Brief regering : Kabinetsreactie IPKO juni 2023
33 845 Interparlementair Koninkrijksoverleg
AO/ Nr. 52
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 september 2023
De vaste commissies voor Koninkrijksrelaties van de Eerste en de Tweede Kamer hebben
mij op 8 juni 2023 verzocht om, namens het kabinet, de beide Kamers te voorzien van
een reactie op de afsprakenlijst van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO)
dat plaatvond van 1 tot en met 5 juni 2023 in Den Haag (Kamerstuk 33 845, nr. 51). Hierbij stuur ik u de kabinetsreactie toe.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Kabinetsreactie op de afsprakenlijst IPKO juni 2023
Opnieuw heb ik met waardering kennisgenomen van de ontmoeting waarbij de parlementen
van onze landen binnen het Koninkrijk samenkomen en het gesprek en de discussie voeren
over onderwerpen die voor het hele Koninkrijk belangrijk zijn. In mijn rol van Staatssecretaris
blijf ik mij ook de komende maanden vanzelfsprekend volop inzetten voor het dossier
en de vele uitdagingen waar we gezamenlijk voor staan. Zo zal ik onder andere dit
najaar nog naar Caribisch Nederland reizen om te komen tot de ondertekening van de
bestuurlijke afspraken die we met elkaar aan het maken zijn. Ook voor de landen blijven
we hard aan het werk om in gezamenlijkheid stappen te blijven zetten.
Gegevensbescherming
Het IPKO heeft verzocht om nadere uitleg omtrent de noodzaak van een consensusrijkswet.
Een rijkswet biedt de meest efficiënte en effectieve route om de bescherming van persoonsgegevens
daadwerkelijk te harmoniseren, een conclusie die gesteund wordt door de bevindingen
van verschillende interlandelijke werkgroepen die zich sinds de inwerkingtreding van
de AVG hebben gebogen over dit vraagstuk. Een gezamenlijke aanpak is efficiënter dan
aparte regelingen per land. Omdat alle landen hetzelfde nastreven en harmonisatie
het doel is, zou één wet de huidige uiteenlopende (en verouderde) privacyregels kunnen
vervangen. Bovendien biedt dit de mogelijkheid om een gemeenschappelijke toezichthouder
in te stellen. Dit verkleint het risico dat er verschillende vormen van toezicht ontstaan,
garandeert meer rechtseenheid en wellicht ook meer onafhankelijkheid van de toezichthouder,
dit nog los van de kostenvoordelen. Een dergelijke Rijkswet verandert overigens niets
aan de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de landen voor hun rechtshandhaving
en daarmee samenhangend gezag over de diensten en het Openbaar Ministerie. Ook de
zeggenschap over de gegevens van die diensten blijft volledig een landsaangelegenheid.
Overigens zijn er extra middelen beschikbaar gesteld om databeveiliging te bewerkstelligen.
Nationaal Slavernijmuseum
Tijdens het IPKO is een presentatie verzorgd over de totstandkoming van het nationaal
slavernijmuseum, door Peggy Brandon en John Leerdam, kwartiermakers van het museum.
Aan de ontwikkeling van dit museum wordt al sinds 2017 gewerkt, in opdracht van de
gemeente Amsterdam. Het Rijk is sinds 2019 betrokken bij de totstandkoming en financiering
van dit museum.
Hoewel het een Amsterdams initiatief betreft, vindt het kabinet het belangrijk dat
het nationaal Slavernijmuseum een Koninkrijksbreed museum zal worden, dat het verhaal
van het hele koninkrijk vertelt en ook met mensen en organisaties in het hele koninkrijk
samenwerkt. Daarbij is van belang te vermelden dat de bijdrage aan het museum uit
de cultuurbegroting van het Ministerie van OCW komt. Deze middelen komen dus niet
ten laste van het fonds van € 200 miljoen, dat is aangekondigd bij de excuses van
de Nederlandse regering voor het slavernijverleden.
Tegelijkertijd heeft het kabinet op alle zes de eilanden de toezegging gedaan dat
het slavernijmuseum er een lokale weerslag krijgt. Het realiseren van deze lokale
weerslag van het museum in het Caribisch gebied in de vorm van museale voorzieningen,
erfgoed en archieven zal parallel daaraan worden georganiseerd onder verantwoordelijkheid
van het kabinet. In de komende periode gaat het kabinet verder in gesprek met de eilanden
over de vormgeving van dit traject. Juist omdat we zoveel mogelijk willen voldoen
aan de behoeften vanuit het Caribisch gebied en deze niet ondergeschikt te maken aan
het museum in Europees Nederland.
Doorwerking en verwerking koloniale en slavernijverleden: «de invulling van de ruimte
achter de komma»
Na de excuses van de Nederlandse regering zet het kabinet zich onder andere met het
pakket van 200 mln. in voor het vergroten van kennis en bewustwording, erkenning en
herdenken, en doorwerking en verwerking van het slavernijverleden. Sinds december
hebben per eiland zowel digitale als fysieke bijeenkomsten plaatsgevonden met vertegenwoordigers
van overheden, maatschappelijke organisaties en nazaten op Aruba, Curaçao, Bonaire,
Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba. Het is van groot van belang dat de eilanden
de regie hebben op de opvolging van de excuses. De uitvoering van de toezeggingen
en het tot stand komen van een standpunt kent per eiland namelijk een eigen vorm en
tempo. Tegelijkertijd worden waar mogelijk en gewenst overkoepelende vraagstukken
in gezamenlijkheid opgepakt.
Op 23 juni jl. heeft het kabinet een voortgangsbrief met beide Kamers gedeeld over
de opvolging van de excuses voor het slavernijverleden.1 Daarin is het kabinet ook uitgebreid ingegaan op de stand van zaken voor de Caribische
landen en werd aangekondigd dat Tula op 3 oktober 2023 zal worden gerehabiliteerd.
Deze voortgangsbrief heb ik daarna, inclusief vertalingen in het Papiamento, Papiamentu
en Engels, met de voorzitters van de Staten en minister-presidenten van Aruba, Curaçao
en Sint Maarten, alsook de eilandsraden en bestuurscolleges van Bonaire, Sint Eustatius
en Saba, gedeeld.2
Koninkrijksconferentie
Er wordt door de vier landen samengewerkt aan het organiseren van een Koninkrijksconferentie,
waarbij wordt ingezet op een Koninkrijksconferentie in het eerste kwartaal van 2024.
Voor de gehele organisatie wordt er een commissie genaamd «commissie Koninkrijksconferentie»
in het leven geroepen. Deze commissie zet ondertussen de eerste stappen voor de inhoudelijke
invulling van de conferentie. Op korte termijn zal de commissie komen met een voorstel
voor een definitieve datum voor de conferentie en zal deze datum in gezamenlijk overleg
worden vastgesteld.
Klimaat
Er is zowel bij het kabinet als het Openbaar Lichaam Bonaire draagvlak voor instelling
van een klimaattafel, waarbij het kabinet een faciliterende rol zal vervullen. Deze
klimaattafel opereert onder de verantwoordelijkheid van het Openbaar Lichaam Bonaire
en in overeenstemming met het kabinet, en zal worden geleid door een nader te benoemen
onafhankelijk voorzitter. Door het proces van deze klimaattafel aan te gaan, willen
het kabinet en het Openbaar Lichaam Bonaire faciliteren dat er een lange termijn klimaatvisie
voor Bonaire wordt opgesteld.
Eén van de conclusies van het rapport van dhr. Nijpels is dat het onwaarschijnlijk
is dat deze klimaattafel haar omvangrijke taak zal vervullen als er niet aan enkele
randvoorwaarden wordt voldaan. Het kabinet bezint zich momenteel op een volwaardige
kabinetsreactie op het rapport, waarin deze randvoorwaarden uitgewerkt worden. Hier
zal onder andere worden ingegaan op de invulling van het voorzitterschap van de klimaattafel
en op de capaciteit en overige ondersteuning die nodig is om deze klimaattafel en
de daaruit voortvloeiende plannen tot een succes te maken. Deze kabinetsreactie komt
na de zomer en hierover vindt nauw overleg plaats met het Openbaar Lichaam Bonaire.
De komende tijd worden door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat ook gesprekken
gevoerd met de besturen van Saba en Sint Eustatius om te inventariseren of een vergelijkbaar
concept van een klimaattafel ook voor hen wenselijk is. De uitkomsten hiervan worden
meegenomen in de kabinetsreactie.
Daarnaast vind ik het erg goed om te zien dat de leden van het IPKO een werkbezoek
hebben gebracht aan the Green Village van de Technische Universiteit Delft, een fieldlab
voor duurzame innovatie in de stedelijke omgeving. Innovatieve onderzoeken als het
project Island(er)s at the Helm op Sint Maarten en het project Sealink op Curaçao
zijn van cruciale waarde in het grote vraagstuk rondom klimaat.
Onderwijs
BSN
De ministerraad heeft op 24 maart jl. ingestemd met het wijzigen van het Besluit basisregistratie
personen, zodat Caribische studenten bij aanvraag van studiefinanciering via DUO direct
een BSN kunnen krijgen. Na de inwerkingtreding van het Besluit is er tijd nodig om
de systemen van DUO aan te passen. Gezien de complexiteit hiervan is het voor Caribische
studenten die in studiejaar 2024–2025 starten met de studie in Nederland mogelijk
om bij aanvang van hun studie een BSN te ontvangen.
Verzekering
Ingezetenen van Nederland zijn verzekerd voor de volksverzekeringen (AOW, Anw, Wlz
en AKW) waaronder de verplichte zorgverzekering. Ingezetene is degene die in Nederland
woont. Een persoon wordt geacht in Nederland te wonen als tussen hem en Nederland
een duurzame band van persoonlijke aard bestaat. Of sprake is van een dergelijke band
moet worden beoordeeld aan de hand van alle in aanmerking komende feiten en omstandigheden.
Op basis van omvangrijke jurisprudentie is een richtinggevend beoordelingskader tot
stand gekomen. De reden en duur van het verblijf in Nederland zijn enkele elementen
in een omvangrijke toets. Betrokkenen die niet zeker zijn of zij als ingezetene van
Nederland kunnen worden aangemerkt, kunnen bij de SVB een verzoek indienen.
Draagkrachtmeting
Om in het kader van de draagkrachtmeting een dergelijke gegevensuitwisseling mogelijk
te maken zijn er meerdere randvoorwaarden. Zo moet er een grondslag in de Europees
Nederlandse wetgeving zijn, zodat DUO de gegevens mag ontvangen en verwerken. Deze
is reeds aanwezig in de Wet Studiefinanciering 2000. Ook is een veilige manier om
de gegevens conform de eisen van de AVG uit te wisselen nodig. Hiervoor wordt gewerkt
aan consensus Rijkswetgeving.
Daarnaast moet er nog een grondslag in de wetgeving in Aruba, Curaçao en Sint-Maarten
zijn om de gegevens te mogen verstrekken. De wetgeving van de drie eilanden bevat
op dit moment geen grondslag om gegevens te mogen verstrekken aan DUO. Daarom wordt
er op dit moment door de landen gekeken naar de mogelijkheid om een dergelijke grondslag
te creëren.
Ombudsman Aruba
Hoewel de Ombudsman op Aruba reeds in september 2020 is ingesteld via een Landsverordening,
is de verankering van de Ombudsman in de Staatsregeling vervolgens niet door het parlement
gekomen. Met de Ombudsman ben ik van mening dat een instituut als de Ombudsman waar
burgers terecht kunnen met vragen of klachten over hun overheid, van groot belang
is. Wellicht kan het IPKO bij een volgende bijeenkomst inventariseren waar voor de
Staten van Aruba momenteel nog de knelpunten zitten in het proces tot verankering
van de Ombudsman in de Staatsregeling.
Indieners
-
Indiener
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties