Brief regering : Voortgang aanpak overlastgevend en crimineel gedrag door asielzoekers
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 3104
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS EN MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 mei 2023
Een toename van winkeldiefstallen in Ter Apel, de bus die niet meer stopt bij azc
Budel en de eigenaar van de pompwinkel in Nieuw-Weerdinge die haar winkel op slot
houdt: het is een greep uit het nieuwsoverzicht van de afgelopen periode in relatie
tot overlastgevende asielzoekers. Overlast die het veiligheidsgevoel van bewoners
en ondernemers in de samenleving onder druk zet en afbreuk doet aan de bereidheid
om vluchtelingen op te vangen, is absoluut onaanvaardbaar.
Zoals aangegeven in de brief van 26 augustus jl., heeft het kabinet aanvullend 45
miljoen euro structureel beschikbaar gesteld voor de aanpak van overlast.1 Dit geld investeren we via twee sporen. Tegen asielzoekers die de gastvrijheid van
Nederland misbruiken en voor overlast zorgen, past een harde aanpak. Onze gastvrijheid
mag nooit ten koste gaan van onze veiligheid. Tegelijk zet ik in op het voorkomen
van overlast; de preventieve aanpak. In deze brief licht ik, zoals toegezegd in het
mondelinge vragenuur van 6 december 2022, de maatregelen van beide sporen toe, zodat
u een goed beeld krijgt van de voortgang in dit dossier.
Tot slot wordt in deze brief ingegaan op de motie van de leden Bisschop en Peters
om snel met maatregelen te komen om criminele activiteiten en overlast van asielzoekers
uit veilige landen van herkomst2 en dak- en thuislozen uit Midden- en Oost-Europa tegen te gaan3.
Lik-op-stuk
In nauwe samenwerking met het Openbaar Ministerie en de Ketenmariniers bevordert de
Coördinator Nationale Aanpak Overlast de aandacht voor de strafrechtelijke aanpak
van overlast en criminaliteit door asielzoekers. Het doel van deze samenwerking is
om het voor de harde kern overlastgevers onmogelijk te maken door Nederland rond te
trekken en daarbij ongrijpbaar te blijven. Door een nationale, intensieve samenwerking
tussen de strafrechtketen en de vreemdelingenketen, wordt het net rond deze groep
gesloten. Vervolgens wordt iedere overlastgever effectief aangepakt. Dat betekent
een lik-op-stuk beleid, gericht op het snel afhandelen van zaken door politie en justitie.
Procesoptimalisatie overlastgevende asielzoekers
Asielzoekers die strafbare feiten plegen, worden zowel strafrechtelijk als vreemdelingrechtelijk
aangepakt. Om overlastgevers in Ter Apel zo snel mogelijk door ons asiel- en opvangstelsel
te halen en bij afwijzing te werken aan terugkeer, is Ter Apel gestart met een pilot
procesoptimalisatie. Aanvragen van asielzoekers die overlast veroorzaken, worden in
deze pilot snel afgehandeld.
In bepaalde gevallen van overlast – zoals agressie tegen medewerkers – wordt binnen
de algemene asielprocedure bijvoorbeeld de rust- en voorbereidingstijd, die normaal
gesproken wordt gegeven om uit te rusten van de reis en voor te bereiden op de asielprocedure,
onthouden. Dit biedt snelheid in de procedure en is een duidelijk signaal dat overlast
niet wordt getolereerd en dit gedrag gevolgen kan hebben voor de asielaanvraag. Daarnaast
geven politie (AVIM), IND en andere partijen in nauwe samenwerking waar mogelijk lik-op-stuk
bij aanhouding van overlastgevende asielzoekers in de publieke ruimte, door bijvoorbeeld
gebruik te maken van het supersnelrecht. Deze ketenbrede aanpak en persoonsgerichte
prioritering is de sleutel tot een succesvolle effectieve vreemdelingrechtelijke aanpak.
Overlastgevende asielzoekers moeten zo snel mogelijk gestraft worden en uit ons opvangstelsel.
Een strenge aanpak moet kwaadwillende asielzoekers ontmoedigen om naar Nederland te
komen.
Inspanningen van het OM
Het Openbaar Ministerie heeft vorig jaar een werkgroep opgericht onder aansturing
van een landelijke Vreemdelingen-in-de-Strafrechtketen (VRIS)-officier bestaande uit
(gebieds)officieren van justitie en andere OM-medewerkers die nauw betrokken zijn
bij vraagstukken waar de strafrechtketen en vreemdelingenketen elkaar raken. De opdracht
van de werkgroep is het versterken van de aanpak van misdrijven, gepleegd door overlastgevende
vreemdelingen in de asielketen die worden verdacht van bijvoorbeeld (winkel)diefstal,
vernieling of verduistering of van zogenoemde (lichte) High Impact Crimes als overvallen,
straatroven, woninginbraken en geweld. Het doel is dat het OM, samen met de politie,
door adequate inzet van het strafrecht, een bijdrage levert aan het behoud van landelijk
en lokaal draagvlak voor de (nood)opvang van asielzoekers. Daarbij geldt dat het OM
alleen in actie komt als sprake is (van verdenking) van strafbare feiten. De focus
ligt daarbij op misdrijven.
Het strafvervolgingsbeleid gericht op overlastgevende asielzoekers die misdrijven
plegen, wordt in heldere stappen beschreven en binnen het OM gecommuniceerd voor toepassing
binnen de reguliere Zorgvuldig Snel Maatwerk (ZSM)-aanpak. Zo is steeds voor iedereen
duidelijk welke strafrechtelijke interventies bij voorkeur worden opgelegd. Voor de
verdachte zal duidelijk zijn dat het plegen van misdrijven direct strafrechtelijke
gevolgen heeft (lik-op-stuk). Onder lik-op-stuk beleid wordt verstaan een snelle interventie
na aanhouding van de verdachte tot en met de succesvolle tenuitvoerlegging van de
straf. Dat zijn voor bovengenoemde feiten bij voorkeur de supersnelrechtzitting bij
de politierechter, waarbij de verdachte binnen 72 uur na aanhouding vanuit de inverzekeringstelling
wordt berecht en de snelrechtzitting bij de politierechter waarbij de verdachte binnen
17 dagen na aanhouding vanuit de bewaring wordt berecht. In beide situaties wordt
een verdachte berecht vanuit de voorlopige hechtenis en kan de rechter bevelen dat
de resterende straf direct aansluitend wordt uitgezeten. Zo wordt voorkomen dat veroordeelde
vreemdelingen zich aan de tenuitvoerlegging onttrekken door naar elders af te reizen
en zo onvindbaar zijn.
Het OM wil daarmee ook aan het lokaal bestuur, de asielketen en de samenleving laten
zien dat wangedrag niet getolereerd wordt. De landelijke VRIS-officier werkt nauw
samen met de Coördinator Nationale Aanpak Overlast en staat in goed contact met de
organisaties binnen de asielketen, met name COA, DT&V, politie (AVIM) en IND.
Maatregelen in het openbaar vervoer
Reizigers en medewerkers van vervoerders ondervinden last van asielzoekers die zwartrijden
in het openbaar vervoer rondom asielzoekerscentra en daar agressie en intimidatie
veroorzaken. Dit is onaanvaardbaar.
De ministeries van JenV en IenW, COA, politie, OM en vervoerders werken aan een integraal
plan van aanpak om de overlast in het OV terug te dringen. De maatregelen zien op
drie verschillende thema’s: betalingsproblematiek, dossieropbouw en identificatie.
Zo onderzoek ik de mogelijkheden van het op naam zetten van dagkaarten die asielzoekers
ontvangen van het COA voor reizen die zij maken in het kader van hun procedure. Het
op naam zetten voorkomt dat asielzoekers de kaart doorverkopen en zelf gaan zwartrijden,
wat voor overlast zorgt. Daarnaast wordt ingezet op het verbeteren van de voorlichting
aan asielzoekers over de werking van het openbaar vervoer. Verder voert het COA begin
2024 op alle COA-locaties een nieuw betaalmiddel in, waarmee asielzoekers ook in het
openbaar vervoer kunnen reizen. Ook dit moet bijdragen aan het verminderen van zwartrijden.
Om overlastgevers in het openbaar vervoer sneller en effectiever aan te pakken verbeter
ik de mogelijkheden voor dossieropbouw en gegevensdeling met inachtneming van privacyregelgeving.
Met het Ministerie van IenW verbeter ik de mogelijkheden die boa’s hebben om personen
die overlast veroorzaken te identificeren.
Naar aanleiding van overlast op buslijn 73 tussen Emmen en Ter Apel, wordt sinds 2019
een pendelbus ingezet die tussen het station van Emmen en het aanmeldcentrum Ter Apel
rijdt. De inzet van de pendelbus is effectief gebleken en heeft geleid tot minder
overlast op lijn 73. De inzet van de pendelbus is tijdelijk van aard. Het integrale
plan van aanpak overlastgevende asielzoekers in het openbaar vervoer moet leiden tot
een structurele oplossing voor het overlastprobleem, wat de pendelbus overbodig dient
te maken.
Handhaving- en toezichtlocatie (HTL)
Asielzoekers die (ernstige) overlast veroorzaken, kunnen in de Handhaving- en toezichtlocatie
worden geplaatst. Een asielzoeker kan hier in beginsel maximaal 3 maanden worden geplaatst.
Door plaatsing op de Handhaving- en toezichtlocatie worden reguliere locaties ontlast
van overlastgevers. In deze locatie gelden strengere huisregels. De asielzoeker mag
het terrein van de Handhaving- en toezichtlocatie beperkt verlaten. Ook ontvangen
asielzoekers hier geen eet- en leefgeld, maar worden maaltijden en verzorgingsproducten
in natura verstrekt.
De Inspectie JenV en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd hebben een aantal aanbevelingen
gedaan over het verbeteren van de leefomstandigheden op de HTL. Ik verwijs graag naar
de beleidsreactie d.d. 5 april jl. voor de voortgang van de aanbevelingen op de HTL
en het vervolgonderzoek van de Inspectie JenV over de bevoegdheden van de boa’s die
onder andere op de HTL werken.4
Preventie
Door samen te werken met partners uit de keten, de ketenmariniers en de Coördinator
Nationale Aanpak Overlast zetten we ons in om overlast te voorkomen door het nemen
van preventieve maatregelen. Hierbij zoeken we naar de optimale ruimte binnen bestaande
wet- en regelgeving.
Mobiel toezichtsteam
In november 2022 is in Ter Apel gestart met een nieuwe vorm van toezicht in de publieke
ruimte. Vier toezichthouders houden toezicht op straat, in het openbaar vervoer en
op het terrein van het azc. De toezichthouders zetten in op persoonlijk contact met
de doelgroep. Daarnaast onderhouden zij nauw en frequent contact met de lokale bewoners,
winkeliers en ondernemers, de politie, het COA en vervoerders. De eerste resultaten
van de pilot zijn positief. Met hun zichtbaarheid en aanwezigheid weten de toezichthouders
bepaalde vormen van overlast te voorkomen. Door persoonlijk contact met de doelgroep,
weten zij in situaties waar onrust heerst of onenigheid dreigt, vaak de angel eruit
halen voordat de spanning escaleert. Daarom is besloten de pilotfase in Ter Apel die
in november 2022 voor drie maanden van start ging, nog eens met negen maanden te verlengen
tot en met oktober 2023.
Parallel daaraan worden sinds 6 maart 2023 vier toezichthouders ingezet in de gemeente
Cranendonck. Zij werken volgens dezelfde methodiek en begeven zich op alle domeinen
waar de groep overlastgevers zich ophoudt. Dat is onder meer in de openbare ruimte,
het winkelgebied, het stationsgebied en in het openbaar vervoer. De pilot duurt tot
en met 31 december 2023. Verder is de Nationaal Coördinator in gesprek met enkele
andere gemeenten om te verkennen in hoeverre de inzet van deze werkmethode elders
gewenst en mogelijk is. De komende maanden wordt de werkmethode van de pilot geëvalueerd.
Afhankelijk van de bevindingen wordt besloten of en hoe de inzet volgend jaar wordt
gecontinueerd.
Opvang
Om opvanglocaties veilig en leefbaar te houden voor zowel asielzoekers, medewerkers
als omwonenden en overlastgevend gedrag effectief aan te pakken, blijft een gerichte
aanpak in de opvang van (overlastgevende) asielzoekers en het adequaat begeleiden
van asielzoekers noodzakelijk. Vluchtelingen die huis en haard hebben verlaten om
in Nederland bescherming te zoeken moeten zich veilig voelen. Dit mag niet onmogelijk
gemaakt worden door een groep asielzoekers die kwaadwillend is.
Pilot (potentiele) overlastgever vroegtijdig in beeld
Op 11 pilotlocaties houden twee medewerkers zich als duo bezig met het begeleiden
en activeren van de bewoners die (potentieel) overlastgevend gedrag vertonen. De duo’s
geven aan dat het rustiger is op locatie dan voor de start van de pilot. Er worden
steeds meer initiatieven met positieve impact ontplooid. Deze worden gedeeld op het
intranet van het COA, zodat ook andere locaties van deze good practices kunnen leren. Eind 2023 vindt een evaluatie plaats van de pilot.
Ambulant Ondersteunings Team
Het Ambulant Ondersteunings Team is opgericht om collega’s op de locaties te ontlasten,
helpen en ondersteunen in perioden dat er veel incidenten zijn of wanneer er een incident
met zeer hoge impact heeft voorgedaan, zowel voor reguliere locaties als voor locaties
voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Het team is meermaals ingezet op aanvraag
van de locaties. Locatiemanagers zijn zeer positief over de inzet van het team, zoals
de overdracht van kennis naar hun medewerkers over hoe om te gaan met problematisch
gedrag. Door een grote vraag naar inzet van het Ambulant Ondersteunings Team wordt
het team de komende maanden uitgebreid. De pilot wordt eind 2023 geëvalueerd.
Nieuwe maatregel COA
Het COA heeft voor overlastgevende asielzoekers een nieuwe maatregel genomen die per
maart 2023 is ingegaan: de zogeheten gedragsbeïnvloedingsmaatregel. Deze maatregel
ziet op het aangepast opvangen van asielzoekers die overlast veroorzaken tijdens hun
verblijf op de locaties in Ter Apel of in Budel.
Op deze locaties vindt de eerste opvang plaats en krijgen asielzoekers geen leefgeld.
Daardoor kan het COA hier geen leefgeld inhouden als onderdeel van het COA-maatregelenbeleid5, wanneer een asielzoeker zich niet houdt aan de huisregels. Om toch te kunnen werken
aan een positieve gedragsverandering, is op deze locaties de gedragsbeïnvloedingsmaatregel
opgesteld waarbij de overlastgevende bewoner wordt geplaatst op een zogenaamde prikkelarme
omgeving. Op de prikkelarme omgeving worden maaltijden en verzorgingsproducten in
natura verstrekt, is een dagelijks coaching gesprek, geldt een verbod op drugs en
alcohol en dienen de asielzoekers tussen 22.00–8.00 uur binnen te zijn. Op deze manier
wil het COA ontmoedigen dat asielzoekers overlast veroorzaken en het gedrag van asielzoekers
die wel overlast veroorzaken tijdig op een effectieve manier beïnvloeden.
Sobere opvanglocaties voor kansarme asielzoekers
Bij brief van 29 juni jl. (Kamerstuk 19 637, nr. 2908) heb ik u geïnformeerd over een nieuw in te richten vorm van versoberde opvang bedoeld
voor vreemdelingen met een asielaanvraag met een hoog afwijzingspercentage, de zogenaamde
kansarme asielzoekers. Momenteel vinden er gesprekken plaats met de gemeente Almere
over een eventuele ingebruikname van de Penitentiaire Inrichting Voor deze opvanglocaties
zal een sober opvangregime gelden. Daarnaast zal op deze locaties worden ingezet op
een vlotte en efficiënte afhandeling van de asielaanvraag. Hiervoor wordt nauw samengewerkt
tussen de ketenpartners en de Ketenmariniers. Bij een afwijzing kan de vertrekprocedure
naar het land van herkomst of het land dat verantwoordelijk is voor de behandeling
van de asielaanvraag in het kader van de Dublinverordening spoedig gestart worden.
Naast gesprekken met Almere, verken ik ook welke andere gemeenten sobere opvanglocaties
kunnen verzorgen.
Overige maatregelen
Terugkeer
De aanpak van overlastgevende vreemdelingen bestaat uit verschillende onderdelen.
Een effectief terugkeerproces voor overlastgevers met een vertrekplicht is daar één
van. In die gevallen moet ook steeds worden gekeken of er voldoende redenen zijn om
vreemdelingenbewaring toe te passen. Daarbij is van belang dat voor de oplegging van
bewaring, in de juridische doctrine alleen in ernstige openbare orde gevallen aanleiding
bestaat. Een asielzoeker die door zijn negatieve gedrag in contact komt met de politie,
kan ook om andere redenen in bewaring worden gesteld, bijvoorbeeld omdat blijkt dat
er een risico op onttrekken aan het toezicht is. Vanuit bewaring – maar uiteraard
ook vanuit een open locatie, wordt na afloop van de procedure gewerkt aan terugkeer.
Het kabinet heeft 15 miljoen euro beschikbaar gesteld om in te zetten voor terugkeer
van vertrekplichtige vreemdelingen, met bijzondere aandacht voor personen die overlastgevend
gedrag vertonen. De planvorming voor de besteding van deze middelen bevindt zich in
de afrondende fase en ziet op een set aan nationale investeringen, aangevuld met separaat
budget waarmee de Nederlandse inzet op migratiepartnerschappen verder versneld kan
worden.
Financiering lokale maatregelen
Een gemeente die last heeft van overlast van asielzoekers, kan een beroep doen op
de SPUK-regeling, om zo financieel gecompenseerd te worden voor maatregelen tegen
overlast van asielzoekers. Ieder jaar stelt het Ministerie van JenV een budget beschikbaar
voor de financiering van lokale (kleinschalige) maatregelen tegen overlast buiten
de opvanglocaties. Deze regeling geeft gemeenten de mogelijkheid om zelf te bepalen
welke aanpak het beste bij hun problematiek past. De maatregelen waarvoor dit budget
wordt gebruikt verschillen per gemeente. Hierbij valt te denken aan de inzet van buitengewoon
opsporingsambtenaren (boa's), bodycams, extra cameratoezicht maar ook preventieve
maatregelen zoals het organiseren van extra (sport)activiteiten. Ik verwacht op korte
termijn de SPUK voor 2023–2024 open te stellen.
Motie van de leden Bisschop en Peters
Tot slot ga ik in op de gewijzigde motie van de leden Bisschop en Peters. In deze
motie wordt de regering verzocht snel met maatregelen te komen om criminele activiteiten
en overlast van veiligelanders en dak- en thuislozen uit Midden- en Oost-Europa tegen
te gaan.
Zoals reeds is aangegeven heeft het kabinet 45 miljoen beschikbaar gesteld voor de
intensivering van de aanpak van overlastgevend en crimineel gedrag door asielzoekers.
Onderdeel van deze intensivering is het beschikbaar stellen van toezichthouders op
straat die zich richten op alle overlastgevende asielzoekers en de intensivering van
de inzet op terugkeer middels de 15 miljoen die voor terugkeer beschikbaar is gesteld.
Ten aanzien van het op niveau brengen van de AVIM-capaciteit kan ik u melden dat de
politie voortdurend personeel werft om de benodigde formatie op orde te krijgen en
te houden. Inzet van lokale AVIM-eenheden op de verschillende gebieden in het vreemdelingendomein
gebeurt op basis van prioritering. Het tegengaan van overlast en het bestrijden van
criminaliteit zijn onderdeel van deze prioritering. Daarnaast wordt tevens verkend
of taken in de migratieketen optimaler belegd kunnen worden. Deze verkenning helpt
mogelijk om de druk op de capaciteit van de politie te verlichten.
Een oplossing voor overlast en het tegengaan van criminaliteit is echter niet enkel
afhankelijk van de capaciteit van de AVIM-afdelingen. Zo spelen ook de naleving van
afspraken tussen partners in de migratieketen, vigerende wet- en regelgeving, en de
(on)mogelijkheden om vreemdelingen van wie een asielaanvraag is afgewezen gedwongen
te laten terugkeren naar het land van herkomst tevens een belangrijke rol hierin.
Ik blijf mij inzetten voor een goede samenwerking tussen de ketenpartners op deze
gebieden.
In de motie wordt tevens verwezen naar overlast veroorzaakt door dakloze EU-burgers.
