Brief regering : Besluitvorming Rijksministerraad 10 juli 2020 inzake (financiële) ondersteuning aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 96 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juli 2020
Hoewel Aruba, Curaçao en Sint Maarten (hierna: de landen) al weken nauwelijks nieuwe
besmettingen kennen, is de impact van de Coronacrisis op de Caribische delen van ons
Koninkrijk enorm. Het toerisme, de belangrijkste bron van inkomsten, is nagenoeg volledig
weggevallen, waardoor de economieën van de landen in een diepe crisis zijn beland.
Tienduizenden inwoners hebben hun baan verloren of kennen inkomensverlies en velen
zijn nu afhankelijk van voedselhulp. Met Nederlands geld hebben de landen de ergste
nood kunnen lenigen, maar enig perspectief dat zij het op overzienbare termijn zullen
redden zonder deze hulp is er niet. De komende maanden en waarschijnlijk zelfs jaren
zullen financiële ondersteuning en hulp uit Nederland dan ook nodig blijven.
Het kabinet is bereid die ondersteuning te bieden. Maar de sociaaleconomische en financiële
situatie waarin de landen verkeren dwingt ons tot een andere aanpak, die borg staat
voor concrete resultaten. Juist de meest kwetsbare mensen verdienen onze onvoorwaardelijke
steun. Daarom staan we de landen bij met ruimhartige humanitaire hulp. Voor de langere
termijn is het van belang om de economieën van de landen weerbaar te maken en meer
bestaanszekerheid te bieden aan de inwoners. Er is geen ruimte meer voor verder uitstel
van hervormingen die al langere tijd hard nodig zijn, maar om uiteenlopende redenen
nooit tot uitvoering zijn gekomen. Daarom worden voorwaarden gesteld aan begrotingssteun
vanuit Nederland, om te zorgen dat de overheden resultaten bereiken ten aanzien van
financieel beheer en goed bestuur. Nederland is ook bereid de landen te ondersteunen
bij het doorvoeren van de noodzakelijke hervormingen en het realiseren van investeringen.
Als Nederland de komende jaren met veel belastinggeld garant staat, willen we zeker
weten dat we de landen met de beschikbaar gestelde middelen weerbaarder en veerkrachtiger
maken. In het belang van álle inwoners.
Tijdens de Rijksministerraad van 10 juli lag ter besluitvorming een integraal voorstel
voor verdere liquiditeitssteun, hervormingen en investeringen, inclusief een daaraan
verbonden pakket aan voorwaarden. Tijdens het verzamel-Algemeen Overleg van 1 juli
jl. heb ik toegezegd u te informeren over de uitkomsten van deze bespreking. Als bijlage1 bij deze brief deel ik daarom deze informatie met uw Kamer. Curaçao en Sint Maarten
hebben dit voorstel niet aanvaard. Aruba heeft verzocht om enkele dagen uitstel, om
een steviger draagvlak te kunnen organiseren binnen het land. Met Aruba wordt het
gesprek over dit voorstel de komende dagen dan ook voortgezet, gericht op het afronden
van de besluitvorming in de komende week.
Humanitaire hulp
Naast de financiële ondersteuning heeft de Rijksministerraad ook gesproken over het
verlengen van de humanitaire hulp. De Nederlandse regering acht het van groot belang
dat de kwetsbare groepen in de landen worden ondersteund. Eerder was daarom al € 16 miljoen
beschikbaar gesteld voor humanitaire hulp. De Rijksministerraad heeft besloten om
deze hulp tot in ieder geval het eind van het jaar voort te zetten en hiervoor nog
eens € 25,2 miljoen beschikbaar te stellen. Het verstrekken van voedselhulp vindt
plaats onder coördinatie van het Nederlandse Rode Kruis en in samenwerking met de
lokale partners. Deze werkwijze zal worden gecontinueerd. Met de eerder door de Nederlandse
regering ter beschikking gestelde middelen worden op Aruba ongeveer 5.000 huishoudens
voorzien van voedselhulp, op Curaçao 10.000 huishoudens en op Sint Maarten 3.200.
De humanitaire hulp is een gift zonder voorwaarden.
De budgettaire gevolgen van deze verlenging worden in een suppletoire begrotingswet
aan u voorgelegd. Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal
de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitstel van uitvoering vanwege het
spoedeisende karakter van deze maatregelen niet kan wachten tot formele autorisatie
van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van deze maatregel
starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet
2016.
Tot slot
De landen zeggen al jaren niet meer afhankelijk te willen zijn van Nederland. Dat
is een gezond streven en daar helpen wij graag bij. Om dit te bewerkstelligen mogen
we van bestuurders in de landen realiteitsbesef en daadkracht verwachten. Juist door
de landen weerbaarder te maken wordt hun afhankelijkheid verkleind en de autonomie
vergroot. Ik zou graag samen met de landen nu de juiste dingen willen doen voor alle
mensen in niet alleen Aruba, maar ook in Curaçao en Sint-Maarten. Ik hoop daarom van
harte dat de hand die het Nederlandse kabinet heeft uitgestoken met het voorliggende
voorstel ook door Curaçao en Sint Maarten later alsnog zal worden aangenomen. Curaçao
heeft in dit verband onder meer aandacht gevraagd voor de openbaarmaking van stukken
ten behoeve van overleg in het land. Voor Sint Maarten gaven bezwaren tegen het voorstel
de doorslag.
Mijn hoop is erop gevestigd dat overeenstemming met beide landen in beeld kan komen,
bijvoorbeeld volgende maand, als in de Rijksministerraad zal worden gesproken over
het advies waarin het College financieel toezicht vaststelt of beide landen hebben
voldaan aan de voorwaarden voor de tweede tranche liquiditeitssteun. Maar die keuze
is uiteraard aan Curaçao en Sint Maarten.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops
Indieners
-
Indiener
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.