Brief regering : Halfjaarverslag milieu en externe veiligheid Schiphol
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 480
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 augustus 2023
Hierbij ontvangt u het halfjaarlijkse overzicht van de resultaten van het toezicht
van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) op de naleving van de (vigerende)
normen en regels voor milieu en externe veiligheid voor de luchthaven Schiphol. In
het overzicht wordt u daarnaast geïnformeerd over zaken die van belang zijn voor de
handhaving van de regels voor preferentieel baangebruik in het nieuwe Normen- en Handhavingstelsel
Schiphol (NNHS), zoals die zijn opgenomen in de ontwerpwijziging Luchthavenverkeerbesluit
Schiphol (LVB).
In deze brief wordt verslag uitgebracht over de eerste helft van het gebruiksjaar
2023, de periode van 1 november 2022 tot en met 30 april 2023.
De halfjaarresultaten van het toezicht en de acties vanuit de ILT luiden als volgt:
• De gerealiseerde aantallen vliegbewegingen blijven achter bij de gebruiksprognose:
voor het etmaal is 41% en voor de nacht is 30% van de geprognotiseerde vliegtuigbewegingen
gerealiseerd. Ten opzichte van de eerste 6 maanden van het voorgaande gebruiksjaar
is het aantal vluchten in het hele etmaal met 9% en het aantal nachtvluchten met 5%
toegenomen.
• In de wettelijke handhavingspunten was de geluidruimte halverwege het gebruiksjaar
voor minder dan 50% verbruikt, met uitzondering van het handhavingspunt 25. Bij dit
handhavingspunt is de geluidruimte voor 54% gevuld. De verbruikte geluidsruimte is
gebaseerd op de vervangende grenswaarden die voor gebruiksjaar 2023 vastgesteld vanwege
groot onderhoud aan de Zwanenburgbaan. Deze zijn op 2 januari 2023 van kracht geworden.
Aan het einde van het gebruiksjaar zal de ILT beoordelen of er daadwerkelijk een overschrijding
van de grenswaarden op de handhavingspunten heeft plaatsgevonden.
• De verwachting is dat de grenswaarden voor de uitstoot van stoffen (emissies) en voor
de externe veiligheid aan het einde van gebruiksjaar 2023 onder de geldende grenswaarden
zullen blijven.
• Het aantal nachtvluchten bleef beperkt tot 9.037 vluchten handelsverkeer. Het maximumaantal
toegestane nachtvluchten handelsverkeer bedraagt 32.000 per gebruiksjaar.
• De ILT heeft vier waarschuwingsbrieven aan diverse luchtvaartmaatschappijen gestuurd
in verband met het zonder geldige reden afwijken van vertrekroutes voor de nacht.
Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) heeft de regels voor het routegebruik die voor
hen gelden niet overtreden.
• Vanwege het groot baanonderhoud op de Zwanenburgbaan was er gedurende het eerste half
jaar van 2023 een vrijstelling van toepassing op het verbod op nachtelijke starts
vanaf de Aalsmeerbaan en op nachtelijke landingen op de Aalsmeerbaan. Deze vrijstelling
was wettelijk verankerd door middel van een ministeriële regeling. In de genoemde
periode zijn drie vluchten onder deze vrijstelling vanaf de Aalsmeerbaan gestart en
zijn 49 vluchten onder deze vrijstelling (en vanwege kortdurend baanonderhoud op andere
banen) op de Aalsmeerbaan geland. De ILT heeft ook buiten de genoemde periode geen
onrechtmatige starts of landingen op de Aalsmeerbaan en op andere banen geconstateerd.
• Het gebruik van de APU (auxiliary power unit, hulpmotor van een vliegtuig) leidt tot
ongewenste emissies op de luchthaven. Vermindering is in het belang van gezonde werkomstandigheden.
In het LVB Schiphol staan regels voor het gebruik van de APU. De ILT constateerde
in 2022 op basis van onderzoek op Schiphol dat de APU te veel gebruikt wordt. In opdracht
van de ILT heeft Schiphol samen met andere sectorpartijen een actieplan opgesteld
om het APU-gebruik te verminderen.
Op grond van het LVB moeten op minimaal 61 vliegtuigopstelplaatsen (VOP’s) voorzieningen
aanwezig zijn ter vervanging van gebruik van de APU. Schiphol is gestart met de overname
van elektrische voorzieningen voor preconditioned air (PCA’s) van grondafhandelaren
om deze breder beschikbaar te maken op de VOP’s. Daarnaast mogen de elektrische PCA’s
van KLM nu ook door andere grondafhandelaren worden gebruikt. Tenslotte heeft Schiphol
de ILT geïnformeerd over de VOP’s die inmiddels volledig voorzien zijn van alternatieven
ter vervanging van de APU. Vanaf 1 juli 2023 is de ILT gestart met controles op het
APU gebruik op die VOP’s. Als hierbij overtredingen worden aangetroffen zal de ILT
hier tegen optreden.
Anticiperend handhaven Nieuwe Normen en Handhavingstelsel (NNHS)
• De ILT handhaaft vooralsnog anticiperend op het NNHS. Dit houdt in dat de ILT geen
maatregelen aan de sector oplegt bij overschrijdingen van de grenswaarden in handhavingspunten,
als de overschrijdingen het gevolg zijn van het vliegen volgens de regels van het
NNHS, zoals vastgelegd in de ontwerpwijziging van het LVB. Het gaat om vier regels
voor strikt preferentieel baangebruik.
De ILT heeft bij Schiphol een prognose opgevraagd met betrekking tot de Zich Ontwikkelende
Geluidbelasting (ZOG) aan het einde van het gebruiksjaar. De ILT heeft bij LVNL een
overzicht opgevraagd van de verantwoordingspercentages van de vier baanregels van
het NNHS per 30 april 2023.Uit deze informatie blijkt dat er voor gebruiksjaar 2023
een overschrijding dreigt op handhavingspunt 25. Daarnaast dreigt een baanregel van
het NNHS te worden overtreden (de vereiste minimumscore op baanregel 2 voor het winterseizoen).
De ILT zal Schiphol en LVNL waarschuwen dat bij een grenswaardeoverschrijding in combinatie
met het niet voldoen aan het NNHS, aan het einde van het gebruiksjaar, de ILT handhavend
zal optreden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Halfjaarverslag milieu en externe veiligheid Schiphol
Deze halfjaarrapportage is opgesteld door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
en is een wettelijke verplichting (art. 8.29 Wet luchtvaart). De rapportage beslaat
de periode 1 november 2022 tot en met 30 april 2023.
Voor Schiphol gelden normen voor geluid, het maximum aantal nachtvluchten, de uitstoot
van luchtverontreinigende stoffen (emissies) en de veiligheid voor de omgeving (externe
veiligheid). Daarnaast gelden er regels voor het baan- en routegebruik en voor de
uitstoot van luchtverontreinigende stoffen op het luchtvaartterrein. Deze normen en
regels staan in het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB). De ILT ziet erop toe
dat Schiphol, Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en de luchtvaartmaatschappijen
die gebruik maken van Schiphol deze normen en regels naleven.
Bij overschrijding van een grenswaarde uit het LVB heeft de ILT de beginselplicht
om aan de sector in het volgende gebruiksjaar een maatregel op te leggen. Het doel
daarvan is om te voorkomen dat de overschrijding zich opnieuw voordoet. De ILT stelt
de overschrijdingen van normen pas vast na afloop van een gebruiksjaar. Dit betekent
dat de ILT in deze halfjaarrapportage over het gebruiksjaar 2023 nog geen uitspraak
kan doen over eventuele maatregelen in het daaropvolgende gebruiksjaar. Tegen overtredingen
van regels (bijvoorbeeld baan- en routeafwijkingen) kan de ILT wel direct optreden.
De resultaten hiervan worden in deze halfjaarrapportage vermeld.
Geluid
Voor het vliegverkeer van en naar Schiphol gelden grenswaarden voor de totale hoeveelheid
geluid (TVG) en voor de lokale hoeveelheid geluid in een aantal vaste handhavingspunten
rondom Schiphol. Deze grenswaarden mogen aan het einde van het gebruiksjaar (31 oktober
2023) niet overschreden zijn. Uit de toegezonden rapportages blijkt dat de gebruikte
geluidsruimte in de handhavingspunten halverwege het gebruiksjaar minder dan 50% bedraagt,
met uitzondering van het handhavingspunt 25. Bij dit handhavingspunt is de geluidruimte
voor 54% gevuld. Halverwege het gebruiksjaar zijn er 198.000 vliegtuigbewegingen geweest,
ongeveer 41% van de geprognotiseerde vliegbewegingen. Het is onzeker in welke mate
het vliegverkeer zich in het resterende deel van het gebruiksjaar zal ontwikkelen.
De ILT heeft aan Schiphol gevraagd een prognose van de Zich Ontwikkelende Geluidbelasting
(ZOG) aan te leveren, zodat ingeschat kan worden of de resterende vluchten van het
gebruiksjaar 2023 afgewikkeld kunnen worden binnen de geluidsgrenswaarden. Hieruit
blijkt dat de grenswaarde in handhavingspunt 25 aan het eind van het gebruiksjaar
overschreden dreigt te worden. Met betrekking tot de verantwoordingspercentages van
de vier baanregels van het NNHS heeft de ILT aan de LVNL een overzicht gevraagd per
30 april 2023. Hieruit blijkt dat de vereiste score op baanregel 2 niet wordt gehaald
voor het winterseizoen. Op grond van het huidige wettelijke handhavingsinstrumentarium
kan de ILT pas aan het eind van het gebruiksjaar beoordelen of er een grenswaarde-overschrijding
is vastgesteld en of de baanregels al dan niet hun minimale score gehaald hebben.
Nachtvluchten
Op Schiphol mogen ieder gebruiksjaar niet meer dan 32.000 nachtvluchten handelsverkeer
plaatsvinden. Het aantal vluchten handelsverkeer over de eerste helft van het gebruiksjaar
2023 bedraagt 9.037. Dit is ongeveer 5% meer dan over dezelfde periode in het gebruiksjaar
2022. Aan het eind van het gebruiksjaar beoordeelt de ILT of het aantal uitgevoerde
nachtvluchten handelsverkeer beneden het toegestane maximum is gebleven.
Emissies
Voor Schiphol gelden grenswaarden voor de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen
door vliegtuigen (emissies). Het gaat hierbij om relatieve normen voor koolmonoxide
(CO), stikstofoxiden (NOx), vluchtige organische stoffen (VOS), zwaveldioxide (SO2) en fijnstof (PM10). Uit de berekende emissiewaarden in de eerste helft van gebruiksjaar 2023 is de
verwachting dat deze stoffen in 2023, net als in vorig gebruiksjaar, onder de norm
zullen blijven.
Externe veiligheid
De externe veiligheid gaat over het risico voor omwonenden van Schiphol om te overlijden
door een vliegtuigongeval. Als maat voor externe veiligheid geldt een norm voor het
totale risicogewicht (TRG). Het berekende TRG over de eerste helft van het gebruiksjaar
2023 bedraagt 31% van de norm. Naar verwachting zal Schiphol de norm voor de externe
veiligheid in het gebruiksjaar 2023 daarom niet overschrijden.
Routegebruik gezagvoerders
Gezagvoerders van straalvliegtuigen moeten ervoor zorgen dat het vliegtuig binnen
een vertrek- of naderingsroute, of boven een minimale vlieghoogte blijft. Gezagvoerders
mogen hier alleen van afwijken om reden van veiligheid of op basis van een instructie
van LVNL. De ILT heeft alle afwijkingen in de nacht gecontroleerd en vastgesteld dat
in de eerste helft van het gebruiksjaar in vier gevallen zonder geldige reden van
een vertrekroute voor de nacht is afgeweken. In verband hiermee verstuurde de ILT
aan de betreffende luchtvaartmaatschappijen een waarschuwingsbrief. Daarnaast heeft
de ILT controles uitgevoerd op afwijkingen overdag en naar aanleiding van meldingen
die rechtstreeks of via het klachtenbureau van het Bewoners Aanspreekpunt Schiphol
(BAS) bij de ILT zijn binnengekomen. Naar aanleiding hiervan heeft de ILT geen overtredingen
vastgesteld.
Routegebruik LVNL
Ook LVNL moet -naast de gezagsvoerders- ervoor zorgen dat straalvliegtuigen binnen
een vertrek- of naderingsroute en boven een minimale vlieghoogte blijven. LVNL mag
hier vanwege veiligheid van afwijken. Ook mag LVNL hier tot een bepaald percentage
van afwijken als dat nodig is voor een vlotte afhandeling van het vliegverkeer. De
ILT heeft op basis van de geregistreerde gegevens vastgesteld dat LVNL in de eerste
helft van het gebruiksjaar geen regels voor het routegebruik overtreden heeft.
Baangebruik
Zowel gezagvoerders als LVNL moeten zich houden aan de beperkingen die gelden voor
het baangebruik. Van deze beperkingen mag worden afgeweken om reden van veiligheid.
Daarnaast mag van de beperkingen worden afgeweken als de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat daarvoor bij Ministeriële Regeling vrijstelling verleend heeft, bijvoorbeeld
in het geval van groot baanonderhoud. Dat laatste is in de eerste helft van het gebruiksjaar
2023 aan de orde geweest. Vanaf 2 januari tot en met 19 april is de Zwanenburgbaan
niet in gebruik geweest vanwege het groot onderhoud. De ILT heeft geconstateerd dat
in deze periode op de Aalsmeerbaan drie starts en 49 landingen onder de vrijstelling
hebben plaatsgevonden (inclusief landingen op de Aalsmeerbaan vanwege kortdurend baanonderhoud
op één van de andere banen). De ILT heeft ook buiten de genoemde periode geen onrechtmatige
starts of landingen op de Aalsmeerbaan en op andere banen geconstateerd.
Uitstoot luchtverontreinigende stoffen luchtvaartterrein
Het gaat hier om het taxiën met één uitgeschakelde motor en het gebruik van een vaste
stroomaansluiting op het platform in plaats van de in het vliegtuig aanwezige hulpmotor
voor de stroomvoorziening (Auxiliary Power Unit, APU).
Taxiën met één uitgeschakelde motor
Gezagvoerders van drie- en viermotorige straalvliegtuigen moeten ervoor zorgen dat
het vliegtuig na de landing met één uitgeschakelde motor van de landingsbaan naar
het platform taxiet. Het LVB verbindt hier geen verdere verplichtingen aan. Schiphol
monitort het uitschakelen van één motor tijdens het taxiën door regelmatig enquêtes
uit te voeren. Uit eerdere enquêtegegevens van Schiphol blijkt dat vrijwel alle driemotorige
vliegtuigen (voor zover nog aanwezig) en 82% van de viermotorige vliegtuigen na de
landing met één uitgeschakelde motor taxiën. Drie- en viermotorige vliegtuigen nemen
af in aantal.
Gebruik vaste stroomaansluiting om APU gebruik te verminderen
Schiphol moet op grond van het LVB zorgen dat een vaste stroomaansluiting op de vliegtuigopstelplaats
(VOP) beschikbaar is en van voldoende kwaliteit is om het gebruik van de APU terug
te dringen. Gezagvoerders moeten ervoor zorgen dat bij de afhandeling van het vliegtuig
op de VOP de vaste stroomaansluiting wordt gebruikt en de APU tijdig wordt uitgezet.
Dit ten behoeve van de lokale luchtkwaliteit. De ILT constateerde in 2022 op basis
van onderzoek op Schiphol dat de APU te veel gebruikt wordt. Naar aanleiding van het
onderzoek van de ILT heeft Schiphol met de betrokken sectorpartijen een actieplan
ingediend bij de ILT. Op grond van het LVB moeten op minimaal 61 VOP’s voorzieningen
aanwezig zijn ter vervanging van het APU-gebruik. Volgens het actieplan zal Schiphol
elektrische voorzieningen overnemen van de grondafhandelaren. Deze elektrische voorzieningen
moeten als alternatieven voor de APU worden gebruikt en krijgen een vaste locatie
op bepaalde VOP’s.
Zorgplicht sector
Schiphol, LVNL en de luchtvaartmaatschappijen moeten er gezamenlijk voor zorgen dat
de grenswaarden voor geluid, emissies en de externe veiligheid niet overschreden worden.
De berekende waarden voor de externe veiligheid en emissies zijn halverwege het gebruiksjaar
onder de wettelijke grenswaarden gebleven. Hierdoor wordt vooralsnog voldoende invulling
gegeven aan de gezamenlijke zorgplicht. Aan het eind van het gebruiksjaar zal de ILT
hier een eindoordeel over geven. In het contact dat de ILT met Schiphol en LVNL opneemt
over de meest recente informatie over de grenswaarden en de baanregels zal dit een
gespreksonderwerp zijn.
Voor geluid geldt een aparte regeling die te maken heeft met de komst van het Nieuwe
Normen- en Handhavingstelsel Schiphol (NNHS). Deze regeling vloeit voort uit afspraken
die een aantal jaren geleden in de Omgevingsraad Schiphol (ORS) zijn gemaakt. Daarin
hebben overheden, sectorpartijen, belangenorganisaties en bewonersvertegenwoordigers
met elkaar afgesproken dat zolang het NNHS nog niet van kracht is, wel al gevlogen
wordt volgens de regels van het NNHS. Dit houdt in dat zoveel mogelijk die banen worden
gebruikt die voor de omgeving de minste geluidhinder geven (strikt geluidpreferent
baangebruik).
Op basis van deze afspraken heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
op 25 september 2015 een brief aan de Tweede Kamer gestuurd1. In deze brief heeft de Staatssecretaris aangegeven dat de ILT, tot het van kracht
worden van het NNHS, geen maatregelen aan de sector zal opleggen als blijkt dat de
overschrijdingen van de geluidsnormen het gevolg zijn van het vliegen volgens de regels
van het NNHS (anticiperend handhaven). Om die reden is de zorgplicht van de sector
om overschrijdingen van de geluidsnormen in handhavingspunten te voorkomen feitelijk
niet meer van toepassing, zolang er gevlogen wordt volgens de regels van het NNHS.
Maatregelen ILT
Als een geluidgrenswaarde uit het LVB overschreden is, die niet het gevolg is van
vliegen volgens het NNHS, moet de ILT aan de sector een maatregel opleggen om te voorkomen
dat de overschrijding zich in het nieuwe gebruiksjaar opnieuw voordoet. Zoals eerder
aangegeven kunnen overschrijdingen van grenswaarden pas worden vastgesteld na afloop
van een gebruiksjaar. Dit betekent dat in deze tussenrapportage nog geen uitspraak
kan worden gedaan over eventuele grenswaarde-overschrijdingen en de eventueel daarbij
behorende maatregelen. Het huidige handhavingsinstrumentarium van de ILT staat tussentijdse
handhaving op dit type overtredingen niet toe.
Indieners
-
Indiener
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat