet worden. Zo bestaan er onduidelijkheden
over betaaltermijnen, wisselkoersen of bankkosten. De communicatie hierover, die regelmatig
verloopt via andere belastingdiensten, is niet altijd voldoende duidelijk geweest.
Ook blijkt dat ondernemers niet altijd goed inschatten hoeveel tijd banken nodig hebben
voor het overschrijven van het verschuldigde bedrag.
Dit leidt er naar verwachting toe dat bij het opleggen van betaalverzuimboetes over
de betalingen van de afgelopen periode het aantal bezwaren zal toenemen. Bezwaren
tegen deze betaalverzuimboetes die tot nu toe zijn behandeld, zijn voor het grootste
deel gegrond verklaard. Dit komt omdat ondernemers aannemelijk kunnen maken dat zij
geen enkele schuld hebben aan het niet volledig of tijdig betalen van de btw.
Inzet capaciteit
De Belastingdienst moet onder het Noodspoor veel extra mensen inzetten om alle gevallen
waarin mogelijk niet of niet volledig is betaald te controleren en om alle verwachte
bezwaren te behandelen. Alle betaalverzuimboetes en alle bezwaren moeten handmatig
opgelegd en behandeld worden. De kosten hiervoor overstijgen naar verwachting ruimschoots
de opbrengst van boetes.
De personele capaciteit van de Belastingdienst is ook nodig om een tijdige overgang
naar het Hoofdspoor te kunnen realiseren. De inzet van deskundig personeel om betaalverzuimboetes
op te leggen en bezwaren te behandelen zou mogelijk een risico kunnen vormen voor
een vloeiende en tijdige overgang.
Ondernemers en de Belastingdienst hebben baat bij inwerkingtreding van het Hoofdspoor,
omdat dit de dienstverlening verbetert en het proces minder arbeidsintensief maakt.
Onder het Hoofdspoor kunnen betaalverzuimboetes geautomatiseerd worden opgelegd. Ook
de lange doorlooptijd wordt opgelost in het Hoofdspoor.
Informatie aan ondernemers
Indien niet (volledig) betaald is of het verkeerde btw-tarief of bedrag is betaald,
ontvangen ondernemers een brief dat er geen boete wordt opgelegd, maar alleen een
naheffingsaanslag. Bij te late betalingen zal er geen boete worden opgelegd en wordt
het proces geautomatiseerd afgehandeld: de ondernemer ontvangt hierover geen brief.
Vier tot zes maanden voorafgaand aan het moment dat er weer betaalverzuimboetes worden
opgelegd, worden ondernemers geïnformeerd zodat zij hier tijdig van op de hoogte zijn.
Indien er een betaalverzuimboete is opgelegd, waartegen geen bezwaar gemaakt is, ontvangen
ondernemers een brief met de melding dat de boete wordt teruggestort. De ingediende,
maar nog niet behandelde, bezwaren tegen de betalingsverzuimboetes worden toegekend
en terugbetaald. Ook alle boetes waarvan het bezwaar al behandeld is, worden teruggestort.
Ondernemers ontvangen hierover een brief.
Budgettaire consequenties
De gederfde (boete-)inkomsten bedragen circa € 12 miljoen. De gederfde inkomsten en
uitvoeringskosten worden gedekt binnen de begroting van het Ministerie van Financiën.
Door het ontbreken van een juridische legitimatie voor het niet opleggen van de betalingsverzuimboetes
zal deze handeling ook worden gemeld in de bedrijfsvoeringsparagraaf van het Ministerie
van Financiën.
Tot slot
Ik heb vanwege bovenstaande redenen besloten om tot 1 juni 2024 geen betaalverzuimboetes
op te leggen aan ondernemers die deelnemen aan de regeling EU btw e-Commerce en eerder
opgelegde betaalverzuimboetes terug te draaien. De vrijwillige regelgeving voor ondernemers
is ontworpen om de btw-afhandeling voor e-Commerceverkopen binnen de EU te vereenvoudigen.
Dat is nu niet (altijd) het geval. Ik heb er vertrouwen in dat dit met de inwerkingtreding
van het Hoofdspoor zal veranderen. Andere EU-lidstaten lopen tegen dezelfde problemen
aan. Het is nog onduidelijk hoe landen die deelnemen aan de regeling voor btw e-Commerce
hiermee omgaan. Tot nu toe legt alleen Finland boetes op. Voor de volledigheid benadruk
ik dat vergrijpboetes nog wel opgelegd kunnen worden, in gevallen waarin opzettelijk
de verschuldigde btw niet (volledig) is betaald. Via de stand-van-zakenbrieven zal
ik u verder informeren over de overgang van het Noodspoor naar het Hoofdspoor met
betrekking tot EU btw e-Commerce.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
Indieners
-
Indiener
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën