Brief regering : Reactie op verzoek van het lid Van der Lee, gedaan tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen, over het verschil in de opbrengst van het belasten van inkoop eigen aandelen in de tekst van de brief (814 mln.) en de tabel (770 mln.)
36 410 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2024
Nr. 34
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 oktober 2023
Vandaag heeft Kamerlid Van der Lee (GL) bij de start van de Algemene Financiële Beschouwingen
gevraagd naar het verschil in de opbrengst van het belasten van inkoop eigen aandelen
in de tekst van de brief (814 mln.) en de tabel (770 mln.) (Handelingen II 2023/24,
nr. 8). Daarnaast is gevraagd naar het verschil in het bedrag van de tariefverhoging
van box 2 en 3 in de tabel in de brief, en de bedragen die hiervoor in de sleuteltabel
staan. Ik begrijp dat dit vragen oproept en licht de techniek hierachter graag toe.
Het verschil tussen deze bedragen is terug te leiden tot het prijspeil dat voor de
ramingen van uitgaven en inkomsten wordt gehanteerd. Voor ramingen aan de uitgavenkant
wordt uitgegaan van lopende prijzen (in dit geval prijspeil 2023), terwijl voor ramingen
aan de inkomstenkant altijd wordt uitgegaan van het prijspeil van het jaar van invoering
(en dus niet per definitie 2023). De inkomstenraming wordt op deze wijze ook opgenomen
in het inkomstenkader en de wet, en dit sluit aan bij de eerder gepubliceerde sleuteltabel
en het Belastingplan.
Het voorgaande levert in de regel geen problemen op, aangezien er conform de begrotingsregels
een scheiding tussen inkomsten en uitgaven geldt. Wanneer er toch sprake is van besluitvorming
waarbij inkomsten en uitgaven door elkaar lopen, dienen de maatregelen aan de uitgavenkant
en inkomstenkant in hetzelfde prijspeil te worden gezet om deze met elkaar te kunnen
vergelijken. Hierbij wordt in de regel aangesloten bij de uitgavenkant. Dat betekent
in dit geval dat maatregelen aan de inkomstenkant worden omgezet naar prijspeil 2023,
zoals in de brief is gebeurd in de tabellen. In de tekst van de brief zijn daarnaast
ook de bedragen in prijspeil van het jaar van invoering benoemd, omdat dit de bedragen
zijn die uiteindelijk in de wet worden opgenomen.
Wat betreft specifiek het belasten van eigen inkoop aandelen staat het bedrag in de
tekst in de brief (814 mln.) in prijspeil 2025, en in de tabel (waar inkomsten en
uitgaven bij elkaar staan) in prijspeil 2023. Tariefverhoging van box 2 en 3 staan
in de tabel in de brief in prijspeil 2023, en in de tekst in de brief en in de gepubliceerde
sleuteltabel in prijspeil 2024, zie ook tabel 1.
Tabel 1. Bedragen in verschillende prijspeilen
Bedrag prijspeil 2023 (voor dekkingsopgave)
Jaar van invoering
Bedrag prijspeil jaar van invoering (voor wetgeving)
Verhoging toptarief box 2 en tarief box 3 met 2%
434
2024
448
Belasten inkoop eigen aandelen
770
2025
814
Een gedekt pakket is dus een pakket dat budgetneutraal is in prijspeil 2023. Om in
het algemeen de bedragen uit de tekst of de sleuteltabel (met invoeringsjaar 2024
of 2025) terug te rekenen naar prijspeil 2023 moeten bedragen worden gedeeld door
de bbp-deflators, zie tabel 2.
Tabel 2. BBP-deflatoren
bbp-deflator 2024–2023
1,0330
bbp-deflator 2025–2023
1,0573
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
Indieners
-
Indiener
S.A.M. Kaag, minister van Financiën -
Medeindiener
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën