Brief regering : Besluitvorming EU-Angola Sustainable Investment Facilitation Agreement
31 985 Buitenlands beleid en handelspolitiek
Nr. 81
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 september 2023
Op 16 juni jl. heeft de Europese Commissie (hierna: Commissie) twee concept-Raadsbesluiten
samen met de tekst van een akkoord voor het faciliteren van duurzame investeringen
(Sustainable Investment Facilitation Agreement, SIFA) tussen de Europese Unie (EU) en Angola ter besluitvorming aangeboden aan de
Raad. Met deze brief informeer ik u over de afronding van de onderhandelingen en vervolgstappen,
de Nederlandse inzet bij de onderhandelingen, de inhoud van het akkoord, de kabinetsappreciatie
van het akkoord en de voorziene besluitvorming.
Afronding van de onderhandelingen en vervolgstappen
Op 18 november 2022 is overeenstemming bereikt tussen de hoofdonderhandelaars van
de EU en Angola over het SIFA.
De onderhandelingen gingen op 22 juni 2021 van start op basis van een mandaat van
de Raad en door de Raad aangenomen onderhandelingsrichtlijnen.1 Uw Kamer is geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen via de voortgangsrapportage
handelsakkoorden.2 Zoals aangegeven heeft de Europese Commissie op 16 juni jl. twee concept-Raadsbesluiten
ter ondertekening en sluiting van het SIFA met Angola aan de Raad voorgesteld, vergezeld
van de tekst van het akkoord.3
Het akkoord bevat afspraken over het faciliteren van duurzame investeringen in Angola.
De EU zal technische assistentie bieden aan Angola bij het uitvoeren van het akkoord.
Er zijn nadrukkelijk geen afspraken gemaakt over investeringsbescherming, investeringsgeschillenbeslechting
tussen staten en investeerders, en markttoegang.
Op basis van de inhoud van het akkoord betreft het een EU-only akkoord. Dat betekent dat aan EU-zijde enkel de EU partij wordt bij het akkoord.
Een akkoord wordt EU-only gesloten als het geheel binnen de exclusieve bevoegdheden
van de Europese Unie valt op basis van artikel 3 van het Verdrag betreffende de werking
van de Europese Unie (VWEU).
De Raad is nu aan zet om het besluit tot ondertekening van het akkoord namens de EU
aan te nemen. Daarna zullen de EU en Angola tot ondertekening overgaan. De Commissie
hoopt dat de Raad het besluit begin oktober vaststelt zodat de ondertekening later
dit jaar kan plaatsvinden. Na de vaststelling van het Raadsbesluit tot ondertekening
is het Europees Parlement aan zet om het verdrag goed te keuren. Na goedkeuring door
het Europees Parlement, is het aan de Raad om het besluit tot sluiting van het akkoord
namens de EU vast te stellen. Het akkoord treedt in werking zodra zowel Angola als
de EU de procedures voor goedkeuring van het akkoord hebben doorlopen.
Kabinetsinzet
Het kabinet is voorstander van een actief handelsbeleid, waar handels- en investeringsverdragen
een belangrijk onderdeel van uitmaken.4 Zoals aangegeven in de nota voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
«Doen waar Nederland goed in is», wordt binnen het handelsbeleid gewerkt aan een handels-
en investeringssysteem dat beter werkt voor ontwikkelingslanden.5 Tevens zetten Nederland en de EU in op het verduurzamen van de investeringsrelaties
als vliegwiel voor een bredere economische ontwikkeling in ontwikkelingslanden.
In de Nederlandse Afrikastrategie 2023–2032 is uiteengezet dat het kabinet zich inzet
voor het bevorderen van economische groei in Europa en Afrika en het beter benutten
van de groeiende afzetmarkt en het investeringspotentieel in Afrika.6 Het kabinet wil bijdragen aan een snellere en vooral ook inclusieve welvaartsgroei
in Afrika en Europa. Hiervoor is de Nederlandse en Afrikaanse private sector onmisbaar,
als banenmotor en als producent van welvaart. Dit vraagt om langdurige investeringen
in de combinatie van macro-economische stabiliteit, rechtsbescherming en verdere formalisering
van de informele sector.
Binnen deze inzet kan investeringsfacilitering een belangrijke rol spelen. Het kabinet
zet dan ook in EU-verband in op het maken van afspraken over het wederzijds bevorderen
van investeringen.
Inhoud van het akkoord
Het SIFA vormt een eerste bilateraal akkoord van de EU met een derde land dat zich
alleen richt op investeringsfacilitering, en vormt daarmee een novum. Het SIFA met
Angola faciliteert investeringen door transparantie en voorspelbaarheid van aan investeringen
gerelateerde nationale regelgeving te bevorderen, goedkeuringsprocedures te stroomlijnen
en belanghebbenden te betrekken bij het verbeteren van het investeringsklimaat. Daarbij
zal de EU technische assistentie bieden aan Angola ter ondersteuning van het implementeren
van de overeenkomst. De afspraken zijn gebaseerd op wederkerigheid: de overeengekomen
bepalingen gelden ook voor het bevorderen van Angolese investeringen in de EU.
Het bevorderen van duurzame investeringen en duurzame ontwikkeling is een belangrijk
element van het SIFA. In het akkoord zijn toezeggingen opgenomen om milieu en arbeidswetten
en/of -normen niet te verzwakken om investeringen aan te trekken. Ook herbevestigen
de EU en Angola hun verplichtingen onder internationale arbeids- en milieuovereenkomsten,
waaronder het Akkoord van Parijs.
Het SIFA bevat nadrukkelijk geen afspraken over investeringsbescherming en bevat derhalve
ook geen mechanisme voor enige vorm van geschillenbeslechting tussen een investeerder
en een staat. Ook worden geen afspraken gemaakt over markttoegang: het akkoord verplicht
Angola noch de EU om enige sector te openen voor investeringen. Wel wordt het SIFA
gezien als stap op weg naar toetreding van Angola tot het Economische Partnerschapsakkoord
tussen de Zuid-Afrikaanse Ontwikkelingsgemeenschap en de EU. Angola is lid van de
Zuid-Afrikaanse Ontwikkelingsgemeenschap, en heeft de wens uitgesproken om toe te
treden tot het Economische Partnerschapsakkoord.
Het akkoord is opgedeeld in verschillende hoofdstukken.
Hoofdstuk 1: Algemene Bepalingen
In de tekst van het akkoord wordt het recht van overheden om te reguleren in het publieke
belang bevestigd. Tevens wordt geëxpliciteerd dat de overeenkomst geen verbintenissen
creëert om investeringen te liberaliseren of te beschermen. Artikel 4 bevat een meest
begunstigde natiebepaling (MFN, most favoured nation) waarin de verdragspartijen toezeggen investeerders uit de andere verdragspartij
niet ongunstiger te behandelen dan investeerders uit andere landen. Er zijn echter
enkele belangrijke uitzonderingen. De verdragspartijen hoeven bijvoorbeeld geen voordelen
op grond van andere overeenkomsten over liberalisering toe te kennen aan investeerders
uit de andere verdragspartij.
Het akkoord benadrukt ook het belang van het tegengaan van corruptie, witwassen, het
financieren van terrorisme, belastingfraude en belastingontwijking. De verdragspartijen
bevestigen hun toezeggingen onder bestaande internationale afspraken op dit gebied.
Hoofdstuk 2: Voorspelbaarheid en Transparantie
Een belangrijk onderdeel van het akkoord is dat de verdragspartijen toezeggen om relevante
maatregelen die onder de reikwijdte van het akkoord vallen te publiceren voordat de
maatregelen in werking treden. Dit zorgt voor meer voorspelbaarheid ter facilitering
van het investeringsklimaat. Waar mogelijk zullen maatregelen voortijdig gepubliceerd
worden en krijgt het publiek de mogelijkheid om commentaar te geven. Daarnaast zeggen
de verdragspartijen toe om, waar mogelijk, andere relevantie informatie voor investeerders,
waaronder wet- en regelgeving over investeringen, contactgegevens van relevante overheidsinstanties,
en informatie over belastingen en procedures, te publiceren op een openbaar toegankelijke
plaats. Het akkoord benadrukt ook het belang van het versterken van verbindingen tussen
investeerders en de lokale economie en moedigt de verdragspartijen aan om informatie
over binnenlandse leveranciers beschikbaar te stellen aan investeerders.
Hoofdstuk 3: Stroomlijnen van goedkeuringsprocedures
Het derde hoofdstuk van het SIFA richt zich op het vereenvoudigen van autorisatieprocessen
voor investeringen. Het omvat verschillende principes, zoals het vermijden van onnodige
complexiteit door de noodzaak voor aanvragers om meerdere autoriteiten te benaderen
tot een minimum te beperken, het bevorderen van elektronische indiening van aanvragen,
het vaststellen van redelijke termijnen voor het indienen van aanvragen, het waarborgen
van transparantie en redelijkheid in autorisatievergoedingen, en het handhaven van
objectiviteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid bij het beoordelingsproces van
de aanvraag.
Daarnaast legt het hoofdstuk de nadruk op de publicatie van duidelijke en toegankelijke
informatie voor aanvragers. Hieronder vallen bijvoorbeeld de vereisten voor goedkeuring,
contactgegevens van relevante autoriteiten, vergoedingen, technische normen, beroepsprocedures
en verwerkingstermijnen. Het overkoepelende doel is om een gestroomlijnd en transparant
systeem op te zetten dat investeringen aanmoedigt en tegelijkertijd eerlijke en consistente
evaluatiecriteria en -processen naleeft.
Hoofdstuk 4: Aanspreekpunten en betrokkenheid van belanghebbenden
De verdragspartijen zeggen toe een aanspreekpunt beschikbaar te stellen voor investeerders
en zich in te zetten om duidelijke procedures in te stellen voor investeerders, met
specifieke aandacht voor het midden- en kleinbedrijf (mkb). Het akkoord legt ook nadruk
op het verbeteren van coördinatie van de verschillende binnenlandse autoriteiten die
betrokken zijn bij investeringen en onderschrijft het belang van coherente regelgeving.
Hoofdstuk 5: Investeringen en duurzame ontwikkeling
Het hoofdstuk beoogt duurzame ontwikkeling, met name op gebied van arbeid en milieu,
verder te integreren in de Europees-Angolese investeringsrelatie. Zo wordt het recht
om te reguleren in het publieke belang herbevestigd en committeren de verdragspartijen
zich om het niveau van arbeids- en milieubescherming niet te verlagen om investeringen
aan te trekken. Daarnaast bevestigen de EU en Angola in het kader van dit akkoord
hun verplichtingen onder multilaterale afspraken over arbeid, milieu en klimaatverandering
waaronder de ILO conventies die zij geratificeerd hebben en het Akkoord van Parijs.
Ook verbinden de verdragspartijen zich ertoe investeringen in duurzame productie,
milieugoederen en -diensten en initiatieven op het gebied van klimaatverandering te
bevorderen. Ze erkennen het belang van het behoud van biodiversiteit, het duurzaam
gebruik van hulpbronnen en het beheer van bossen en mariene ecosystemen.
De partijen erkennen het belang van due diligence door investeerders om mogelijke negatieve gevolgen van investeringen te voorkomen
en zullen ondernemingen en investeerders aanmoedigen om maatschappelijk verantwoordelijk
te ondernemen. De partijen verbinden zich ertoe erkende internationale richtlijnen
zoals de United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights7 en de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen8 te ondersteunen, informatie en best practices uit te wisselen in een onder het akkoord op te richten Comité voor Investeringsfacilitering
en nauwe banden te onderhouden met relevante internationale organisaties die zich
bezighouden met maatschappelijk verantwoord ondernemen. De EU en Angola zeggen ook
toe samen te werken op de aan investeringen gerelateerde aspecten van gendergelijkheid.
Hoofdstuk 6: Geschillenbeslechting
Het verdrag bevat een staat-tot-staat geschillenbeslechtingsprocedure bij geschillen
over de interpretatie en toepassing van het verdrag, die bestaat uit consultaties
en de mogelijkheid tot arbitrage door een door de verdragspartijen aangewezen panel.
Het akkoord bevat geen geschillenbeslechtingsprocedure tussen een investeerder en
een staat.
Hoofdstuk 7: Samenwerking en institutionele bepalingen
De EU zal Angola technische assistentie bieden bij de implementatie van het akkoord.
De behoefte aan technische assistentie en capaciteitsopbouw zullen worden geïdentificeerd
in het Comité voor Investeringsfacilitering. Dit Comité wordt met het sluiten van
het akkoord opgericht, bestaat uit de twee verdragspartijen en zal jaarlijks bijeenkomen.
Het Comité zal worden voorgezeten door de Minister van Economie en de Minister van
Industrie en Handel van Angola en de Europees commissaris voor Handel.
De verdragspartijen zullen een dialoog met het maatschappelijk middenveld institutionaliseren
om verschillende belanghebbenden te betrekken bij de uitvoering van het akkoord.
Hoofdstuk 8: Andere bepalingen
Dit hoofdstuk bevat de gebruikelijke bepalingen over uitzonderingen en de inwerkingtreding
van het verdrag.
Kabinetsappreciatie
Het kabinet is positief over het bereikte onderhandelingsresultaat. Door middel van
investeringsfacilitering probeert de EU een transparanter, efficiënter en voorspelbaarder
ondernemingsklimaat voor investeerders te bevorderen. Zo wordt onder meer ingezet
op het openbaar en toegankelijk maken van informatie over investeringsregels en het
verminderen van vertragingen bij het verkrijgen van overheidsvergunningen en/of –
goedkeuringen.
Het doel van investeringsfacilitering is het ontsluiten van investeringsmogelijkheden,
met name gericht op het mkb. Naast een algemeen positief effect op het investerings-
en ondernemingsklimaat maken dergelijke afspraken het voor binnenlandse en buitenlandse
investeerders gemakkelijker om te investeren. Het ontsluiten van informatie die nodig
is voor het maken van een investeringsbeslissing, en het voorspelbaarder maken van
de afgifte van vergunningen en/of goedkeuringen dragen eraan bij dat ondernemingen
hun dagelijkse activiteiten gemakkelijker uit kunnen voeren en, zo mogelijk, hun bestaande
investeringen uit kunnen breiden.
De EU heeft binnen het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in plurilateraal
verband onderhandeld over een zogenaamde Joint Statement Initiative (JSI) over investeringsfacilitering. Deze onderhandelingen over de tekst zijn inmiddels
afgerond en er wordt momenteel verder onderhandeld over de juridische implementatie.
Het kabinet steunt de inzet van de EU in de WTO, zoals aangegeven in de Kaderinstructie
WTO en informeert de Kamer over de voortgang van deze onderhandelingen via voornoemde
voortgangsrapportages handelsakkoorden, die als bijlage bij de geannoteerde agenda’s
voor de Raden Buitenlandse Zaken Handel worden gevoegd.9
In aanvulling op voorgenoemde onderhandelingen in de WTO streeft de EU duurzame investeringsfaciliteringsovereenkomsten
na met verschillende Afrikaanse landen en landen van het zuidelijke nabuurschap. Het
SIFA met Angola is een eerste resultaat van deze inzet.
Dit akkoord versterkt de economische relatie van de EU met Angola en kan voorts bijdragen
aan de economische diversificatie, zowel van het land als van de EU-Angola handels-
en investeringenrelatie. Het SIFA verbetert het ondernemingsklimaat voor zowel lokale
als EU-investeerders. Het kabinet ziet het akkoord als een goed voorbeeld van win-win-win-samenwerking:
het draagt bij aan economische ontwikkeling en biedt kansen aan ondernemers in zowel
Angola als de EU, waarbij ook nadere afspraken over duurzaamheid worden gemaakt.
Het SIFA wordt door de Europese Commissie ook benoemd in de communicatie over de Critical Raw Materials Act.10 Het bevorderen van investeringen in partners zoals Angola kan ook bijdragen aan de
diversificatie van leveranciers van kritieke grondstoffen en sluit hiermee goed aan
bij de inzet van het kabinet op dit gebied.
Tot slot biedt het SIFA perspectief voor toekomstige stappen. Het akkoord kan, zoals
eerder opgemerkt, dienen als een opstap naar de toetreding van Angola tot het Economische
Partnerschapsakkoord tussen de Zuid-Afrikaanse Ontwikkelingsgemeenschap en de EU.
Daarnaast kan dit akkoord tussen de EU en Angola dienen als model voor toekomstige
SIFA’s met andere partners in de regio. Beide perspectieven worden door het kabinet
verwelkomd en sluiten nauw aan bij de geformuleerde inzet in onder meer de BHOS-nota.
Voorziene besluitvorming en voorgenomen positie van het kabinet
Zoals hierboven aangegeven, is het kabinet positief over de uitkomst van de onderhandelingen
over het SIFA met Angola en het voorgelegde akkoord. Samenvattend acht het kabinet
dit akkoord van belang vanwege de bijdrage die het akkoord kan leveren aan de economische
ontwikkeling in Angola en de kansen die het akkoord biedt voor zowel lokale als EU-ondernemers.
Om deze redenen is het kabinet voornemens om in te stemmen met zowel het Raadsbesluit
tot ondertekening van het akkoord als het Raadsbesluit tot sluiting van het akkoord
door de EU. Naar verwachting zullen deze besluiten begin oktober worden geagendeerd
in de Raad voor besluitvorming.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher
Indieners
-
Indiener
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking