Brief regering : Onderzoeksrapporten over financieel advies
32 545 Wet- en regelgeving financiële markten
Nr. 194
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 oktober 2023
Bijgaand stuur ik u twee onderzoeksrapporten van Centerdata over financieel advies.
Het eerste onderzoeksrapport richt zich op de vraag welke factoren bepalen of consumenten
al dan niet geneigd zijn om financieel advies in te winnen bij belangrijke financiële
beslissingen (bijlage 1). Het tweede onderzoeksrapport betreft een scenario-experiment
getiteld «Onderzoek naar mogelijke gevolgen van een verruiming van het adviesbegrip
in de Wft» (bijlage 2). In de voorliggende brief beschrijf ik de belangrijkste resultaten
van de onderzoeken en geef ik een reactie op beide onderzoeksrapporten.
Veel consumenten nemen op verschillende momenten in hun leven belangrijke financiële
beslissingen, zoals het afsluiten van een hypotheek. Financieel adviseurs kunnen consumenten
helpen om een passende financiële keuze te maken. Vooral wanneer consumenten zelf
onvoldoende kennis hebben over financiële diensten of producten is het belangrijk
dat zij zich kunnen wenden tot een financieel adviseur. Belangrijk is om te achterhalen
waarom consumenten wel of geen advies inwinnen bij belangrijke financiële beslissingen.
Door hier meer inzicht in te krijgen, kan in de toekomst beter en gerichter beleid
worden gemaakt met betrekking tot financieel advies.
Aanbieders van financiële producten en financieel adviseurs kunnen klanten informatie
of aanbevelingen geven over (wijzigingen in) financiële producten. Deze informatie
en aanbevelingen kunnen algemeen zijn (bijvoorbeeld voor een groep klanten) of persoonlijk
(toegespitst op iemands persoonlijke situatie).
Indien een persoonlijk advies betrekking heeft op een nieuw af te sluiten product
of nieuwe overeenkomst van een specifieke aanbieder is sprake van adviseren in de
zin van de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft). De wettelijke normen voor
het geven van advies in de Wft bieden in dat geval bescherming aan de consument. Een
persoonlijke aanbeveling over een product gedurende de looptijd wordt niet als adviseren
gezien wanneer de aanbeveling geen betrekking heeft op het afsluiten van een nieuw
product of nieuwe overeenkomst. In dat geval biedt de Wft wat betreft de adviesnormen
geen extra wettelijke bescherming voor de consument. Dit roept de vraag op of consumenten
wel voldoende worden beschermd indien een persoonlijke aanbeveling wordt gegeven tijdens
de beheerfase van een financieel product en of het adviesbegrip in de Wft dient te
worden verruimd naar de beheerfase. Daarbij is het belangrijk om inzicht te hebben
in de mogelijke gevolgen van een dergelijke verruiming.
Onderzoek «De vraag naar financieel advies»
Doel van het onderzoek
Een eerste doel van het onderzoek was om te achterhalen waarom consumenten wel of
geen advies inwinnen bij belangrijke financiële beslissingen. In het onderzoek is
onderzocht welke kenmerken bepalen of consumenten al dan niet geneigd zijn een financieel
adviseur te raadplegen bij belangrijke financiële beslissingen. Een belangrijke vraag
daarbij is of consumenten die het meest geneigd zijn een financieel adviseur te raadplegen
ook de consumenten zijn die advies het hardst nodig hebben. Financieel advies lijkt
vooral waardevol voor lager financieel geletterden, die financiële kennis missen.
Een tweede doel van het onderzoek was om inzicht te krijgen of het geven van feedback
op een financiële kennistoets aan consumenten die hun financiële kennis overschatten
(«zelfoverschatters») stimuleert om een financieel adviseur te raadplegen.
Bevindingen
Uit het consumentenpanelonderzoek blijkt dat de mate van financiële geletterdheid
niet veel invloed heeft op de beslissing om al dan niet financieel advies in te winnen.
Of consumenten financieel advies inwinnen bij belangrijke financiële beslissingen
hangt sterker samen met andere factoren. Met name de waarde die de consument hecht
aan financieel advies, de angst voor financieel adviseurs en de mate waarin de consument
onzekerheid ervaart bij het nemen van financiële beslissingen lijken een belangrijke
rol te spelen in beslissingen van consumenten om al dan niet financieel advies in
te winnen. De waarde van advies vinden consumenten in het algemeen opwegen tegen de
kosten voor advies.
Verder blijkt uit het onderzoek dat indien consumenten die hun eigen financiële kennis
overschatten feedback ontvangen op een financiële kennistoets, zij hun eigen financiële
kennis minder snel als informatiebron gebruiken. Deze feedback leidt echter niet tot
een hogere geneigdheid om financieel advies in te winnen.
Reactie
Ik hecht groot belang aan de financiële weerbaarheid van Nederlandse huishoudens,
waarbij consumenten bovendien financieel redzaam kunnen zijn. Onderdeel daarvan is
dat consumenten passende financiële keuzes kunnen maken. Wanneer consumenten zelf
onvoldoende kennis hebben over financiële diensten of producten is het belangrijk
dat zij zich kunnen wenden tot een financieel adviseur. Het onderzoek geeft inzicht
in de factoren die bepalend zijn voor de vraag of consumenten financieel advies inwinnen.
Consumenten met een lagere financiële geletterdheid zijn in het algemeen het meest
gebaat bij financieel advies.
Daarom ben ik blij dat financiële geletterdheid in het consumentenpanel geen doorslaggevende
factor blijkt te zijn om al dan niet financieel advies in te winnen. Daarnaast is
het positief dat consumenten de waarde van advies in het algemeen vinden opwegen tegen
de kosten voor advies. De constatering dat verder vooral de angst voor financieel
adviseurs een belangrijke drempel is om financieel advies in te winnen, vind ik opvallend.
Om consumenten toch de weg naar de adviseur te laten vinden, is het belangrijk dat
consumenten de waarde van advies begrijpen, geen angst ervaren om persoonlijke informatie
te delen en vragen stellen wanneer zij iets niet snappen. Hier zie ik een rol voor
de financiële sector en in het bijzonder de financieel adviseurs om deze drempel voor
consumenten om advies in te winnen weg te nemen en te bewerkstelligen dat consumenten
de weg naar de adviseur meer weten te vinden.
Onderzoek naar mogelijke gevolgen van een verruiming van het adviesbegrip in de Wft
Doel van het onderzoek
Aanbevelingen tijdens de looptijd van een financieel product vallen niet onder de
definitie van advies zoals opgenomen in de Wft. Met het uitbreiden van het adviesbegrip
naar de beheerfase zouden deze «aanbevelingen» wel als advies in de zin van de Wft
worden beschouwd, en dient de adviseur te voldoen aan de adviesregels in de Wft.
Dit onderzoek had als doel om inzicht te krijgen in mogelijke gevolgen van het uitbreiden
van de definitie van advies in de Wft naar de beheerfase van een financieel product
(de experimenten waren gericht op hypotheken). Daarbij gaat het om het effect op de
financiële weerbaarheid van consumenten en de mogelijke (gedrags)effecten op aanbieders,
financieel adviseurs en consumenten. In de context van het onderzoek zijn consumenten
financieel weerbaar als zij verstandige financiële keuzes kunnen maken en daarbij
professioneel financieel advies inwinnen als dat nodig is.
Centerdata heeft daarvoor een grondig online scenario-experiment opgezet en uitgevoerd,
waarbij de zelf gerapporteerde voorkeuren van consumenten zijn onderzocht binnen hypothetische
scenario's met betrekking tot een specifiek financieel product. Daarbij is nadrukkelijk
gekeken naar het verschil in consumentengedrag tussen de verschillende scenario’s. Er is dus niet gekeken naar
het gedrag van consumenten bij daadwerkelijke financiële producten in de praktijk.
Desalniettemin heb ik vertrouwen in de onderzoeksmethoden van Centerdata, en zie ik
de uitkomsten van het onderzoek als sterke indicatoren van daadwerkelijk te verwachten
consumentengedrag in de praktijk.
Bevindingen
In de huidige situatie geven aanbieders van hypotheken algemene en gepersonaliseerde
informatie maar geen advies in de zin van de Wft. In het experiment is het gedrag
van de consument getest in de huidige situatie versus drie mogelijke scenario’s waarin
het adviesbegrip in de zin van de Wft is uitgebreid naar de beheerfase van een financieel
product. De scenario’s hebben de onderzoekers opgesteld aan de hand van gesprekken
met vertegenwoordigers van marktpartijen.
Indien het adviesbegrip in de Wft wordt verruimd naar de beheerfase van een financieel
product, kan de werkwijze van aanbieders van hypotheken veranderen. Ten eerste kunnen
aanbieders bijvoorbeeld algemene en gepersonaliseerde informatie geven en daarbij
duidelijk aangeven dat het geen advies is. Ten tweede kunnen aanbieders ook terughoudender
worden en geen persoonlijke informatie meer geven. Ten slotte kunnen aanbieders informatie
geven en tegen betaling de klant adviseren. Indien consumenten veel en complexe informatie
kregen, leken consumenten eerder advies in te winnen. Consumenten waren het meest
geneigd advies in te winnen wanneer, naast de zelfstandig adviseur (tussenpersoon),
ook de aanbieder van het product (tegen betaling) advies gaf. Dit wordt volgens de
onderzoekers verklaard door de mogelijk toegenomen beschikbaarheid van advies: consumenten
die niet snel naar een zelfstandig adviseur zouden stappen, kunnen in dit geval bij
de aanbieder terecht. Een reden kan zijn dat door de toegenomen beschikbaarheid van
het advies het inwinnen van advies door consumenten wellicht ook meer als de norm
wordt gezien.
Geen van de mogelijke veranderingen in de werkwijze van aanbieders leidde tot een
significante verandering in de mate waarin consumenten advies inwonnen of verstandige
keuzes maakten. De effecten van de veranderingen in de werkwijze van aanbieders waren
niet afhankelijk van de mate van financiële geletterdheid van consumenten en ook niet
van de hoogte van de advieskosten. Gemiddeld maakten hoger en lager financieel geletterden
even vaak een verstandige keuze. Wel wonnen lager financieel geletterden vaker financieel
advies in dan de hoger financieel geletterden. Als het advies duurder was, wonnen
minder consumenten advies in en maakten minder consumenten een verstandige keuze.
Lager financieel geletterden reageerden niet anders op hogere advieskosten dan hoger
financieel geletterden.
Reactie
Uit het online-experiment blijkt dat in de geschetste scenario’s consumenten niet
veel vaker advies inwinnen en geen verstandiger keuzes of onverstandigere keuzes maken
dan in de huidige praktijk. Bovendien wordt geen verschil geconstateerd tussen hoger
en lager financieel geletterden. De keuzes die consumenten in het experiment hebben
gemaakt geven daarmee geen directe aanleiding om het adviesbegrip uit te breiden naar
de beheerfase. Tegelijkertijd zijn er evenmin significante negatieve effecten op het
te verwachten gedrag van consumenten als gevolg van een uitbreiding van het adviesbegrip.
De resultaten van dit onderzoek bieden waardevolle inzichten voor het overleg dat
ik voer met verschillende belanghebbenden over een eventuele uitbreiding van het adviesbegrip
in de Wft naar de beheerfase van financiële producten. Tijdens deze gesprekken staat
de vraag centraal of consumenten voldoende beschermd worden en betere beslissingen
nemen als persoonlijk advies in de beheerfase van een financieel product onder de
bescherming van de Wft valt.
De komende periode blijf ik hierover in overleg en zal ik breed de voor- en nadelen
in beeld brengen ten behoeve van besluitvorming door een volgend kabinet.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Indieners
-
Indiener
S.A.M. Kaag, minister van Financiën