Het is hier van belang om het onderscheid te maken dat een (dakloze) EU-burger geen
verzoek tot asiel heeft gedaan en daarom buiten de aanpak van overlast door asielzoekers
valt. Het voorkomen en aanpakken van overlast door kwetsbare dakloze EU burgers maakt
onderdeel uit van het Plan van Aanpak Kwetsbare Dakloze Unieburgers.6 Dit Plan van Aanpak, mede als reactie op de motie van de leden Segers en Marijnissen,7 en de uitvoering daarvan vindt plaats met de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport en Sociale Zaken en Werkgelegenheid en enkele gemeenten.
De groep dakloze EU-burgers bestaat volgens een eerste schatting uit het IVO-onderzoek
uit totaal zo’n 2.500 tot 3.000 dakloze EU-burgers8 in heel Nederland9, waarvan een deel overlast veroorzaakt. Voor EU-burgers geldt dat zij een andere
rechtspositie hebben dan asielzoekers. Dat een EU-burger dakloos is geraakt, betekent
niet automatisch dat diegene geen rechtmatig verblijf in Nederland meer heeft. Het
Plan van Aanpak gaat uit van een gedifferentieerde aanpak om dakloosheid bij verschillende
groepen EU-burgers te voorkomen en terug te dringen, afhankelijk van de situatie van
de EU-burger. Er wordt ingezet op beter inzicht in de verblijfsstatus van kwetsbare
dakloze EU-burgers10, zorg en begeleiding (terug naar werk) voor degenen die daar recht op hebben en terugkeer
van EU-burgers die onrechtmatig in Nederland verblijven, vooral als zij overlast geven
en crimineel gedrag vertonen. Samen met maatschappelijke organisaties, zoals de stichting
Barka, lukt het goed om EU-burgers op vrijwillige basis terug te begeleiden naar hun
land van herkomst. Het Rijk en enkele grote gemeenten ondersteunen Barka hierbij financieel.
Alle betrokken partijen zijn erg tevreden over de resultaten die met vrijwillige terugkeer
zijn bereikt. Als vrijwillige terugkeer niet lukt, kan – als vast is komen te staan
dat de EU-burger niet meer voldoet aan de voorwaarden voor rechtmatig verblijf – ook
gedwongen terugkeer aan de orde zijn.
In de motie wordt tevens verwezen naar de aanpak van mobiel banditisme. Mobiel banditisme
is een vorm van internationale georganiseerde criminaliteit. De leden van deze bendes
hebben meestal geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland en zijn over het algemeen
geen asielzoekers. De opdrachtgever van de bendes opereert meestal vanuit het buitenland.
De aanpak van mobiel banditisme is onderdeel van het Actieprogramma Veilig Ondernemen
2023–2026 van het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing.11 De afgelopen jaren is middels onderzoek zicht verkregen op de modus operandi van
mobiele bandieten, waaronder onderzoeken naar vroegtijdige signalering en recentelijk
naar e-bike en gps-diefstallen door mobiele bendes. Onder andere middels deze wetenschappelijke
inzichten is een barrièremodel tot stand gekomen, om zo in elke fase de criminele
activiteiten van mobiele bandieten te verstoren. Tijdige informatie-uitwisseling tussen
winkeliers en politie, met het doel heterdaadkracht te vergroten, is een belangrijk
onderdeel van deze publiek-private aanpak. Politie en brancheorganisaties wisselen
daarnaast actief informatie uit over de modus operandi van mobiele bandieten. Ook
is Nederland vertegenwoordigd in EMPACT Organised Property Crime, waar Europese landen
samenwerken bij de aanpak van mobiel banditisme.
In aanvulling op bovengenoemde maatregelen geldt dat het WODC momenteel onderzoek
doet naar rondreizende alleenstaande minderjarige vreemdelingen met multiproblematiek.
Daarbij wordt gekeken, met een internationale focus, naar de kenmerken en drijfveren
van deze groep jongeren, of er sprake is van betrokkenheid in criminele netwerken
en wat er geleerd kan worden van de ervaringen van andere Europese landen die met
soortgelijke problematiek te maken hebben. Dit rapport wordt naar verwachting voor
de zomer opgeleverd. De aanbevelingen die hieruit volgen worden betrokken in de aanpak
van overlastgevend en crimineel gedrag van asielzoekers.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid