Brief regering : Problemen CBR
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 743
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 september 2019
Het CBR heeft ernstige problemen met het proces van de beoordeling van de rijgeschiktheid.
De doorlooptijden zijn te hoog en veel mensen worden hierdoor geraakt. Deze situatie
leidt tot schrijnende situaties doordat mensen die verlenging van het rijbewijs hebben
aangevraagd buiten hun schuld zonder rijbewijs komen te zitten. Met alle gevolgen
van dien voor bijvoorbeeld werk, mantelzorg of sociale contacten.
Prognose
Begin dit jaar is het toezicht op het CBR aangescherpt. Het CBR rapporteert maandelijks
over de ontwikkelingen binnen de divisie Rijgeschiktheid en de Klantenservice. Deze
rapportages leidden tot twijfel of de eerdere prognose nog haalbaar was. Daarom heeft
het CBR voor de zomer de opdracht gekregen een nieuwe prognose op te stellen met betrekking
tot de beoordeling van de medische rijgeschiktheid met daarbij een externe toets.
De door het CBR vandaag verzonden nieuwe prognose plus de review van de Galan groep
hierop vindt u in de bijlage1. De Galan groep is van mening dat het CBR een gedegen en terecht voorzichtige prognose
heeft opgesteld. Wel zijn er nog onduidelijkheden over de ontwikkeling van het aantal
verlopen rijbewijzen. Hierover moet het CBR nog meer duidelijkheid geven. Uit de stukken
blijkt dat mensen langer zullen worden geconfronteerd met een verlopen rijbewijs als
gevolg van de lange doorlooptijden. Op basis van de prognose van het CBR is het worst-case
scenario namelijk dat het CBR de doorlooptijden pas halverwege 2021 weer op orde heeft
In het best-case scenario zal dit in de zomer van 2020 zijn.
Administratieve verlenging
Zoals toegezegd aan uw kamer is de AMvB die een administratieve verlenging van rijbewijzen
van 75-plussers mogelijk maakt afgelopen vrijdag naar uw Kamer gestuurd (Kamerstuk
29 398, nr. 742). Voordeel van deze tijdelijke regeling is dat een substantieel aantal rijbewijshouders
(190.000 per jaar) geholpen kan worden zonder dat dit voor burgers extra administratieve
lasten en kosten met zich mee brengt.
Deze oplossing creëert ruimte voor het CBR om zich prioritair te richten op de meest
risicovolle groepen. Daarnaast kan de 75+ doelgroep zo gedurende maximaal een jaar
blijven rijden in afwachting van het besluit over hun rijgeschiktheid.
De verwachting is dat de AMvB 1 december kan ingaan, maar mijn inzet is om deze zo
snel mogelijk in te laten gaan. De eerste testen van aanpassingen in de systemen die
nodig zijn voor de administratieve verlenging vinden plaats in september. In de tweede
helft van oktober wordt een gezamenlijke test met de RDW gedaan en wordt duidelijk
of eerder ingaan dan 1 december mogelijk is.
Medische besliscapaciteit
De ontwikkeling van de medische besliscapaciteit is de belangrijkste parameter om
de doorlooptijden onder controle te krijgen. Per brief van 15 juli jl. heeft u het
plan van aanpak van het CBR gekregen voor het vergroten van de medische capaciteit
(Kamerstuk 29 398, nr. 736). Om de problematiek van de doorlooptijden te verbeteren, is het vergroten van het
aantal medisch adviseurs en een efficiëntere inzet hiervan cruciaal. In juli had het
CBR een capaciteit van 75 artsen. Afgelopen juli zijn bij het CBR vijf artsen gestart
met de opleiding tot medisch adviseur, waarvan één arts tussentijds is gestopt met
de opleiding. Daarnaast heeft het CBR nog eens tien artsen aangenomen om in oktober
te starten met de opleiding tot medisch adviseur. De ingezette wervingsactiviteiten
zullen door het CBR onverminderd worden doorgezet. Daarbij wordt breed ingezet en
onderzocht op welke wijze artsen snel en efficiënt ingezet kunnen worden. De opleiding
voor nieuwe medisch adviseurs is continue in ontwikkeling met als doel artsen eerder
inzetbaar te maken.
Organisatie
De volle breedte van de problematiek ligt op tafel en er kan gericht gewerkt worden
aan de structurele verbeteringen aan de hand van de opgestelde en extern getoetste
prognose. Zodra het CBR de nieuwe prognose heeft verwerkt in de maandelijkse rapportage
zal ik deze met u delen conform uw verzoek.
In het management is een aantal wijzigingen aangebracht. Per 1 januari is een nieuwe
directeur Bedrijfsvoering begonnen en de algemeen directeur heeft het CBR onlangs
verlaten. De zoektocht naar een nieuwe algemeen directeur is in volle gang. Ik verwacht
voor het einde van het jaar de benoeming hiervan rond te hebben. Sinds de zomer wordt
de directie ondersteund door de directeur van ABDTOPConsult en voormalig SG van OCW,
de heer Hans van der Vlist.
Tevens is de ICT-afdeling versterkt en het management van de divisie Rijgeschiktheid
onlangs vervangen. De informatievoorziening van het CBR naar het ministerie heeft
nog een verbeterslag nodig. Het CBR heeft mij toegezegd te kijken hoe dit de komende
periode kan worden vormgegeven. Deze aanpassingen in het management leiden uiteraard
niet direct tot verbeteringen, maar hebben tijd nodig om tot resultaat te leiden.
Daarnaast is in samenspraak met de voorzitter van de raad van toezicht van het CBR
besloten om de raad zo snel mogelijk tijdelijk aan te vullen met operationele deskundigheid.
De heer Pier Eringa, tot voor kort president directeur van Prorail, is bereid gevonden
om als aanvulling op de Raad van Toezicht, de directie van het CBR met zijn ervaring
en deskundigheid te ondersteunen.
Stelselherziening (medische) rijgeschiktheid
Ook verken ik of meer maatwerk mogelijk is bij de beoordeling of ouderen geschikt
zijn om aan het verkeer deel te nemen door middel van een meer risicogeoriënteerde
aanpak. Een aanpak waarbij een meldingsplicht gedurende de looptijd van het rijbewijs
het uitgangspunt is. Verschillende varianten zijn denkbaar om een dergelijke beoordeling
vorm te geven. Zo zijn er meerdere landen die doen via een meldplicht van arts of
betrokkene zelf. In dit kader:
• Is SWOV gevraagd opties voor een mogelijke stelselwijziging in beeld te brengen. SWOV
verwacht de opzet van dat onderzoek eind oktober af te ronden. Die onderzoeksopzet
wordt ook nog afgestemd in een klankbordgroep met verschillende stakeholders om breed
maatschappelijk draagvlak te genereren voor de onderzoeksopzet en de mogelijke uitkomsten.
Hierbij kunt u denken aan het Ministerie van VWS, vertegenwoordigers van artsen, patiëntenorganisaties,
ouderenbonden, ANWB en de Nederlandse Zorg Autoriteit. De eerste bijeenkomst wordt
belegd in oktober.
• Wordt ook de lijst van aandoeningen tegen het licht gehouden (motie van de leden Schonis
en Von Martels2). Dit alles uiteraard binnen de kaders van de Europese regelgeving en op basis van
advies van de Gezondheidsraad. In dit kader is de Gezondheidsraad gevraagd mee te
denken en of het bijvoorbeeld mogelijk is om binnen ziektebeelden onderscheid te maken
tussen verschillende doelgroepen.
• Wordt een internationale vergelijking gedaan die naar verwachting eind dit jaar aan
uw Kamer kan worden gestuurd. Daarin worden ook de ervaringen meegenomen van Denemarken
die recent een vorm van leeftijdskeuring heeft afgeschaft.
• Voert het ministerie op dit moment een juridische analyse uit met betrekking tot de
wijze waarop de internationale regelgeving vertaald is naar Nederlandse regelgeving.
Deze analyse zal u naar verwachting eind dit jaar ontvangen.
Uitgangspunt bij een eventuele stelselherziening is dat er geen strengere eisen gesteld
worden dan nodig. Tegelijkertijd moet uiteraard de verkeersveiligheid wel geborgd
blijven. Het huidige stelsel van medische keuringen laat immers zien dat in 40 procent
van de gevallen de keuring tot beperkingen van de rijgeschiktheid leidt, waaronder
in 2 procent van de gevallen tot een volledige rijongeschiktheid.
Datalekken
Op 29 augustus jl. heb ik u de antwoorden gestuurd op de vragen van de leden De Pater-Postma
en Omtzigt (CDA), Van der Graaf (ChristenUnie), Schonis (D66), Remco Dijkstra (VVD)
naar aanleiding van het AD-artikel over datalekken bij het CBR (Aanhangsel Handelingen
II 2018/19, nr. 3880). Het CBR heeft aangegeven dat bij het scannen van op papier ontvangen formulieren,
het mogelijk is dat er een fout worden gemaakt omdat dit een menselijke handeling
betreft. Daarom gaat het CBR de raadpleegfunctie van medische documenten in MijnCBR
uit zetten voor documenten die vanaf papier via het scanningproces in de OPUS-systemen
zijn opgenomen. Dit vanuit de optiek van gegevensbescherming. Klanten kunnen wel digitaal
de statusinformatie raadplegen om te zien hoe het ervoor staat met hun aanvraag.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Indieners
-
Indiener
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat