Brief regering : Voortgang nationaal actieplan voor meer diversiteit en inclusie in het hoger onderwijs en onderzoek
29 338 Wetenschapsbudget
Nr. 259
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juli 2022
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de voortgang van het nationale actieplan
voor meer diversiteit en inclusie in het hoger onderwijs en onderzoek (hierna: het
actieplan).1 Ook stuur ik u het advies «Sociale veiligheid in de Nederlandse wetenschap» toe van
de adviescommissie KNAW onder leiding van Naomi Ellemers2, zoals toegezegd tijdens de begrotingsbehandeling in 2021.3 Ik zal dit najaar met een inhoudelijke reactie op het advies komen. Voorts stuur
ik u ter informatie de positiebepaling van de Vereniging Hogescholen ten aanzien van
diversiteit en inclusie.4 Tot slot informeer ik uw Kamer over de voortgang van de motie van de leden Westerveld
en Van den Hul.5
Positiebepaling Vereniging Hogescholen
De Vereniging Hogescholen heeft op 1 juni jl. haar positiebepaling «Samen werken aan
inclusieve hogescholen met oog voor diversiteit» uitgebracht. Deze positiebepaling
ligt in het verlengde van de «Strategische agenda Professionals voor morgen», en haakt
vanuit de eigen visie van het hoger beroepsonderwijs aan bij het actieplan. De positiebepaling
kent zes speerpunten:
1. Hogescholen zijn toegankelijk voor alle studenten;
2. Personeel als herkenbare afspiegeling van de (regionale) samenleving en studentenpopulatie;
3. Medewerkers dragen bij aan het omgaan met inclusie en diversiteit;
4. Iedereen voelt zich «thuis» op een hogeschool waar álle stemmen gehoord worden;
5. Gelijke kansen op stage- en arbeidsmarkt;
6. Praktijkgericht onderzoek met aandacht voor inclusie en diversiteit.
Ik waardeer de inspanningen van de Vereniging Hogescholen en zie uit naar de verdere
stappen die de hogescholen met dit handvat kunnen gaan zetten. Deze ambities bieden
een stevige basis om de samenwerking in de sector verder op te zoeken met het oog
op kennisdeling en versterking van wat werkt.
Voortgang van de uitvoering van het actieplan en vervolgstappen
Vorig jaar heeft uw Kamer voor het eerst een voortgangsrapportage over de uitvoering
van het actieplan ontvangen.6 Ten aanzien van de algemene voortgang van het actieplan is op dit moment het volgende
te melden:
De Adviescommissie diversiteit en inclusie in onderwijs en onderzoek (hierna: adviescommissie)
is in gesprek met de Vereniging Hogescholen om waar mogelijk zo breed mogelijk samen
te werken om diversiteit en inclusie in de hele sector te bevorderen. De adviescommissie
wil verder in de toekomst verkennen of ook de samenwerking met de MBO Raad kan worden
versterkt. De komende periode zal de adviescommissie zich inspannen om de samenwerking
met en tussen de partners van het nationaal actieplan te versterken. Daarnaast wil
de adviescommissie meer aandacht besteden aan de onderwijsdimensie van het actieplan,
bijvoorbeeld via een themabijeenkomst met partners uit het kennisveld.
Verder zal de adviescommissie zich in de komende periode richten op het beter verankeren
van diversiteit en inclusie in bestaande instrumenten, zoals kwaliteitszorg, evaluatie
en NWO-instrumenten. In de NWO-strategie, die NWO binnenkort publiceert, zal aandacht
zijn voor dit thema.
De adviescommissie is voorts in gesprek over monitoring, waaronder ook over de wijze
waarop sociale veiligheid en inclusie wordt ervaren in de sector. Data zijn van groot
belang om veranderingen in de samenstelling van de academische professionele gemeenschap
te kunnen volgen en om obstakels te identificeren. Alleen zo kunnen we effectief gelijke
kansen bevorderen. Ik wil met de instellingen werken aan inzicht, met aandacht voor
privacy, regeldruk en de aandachtspunten die uw Kamer eerder in debatten en moties
heeft meegegeven. Meten, monitoren en dataverzameling blijken steeds opnieuw een complexe
en bovenal gevoelige kwestie. Belangrijk is dat een evenwicht wordt gevonden tussen
wat enerzijds wat mogelijk is en anderzijds wat wenselijk is. De adviescommissie zal
hierover adviseren.
Een ambitie voor de langere termijn is de komst van een nationaal kenniscentrum voor
diversiteit. Uit een eerste verkenning blijkt behoefte aan het ontsluiten van reeds
beschikbare kennis en expertise enerzijds en een structuur waarbij snel kan worden
ingespeeld op vragen uit de praktijk anderzijds. Hierbij is het belangrijk krachten
te bundelen, partijen samen te brengen en vooral niet te concurreren met bestaande
kenniscentra en initiatieven en de mogelijkheden van brede samenwerking verder te
onderzoeken. De adviescommissie zal gesprekken voeren met partijen in het veld om
een volledig beeld van de vragen en behoeften te vormen. Deze input zal gebruikt worden
om de contouren van een kenniscentrum te schetsen waarbij verschillende scenario’s
en fases zullen worden meegenomen in een advies.
In mijn beleidsbrief Hoger Onderwijs en Wetenschap7 die ik u 17 juni jl. heb toegezonden, heb ik aangegeven dat ik het belangrijk vind
dat iedereen zich optimaal kan ontwikkelen en dat kan alleen wanneer onderwijsinstellingen
veilig, toegankelijk en inclusief zijn voor álle studenten en álle medewerkers. Ondanks
de stevige inspanningen van de instellingen op dit gebied, laten diverse incidenten
en rapporten zien dat verbetering van de sociale veiligheid en inclusie noodzakelijk
is. Ik stel daarom, uit het tijdelijke fonds voor Onderzoek en Wetenschap, vanaf 2023
€ 4 miljoen per jaar beschikbaar voor een lerende aanpak met drie actielijnen: onderzoek
& monitoring, interventies & kennisdeling en bewustwording & cultuurverandering. Later
dit jaar kom ik met een meer uitgewerkte integrale aanpak, waarin zowel nieuwe als
lopende initiatieven worden opgenomen. Mijn aanpak zal aansluiten op de agenda tegen
discriminatie en racisme, die ik ook dit jaar publiceer.
Voortgang motie Westerveld en Van der Hul
De motie van de leden Westerveld en Van der Hul verzocht de regering om onderzoek
te doen naar de uitval van zwangere vrouwen in de wetenschap, naar aanleiding van
een breder onderzoek over zwangerschapsdiscriminatie op de arbeidsmarkt.8 Het onderzoek wordt uitgevoerd door Technopolis Group en bevindt zich momenteel in
de afrondende fase. Het rapport zal na de zomer aan uw Kamer worden gezonden.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap