Brief regering : Uitvoering van de motie van de leden Pieter Heerma en Segers over het herstelplan regionale economie uitwerken in overleg met provincies en andere stakeholders (Kamerstuk 35570-16)
35 570 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2021
Nr. 75
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2020
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen op 16 en 17 september jl. (Handelingen
II 2020/21, nrs. 2 en 3, Algemene Politieke Beschouwingen) hebben de leden Heerma
(CDA) en Segers (ChristenUnie) een motie (Kamerstuk 35 570, nr. 16) ingediend om op basis van de in het IPO Herstelplan aangegeven investeringsintenties
van de provincies en de extra middelen in de begroting 2021 voor regionaal economische
ontwikkeling, gezamenlijk te komen tot een uitwerking van het IPO Herstelplan. De
motie verzoekt de Tweede Kamer daarover voor het kerstreces te informeren. In deze
brief, die is afgestemd met het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging Nederlandse
Gemeentes (VNG), informeer ik u over de wijze waarop het kabinet uitvoering heeft
gegeven aan deze motie.
In de brief wordt eerst ingegaan op het IPO Herstelplan en de gekozen prioritaire
opgaven in de uitwerking ervan. Om u vervolgens te informeren over de afspraken, die
ik met regionale bestuurders en vertegenwoordigers van het mkb over deze opgaven heb
gemaakt in een recent Bestuurlijk Overleg Regionale Economie. Vervolgens wordt ingegaan
op het belang voor economisch herstel van continuering en doorontwikkeling van bestaande
samenwerkingen tussen Rijk en regio op het economisch domein. De brief wordt afgesloten
met informatie over de gezamenlijk inzet voor het vervolg.
Uitwerking IPO Herstelplan
Op 9 september jl. is het IPO Herstelplan door de gezamenlijke provincies aan mij
aangeboden. Het herstelplan beoogt het verdienvermogen van de regionale economieën
te herstellen en te vergroten en werkgelegenheid te behouden en te creëren. De gezamenlijke
provincies zien het herstelplan als onderdeel van een langjarige samenwerking met
EU, Rijk en andere regionale partners.
Het herstelplan bevat acties, opgebouwd rondom een aantal prioriteiten, waarin de
provincies ook willen investeren:
• investeringen in duurzaam groeivermogen van de regionale economieën met ondersteuning
van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s);
• werken aan nieuwe toepassingen en bedrijvigheid ten behoeve van bijdragen aan maatschappelijke
uitdagingen in de regio;
• investeren in inzetbaarheid en weerbaarheid van mensen (human capital) om werknemers te behouden voor de arbeidsmarkt;
• meer inzetten op bovenregionale samenwerking;
• integrale aanpak van gebiedsontwikkelingen.
De gezamenlijke provincies hebben het herstelplan in de afgelopen maanden verder geconcretiseerd,
waarbij de VNG, de ROM’s en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK)
zijn betrokken. Deze concretisering heeft geleid tot drie belangrijke thema’s voor
het herstel van de regionale economieën, die met voorrang worden opgepakt: ontwikkelkracht/innovatie,
human capital en gebiedsontwikkeling. Op elk van deze thema’s zijn aanknopingspunten geformuleerd
voor koppelingen met de inzet, aanpakken en instrumenten van Rijk daarop. Voortbouwen
op wat al loopt en daarop versnellen én uitgaan van een bovenregionale insteek zijn
hierbij als uitgangspunten genomen.
Samenhangend investeren
In een Bestuurlijk Overleg eind november jl. heb ik met provinciale en gemeentelijke
bestuurders en bestuurlijke vertegenwoordigers van het mkb (MKB-Nederland en mkb/topsectoren)
over het uitgewerkte IPO Herstelplan gesproken. Daarin is in algemene zin vastgesteld
dat het leggen van slimme koppelingen en verbindingen tussen de inzetten, aanpakken,
en instrumenten van EU, Rijk en regio voor economisch herstel de slagkracht versterkt
van elk van de afzonderlijke inzetten. Geconstateerd is dat deze verbindingen ook
mogelijk zijn vanwege een sterke gelijkenis in de filosofie voor de inzetten op economisch
herstel. Zowel bij EU, Rijk als regio is de inzet gericht op:
• het vergroten van de weerbaarheid van getroffen bedrijven, sectoren en regio’s;
• het herstellen van het verdienvermogen van nationale en regionale economieën (o.a.
door investeringen) en werkgelegenheid te behouden resp. te creëren;
• het oppakken van grote maatschappelijke opgaven (o.a. duurzaamheid en digitalisering).
In het gesprek is waardering geuit voor de inspanningen van de provincies om aan de
slag te gaan met economisch herstel, hun bereidheid om daarin zelf fors te investeren
en dat op basis van een bovenregionale insteek te willen doen. En met het betrekken
van de VNG en de ROM’s heeft de gezamenlijke aanpak gericht op economisch herstel
een brede regionale insteek gekregen.
Op de drie bovengenoemde opgaven in het uitgewerkte IPO Herstelplan zijn in het overleg
conclusies getrokken en afspraken gemaakt.
Ontwikkelkracht/innovatie
Bij deze opgave in het IPO Herstelplan is het beeld eensluidend dat de gekozen bovenregionale
insteek voor het ontwikkelen en tot uitvoering brengen van regionale investeringsprojecten
leidt tot focus en massa in de regionale inzet. En dat hierdoor de koppelingsmogelijkheden
met de Rijksinzet toenemen. Inmiddels zijn door de regionale partijen bovenregionale
investeringsprojecten benoemd op thema’s als Chemie/waterstof, Food & Agri, Life Sciences
& Health, Smart Industry, Groene en circulaire economie. Een aantal van deze projecten,
die worden opgewerkt en uitgevoerd door publiek-private consortia, is startklaar.
Over de vraag hoe dit koppelingsvraagstuk in de praktijk te organiseren, is afgesproken
om begin 2021 een tafel in te richten met deelname van in elk geval EZK, provincies,
gemeenten en ROM’s, waarop bovenregionale investeringsplannen worden bezien op een
viertal aspecten:
• de robuustheid van het bovenregionale karakter;
• de inhoudelijke aansluitingsmogelijkheden met nationale initiatieven, met nadrukkelijk
aandacht voor de initiatieven in het kader van het Missiegedreven Topsectoren- en
innovatiebeleid;
• de termijn waarop het voorstel van start kan gaan;
• de instrumenten en fondsen aan de kant van EU, Rijk en regio voor de eventuele ondersteuning
ervan.
Over het laatstgenoemde aspect is afgesproken dat op korte termijn een gezamenlijk
beeld wordt gevormd over de financiële bronnen bij regionale overheden en Rijk om
de inzet tot samenhangend investeren in de praktijk mogelijk te maken. Het betreft
dan inzicht in budgetten, looptijden, doelgroepen en financieringsvoorwaarden. Aan
Rijkskant gaat het dan onder meer om het Groeifonds, de instrumenten en middelen in
het kader van het Missiegedreven Topsectoren- en innovatiebeleid en de middelen uit
Europese fondsen als REACT-EU, Just Transition Fund (JTF) en EFRO/Interreg, en uit de Europese Recovery and Resilience Facility (RRF). Aan regionale kant gaat het om bestaande middelen voor economisch beleid,
maar ook nieuwe, extra middelen in verband met de huidige crisis. Meerdere provincies
hebben daar specifieke fondsen voor opgezet. Ook geven provincies sturing aan de inzet
van middelen uit de genoemde Europese fondsen.
Overigens past bij het laatstgenoemde aspect ook de nuancering dat de uitspraken aan
de tafel gaan over toeleiding van het investeringsvoorstel naar een mogelijk passende
financiële bron. Voor besluitvorming over beschikbaarstelling van middelen zijn de
indienings- en selectiemechanismen van het desbetreffende fonds of instrument leidend.
Voor het effectief functioneren van deze tafel is het van belang dat de ontwikkeltaak
van de ROM’s meer afgestemd wordt ingevuld op het verder opwerken van bovenregionale
investeringsprojecten. En door daarbij regionale hubs te betrekken, waar onder meer
wordt gewerkt aan digitalisering en verduurzaming van het brede mkb, kan een groot
aantal mkb-bedrijven worden bereikt. Voor de stimulering van dit brede mkb is de inzet
om deze bedrijven gebruik te laten maken van de lijnen van het MKB-Actieplan via afstemming
van de regionale en nationale agenda’s. Op regionaal niveau zijn er diverse instrumenten
en initiatieven om het mkb te ondersteunen, zoals fieldlabs, proeftuinen en digitale
werkplaatsen. Rijk en regio bekijken wat nodig is om de bestaande initiatieven zo
goed mogelijk met elkaar te verbinden, zodat een optimale synergie ontstaat.
Ter ondersteuning van het innovatieve mkb heeft het kabinet in het kader van economisch
herstel € 150 miljoen voor de fondsversterking van de ROM’s beschikbaar gesteld. Voor
het uitzetten van de middelen is er met de ROM’s en overige aandeelhouders een generiek
kader opgesteld. Zo is er afgesproken dat de fondsen van de ROM’s worden aangevuld
met een eigenvermogensstorting in het hoofdfonds, waarop de aandeelhoudersinstructie
van toepassing is. Hoe verder invulling wordt gegeven aan de eigenvermogensstorting
vereist maatwerk en zal per ROM nader worden bepaald.
Human Capital
Voor deze opgave in het IPO Herstelplan is afgesproken dat de gezamenlijke focus op
de korte termijn ligt bij het verstevigen van de arbeidsmarktregio’s en het ontwikkelen
van banen en talenten van de toekomst. Hiermee wordt aangesloten bij de kabinetsmaatregelen
in het sociaal pakket. Provincies kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de grote
opgaven die er liggen. Hoewel er verschillen zijn tussen de wijze waarop provincies
op dit autonome beleidsveld inzetten, zijn de overeenkomsten groter en werken provincies
in lijn met andere overheidslagen aan versterking van de (werking van de) arbeidsmarkt.
Gedacht wordt aan het aansluiten bij de nieuw te vormen regionale mobiliteitsteams
met regelingen, kennis en netwerken. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat provinciale
arbeidsmarktvraagstukken gekoppeld worden aan de om- en bijschooltrajecten. De betrokken
ministeries en regionale overheden werken op dit moment verder aan concrete voorstellen
en hebben daarbij aandacht voor de verschillende rollen en schaalniveaus.
Gebiedsontwikkeling
In het Bestuurlijk Overleg is vastgesteld dat de vitaliteit van (binnen)steden, kernen
en werklocaties ook van invloed is op het economisch herstel. Afgesproken is om de
focus in de dialoog tussen Rijk en regio over deze opgave nu in eerste instantie te
richten op de herstructurering van winkelgebieden van binnensteden en kernen. En om
de dialoog over de activiteiten die daarvoor aan de kant van Rijk en regio kunnen
worden opgepakt, te voeren in het kader van een door mij te ontwikkelen aanpak voor
de inzet van het beschikbare budget van € 100 miljoen voor deze opgave op de Rijksbegroting.
Inzet hierbij is een meerjarig programma vanaf 2021 op grond waarvan publiek-private
plannen worden ondersteund. Bij de te ontwikkelen aanpak, die in het voorjaar 2021
gereed is, worden de regionale overheden betrokken.
Bestaande samenwerkingen op het economisch domein
Ook bestaande samenwerkingen tussen Rijk en regio op het economisch domein zijn belangrijke
bouwstenen voor economisch herstel. In de afgelopen jaren zijn er samenwerkingen tot
stand gekomen op thema’s als onderwijs-arbeidsmarkt, innovatie-stimulering, retail,
grensoverschrijdende economie en ondersteuning van het brede mkb (onder meer op verduurzaming
en digitalisering). Deze samenwerkingen hebben op verschillende manieren vorm gekregen,
bijvoorbeeld in gezamenlijke agenda’s of programma’s of door middel van convenanten
of een set afspraken. Voorbeelden zijn het Techniekpact, de Retailagenda, MKB-deals,
het Kennis- en Innovatieconvenant, Techleap en de MKB-Samenwerkingsagenda.
Eind 2019 is een economisch samenwerkingsplatform tussen EZK, provincies, MKB-Nederland
en mkb/topsectoren ingesteld, waarin economische kansen voor maatschappelijke uitdagingen
centraal staan. Het gesprek over de bovengenoemde samenwerkingen en de vernieuwingen
daarop wordt binnen dit platform gevoerd evenals gezamenlijke beleidsanalyse en beleidsvorming
op de maatschappelijke opgaven. Met het oog op economisch herstel is ook recent de
VNG tot dit platform toegetreden.
In het Bestuurlijk Overleg is geconstateerd dat de bestaande samenwerkingen het gemeenschappelijk
fundament vormen voor het aanbrengen van de gewenste samenhang tussen de herstelmaatregelen
van regionale overheden en Rijk, die lopen langs de lijnen van het IPO Herstelplan
en het steun- en herstelpakket van het Rijk. En dat het voor economisch herstel belangrijk
is om deze samenwerkingen door te zetten en door te ontwikkelen. Voor twee instrumenten
voor het innovatieve mkb is een dergelijke doorontwikkeling voor 2021 aan de orde,
namelijk de MKB-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT) en de Vroege fase
financiering (VFF). Daarvoor zijn concrete afspraken gemaakt. Voor MIT gaat het om
doorontwikkeling van het instrument in het licht van het vernieuwde Missiegedreven
Topsectoren- en innovatiebeleid en de Regionale Innovatie Strategieën. Met een concrete
vertaling naar inrichting langs de thematische Kennis- en Innovatie Agenda’s en openstelling
van het geheel in de regio. Voor VFF betreft de doorontwikkeling het aanbrengen van
verdere samenwerking en harmonisatie van de landelijke en de regionale VFF-inzet,
resulterend in een gezamenlijk (landelijk afgestemd) instrument. Met regionale verankering
en uitvoering onder één gezamenlijke naamgeving, waardoor de herkenbaarheid bij het
mkb wordt vergroot.
Vervolg
De reactie op de bovengenoemde motie geeft de huidige stand in het traject van provincies,
gemeenten, andere regionale stakeholders en Rijk op weg naar economisch herstel. Een
weg van lange adem. Concretisering en uitvoering van de gemaakte afspraken op de opgaven
in het uitgewerkte IPO Herstelplan staat in de komende maanden centraal. Voorts is
blijvende dialoog nodig om aanvullende opgaven te benoemen, die kunnen bijdragen aan
economisch herstel en waaronder gezamenlijke schouders nodig zijn voor realisatie
ervan.
De samenwerkende partijen zetten daarom de inspanningen en inzetten in de komende
periode door, volgens de lijnen van deze brief. Voor het onderlinge gesprek over de
voortgang en de afstemming op aanvullende gezamenlijke acties wordt het economisch
samenwerkingsplatform benut. Afhankelijk van de inhoud zullen ook andere ministeries
of regionale stakeholders bij deze overlegtafel worden uitgenodigd. Ook op bestuurlijk
niveau zal in dezelfde samenstelling van het overleg eind november jl. periodiek overleg
gevoerd worden in het teken van economisch herstel.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Indieners
-
Indiener
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat