Brief regering : Voorzetting financiële COVID-maatregelen zorg 2022 inclusief voorhang verlengen meerkostenprestatie
25 295 Infectieziektenbestrijding
29 689
Herziening Zorgstelsel
33 628
Forensische zorg
Nr. 1635
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Ontvangen ter Griffie op 10 december 2021.
Het besluit tot het doen van een aanwijzing kan niet eerder worden genomen dan op
9 januari 2021.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 december 2021
Op dit moment is het aantal ziekenhuisopnames en het aantal COVID-19 besmettingen
nog onverminderd hoog. De zorg zal naar verwachting ook in 2022 weer geconfronteerd
worden met de (financiële) gevolgen van de COVID-19 pandemie. Na de uitbraak van de
COVID-19 pandemie zijn in 2020 binnen de drie domeinen financiële maatregelen getroffen
met als doel de continuïteit van het zorglandschap te borgen. Omdat de financiële
maatregelen per 31-12-2021 aflopen heb ik deze opnieuw – en zoveel mogelijk in samenhang
– bezien. In deze brief informeer ik u over mijn voornemen om:
– in het sociaal domein de meerkostenregeling te continueren1;
– in de langdurige zorg de meerkosten regeling in aangepaste vorm te continueren en
de compensatie doorlopende kosten te stoppen;
– voor de curatieve zorg, gelet op artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg
(Wmg)2, de NZa een aanwijzing te geven, waarmee de meerkostenprestatie verlengd wordt. Voor
zover het forensische zorg betreft zal de aanwijzing mede namens de Minister voor
Rechtsbescherming worden verstuurd. De prestatie voor continuïteitsbijdrage wordt
niet verlengd;
– voor pgb-gefinancierde zorg de regelingen t.b.v. de continuïteit van zorg per 1 januari
2022 te laten aflopen en de regelingen voor extra kosten corona aan te passen.
Allereerst zal ik een korte terugblik geven op de huidige financiële maatregelen in
de verschillende domeinen, waarna ik in meer detail in ga op de maatregelen in de
diverse domeinen voor 2022.
Terugblik financiële maatregelen 2020 en 2021
Na de uitbraak van COVID-19 zijn in 2020 in alle domeinen financiële maatregelen getroffen
om de zorg zo goed als mogelijk te compenseren voor meerkosten en om de continuïteit
van zorg te borgen t.g.v. o.a. vraaguitval. Deze maatregelen hebben bijgedragen om
financiële onzekerheid door COVID-19 bij zorgaanbieders te beperken, de continuïteit
van zorg op de korte termijn te garanderen en de continuïteit van (het) zorg(landschap)
op langere termijn te borgen. In alle domeinen zijn de financiële maatregelen in 2021
soberder vormgegeven, doordat er in 2021 minder vraaguitval is en ook de meerkosten
zijn in 2021 afgenomen voor veel zorgaanbieders.
Sociaal domein
De VNG en het Rijk hebben aan het begin van de pandemie afgesproken dat de meerkosten
die gemeenten aan zorgaanbieders vergoeden als gevolg van het leveren van zorg conform
de RIVM-voorschriften, gedurende de coronapandemie door het Rijk worden gecompenseerd.
Als gevolg van deze afspraak is er tot 1 januari 2022 een meerkostenregeling van toepassing
voor zorgaanbieders binnen de Jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
(Wmo 2015) die extra kosten moeten maken om zorg binnen de maatregelen van de COVID-19-pandemie
te kunnen organiseren. De basis van de meerkosten zijn de coronamaatregelen van het
kabinet en de RIVM-richtlijnen. In 2021 is er tussen het Rijk en VNG geen generieke
landelijke continuïteitsregeling meer afgesproken.
In mijn brief van 2 november jl.3 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de vaststelling van de meerkosten voor het jaar
2021. Hiervoor wordt in de decembercirculaire € 136,1 mln. toegevoegd aan het gemeentefonds.
Op het moment van vaststelling van de € 136,1 mln. was echter niet voorzien in nieuwe
beperkende maatregelen die 12 november jl. zijn aangekondigd en waardoor zorgaanbieders
opnieuw extra meerkosten maken. Dit zal leiden tot een kleine nacalculatie. Het Rijk
en de VNG zullen in overleg bezien op welk moment dit wordt verrekend.
Langdurige zorg
Medio maart 2020 zijn voor de Wet langdurige zorg (Wlz) bestuurlijke afspraken gemaakt
over financiële maatregelen als gevolg van de pandemie. Het gaat hierbij om het compenseren
van doorlopende kosten bij een lagere productie en het vergoeden van extra kosten
als gevolg van de COVID-19-pandemie. De regelingen compensatie doorlopende kosten
(als maatwerkregeling met hardheidsclausule) en vergoeding extra kosten zijn verlengd
tot en met 31 december 2021.
Curatieve zorg
Op aanwijzing van de Minister voor Medische Zorg heeft de NZa op grond van de Wmg,
prestatiebeschrijvingen voor continuïteitsbijdragen en meerkosten in verband met corona
vastgesteld binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw) en voor delen van het aanvullend pakket4, als ook voor forensische zorg. Hier heb ik uw beide Kamers over geïnformeerd op
15 april 20205. Door deze aanwijzing kunnen zorgaanbieders voor de periode van 1 maart 2020 tot
en met 31 december 2021 corona gerelateerde meerkosten, evenals kosten voor de continuïteit
van zorg in verband met de coronacrisis, declareren in overeenstemming met (zorg)verzekeraars.
In zowel 2020 als 2021 heeft dit geleid tot bilaterale afspraken tussen zorgverzekeraars
en zorgaanbieders en tot uniforme regelingen tussen koepelorganisaties en ZN6.
In 2021 worden de prestatie meerkosten en de prestatie voor continuïteitsbijdrage
beperkter van opzet en voor minder sectoren ingezet dan in 2020.
Financiële maatregelen 2022
Voor 2022 ben ik voornemens om in de verschillende domeinen de mogelijkheid te creëren
om meerkosten t.g.v. de COVID-19-pandemie te kunnen blijven vergoeden aan zorgaanbieders,
daar het realistisch is dat er in 2022 nog steeds extra kosten gemaakt zullen worden
in de verschillende domeinen. Tegelijkertijd ben ik wel voornemens om de regeling
compensatie doorlopende kosten in de langdurige zorg en de prestatie voor de continuïteitsbijdrage
in de curatieve zorg stop te zetten in 2022. De continuïteit van zorgaanbieders komt
naar verwachting in deze fase van de pandemie niet meer in het geding.
Het verlengen van meerkosten regelingen betekent dat de aard van de maatregelen verandert
van het borgen van continuïteit van het zorglandschap naar compenseren van (significante)
meerkosten als gevolg van COVID-19. Hieronder zal ik per domein uiteenzetten wat dit
betekent en ook volgt een uitwerking van de financiële maatregelen specifiek voor
de pgb-gefinancierde zorg.
Sociaal domein
Zorgaanbieders zullen ook in 2022 nog extra kosten blijven maken door toedoen van
COVID-19. Hiervoor wordt de meerkostenregeling tot en met 31 december 2022 verlengd.
De basis voor de compensatie van meerkosten in 2022 blijft net als in 2020 en 2021
de coronamaatregelen van het kabinet en de RIVM-richtlijnen. Op basis van de huidige
RIVM-richtlijnen en maatregelen gaat het om extra kosten door het gebruik van persoonlijke
beschermingsmiddelen; extra kosten bij vervoer, dagbesteding en maatschappelijke opvang
die volgen uit het afstandscriterium; de kosten van vervangend personeel bij uitzonderlijk
hoog ziekteverzuim en eventueel extra kosten die samenhangen met het vaccineren van
cliënten en/of medewerkers.
Een uitwerking van de meerkostenregeling voor de Jeugdwet en Wmo 2015 wordt gepubliceerd
op de website van de VNG.
De compensatie van gemeenten in 2022 geschiedt op dezelfde manier als in 2020 en 2021;
in de loop van 2022 wordt op macroniveau de omvang van de meerkosten voor heel het
jaar bepaald op basis van extern onderzoek. Dit bedrag wordt vervolgens via de gebruikelijke
verdeelmodellen voor de verschillende uitkeringen uit het gemeentefonds verdeeld over
gemeenten.
Langdurige zorg
Het volgen van de RIVM-richtlijnen over wat aanvullend nodig is om veilig en verantwoorde
zorg te kunnen leveren zal ook in 2022 binnen de langdurige zorg leiden tot extra
kosten voor zorgaanbieders. Hierbij wordt gedacht aan extra kosten die voortvloeien
uit het naleven van RIVM-richtlijnen ten aanzien van het gebruik van persoonlijke
beschermingsmiddelen; extra kosten die samenhangen met het vaccineren van bewoners
en/of medewerkers; extra kosten bij (het vervoer naar) de dagbesteding die volgen
uit het afstandscriterium; en de kosten van vervangend personeel bij uitzonderlijk
hoog ziekteverzuim. Ik ben voornemens om de NZa te verzoeken de meerkostenregeling
in 2022 te verlengen voor deze specifieke onderdelen. Ik zal de NZa hierbij verzoeken
de koppeling te leggen met de RIVM-richtlijnen. Dit betekent dat de voorwaarden voor
vergoeding ook kunnen veranderen indien deze richtlijnen wijzigen; in mijn verzoek
aan de NZa zal ik aangeven binnen welke randvoorwaarden dit mogelijk is. Op deze manier
kunnen zorgaanbieders zich maximaal blijven richten op het leveren van de noodzakelijke
en veilige zorg.
Curatieve zorg
Omdat mogelijk ook in 2022 in verschillende sectoren nog corona gerelateerde meerkosten
worden gemaakt die niet gedeclareerd kunnen worden via de reguliere prestatiebeschrijvingen
en maximumtarieven van de NZa, acht ik het nodig om de prestatiebeschrijving voor
meerkosten in verband met COVID-19 te verlengen met een jaar. Daarom geef ik de NZa
– in afwijking van hetgeen is bepaald in de aanwijzing van 23 april 20207 – een aanwijzing om de geldigheid van haar beleidsregels en regels in verband met
de prestatiebeschrijving meerkosten te verlengen tot en met 31 december 2022. Hierdoor
kunnen zorgaanbieders, in overeenstemming met zorgverzekeraars, COVID-19 gerelateerde
meerkosten over 2022 declareren. Te denken valt hierbij aan meerkosten die samenhangen
met extra persoonlijke beschermingsmiddelen, corona zorg aan patiënten in ziekenhuizen,
de inhuur van extra personeel om zorg te continueren bij extra hoog ziekteverzuim
veroorzaakt door corona, of het organiseren van een nieuwe vaccinatieronde. Het gaat
hierbij om kosten die niet op andere wijze kunnen worden gedeclareerd. De meerkostenprestatie
is bedoeld om declaratie van meerkosten mogelijk te maken; het is vervolgens aan zorgverzekeraars
en zorgaanbieders om te bepalen of declaratie via de meerkostenprestatie noodzakelijk
is.
De inhoud van de prestatiebeschrijving meerkosten en de voorwaarden voor het in rekening
brengen van de prestatie blijven gelijk en onverminderd gelden. Dit betekent onder
meer dat de prestatiebeschrijving meerkosten een vrij tarief heeft, het macrobeheersinstrument
niet van toepassing is op kosten die via deze prestatiebeschrijving in rekening wordt
gebracht, en dat er geen eigen risico of eigen bijdrage geldt voor patiënten. De prestatiebeschrijving
voor de continuïteitsbijdrage wordt met deze aanwijzing niet gewijzigd en loopt derhalve
per 1 januari 2022 af.
Ten overvloede merk ik op dat, los van het bovengenoemde, financiële afspraken van
toepassing zijn voor opschaling tot 1.150 IC-bedden (via het kader MSZ) en verdere
opschaling daarboven (via de subsidieregeling opschaling curatieve zorg COVID-19).
Zakelijke inhoud van de aanwijzing
Ik ben voornemens de NZa een aanwijzing te geven om – in afwijking van hetgeen is
bepaald in de aanwijzing van 23 april 2020 – de geldigheid van haar beleidsregels
en regels ten aanzien van de prestatiebeschrijving meerkosten in verband met corona
te verlegen tot en met 31 december 2022. De beleidsregels en regels van de NZa gelden
uiterlijk tot en met 31 december 2022, voor zover noodzakelijk voor de declaratie
van meerkosten die samenhangen met de pandemie.
De aanwijzing zal van toepassing zijn op zorg als bedoeld in de Wmg, met uitzondering
van zorg als bedoeld in de Wet langdurige zorg, voor zover tarief- en prestatieregulering
van toepassing is op deze zorg.8
Overeenkomstig artikel 8 van de Wmg ga ik niet eerder over tot het geven van de aanwijzing
nadat dertig dagen zijn verstreken na verzending van deze brief.
Pgb
Voor pgb-gefinancierde zorg worden, in lijn met zorg in natura, de maatregelen aangepast.
Dit betekent dat ook voor het pgb de regelingen t.b.v. de continuïteit van zorg per
1 januari 2022 aflopen.
De regelingen voor extra kosten corona (EKC), als equivalent van de meerkostenregeling
voor zorg in natura, worden aangepast. Vanaf 1 januari 2022 gelden deze regelingen
slechts voor kosten voor inzet van extra personeel om zorg te kunnen continueren bij
ziekteverzuim door corona.
Om budgethouders en mantelzorgers in risicosituaties te voorzien van persoonlijke
beschermingsmiddelen bestaat een aparte voorziening die via de apothekers wordt uitgevoerd9. Ik ben voornemens deze voorziening voor 2022 te verlengen en onderzoek de mogelijkheden
hiertoe.
Tot slot
De ontwikkelingen van de pandemie zijn nog volop in beweging. Ik ga ervan uit, met
het continueren van de meerkostenregelingen en meerkostenprestatie, de zorgsector
voldoende financiële rust te bieden. Indien het verloop van de pandemie vraagt om
nadere maatregelen die we thans nog niet kunnen voorzien, zal ik hier een nieuwe afweging
over maken. Net als in de afgelopen twee jaar zal ik de financiële gevolgen van het
verloop van de pandemie op de zorgsector nauwlettend blijven volgen en doen wat nodig
is om de continuïteit van het zorglandschap te garanderen.
Mede namens de Minister voor Rechtsbescherming,
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport