Brief regering : Bewakers van de Nederlandse ambassade in Kaboel
27 925 Bestrijding internationaal terrorisme
Nr. 873 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 november 2021
Met deze brief verschaft het kabinet de Kamer desgevraagd, op verzoek van de heer
Van der Lee (GL), een nadere toelichting op de reden de (voormalige) bewakers van
de ambassade in Kaboel niet naar Nederland over te brengen.
Met uw Kamer is reeds enkele malen uitvoerig gesproken over de groepen Afghanen die
voor overbrenging naar Nederland in aanmerking komen. Tijdens het debat van 13 en
14 oktober (Kamerstuk 27 925, nrs. 861 en 863) is besproken dat het kabinet zich zal inzetten voor de overbrenging naar Nederland
van twee specifieke groepen (NGO-medewerkers en een groep mensen die voor Defensie
heeft gewerkt) als die aan bepaalde specifieke voorwaarden voldoen, zoals uiteengezet
in de brief van het kabinet van 11 oktober jl. (Kamerstuk 27 925, nr. 860).
Het kabinet is van mening dat de medewerkers van het bedrijf dat de Nederlandse ambassadegebouwen
in Kaboel beveiligt, niet voor overbrenging in aanmerking komen omdat zij niet onder
een van deze specifieke groepen vallen en omdat ze niet in dienst zijn, dan wel waren
van de ambassade maar van een privaat bedrijf.
De eigenaar van het private bedrijf dat diensten verleent aan de Nederlandse ambassade
in Kaboel, inclusief beveiliging, heeft op verschillende momenten tijdens de evacuatiemissie
en erna via verschillende lijnen verzocht om zijn werknemers naar Nederland over te
brengen. Het aantal personen op de lijsten aangebracht door de eigenaar van het bedrijf
varieerde. Een door het ministerie geaggregeerde lijst bevat 195 namen, onder wie
122 bewakers, 66 «service personnel», 4 technici, 2 Human Resources en 1 Finance.
Inclusief kerngezinnen zou dit om ongeveer 1.000 personen gaan.
Sinds begin dit jaar heeft de ambassade bij verschillende gelegenheden duidelijk gecommuniceerd
aan het bedrijf dat diegenen die voor een externe dienstverlener werken in een andere
positie verkeren dan mensen met een dienstverband met de ambassade – de lokale medewerkers
–, voor wie Nederland als werkgever een speciale verantwoordelijkheid heeft en die
ook zijn geëvacueerd.
Leden van uw Kamer hebben erop gewezen dat personen die bewakingsdiensten verrichtten
voor Nederlandse militairen en in dienst waren van een particulier bedrijf, zijn geëvacueerd.
Inderdaad is gedurende de daadwerkelijke evacuatiefase in augustus een aantal beveiligers
die via een contractor in dienst waren, geëvacueerd of opgeroepen voor evacuatie.
Een deel van deze groep die het vliegveld niet tijdig heeft kunnen bereiken, komt
nog voor overbrenging naar Nederland in aanmerking. Het betreft mensen die reeds waren
opgeroepen voor evacuatie, maar het vliegveld niet tijdig hebben kunnen bereiken.
Zoals eerder toegezegd, spant het kabinet zich in om zodra mogelijk de overkomst van
deze mensen naar Nederland te faciliteren, waarna hun verblijfsprocedure zal worden
doorlopen op dezelfde wijze als voor de reeds in Nederland aangekomen evacués uit
Afghanistan.
Bij de bewakers van de ambassade gaat het om een andere groep personen die onder andere
omstandigheden andersoortige werkzaamheden hebben verricht dan de Afghaanse beveiligers
die militaire objecten bewaakten van buitenlandse strijdkrachten die door tenminste
van een deel van de bevolking – en in ieder geval door de Taliban – als vijand werden
beschouwd.
Ambassadebewakers houden zich op bij civiele objecten, officiële vertegenwoordigingen
van andere staten, waarmee de Taliban officiële contacten nastreeft. Hoewel dit bewakingsbedrijf
door Nederland was ingehuurd, vallen de werkzaamheden van dit soort type bewakers,
anders dan die van de hierboven genoemde militaire beveiligers, onder de reguliere
werkzaamheden die een gastland voor officiële vertegenwoordigingen van andere landen
moet verrichten. De veiligheid van ambassades hoort immers tot de verantwoordelijkheden
van Afghanistan zelf. Ook dat maakt dat dit een sui generis groep is met werkzaamheden van een andere aard.
Wij onderhouden nauw contact met het bedrijf waarmee is afgesproken dat communicatie
met de individuele medewerkers via het bedrijf loopt. Het lopende dienstverleningscontract
met het bedrijf is inmiddels opgezegd en zal per 31 december a.s. worden beëindigd.
Tot die datum blijven medewerkers van het bedrijf voor de bewaking van de ambassadegebouwen
zorgdragen. Met hetzelfde bedrijf is inmiddels een nieuw contract afgesloten voor
bewaking van een terrein in de voormalige groene zone waarop op dit moment de achtergebleven
Nederlandse eigendommen worden bewaard.
Het kabinet wil hierbij herbevestigen dat de doelgroepen die zijn beschreven in de
motie van het lid Belhaj c.s. (Kamerstuk 27 925, nr. 788), sinds de beëindiging van de acute evacuatiefase op 26 augustus conform de motie
worden aangemerkt als risicogroep bij de aanvraag van asiel in Nederland. De Vreemdelingencirculaire
is op dit punt aangepast.
De Minister van Buitenlandse Zaken, H.P.M. Knapen
Indieners
-
Indiener
H.P.M. Knapen, minister van Buitenlandse Zaken