Brief regering : Schikkingen inzake vaccinatie Mexicaanse griep
36 200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023
Nr. 217 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 april 2023
Met deze brief informeer ik u over financiële tegemoetkomingen voor een kleine groep
narcolepsiepatiënten die zijn gevaccineerd tegen de Mexicaanse griep. De afgelopen
jaren is een zorgvuldig proces doorlopen, met deskundigen en met de ouders en kinderen
die het betreft, om de hoogte van een redelijke tegemoetkoming voor de individuele
betrokkene vast te stellen. Het voornemen om te schikken is in 2017 en 2018 via de
begrotingsroute aan uw Kamer gemeld.1
1. Wat eraan voorafging
In 2009 verspreidde zich een nieuw griepvirus over de wereld, het H1N1-virus, ook
wel «de Mexicaanse griep» genoemd. De Mexicaanse griep was een ernstige griep, die
dodelijk kon zijn. Ingegeven door de acute dreiging van een pandemie werden in Nederland
ongeveer 5 miljoen mensen tegen de Mexicaanse griep gevaccineerd met de vaccins Pandemrix
en Focetria. Onder hen waren ruim 600.000 kinderen van zes maanden tot en met vier
jaar. Vanaf 2010 werd binnen Europa een stijging waargenomen van kinderen, die werden
gediagnosticeerd met de ernstige en chronische slaapaandoening narcolepsie. Of deze
kinderen narcolepsie hebben gekregen door de vaccinatie of dat er een andere oorzaak
is voor hun ziekte, is nog niet duidelijk. Vast staat wel dat het verschrikkelijk
is wat deze kinderen en hun gezinnen is overkomen. De wetenschappelijke discussie
of er wel of niet een verband is tussen vaccinatie tegen Mexicaanse griep en narcolepsie
loopt nog steeds. Vanwege de onomkeerbaarheid van de uitzonderlijk ernstige neurologische
klachten bij deze jonge kinderen heeft Kabinet-Rutte II besloten om de wetenschappelijke
discussie niet af te wachten, maar om in gesprek met de gezinnen die het betreft,
te komen tot een schikking. Bij de beslissing om deze kinderen tegemoet te komen is
mede van belang geweest, dat ook in andere Europese landen uitkeringen zijn en worden
gedaan aan jonge narcolepsie-patiënten, die zijn gevaccineerd met Pandemrix.
De Staat en de vaccinproducenten zijn eind 2014 formeel aansprakelijk gesteld voor
het ontstaan van narcolepsie bij 23 personen (waarvan de meesten minderjarig), die
in 2009 met Pandemrix of Focetria zijn gevaccineerd. De Staat wordt verweten aan de
(ouders van de) kinderen het onjuiste advies te hebben gegeven om jonge kinderen met
het vaccin Pandemrix of Focetria te laten vaccineren én de betrokkenen onvoldoende
te hebben geïnformeerd over wat er wel of niet bekend was over mogelijke bijwerkingen.
In principe zijn de producenten aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door een
gebrek in hun product. Voor wat betreft Pandemrix is in 2009 contractueel vastgelegd
dat de Staat de aansprakelijkheid van deze producent overneemt. Dit betekent, dat
als de producent van Pandemrix aansprakelijk zou worden gehouden, deze producent de
schade op de Staat kan verhalen.
2. Beoordeling dossiers patiënten
Onderzoek causaal verband
Twee externe deskundigen (een kinderarts en een klinisch epidemioloog) hebben het
Ministerie van VWS geadviseerd over hoe aannemelijk het causaal verband bij de individuele
dossiers is tussen de vaccinatie en het ontstaan van narcolepsie. Zij kwamen op basis
van de toenmalige literatuur tot de algemene conclusie dat een oorzakelijk verband
tussen de vaccinatie en de later opgetreden narcolepsie onwaarschijnlijk, maar niet
volledig uitgesloten was. Van de 23 ontvangen aansprakelijkheidsstellingen, zijn vervolgens
22 dossiers aan deze deskundigen voorgelegd ter beoordeling van het causaal verband.2 In de dossiers van een aantal van deze kinderen werd vastgesteld dat causaal verband
tussen het vaccin en de narcolepsie niet geheel uit te sluiten is.
Medisch advies
De dossiers van deze kinderen zijn voorgelegd aan een door het Ministerie van VWS/Landsadvocaat
en de advocaat van de cliënten gezamenlijk aangezochte, externe deskundige (kinderneuroloog).
Zij heeft per individuele patiënt de mate van blijvende invaliditeit als gevolg van
de narcolepsie beoordeeld. De medische rapporten van deze kinderen zijn afgerond.
Bij deze kinderen valt het op dat de percentages blijvende invaliditeit relatief hoog
zijn (tussen de 34% en 74%).
De medische rapportages gaan over de klachten en beperkingen die de betrokkenen ondervinden
als gevolg van de narcolepsie. De Landsadvocaat heeft zijn medisch adviseur gevraagd
om op basis van deze medische rapportages per dossier te adviseren over de mate waarin
de betrokkenen door de narcolepsie worden beperkt in de toekomstige woonsituatie,
de opleiding of studie en het verrichten van arbeid. Geen kind en situatie is hetzelfde,
maar de algemene indruk bij deze kinderen is dat zij, op alle terreinen van het leven,
ernstig worden beperkt door de narcolepsie. Het merendeel van de kinderen kan naar
alle waarschijnlijkheid in de toekomst niet zelfstandig wonen. Wat hun opleiding betreft,
functioneren de kinderen in algemene zin op een lager niveau dan zonder narcolepsie
en hebben ze meer begeleiding nodig of gaan ze naar speciale scholen. Dit heeft uiteraard
invloed op hun toekomstige beroepsleven. Bovendien moet het gaan om aangepast werk,
gelet op de ernstige neurologische klachten als gevolg van de narcolepsie.
3. Tegemoetkomingen
Op basis van het doorgelopen proces heb ik besloten over te gaan tot financiële tegemoetkomingen
voor een kleine groep narcolepsiepatiënten die zijn gevaccineerd tegen de Mexicaanse
griep. Vanuit het belang om de privacy van deze beperkte groep betrokkenen te beschermen
wil ik het totale bedrag dat per patiënt wordt uitbetaald, alsmede het aantal personen
die het betreft, hier niet noemen. Bij het vaststellen van de hoogte van een redelijke
tegemoetkoming speelden de volgende overwegingen een belangrijke rol:
a) De Staat erkent geen aansprakelijkheid, ook omdat de causaliteit tussen de vaccinatie
en de narcolepsie niet vaststaat. Daarom is er geen sprake van een volledige schadevergoeding,
maar van een (grote) financiële tegemoetkoming.
b) Het gaat om uitzonderlijk ernstige neurologische klachten bij jonge kinderen, die
ontstonden binnen 13 maanden na de vaccinatie. De hoge percentages blijvende invaliditeit,
alsmede de vastgestelde beperkingen, hebben invloed gehad op de hoogte van de tegemoetkoming.
Hierbij is ook rekening gehouden met verlies aan verdienvermogen, smartengeld en huishoudelijke
hulp en begeleiding bij wonen.
c) Ook in andere Europese landen zijn en worden uitkeringen gedaan aan jonge narcolepsiepatiënten
die zijn gevaccineerd met Pandemrix.
Tot slot
Graag benadruk ik dat ik het verschrikkelijk vind wat de betrokkenen is overkomen.
Met deze financiële tegemoetkomingen beoog ik bij te dragen aan een verbetering van
de (financiële) situatie van de patiënten. Ik wens de patiënten en hun naasten het
allerbeste.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen
Indieners
-
Indiener
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport