Brief regering : Renovatie ESTEC en Artemis-akkoorden
24 446 Ruimtevaartbeleid
29 697
Gebiedsgerichte economische perspectieven en Regionaal Economisch Beleid
Nr. 85
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2023
In het vervolg op mijn brief met het verslag van de Ministeriële Conferentie 2022
(CM22) van het Europees Ruimtevaartagentschap (ESA)1 wil ik uw Kamer in paragraaf 1 graag informeren over het resultaat van de gesprekken
met ESA over de grootschalige renovatie van het European Space Research and Technology Centre (ESTEC). Daarnaast wil ik u in paragraaf 2 informeren over het voornemen de Artemis-akkoorden
namens de Nederlandse overheid te laten ondertekenen.
1. Grootschalige renovatie ESTEC
Nederland is gastland van ESTEC, het ontwikkelings- en testcentrum van ESA. Met ongeveer
2.800 hooggekwalificeerde professionals behoort ESTEC tot de grootste publieke R&D-centra
in ons land. Omdat Europese publieke ruimtevaartbudgetten naar verwachting blijven
toenemen, zal ESTEC naar verwachting blijven groeien. Nederland benut deze potentie
van ESTEC voor het vestigingsklimaat via de NL Space Campus.
Omdat een deel van de gebouwen op ESTEC uit de jaren ’70 dateert, zijn de werk- en
vergaderplekken op ESTEC verouderd. Voor de duurzaamheid en de arbeidsmarktpositie
van ESA is modernisering van deze gebouwen dringend noodzakelijk. Daarom heeft ESA
het Accelerated Investment Program (AIP) ontwikkeld. Het AIP voorziet in een grootschalig renovatie-programma op ESTEC (€ 148
mln) en ook op het European Space Operations Centre (ESOC)2 (€ 52 mln). De lidstaten van ESA bereikten op 29 juni 2023 overeenstemming over dit
bouwprogramma van € 200 mln.
Deze kosten worden door de lidstaten van ESA voor 85% uit het verplichte Basic Activities-programma gefinancierd3. De lidstaten van ESA dragen naar rato van hun BBP-aandeel bij aan het verplichte
programma. Voor Nederland (BBP-aandeel 4,7%) betekent dit een bijdrage aan ESTEC van
€ 5,9 mln en een bijdrage aan ESOC van € 2,1 mln. Daarnaast dragen de gastlanden Nederland
en Duitsland op verzoek van ESA voor respectievelijk ESTEC en ESOC 15% van de kosten
bij. Voor Nederland betekent dit een additionele bijdrage voor ESTEC van € 22,2 mln.
Nederland heeft deze additionele bijdrage toegezegd vanwege het grote belang van ESTEC
voor het vestigingsklimaat voor hightech-bedrijven. Niet alleen zorgt ESTEC jaarlijks
voor zo’n € 500 mln aan bestedingen, het vormt ook een investeringsmagneet voor buitenlandse
ruimtevaartbedrijven. De keuze van ESA om ESTEC met het AIP steviger in Nederland
te verankeren, ondersteunt de toekomstwaarde van ESTEC voor ons land. Ook op andere
plekken op ESTEC krijgt deze verankering vorm, bijvoorbeeld met investeringen in de
internationale ontmoetingsplek (International Meeting Facility)4, de Hertz 2.0 facility (akoestisch test-centrum) en een nieuwe cleanroom.
Met ESA zijn de volgende afspraken gemaakt over deze additionele bijdrage:
• De bijdrage bedraagt maximaal € 22,2 mln, eventuele tegenvallers zullen uit het Basic Activities-programma worden gefinancierd.
• Nederland zal de bijdrage vanaf 2023 over tien jaar voldoen, met een bijdrage van
€ 2,22 mln per jaar uit het ruimtevaartbudget. Door deze looptijd is de jaarlijkse
bijdrage inpasbaar in het bestaande budget van het NSO, rekening houdend met al aangegane
verplichtingen. Lopende programma’s komen niet in het geding. Dit is in overleg met
het Netherlands Space Office (NSO) besloten.
• Nederland zal op reguliere basis worden betrokken en geïnformeerd over het verloop
van de bouwwerkzaamheden.
Vanwege de omvang van deze additionele bijdrage heeft op mijn verzoek een onafhankelijk
bureau een toets van de ESA-plannen uitgevoerd5. Hieruit komt naar voren dat de risico’s in het bouwprogramma als aanvaardbaar en
beheersbaar kunnen worden gezien.
2. ARTEMIS-akkoorden
De Artemis-akkoorden (zie bijlage 1) zijn internationale, niet-juridisch bindende
afspraken tussen overheden die deelnemen, of het voornemen daartoe hebben, aan het
door de Verenigde Staten (VS) geleide Artemis-programma. Het initiatief ligt nadrukkelijk
bij de National Aeronautics and Space Administration (NASA), dat met het Artemis-programma tijdens dit decennium bemenst wil terugkeren naar
de Maan, ook als voorbereiding op een toekomstige bemenste missie naar Mars.
Met de akkoorden zetten de ondertekenende overheden zich in om verplichtingen in het
bestaande Ruimteverdrag6 op concrete wijze te implementeren. De akkoorden bevatten tien principes waarin op
hoofdlijnen gedeelde uitgangspunten worden beschreven, onder andere op het gebied
van internationale samenwerking bij de verkenning van de ruimte, het delen van wetenschappelijke
data, het toekennen van rechten voor gebruik van natuurlijke hulpbronnen in de ruimte
en het terugdringen van ruimteschroot. Daarnaast beogen deze principes conflicten
of misverstanden te voorkomen tussen landen op gebied van exploratieactiviteiten.
Inmiddels hebben 28 landen de Artemis-akkoorden ondertekend. Voorbeelden van deze
principes zijn:
1) Vreedzame verkenning en exploitatie: deelnemende landen zullen de maan verkennen en
gebruiken op een vreedzame manier, en zich onthouden van elke vorm van gewapende agressie.
2) Transparantie en verantwoordelijkheid: deelnemende landen zullen open en transparante
communicatie bevorderen over hun maanactiviteiten, en verantwoordelijkheid nemen voor
eventuele schade die wordt veroorzaakt.
3) Samenwerking en partnerschap: deelnemende landen zullen streven naar samenwerking
en partnerschap bij de verkenning en gebruik van middelen op de maan, en zullen zich
houden aan internationale wet- en regelgeving.
4) Duurzaamheid en milieubescherming: deelnemende landen zullen zich inzetten voor duurzaamheid
en milieubescherming bij hun maanactiviteiten, en zullen proberen om de natuurlijke
hulpbronnen van de maan zo veel mogelijk te behouden.
5) Bescherming van erfgoed van de maan: deelnemende landen zullen zich inzetten om erfgoed
van de maan te behouden en te beschermen.
6) Mijnbouw in de ruimte: deelnemende landen committeren zich aan duurzame mijnbouw in
de ruimte zonder nationale toe-eigening en volgens internationale afspraken.
Het ondertekenen van de akkoorden is niet onverenigbaar met het feit dat Nederland
het Maanverdrag7 heeft ondertekend en geratificeerd. De groep landen omvat, naast Nederland, ook andere
verdragspartijen bij het Maanverdrag. Naar verwachting zullen de ondertekenaars van
de Artemis-akkoorden, als groep, naast de verdragspartijen bij het Maanverdrag, een
belangrijke rol spelen in de discussies over de regulering van mijnbouw in de ruimte.
Dit onderwerp is voor Nederland van belang, onder andere vanwege de mede door Nederland
ontwikkelde Building Blocks for the Development of an International Framework on Space Resource
Activities8. Ondertekening van de Artemis-akkoorden zal betekenen dat Nederland in diplomatieke
fora (zoals het VN-Comité voor het vreedzame gebruik van de ruimte) aan tafel zit
bij de Artemis-groep en invloed kan uitoefenen op discussies in dit verband. Ook vanuit
het perspectief van het verbeteren van de bilaterale betrekkingen met de VS wordt
ondertekening van de akkoorden wenselijk geacht.
Het Europese Ruimtevaartagentschap (ESA) levert bijdragen aan het Artemis-programma.
Zo levert ESA aan NASA meerdere zogenaamde European Service Modules (ESM’s) voor de Orion, het nieuwe exploratievoertuig van de VS. Met de levering van
deze ESM’s betaalt ESA de Europese verplichtingen in het kader van het International Space Station (ISS) (mede) af.
Nederland draagt bij aan het ESA Exploratie-programma, waardoor een Nederlandse partij
de zonnepanelen bouwt voor de ESM’s voor Orion. Dit is een significante en zichtbare
bijdrage uit Nederland aan de recent onbemande en alle aanstaande bemande Artemis-missies
naar de maan. Naar verwachting zal ondertekening van de Artemis-akkoorden Nederlandse
bedrijven, universiteiten en kennisinstellingen in staat stellen om opdrachten uit
de VS binnen het Artemis-programma te verwerven.
Samenvattend biedt ondertekening door Nederland van de Artemis-akkoorden Nederland
diplomatieke voordelen bij internationale onderhandelingen over ruimterecht, inclusief
internationale regulering van mijnbouw in de ruimte. Daarnaast biedt het voor Nederlandse
bedrijven en kennisinstellingen economische en wetenschappelijke kansen, zonder dat
er strijdigheden met de verplichtingen uit het Maanverdrag bestaan. Samen met de VS
zal naar een geschikt moment en gelegenheid voor de ondertekening van deze akkoorden
worden gezocht.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Indieners
-
Indiener
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat